Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldebroek

Handhavingsuitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldebroek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsuitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2023
CiteertitelHandhavingsuitvoeringsprogramma Fysieke Leefomgeving 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-05-2023nieuwe regeling

18-04-2023

gmb-2023-189252

1090864

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsuitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2023

1. Inleiding

 

Hierbij treft u aan het handhavingsuitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2023 (in vervolg: HUP2023). Het HUP2023 is de jaarlijkse uitwerking van het handhavingsbeleid dat is opgenomen in de Handhavingsnota Fysieke leefomgeving 2021-2026 (in vervolg: handhavingsnota). Deze nota bevat het meerjarenbeleid.

Het HUP2023 ziet zowel op bevoegdheden van het college als op zelfstandige bevoegdheden van de burgemeester. Het HUP2023 wordt dan ook door beide bestuursorganen vastgesteld. Op grond van artikel 7:3 van het Besluit Omgevingsrecht en in het kader van de algemene verantwoordings- en inlichtingenplicht van college en burgemeester, zoals opgenomen in artikel 169 en artikel 180 van de Gemeentewet, wordt het vastgestelde HUP2023 ter informatie toegezonden aan de gemeenteraad.

Ook wordt het vastgestelde HUP2023 toegezonden aan de provincie, de ODNV, de VNOG, het waterschap, de politie en het Openbaar Ministerie

 

In de volgende hoofdstukken wordt eerst in het kort de handhavingsorganisatie beschreven. Daarna wordt per taakveld beschreven hoe we toezicht en handhaving vormgeven. We doen dat net als het HUP2022aan de hand van zes w-vragen:

  • 1.

    wat houdt het taakveld in?

  • 2.

    wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

  • 3.

    wat gaan we daarvoor doen?

  • 4.

    wanneer voeren we deze taak uit?

  • 5.

    welke gevolgen heeft het collegeuitvoeringsprogramma voor dit taakveld

    Toelichting

    In maart 2022 hebben de gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. Het na de verkiezingen tot stand gekomen bestuursakkoord en de uitwerking hiervan in de meerjarenbegroting 2023-2026 en het collegeuitvoeringsprogramma (in vervolg CUP) hebben gevolgen voor de handhaving van de fysieke leefomgeving. In het navolgende worden per taakveld de gevolgen besproken van het CUP voor uitvoering van die taak.

  • 6.

    wat zijn de gevolgen van de Omgevingswet/Wet kwaliteitsborging voor deze taak?

    Toelichting:

    De Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging (in vervolg Wkb) zullen per 1 januari 2024 in werking treden. Deze wetten hebben ook gevolgen voor toezicht en handhaving. In het navolgende wordt per taakveld kort beschreven wat die gevolgen zijn en hoe wij ons daarop voorbereiden..

2. Handhavingsorganisatie

 

De uitvoering van het HUP2023 is ondergebracht bij het cluster Toezicht en Handhaving dat valt onder het team Ruimte.

 

Uitgangspunt bij het opstellen van het HUP2023 is de bestaande formatie. Deze is taakstellend en de basis voor de werkzaamheden in 2023 en de daarin te stellen prioriteiten. Dat neemt echter niet weg dat we door personele omstandigheden, de implementatie van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging en door het grote werkaanbod ook in 2023 capaciteit zullen moeten inhuren.

 

De vaste formatie van het cluster Toezicht en Handhaving per 1 januari 2023 bestaat uit:

  • -

    beleidsmedewerkers (3,8 fte, waarvan 0,6 fte voor niet T&H-taken (planschade),

  • -

    juridisch medewerkers/beleidsuitvoerders (1,6 fte, waarvan 0,5 fte voor niet T&H-taken). Per 1 april bedraagt de formatie 1,8 fte voor T&H-taken

  • -

    inspecteurs/toezichthouders (2 fte) en

  • -

    buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) (3,0 fte). Hiervan is 1,0 fte vacatureruimte waarvoor de werving binnenkort van start gaat.

Per 1 januari 2023 bestaat de inhuurformatie uit:

  • -

    boa openbare ruimte (Meidoornpleinmanager) 24 uur per week tot 1 juni 2023

  • -

    trainee toezicht en handhaving (32 uur per week tot 1 april 2023)

  • -

    toezichthouder permanente bewoning (incidenteel)

Gevolgen CUP voor de handhavingsorganisatie.

In het CUP (2.0) wordt de kwaliteit van de dienstverlening als speerpunt benoemd. Ook het innoveren van de HR-strategie (CUP 2.0) om voldoende gekwalificeerde medewerkers te kunnen werven en behouden geldt als speerpunt. Het CUP (2.0.) noemt als speerpunt “We willen een betrouwbare partner zijn”.

