Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Treasurystatuut Gemeente IJsselstein 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut Gemeente IJsselstein 2023
CiteertitelTreasurystatuut gemeente IJsselstein 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-05-202301-01-2023nieuwe regeling

13-04-2023

gmb-2023-197850

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut Gemeente IJsselstein 2023

1. Inleiding

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) stelt de kaders voor de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie. De wet definieert de treasuryfunctie als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het houden van toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities inclusief de hieraan verbonden risico’s.

 

Dit treasurystatuut geeft een uiteenzetting van het treasurybeleid van de gemeente en geeft een beschrijving van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Deze beleidsregel wordt periodiek of bij wijzigingen in de wet- en regelgeving of relevante ontwikkelingen geactualiseerd.

2. Wet- en regelgeving

Het wettelijk kader voor uitoefening van de treasuryfunctie wordt gevormd door:

  • De Gemeentewet;

  • De Wet houdbare overheidsfinanciën;

  • Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;

  • De Wet financiering decentrale overheden;

  • Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden;

  • Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;

  • Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden;

  • Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.

2.1 Gemeentewet

De raad stelt de in de Verordening financieel beheer, beleid en organisatie als bedoeld in artikel 212 van de Gemeentewet de uitgangspunten vast voor het financieel beleid. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid.

 

2.2 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

Het BBV verplicht gemeenten tot het opstellen van de treasuryparagraaf (paragraaf Financiering). De paragraaf maakt onderdeel uit van de begroting en jaarrekening. In de paragraaf bij de begroting worden de beleidsvoornemens geformuleerd, de paragraaf bij de jaarrekening legt verantwoording af over de behaalde resultaten.

 

2.3 Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)

De wettelijke grondslag voor de treasuryfunctie is vastgelegd in de Wet fido. De wet geeft de kaders voor een verantwoorde professionele inrichting en uitvoering van de treasury en legt de beleidsmatige infrastructuur voor een adequate uitvoering van de treasuryfunctie vast. De wet bevat onder andere richtlijnen voor het uitzetten van overtollige middelen, uitgedrukt in twee kwalitatieve eisen:

  • Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan uit hoofde van de publieke taak;

  • Het uitzetten of beleggen van (tijdelijk) overtollige middelen heeft een prudent karakter en is niet gericht op het genereren van extra inkomsten door het nemen van overmatige risico's (zie de regeling over schatkistbankieren: artikel 5.2.1).

2.4 Publieke taak

Onder publieke taak wordt verstaan ‘het uitvoeren van (overheids)taken waarmee het algemeen belang gediend is en die voor het welzijn van de inwoners van de gemeente in het algemeen nuttig, gewenst of nodig zijn’.

3. Treasurybeleid

Het treasurybeleid geeft uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd:

  • Het verkrijgen en waarborgen van een duurzame toegang tot de financiële markten tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden en acceptabele condities; Het beschermen van de (financiële) middelen en resultaten tegen ongewenste financiële risico’s;

  • Optimaliseren van het rendement binnen de wettelijke kaders en de kaders, limieten en richtlijnen van dit statuut;

  • Minimaliseren van de kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

4. Treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die, binnen de wettelijke kaders en de kaders van dit statuut, zich richten op het sturen op en beheren van de financiële vermogenswaarden. Er worden drie deelfuncties onderscheiden, te weten: kasbeheer, financieren en beleggen en risicobeheer.

 

4.1 Kasbeheer

Kasbeheer omvat alle activiteiten die verband houden met het dagelijks beheer van de geldstromen met een looptijd tot 1 jaar. Tot het kasbeheer worden gerekend het geldstromenbeheer, het saldo- en liquiditeitenbeheer.

4.1.1 Geldstromenbeheer

Het geldstromenbeheer omvat alle activiteiten die nodig zijn om financiële middelen te transfereren zowel binnen de organisatie als tussen de organisatie en derden. Het betreft de volgende activiteiten:

  • Het optimaliseren van het liquiditeitengebruik door inkomende en uitgaande geldstromen op elkaar en de liquiditeitsprognose af te stemmen.

