Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Hulst - 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Hulst - 2023
CiteertitelBeleidsregels SMI Gemeente Hulst 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. afdeling 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
  3. afdeling 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-05-2023nieuwe regeling

18-04-2023

gmb-2023-193626

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Hulst - 2023

Burgemeester en wethouders van gemeente Hulst

 

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en Afdeling 1 en 2 van de Wet kinderopvang;

 

besluiten:

de Beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie gemeente Hulst - 2023 vast te stellen.

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Tegemoetkoming: een tijdelijke tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvangtoeslag op basis van een sociaal-medische indicatie.

  • b.

    Gezin: (pleeg)ouders of alleenstaande (pleeg)ouder met kinderen.

  • c.

    Kind: een kind dat nog niet naar het voortgezet onderwijs gaat.

  • d.

    Praktische verzorging: de hulp en de zorg die ouders redelijkerwijs aan hun kind behoren te bieden.

  • e.

    SMI: sociaal-medische indicatie.

  • f.

    Andere voorziening: voorziening niet vallend onder de Jeugdwet, op het gebied van zorg, kinderopvang, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen.

  • g.

    Algemeen toegankelijke voorziening: voorzieningen die georganiseerd worden door of namens het college op grond van de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 waarvoor geen individuele toegang moet worden verstrekt.

Artikel 2 Doelgroep SMI

Tot de doelgroep behoren gezinnen waarvan:

  • a.

    De ouder(s) (tijdelijk) geen recht hebben op een kinderopvangtoeslag, omdat zij niet werken vanwege een sociale en/of medische situatie; en,

  • b.

    Het kind waarvoor de tegemoetkoming wordt aangevraagd nog niet naar het voortgezet onderwijs gaat.

Artikel 3 Voorwaarden SMI

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming wordt in ieder geval voldaan aan de volgende algemene voorwaarden:

    • a.

      het gezin is ingezetene en staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Hulst;

    • b.

      het gezin heeft in de twee jaar voorafgaand aan de aanvraag niet eerder op dezelfde sociale en/of medische situatie een tegemoetkoming ontvangen en,

    • c.

      het kind gaat naar een kindercentrum of gastoudervoorziening dat geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 2.

    Daarnaast wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de (pleeg)ouder(s) met een chronische ziekte of een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking moet tijdelijk ontlast worden bij de praktische verzorging van één of meerdere kinderen, of;

    • b.

      het gezin is in een (acute) sociaal of medische situatie beland waardoor de (pleeg)ouder(s) (tijdelijk) niet in staat is de praktische verzorging van één of meerdere kinderen op zich te nemen.

Artikel 4 Aanvraag tegemoetkoming

  • 1.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt in behandeling genomen nadat de ouder(s) daarvoor een melding of verzoek daartoe hebben gedaan bij de St. Hulst voor Elkaar.

  • 2.

    Ten behoeve van het onderzoek als genoemd onder artikel 5 legt de ouder(s) in ieder geval de volgende benodigde bewijsstukken over:

    • a.

      overeenkomst met of offerte bij een kindercentrum of gastouderopvang waaruit in ieder geval de kostprijs per uur en het aantal uren kinderopvang per kind per week blijkt;

    • b.

      verklaring verzamelinkomen Belastingdienst van de ouder(s), (IB-60 formulier inkomensverklaring1 ) waaruit blijkt hoe hoog het door de Belastingdienst laatst vastgestelde (gezins)verzamelinkomen is, en die niet ouder is dan maximaal twee jaar;

    • c.

      wanneer het inkomen genoemd onder b. aanzienlijk afwijkt van het verwachte of actuele inkomen, dan levert de ouder de actuele inkomensgegevens in bij de aanvraag van de bijdrage; en,

    • d.

      sociaal medisch indicatie als genoemd in artikel 5 lid 1 onder a.

  • 3.

    Als de aanvrager geen bewijsstuk kan overleggen zoals bedoeld in lid 2 onder d. zal het college een schriftelijk advies aanvragen bij een onafhankelijk sociaal medisch adviseur zoals genoemd in artikel 5 lid 1 onder a.

Artikel 5 Onderzoek SMI

  • 1.

    Het college stelt de noodzakelijkheid van het verstrekken van een tegemoetkoming vast door middel van:

    • a.

      een sociaal medisch indicatie van een onafhankelijk sociaal medisch adviseur waaruit blijkt dat sprake is van ernstige sociale en/of medische problematiek die kinderopvang noodzakelijk maakt;

    • b.

      een onderzoek naar:

      • i.

        de omvang en de duur van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht;

      • ii.

        de leefsituatie van het gezin en de (opvang)mogelijkheden in het eigen sociaal netwerk;

      • iii.

        welke andere mogelijkheden tot een (structurele) oplossing kunnen leiden en,

      • iiii.

        de (fysieke, psychische en emotionele) veiligheid van het kind.

  • 2.

    Onderstaande adviseurs worden in ieder geval aangemerkt als onafhankelijk sociaal medisch adviseurs die door middel van een schriftelijke bevestiging van behandeling een indicatie kunnen geven dat sprake is van sociaal medische problematiek op grond waarvan kinderopvang noodzakelijk wordt geacht (mits geregistreerd als beroepskracht):

    • a.

      een kinderarts, jeugdarts of – verpleegkundige van de GGD-jgz;

    • b.

      een psycholoog/therapeut; en,

    • c.

      een psychiater.

  • 3.