 

Voor het taakveld handhaving geldt dat wij blijvend investeren in de kwaliteit van onze dienstverlening. We zijn zichtbaar aanwezig in de buitenruimte en zijn aanspreekbaar voor onze inwoners. We communiceren in woord en geschrift in heldere taal. We houden ons aan termijnen en onze brieven en besluiten zijn juridisch correct.

We zorgen voor voldoende gekwalificeerde medewerkers. Waar nodig (bij specialistische werkzaamheden of bij een overmatig werkaanbod) huren we in.

 

Gevolgen Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging voor de handhavingsorganisatie

Op 30 juni 2022 heeft de gemeenteraad de Verordening uitvoering en handhaving omgevingsrecht vastgesteld. .Evenals de voorloper (verordening kwaliteit VTH) legt de verordening U&H de kwaliteit van de uitvoering en handhaving vast op het niveau van landelijke kwaliteitseisen. Deze landelijke kwaliteitseisen worden door de VNG en het IPO vastgesteld. In de verordening is vastgelegd dat de landelijke kwaliteitscriteria van toepassing zijn op de uitvoeringsorganisatie en dat daar waar het college afwijkt, dit gerapporteerd moet worden aan de gemeenteraad.

Ten tijde van de vaststelling van de verordening waren de op de Omgevingswet gebaseerde kwaliteitscriteria nog niet beschikbaar. Deze zijn in de zomer van 2022 beschikbaar gekomen. Dat betekent dat we nu de organisatie kunnen toetsen aan de kwaliteitscriteria en daar waar we niet voldoen, voorstellen kunnen doen voor verbetering en/of afwijking Dit traject zal vanuit Toezicht en Handhaving worden begeleid en van start gaan in het derde kwartaal van 2023.

3. Uit te voeren werkzaamheden

3.1. P&C-cyclus

Portefeuillehouder Engberts.

 

Wat houdt de taak in?

Het cluster Toezicht en Handhaving levert een bijdrage aan de gemeentelijke P&C-cyclus voor die onderdelen van de gemeentelijke begroting die zien op Toezicht en Handhaving.

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

We hebben voor deze taak 90 uur gereserveerd bij de beleidsmedewerkers.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

  • -

    deel-budgethouderschap/budgetbewaking

  • -

    input leveren aan meerjarenbegroting

  • -

    input leveren aan bestuursrapportages

  • -

    input leveren aan financiële jaarrekening

Wanneer voeren we deze taak uit?

Deze taak wordt jaarrond uitgevoerd.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor deze taak

Voor het taakveld handhaving is een budget beschikbaar voor uitvoeren van onderzoeken, het inwinnen van adviezen, vergoeding van proceskosten en noodzakelijke abonnementen.

In het CUP (2.0) is een gezonde financiële huishouding als speerpunt opgenomen. Toezicht en Handhaving draagt bij aan een gezonde financiële huishouding door het beschikbare budget effectief en doelmatig te besteden, Juridische procedures voeren we in principe in eigen beheer. Slechts bij uitzondering schakelen we externe juridische expertise in.

We proberen vacatures zo snel mogelijk in te vullen, zodat we vervangende inhuur zo veel mogelijk voorkomen.

 

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak.

Geen.

 

3.2. brandveilig gebruik

Portefeuillehouder Engberts.

 

Wat houdt de taak in?

Het betreft hier het toezicht op het brandveilig gebruiken van gebouwen en het voeren van de daaruit voortvloeiende handhavingsprocedures. Deze taak is beschreven in paragraaf 2.1. van de handhavingsnota.

 

Dit taakveld ziet op het gebruik van het gebouw en niet op het bouwen zelf (de brandveiligheid van de constructie). Het toezicht op de brandveiligheid van de constructie maakt deel uit van het toezicht op de omgevingsvergunning.

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

Voor de uitvoering van deze taak hebben we in 2023 20 juridische uren en 50 controle uren beschikbaar.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

De controle op de naleving is overgedragen aan de Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (VNOG). De gemeente (college) is bevoegd gezag. Dit betekent dat de VNOG namens de gemeente controles uitvoert en waar nodig maatregelen voorschrijft. Mocht het noodzakelijk zijn om daadwerkelijk een bestuurlijke dwangmaatregel op te leggen, dan wordt het dossier overgedragen aan de gemeente en verzorgt de gemeente de oplegging hiervan en de verdere juridische afwikkeling.

 

De VNOG is bezig met de implementatie van risicogestuurd handhaven. Dat houdt in dat inrichtingen niet periodiek gecontroleerd worden, maar dat jaarlijks aan de hand van een risicobeoordeling één of meer branches of bijzonderheden gecontroleerd worden. De VNOG werkt aan een nieuwe dienstverleningsovereenkomst die in de loop van 2023 aan de gemeenten ter overleg zal worden aangeboden

 

De naleefbereidheid op dit onderdeel is erg hoog, waardoor we net als andere jaren een beperkt aantal juridische uren hiervoor reserveren. Dit neemt echter niet weg dat brandveiligheid een zeer hoge prioriteit heeft en overtredingen met voorrang behandeld worden: mochten voor dit onderdeel meer uren noodzakelijk zijn dan herprioriteren we op andere taken. Mocht herprioritering niet mogelijk of wenselijk zijn, dan komen we met een inhuurvoorstel.