  • Het zorgdragen dat de liquiditeitspositie altijd voldoende is om de (financiële) verplichtingen na te komen.

  • Het zo efficiënt als mogelijk uitvoeren van het betalingsverkeer tegen zo laag mogelijke kosten.

4.1.2 Saldo- en liquiditeitenbeheer

Inkomende en uitgaande geldstromen lopen in termen van tijd en bedrag nooit synchroon. Hierdoor ontstaan financiële posities: positief of negatief. De treasuryfunctie beheert de geldstromen en reguleert financiële posities. De volgende uitgangspunten gelden hierbij:

  • Clusteren van de gemeentelijke geldstromen bij één bankinstelling.

  • Met inachtneming van de kasgeldlimiet wordt in tijdelijke liquiditeitstekorten voorzien door het aantrekken van kortlopende geldleningen (tot maximaal 1 jaar min 1 dag). Ingeval van liquiditeitenoverschotten: zie de regeling over schatkistbankieren: artikel 5.2.1.

4.2 Financieren en beleggen

Onderscheiden worden kortlopende en langlopende financiering- en beleggingsactiviteiten.

 

Financieren

Financiering betreft het uitoefenen van activiteiten die gericht zijn op het beheren van de liquiditeitspositie en het voorzien in de benodigde liquiditeiten voor de realisatie van voorgenomen investeringen en de uitvoering van activiteiten. De uitgangspunten zijn:

  • Het aantrekken van financieringsmiddelen dient de publieke taak en is afgestemd op de financiële positie, de liquiditeitsprognose en meerjarenraming;

  • Het gebruik van externe financieringsmiddelen wordt zoveel als mogelijk beperkt. Ingeval er sprake is van een financieringsbehoefte worden primair de interne financieringsmiddelen en de kasgeldlimiet benut;

  • Met inachtneming van artikel 4.2.7 (relatiebeheer) worden voor het aantrekken van financiering bij voorkeur partijen benaderd die actief zijn op het gebied van duurzaamheid;

  • Transacties worden uitsluitend gerealiseerd in euro’s;

  • De leningportefeuille is flexibel en evenwichtig van opbouw;

  • Financieringsmiddelen worden aangetrokken tegen zo gunstig mogelijke condities;

  • Het ontplooien van bancaire activiteiten behoort niet tot de publieke taak en is niet toegestaan;

  • Er worden geen financieringsmiddelen aangetrokken zonder specifiek financieringsdoel;

  • Het gebruik van (financiële) derivaten is niet toegestaan.

4.2.1 Geldmarkt

Met inachtneming van de kasgeldlimiet (zie artikel 4.3.1) wordt in (tijdelijke) liquiditeitstekorten voorzien middels het aantrekken van kortlopende geldleningen (looptijd <1 jaar). Het is niet toegestaan liquiditeitstekorten welke de kasgeldlimiet overschrijden structureel met kortlopende geldleningen te financieren.

Artikel 4.2.2 Kapitaalmarkt

Voor structurele liquiditeitstekorten wordt een langlopende geldlening aangetrokken (looptijd >1 jaar). Hiervoor worden telefonisch minimaal twee actuele rentestanden opgevraagd. Dit wordt in het leningdossier vastgelegd.

4.2.3 Financieringsproducten

De volgende financieringsproducten zijn toegestaan:

Kasgeldlimiet: 

Onder de kasgeldlimiet vallen alle kortlopende financieringen met een rente typische looptijd korter dan 1 jaar.

Geldmarkt 

rekening – courant, daggeld- en kasgeldleningen.

Kapitaalmarkt

onderhandse geldlening.

Beleggen

Tijdelijk of structureel overtollige middelen worden belegd met als doel het optimaliseren van de rentebaten.

4.2.4 Schatkistbankieren

De Wet fido en de ‘Regeling schatkistbankieren decentrale overheden’ verplicht decentrale overheden de overtollige liquide middelen in de schatkist van het rijk te beleggen. Als gevolg hiervan hoeft de Nederlandse Staat minder geld op de financiële markten te lenen waardoor de staatsschuld daalt. Daarnaast beoogt het schatkistbankieren de financiële risico’s van decentrale overheden te verminderen.