    Als de ouder(s) niet zelf een sociaal medische indicatie kunnen overleggen, dan zal namens het college een schriftelijke indicatie worden aangevraagd bij een namens het college aangewezen onafhankelijk sociaal medisch adviseur.

  • 4.

    Als het eigen netwerk of een andere (algemeen toegankelijke) voorziening kan voorzien in het oplossen van de (tijdelijke) sociaal of medische problemen van het gezin en waardoor de praktische verzorging wordt gewaarborgd, dan ziet het college af van de vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie.

Artikel 6 Omvang en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    Het college stelt de redelijkerwijs noodzakelijke aantal uren kinderopvang vast.

  • 2.

    De tegemoetkoming is bedoeld als tijdelijke oplossing en wordt daarom verleend voor maximaal zes maanden (of 26 weken) waarbij deze periode wordt gebruikt om toe te werken naar een structurele oplossing. Na drie maanden vindt een evaluatie plaats.

  • 3.

    De termijn van zes maanden kan éénmalig worden verlengd met maximaal zes maanden, als de structurele oplossing nog niet behaald is, zonder dat dit te verwijten is aan de ouders, en een herbeoordeling heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    Het aantal uren, waarvoor een tegemoetkoming kan worden verstrekt, is gemaximeerd op 230 uur per maand per kind.

  • 5.

    Indien de tegemoetkoming wordt toegekend wordt deze toegekend met ingang van een datum die aansluit bij de door ouders gewenste datum, met dien verstande dat de datum niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7 Hoogte tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van het bruto verzamelinkomen, genoemd in artikel 4 lid 2 onder b. en wordt conform de belastingtabel kinderopvangtoeslag berekend.

  • 2.

    De tegemoetkoming is gelijk aan de hoogte van de kinderopvangtoeslag, indien de ouder(s) hiervoor wel in aanmerking zou(den) komen. Het resterende bedrag van de opvangkosten betalen de ouder(s) zelf.

  • 3.

    Ouder(s) heeft (hebben) de keuzevrijheid bij het bepalen van het kindercentrum of gastouderopvang. Opvangkosten die door het Rijk jaarlijks vastgestelde uurtarief te boven gaan, worden door de ouder(s) zelf betaald.

Artikel 8 Toekenning tegemoetkoming

  • 1.

    De toekenning van de tegemoetkoming wordt in een beschikking vastgelegd. In de beschikking wordt in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      de ingangsdatum en de duur van de toegekende periode van de tegemoetkoming;

    • b.

      de hoogte en betaalwijze van de tegemoetkoming;

    • c.

      het aantal uren kinderopvang per week of maand per kind: en,

    • d.

      de verplichtingen van de ouder(s) tot het schriftelijk verstrekken van inlichtingen bij tussentijdse wijzigingen (zoals beëindiging plaatsingsovereenkomst alsmede wijziging in uren, dagen of locatie).

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen aan de ouder(s) betaald, nadat de factuur van de afgenomen kinderopvang over de betreffende kalendermaand door hen bij de gemeente is ingediend

  • 3.

    In geval van dringende financiële redenen kan het college op basis van een door de ouder(s) ondertekende machtiging besluiten de tegemoetkoming rechtstreeks te betalen aan de kinderopvangorganisatie. De ouder(s) moet in dat geval aantoonbaar maken vanwege (financiële) redenen zelf niet in staat te zijn de betalingen aan de kinderopvangorganisatie te doen.

  • 4.

    Wanneer blijkt dat de tegemoetkoming ten onrechte is uitbetaald, kan het teveel betaalde bedrag door het college worden teruggevorderd bij de ouder(s).

  • 5.

    Het college kan ook tot terugvordering overgaan als ouder(s) zonder dringende reden geen gebruik heeft (hebben) gemaakt van de opvang en hier wel voor betaald moet worden.

Artikel 9 Beëindiging tegemoetkoming SMI

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt tot de door het college vastgestelde datum.

  • 2.

    De tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang kan in ieder geval worden beëindigd anders dan de door het college vastgestelde einddatum als:

    • a.

      de ouder(s) niet voldoen aan de verplichtingen als genoemd in artikel 8 lid 1 onder d. of niet meewerkt aan een sociaal medisch indicatie als genoemd in artikel 5 lid 1 onder a.;

    • b.

      de kinderopvang niet of niet meer plaats vindt;

    • c.

      de ouder(s) of het kind niet meer woonachtig zijn in de gemeente Hulst;

    • d.

      de ouder(s) aanspraak kunnen maken op een andere – of algemeen toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 5 lid 5; en,

    • e.

      de sociaal medische indicatie komt te vervallen.

  • 3.

    De ouder(s) zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig beëindigen van de overeenkomst met de kinderopvangorganisatie.

Artikel 10 (Inlichtingen)plichten

  • 1.

    De ouder(s) doen al het mogelijke om de inzet van de noodzakelijke kinderopvang zo beperkt mogelijk te houden.

  • 2.

    De ouder(s) doen aan het college uit eigen beweging of op verzoek direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op de tegemoetkoming.

  • 3.

    De ouder(s) zijn verplicht aan het college medewerking te verlenen voor de uitvoering van deze regeling.

  • 4.

    Wanneer de ouder(s) zich niet houden aan de verplichtingen genoemd lid 1, 2 en 3 beëindigt het college de tegemoetkoming.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een artikel of artikelen van deze beleidsregels buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan, gelet op het belang van de betrokken ouder(s), leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt inwerking op 1 mei 2023.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Beleidsregels SMI Gemeente Hulst 2023.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Hulst dd.18.04.2023.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst,

De secretaris

De burgemeester,