 

Naast uren voor het voeren van juridische procedures hebben we ook controle-uren gereserveerd voor dit taakveld. Deze uren zijn bestemd voor het voeren van overleg met de VNOG en het uitvoeren van gezamenlijke controles. Deze gezamenlijke controles hebben tot doel er voor te zorgen dat de controle op de brandveiligheid van constructie en die op brandveilig gebruiken op elkaar afgestemd zijn en de eventuele maatregelen die hieruit voortvloeien op elkaar aansluiten. Zo willen we voorkomen dat inwoners en ondernemers geconfronteerd met elkaar tegensprekende eisen.

 

Wanneer voeren we deze taak uit?

Deze taak wordt jaarrond uitgevoerd.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor deze taak?

Brandveiligheid geldt van oudsher als één van de handhavingsprioriteiten. Het CUP brengt daar geen verandering in.

 

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak?

Controle op brandveilig gebruik valt buiten de reikwijdte van de Wkb.

 

Het feitelijk toezicht op de bouwtechnische uitvoering van het bouwplan zal met inwerkingtreding van de Wkb bij de categorie 1 bouwwerken grotendeels gebeuren door de kwaliteitsborger. Gevolg hiervan is dat het voeren van het afstemmingsoverleg en het gezamenlijk controleren met de VNOG ook zal verschuiven van de gemeente naar de kwaliteitsborger. Omdat de Wkb niet eerder dan 1 januari 2024 in werking zal treden, verwachten we in 2023 niet minder controle-uren dan in 2022 kwijt te zijn aan deze taak.

Om een optimale afstemming te hebben, overleggen we hierover met de VNOG.

 

De Omgevingswet heeft geen rechtstreekse gevolgen voor deze taak.

 

3.3 Alcoholwet

Portefeuillehouder Haseloop-Amsing.

 

Wat houdt de taak in?

Dit taakveld betreft het toezicht op de naleving van de Alcoholwet. Het gaat daarbij om controle van horecagelegenheden op vergunningvoorschriften, controle op het schenken van alcohol zonder vergunning en het controleren op leeftijdsgrenzen. Ook het controleren op tijdelijke ontheffingen bij bijvoorbeeld evenementen of paracommerciële inrichtingen (zoals sportclubs) valt onder dit taakveld. Daarnaast behoren beleidsmatige werkzaamheden tot het taakveld.

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

Het toezicht op de naleving ligt bij de boa’s. We hebben daarvoor 200 uur gereserveerd. Daarnaast hebben we 100 uren voor de beleidsmedewerkers gereserveerd.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

We hebben in Oldebroek ongeveer 40 horeca-inrichtingen die in het bezit zijn van een geldige alcoholvergunning. Deze willen we in 2023 allemaal 1 maal controleren op de vergunningvoorwaarden. Waar nodig zullen vergunningen geactualiseerd moeten worden en daar waar de ondernemers hierin weigerachtig zijn, zullen we handhavingsprocedures moeten opstarten. Het controleren op speelautomaten maakt deel uit van deze controle. Steekproefsgewijs zullen we tijdelijke ontheffingen controleren.

 

Voor de controle op de leeftijdsgrenzen is eind 2022 opnieuw gestart met het mystery guest onderzoek uitgevoerd door een extern bureau. In verband met de gedeeltelijke sluitingen van de horeca tijdens de coronapandemie is het onderzoek dat al was gestart in 2021 gestopt en is ervoor gekozen om dit eind 2022 weer opnieuw op te starten. De resultaten van dit onderzoek en de eventuele vervolgstappen zullen in 2023 worden uitgewerkt en indien nodig zullen er acties worden uitgezet. Bij heterdaadsituaties zullen de boa’s direct handhavend optreden.

 

In 2022 zou een evaluatie plaatsvinden van de bestaande horecaconvenanten. Het convenant met de reguliere horeca zou in ieder geval worden aangepast en uitgebreid met afspraken over ondermijning / Outlaw Motorcycle Gangs (OMG's). Door gebrek aan deelnemers vanuit de horeca heeft dit gesprek met de horecaondernemers in 2022 niet kunnen plaatsvinden. In 2023 zal opnieuw een bijeenkomst worden ingepland.

 

Het adviseren over binnengekomen aanvragen om vergunningen en ontheffingen, waaronder het in samenspraak met de beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid adviseren over toepassing van de Wet Bibob, behoort ook tot dit taakveld. Ook het voeren van handhavingsprocedures en het afhandelen van klachten en verzoeken om handhaving vallen onder dit taakveld.