4.2.5 Beleggingsproducten

Het gebruik van de volgende beleggingsproducten is toegestaan:

Geldmarkt

rekening – courant, spaarrekening, schatkistbankieren, daggeldleningen en

deposito’s;

Kapitaalmarkt

onderhandse geldlening.

4.2.6 Rentevisie

De rentevisie geeft een toekomstverwachting over de rente ontwikkeling. De rentevisie wordt eenmaal per jaar (treasuryparagraaf bij de begroting) opgesteld tenzij ontwikkelingen een tussentijdse aanpassing van de rentevisie noodzakelijk maken.

4.2.7 Relatiebeheer

Met het relatiebeheer wordt beoogd: het realiseren van gunstige marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Uitgangspunten zijn:

  • Bankrelaties en bancaire condities worden eens per vier jaar beoordeeld;

  • De BNG Bank is de huisbank;

  • Bankrelaties en financiële instellingen waarmee de gemeente een relatie heeft:

    • o

      Zijn statutair in Nederland gevestigd;

    • o

      Hebben een kredietwaardigheid (rating) van ten minste ‘AA’ bij Moody’s;

    • o

      Staan onder toezicht van De Nederlandse Bank.

  • Tussenpersonen waarmee de gemeente een relatie heeft staan onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

4.3 Risicobeheer

Risicobeheer betreft het inzichtelijk maken van (toekomstige) risico’s, het beheersen, verminderen en spreiden hiervan inclusief het treffen van beheersmaatregelen. Het treasurybeleid van de gemeente is primair gericht op risicomijding.

4.3.1 Renterisico

Renterisicobeheer betreft het beperken van de invloed van rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. Voor het beheersen van renterisico’s geeft de Wet fido concrete richtlijnen in de vorm van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

4.3.2 liquiditeitenrisico

Van interne liquiditeitenrisico’s is sprake indien er overtollige middelen voor een vaste periode zijn belegd terwijl er gedurende de looptijd van de belegging blijkt dat deze middelen nodig zijn om te voldoen aan de gemeentelijke betalingsverplichtingen. Dit kan een ongewenst negatief financieel resultaat tot gevolg hebben.

Beheermaatregelen: het juist, tijdig en volledig informeren van de treasuryfunctie over valutaire betaaldagen en het volume van de geldstromen opdat deze informatie in de liquiditeitenprognose kan worden opgenomen.

4.3.3 Koersrisico

Koersrisicobeheer betreft het beheersen van risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële vaste activa in waarde verminderen door negatieve (koers)ontwikkelingen.

Beheermaatregelen: bij het beleggen van overtollige middelen wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de beleggingsproducten als vermeld onder punt 5.2.2 van dit statuut. Koersrisico’s worden verder beperkt door de looptijd van de belegging op de liquiditeitenprognose af te stemmen.

4.3.4 Valutarisico

Het aantrekken van financieringsmiddelen, beleggen van overtollige middelen of het doen van transacties anderszins wordt uitsluitend in euro gerealiseerd. Valutarisico’s kunnen dientengevolge op nihil worden gesteld.

4.3.5 Kredietrisico

Het kredietrisico betreft het risico dat de tegenpartij bij wie tijdelijk overtollige liquide middelen belegd zijn, niet aan de terugbetalingsverplichting kan voldoen. Door het verplicht schatkistbankieren en het beleggen conform de Wet fido van (tijdelijk) overtollige middelen kan het kredietrisico op zeer laag worden gesteld.

5. Overige

5.1 Garantstellingen

Garantstellingen worden alleen verstrekt indien de publieke taak daarmee gediend is en de garantstelling in voldoende mate in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid. Aan het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling zijn voorwaarden en criteria gekoppeld.

