Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Participatieverordening gemeente Deventer 2023 |
Citeertitel | Participatieverordening Deventer 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Inspraakverordening Deventer.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-05-2023 | nieuwe regeling | 19-04-2023 | 2023-166 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Inspraak: onder inspraak wordt verstaan een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;
Artikel 2 Doelstelling en reikwijdte verordening
Deze verordening regelt de betrokkenheid van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling - mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijke initiatieven en beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties, of andere belanghebbenden.
De gemeente kent ook de mogelijkheid voor een correctief-raadgevende stemming waarbij kiesgerechtigden zich uitspreken over een raadsbesluit. Dit is het referendum. De voorwaarden voor een referendum staan opgenomen in een afzonderlijke regeling, namelijk de ‘Referendumverordening gemeente Deventer’.
Indien op basis van voortschrijdend inzicht of onvoorziene omstandigheden blijkt dat het wenselijk is om het participatieproces als bedoeld in het eerste lid aan te passen neemt het bestuursorgaan hier een nieuw besluit over. Het bestuursorgaan zorgt ervoor dat participanten en andere betrokkenen hierover zo snel mogelijk worden geïnformeerd.
Artikel 7 Besluitvorming participatieproces
Het bestuursorgaan kan in afwijking van het bepaalde in lid 1 besluiten. Dit geldt enkel voor uitzonderingssituaties, bijvoorbeeld omdat het participatieproces sterk uiteenlopende visies opleverde, omdat betrokken belangen onvoldoende zijn meegewogen of omdat de participatie leidde tot nieuwe ideeën en inzichten die op gespannen voet staan met de vooraf gestelde kaders. De afwijking wordt expliciet gemotiveerd en gecommuniceerd aan de deelnemers aan het participatieproces.
Artikel 9 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden.
Hoofdstuk 4 Overheidsparticipatie
Artikel 12 Toepassen Overheidsparticipatie
Overheidsparticipatie wordt toegepast indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het publieksinitiatief past binnen de kaders van het gemeentelijk beleid en bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
Artikel 13 Toepassen Uitdaagrecht
De gemeente biedt inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden die lokaal actief zijn of een lokaal belang hebben de mogelijkheid een verzoek te doen om de uitvoering van gemeentelijke taken over te nemen. Dit is het verzoek tot uitdaagrecht. Initiatiefnemers ‘dagen’ de overheid uit als zij denken een taak beter, anders, met meer maatschappelijk draagvlak of goedkoper te kunnen uitvoeren.
Artikel 14 Procedure uitdaagrecht
Het college van burgemeester en wethouders wijst een verzoek toe indien uit de onderdelen, zoals bedoeld in lid 1, blijkt dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de overname van de gemeentelijke taak vergelijkbaar uitvoerbaar is, indien de gemeente deze taak zelf zou uitvoeren, en het bestuursorgaan de overname van de gemeentelijke taak wenselijk vindt. Indien dit niet het geval is dan wordt het verzoek afgewezen.
Hoofdstuk 6 Participatie Omgevingswet en initiatieven fysieke leefomgeving
Artikel 15 Omgevingsvisie, programma, omgevingsplan en omgevingsvergunning
Het college van burgemeester en wethouders stelt een document vast waarin wordt aangegeven op welke wijze participatie wordt uitgevoerd bij de ontwikkeling van de omgevingsvisie, programma’s en het omgevingsplan, zoals bedoeld in de Omgevingswet. Hierbij wordt het bepaalde in Hoofdstuk 2 over participatie betrokken.
Hoofdstuk 7 Evaluatie en monitoring
Artikel 16 Evaluatie en monitoring
Dit verslag als bedoeld in lid 1 beschrijft de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, de rolinvulling door raad en college, de kosten, het resultaat van de participatie, de belangrijkste ervaringen en geleerde lessen. Het verslag bevat tevens informatie over publieksinitiatieven, toegekende budgetten en over de werking van het uitdaagrecht.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 april 2023
De raad voornoemd,
de griffier,
A. Kerver
de voorzitter,
R.C. König
In deze toelichting is per hoofdstuk een nadere uitleg gegeven indien nodig. Niet bij alle artikelen is daarom een toelichting opgenomen.
Deze verordening beoogt het belang van lokale democratische processen door participatie van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbend te vergroten, de samenwerking tussen gemeente en samenleving te versterken en helderheid te geven over de invulling van het participatieproces.