  • Het college kan een gemeentegarantie verstrekken aan een financiële instelling. De investering van de aanvrager van een gemeentegarantie dient te passen binnen het gemeentelijk beleid. De investering moet bovendien bedoeld zijn voor aankoop, nieuwbouw, verbouw en/of (her)inrichting van een gebouw of terrein.

  • Volgens artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet, zal het college de raad - indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente – vooraf inlichten over een garantstelling door de gemeente en niet besluiten voordat de raad zijn wensen en bedenkingen hierover ter kennis van het college heeft kunnen brengen.

  • Een investering door een sportvereniging wordt uitsluitend gegarandeerd indien de Stichting Waarborgfonds Sport (hierna SWS) zich garant stelt voor minimaal 50% van het garantiebedrag van het op basis van hun voorwaarden maximale aandeel.

  • Er wordt uitsluitend een aanvraag tot garantieverstrekking in behandeling genomen indien en voor zover er voor de betreffende aanvrager voor de voorgenomen investering geen waarborgfonds beschikbaar is. Een uitzondering hierop vormt aanvragen in relatie met de SWS.

  • Indien de aanvrager beschikt over eigen gronden en/of opstallen zal het recht van eerste hypotheek hierop gevestigd worden ter verkrijging van zekerheid van de rechten van de gemeente. De opstal of de grond hoeft niet in relatie te staan tot de financiering van de investering waarvoor de gemeentegarantie wordt gevraagd.

  • De aanvrager dient voldoende aannemelijk te maken dat aan de verplichtingen voortvloeiende uit de te garanderen geldlening kan worden voldaan.

Solvabiliteitsrisico

Het verstrekken van een gemeentelijke garantstelling betekent dat de gemeente door de bank verantwoordelijk wordt gehouden voor de rente- en aflossingsverplichtingen indien de vereniging of instelling aan wie de garantstelling is verstrekt op enig moment niet meer aan zijn/haar betalingsverplichtingen kan voldoen.

 

5.2 Hypothecaire geldleningen

Het verstrekken of garanderen van (hypothecaire) geldleningen aan eigen personeel of publieke ambtsdragers behoort niet tot de publieke taak en is niet toegestaan.

 

5.3 Administratieve organisatie

Voor de administratieve organisatie en interne controle zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:

  • De treasuryfunctie is ondergebracht bij het organisatieonderdeel waar het financieel beleid en beheer wordt uitgevoerd ;

  • De administratieve organisatie en interne controle is op een zodanige wijze ingericht dat:

    • o

      de uitvoering van de treasuryfunctie doel- en rechtmatig is;

    • o

      de treasuryfunctie adequaat uitgevoerd kan worden;

    • o

      de risico’s in voldoende mate beheerst worden;

    • o

      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van relevante informatie gewaarborgd is;

  • Bij de uitvoering van treasuryactiviteiten is een functiescheiding doorgevoerd waarbij:

    • o

      De uitvoering en autorisatie wordt uitgevoerd door verschillende functionarissen;

    • o

      De uitvoerende en controlerende functie wordt uitgevoerd door verschillende functionarissen.

  • Transacties worden geregistreerd door de treasuryfunctie en ter informatie en verwerking doorgegeven aan de financiële administratie.

5.4 Informatievoorziening

Voor het controleerbaar en beheersbaar maken én houden van de treasuryactiviteiten is een goed functionerende informatievoorziening van belang.

 

De paragraaf Financiering wordt door het college jaarlijks in de begroting en financieel jaarverslag opgenomen en – als onderdeel hiervan – aan de raad voorgelegd. In de paragraaf Financiering wordt gerapporteerd over de inrichting van de treasuryfunctie, de algemene beleidslijn, de beleidsinvulling van het betreffende begrotingsjaar, de rentevisie, de toepassing van de kasgeldlimiet en renterisiconorm, het beheersen van de financiële risico’s en overige ontwikkelingen op het gebied van ‘treasury’.