In de verordening wordt regelmatig gesproken over ‘het bestuursorgaan’. De gemeente heeft drie bestuursorganen: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Indien expliciet een van deze bestuursorganen wordt bedoeld, dan wordt dit ook als zodanig benoemd. Indien de tekst spreekt over ‘het bestuursorgaan’, dan is het afhankelijk van de bevoegdheidsverdeling rond dit thema welk bestuursorgaan bedoeld wordt. Indien het betreffende besluit tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort: de gemeenteraad. In gelijke zin geldt dit voor het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.
Hoofdstuk 1 algemene bepalingen
De belangrijkste begrippen zijn hier nader gedefinieerd. Belangrijke begrippen die enkel in één hoofdstuk voorkomen zijn voor de leesbaarheid in dat betreffende hoofdstuk zelf opgenomen. Voor de begrippen die niet nader zijn gedefinieerd wordt aangesloten bij de definitie zoals wordt gebruikt in het normale spraakgebruik.
In dit artikel wordt een koppeling gemaakt met het participatiebeleid. De voorliggende verordening geeft de regels voor participatie. De gemeenteraad heeft hiermee de kaders gegeven voor participatie. In het participatiebeleid wordt de visie en ambities voor participatie nader beschreven en hoe dit wordt bereikt. Ook wordt in het beleid aangeven op welke niveaus ’s participatie kan plaatsvinden. Dit is afhankelijk van het voorliggende thema, de omstandigheden of soort initiatief. Het bevoegde bestuursorgaan zal dit per geval binnen de gegeven kaders afwegen. Ook zal in het participatiebeleid duidelijk worden gemaakt hoe het bevoegde bestuursorgaan het participatieresultaat zal meewegen in de besluitvorming.
Onder deze verordening blijft inspraak zoals opgenomen in de huidige inspraakverordening op de gebruikelijke wijze mogelijk. Deze artikelen zijn daarom inhoudelijk gelijk aan de huidige inspraakverordening.
Hoofdstuk 4 Overheidsparticipatie
Van overheidsparticipatie is sprake indien er een initiatief komt uit de samenleving (voor bijvoorbeeld een skatebaan of een speeltuin) en de overheid daarin participeert. Het college van burgemeester en wethouders is het bestuursorgaan dat bevoegd is om te reageren op initiatieven uit de samenleving.
De bepalingen in dit hoofdstuk bieden houvast in het geval een bestuursorgaan wordt uitgedaagd. Hoewel de normen deels ook een open karakter hebben. De afweging om in te gaan op de uitdaging zal altijd maatwerk met zich brengen.
Hoofdstuk 6 Participatie Omgevingswet en initiatieven fysieke leefomgeving
De Omgevingswet stimuleert gemeenten om participatie goed uit te voeren. De Omgevingswet verplicht de gemeente ook om een participatiebeleid te maken. In deze participatieverordening is in hoofdstuk 2 bepaald dat de gemeente een participatiebeleid opstelt.
De Omgevingswet kent ook een aantal kerninstrumenten: de omgevingsvisie, het programma, het omgevingsplan. Hiervoor wordt een document opgesteld waarin is aangegeven wat de uitgangspunten zijn voor participatie bij de ontwikkeling en wijzigingen van deze instrumenten.
Verder stimuleren wij ook participatie bij initiatieven in de fysieke leefomgeving. Dit doen wij door een leidraad te ontwikkelen met een stappenplan voor participatie. Op deze wijze ondersteunen wij initiatiefnemers bij het vormgeven van een participatietraject.
De gemeenteraad kan gevallen van activiteiten aanwijzen waarin participatie verplicht is voordat een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, in behandeling wordt genomen. In dit hoofdstuk wordt bepaald dat de gemeenteraad gebruik gaat maken van deze bevoegdheid. De gemeenteraad zal een besluit nemen waarin een lijst van gevallen wordt vastgesteld waarvoor de participatieplicht geldt.
Hoofdstuk 7 Evaluatie en monitoring
In dit hoofdstuk is bepaald dat de gemeenteraad minimaal twee keer per raadsperiode een bespreking wijdt aan de wijze waarop de gemeente participatieprocessen heeft georganiseerd, inclusief processen van overheidsparticipatie en uitdaagrecht. De precieze vorm