 

Onderscheiden kunnen worden: operationele-, beleidsmatige- en verantwoordingsinformatie. Operationele informatie is nodig om de (beleids)doelstellingen van de raad te realiseren. Beleidsmatige informatie betreft met name de beleidskaders uit het treasurystatuut. Verantwoordingsinformatie komt aan de orde binnen de reguliere P&C – cyclus. Daarnaast wordt het gevoerde beleid in de paragraaf Financiering bij de jaarrekening geëvalueerd.

 

5.5 Mandatering van bevoegdheden

Om slagvaardig op de financiële markt te kunnen opereren is het noodzakelijk dat er binnen de kaders van dit treasurystatuut en overeenkomstig het van toepassing zijnde Mandaatbesluit van de gemeente, verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden aan de treasuryfunctie worden overgedragen. Hiermee wordt de gewenste slagvaardigheid van de treasuryfunctie gewaarborgd terwijl anderzijds het bestuur niet onnodig wordt belast met het dagelijks treasurybeheer.

 

5.6 Intrekken oude beleidsregel en overgangsrecht

Het Treasurystatuut 2011 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin dit beleid in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin dit beleid in werking treedt.

 

5.7 Inwerkingtreding

Dit statuut wordt aangehaald als het “Treasurystatuut gemeente IJsselstein 2023” en treedt in werking op de dag na de bekendmaking daarvan en werkt terug tot 1 januari 2023.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 13 april 2023.

De griffier,

A.J.O. van Kooij CMC

De voorzitter,

mr. P.J.M. van Domburg

Bijlage  

  • 1.

    Verantwoordelijkheden en taken

Functie

Verantwoordelijkheden en taken

Gemeenteraad

  • Vaststellen van het treasurystatuut;

  • Vaststellen van de paragraaf Financiering bij de begroting en het jaarverslag;

  • Houdt toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan, evalueert het beleid en stelt dat daar waar nodig bij;

  • Toetst rechtmatig- en doelmatigheid van de treasuryfunctie aan de hand van de verordening financieel beheer, beleid en organisatie en het treasurystatuut.

College burgemeester en wethouders

  • Is verantwoordelijk voor het opstellen van het treasurystatuut;

  • Uitvoeren van het treasurybeleid binnen de kaders van het treasurystatuut (formele verantwoordelijkheid);

  • Rapporteert middels begroting, jaarverslag of tussentijdse rapportages aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid.

Portefeuillehouder Financiën

  • Uitvoeren van het treasurybeleid (politieke verantwoordelijkheid).

Teamleider Interne ondersteuning

  • Het autoriseren (vooraf) van beleggingen en financieringen op de kapitaalmarkt;

  • Is verantwoordelijk voor een juiste uitvoering van het schatkistbankieren;

  • Controleert op volledig-, betrouwbaar- en rechtmatigheid van treasury activiteiten;

  • Rapporteert en legt verantwoording af aan het college van Burgemeester en Wethouders over de uitvoering van de treasuryfunctie;

  • Draagt zorg voor en bewaakt de functiescheiding binnen de treasuryfunctie,

Met uitvoering van treasury belaste medewerker

  • Het formuleren en actualiseren van het treasurybeleid in het treasurystatuut alsmede het voorbereiden van beleidsvoorstellen;

  • Het uitvoeren van treasury activiteiten conform het treasurystatuut en paragraaf financiering;

  • Het beheer over de gemeentelijke rekeningstructuur, geldstromen en rekening saldi, inclusief het schatkistbankieren en het aangaan en afsluiten van financiële contracten en transacties;

  • Het vastleggen van gerealiseerde treasury transacties;

  • Relatiebeheer: onderhoud contact met banken en financiële instellingen;

  • Het bijwerken en periodiek actualiseren van de liquiditeiten prognose;

  • Het afleggen van verantwoording aan de teamleider Interne ondersteuning over de uitvoering van de aan de medewerker gemandateerde activiteiten.

Teamleiders

Budgetbeheerders

  • Verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren van betrouwbare informatie over toekomstige geldstromen aan de financiële administratie;

  • Fiatteren van baten en lasten ten gunste respectievelijk ten laste van hun budgetten.

Financiële administratie

  • Het juist en volledig vastleggen van mutaties in de financiële administratie.