 

Er komt nieuw Bibob beleid in 2023. De mogelijkheden worden verruimd. Naast milieu, bouw (signaal gestuurd en boven een bepaald bedrag) en alcoholvergunning (altijd) komen er ook andere onderwerpen. Hoe we hier in Oldebroek vorm aan gaan geven moet nog worden onderzocht. Uitbreiding heeft invloed op de werkprocessen van de vergunningen.

 

Wanneer voeren we deze taak uit?

Deze taak wordt jaarrond uitgevoerd.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor deze taak?

In het CUP (2.0)is het tegengaan van ondermijning als speerpunt opgenomen. Het tegengaan van ondermijning was reeds een handhavingsprioriteit in de voorgaande jaren en dit zal in 2023 niet anders zijn.

Bij het uitvoeren van controles houden we het in het CUP (2.3) opgenomen speerpunt “een goed ondernemersklimaat bieden” in het achterhoofd. ”Wij stimuleren het organiserend en innovatief vermogen. We denken graag vanuit mogelijkheden met onze ondernemers mee”. Daarbij geldt natuurlijk wel als uitgangspunt dat voldaan zal moeten worden aan de regelgeving.

 

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak.

De Alcoholwet wordt niet opgenomen in de Omgevingswet. De Omgevingswet en Wkb hebben geen gevolgen voor deze taak.

 

3.4 Evenementen

Portefeuillehouder Haseloop-Amsing.

 

Wat houdt de taak in?

Dit taakveld betreft het toezicht op evenementen die in de gemeente plaatsvinden. Het gaat daarbij om evenementen waarvoor een vergunning is verleend, kleinschalige evenementen waarvoor een melding is ingediend en illegale evenementen (evenementen die uitgevoerd worden zonder dat daarvoor een vergunning is verleend of melding is gedaan).

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

Het toezicht op de naleving ligt bij de boa’s. We hebben daarvoor 200 uur gereserveerd. Daarnaast hebben we 40 uren voor de beleidsmedewerkers gereserveerd.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

De vergunningplichtige evenementen willen we in principe allemaal controleren. Dit kan door middel van een inspectie vooraf of een inspectie tijdens het evenement.

 

Het accent bij die controles ligt op het voldoen aan de vergunningvoorwaarden. Toezien op een ordentelijk en veilig verloop van het evenement is het uitgangspunt bij de controle. Voor zover bij het evenement alcohol wordt geschonken controleren we of daarbij voldaan wordt aan de regelgeving. Afhankelijk van het type evenement en/of de grootte hiervan controleren we evenementen samen met de VNOG, politie en/of de ODNV.

 

De kleinschalige, meldingsplichtige, evenementen controleren we steekproefsgewijs. Afhankelijk van de situatie kan dat een controle vooraf of tijdens het evenement zijn. Ook bij dit type evenement geldt dat een ordentelijk en veilig verloop van het evenement voorop staat.

 

Bij constateringen van illegale evenementen treden we handhavend op. Afhankelijk van aard en grootte van de overtreding wordt proces-verbaal opgemaakt of wordt het evenement geheel of gedeeltelijk stilgelegd. Illegale evenementen worden in beginsel niet gedoogd.

 

Afhankelijk van de grootte van het evenement of op verzoek van een organisator zal er vanuit de gemeente een vooroverleg en/of evaluatiegesprek worden ingepland met de organisator van het evenement, waarbij ook een medewerker van handhaving zal aanschuiven.

Het adviseren over binnengekomen aanvragen om vergunningen en ingediende meldingen, behoort ook tot dit taakveld. Evenzeer geldt dit voor het voeren van handhavingsprocedures en het afhandelen van klachten en aanvragen om handhaving.

 

Wanneer voeren we deze taak uit?

Evenementen vinden in beginsel het hele jaar plaats, hoewel het accent ligt op de zomermaanden.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor dit taakveld?

Het cup gaat niet specifiek in op toezicht en handhaving van evenementen. Wel geldt in zijn algemeenheid dat we bij de uitvoering van deze taak aansluiten bij de in het CUP opgenomen speerpunten veiligheid (2.0) en goed ondernemersklimaat (2.3) . Evenementen moeten veilig plaatsvinden en mogen niet leiden tot ernstige aantasting van het woongenot van omwonenden en inwoners mogen er op vertrouwen dat we daar op toezien. Anderzijds hebben we er ook oog voor dat, zolang dat niet ten koste gaat van de veiligheid en het woongenot van omwonenden, bij evenementen soms enige flexibiliteit nodig is bij de uitvoering van de voorschriften. Juist omdat evenement kortdurend zijn, is enige coulance soms op zijn plaats.

 

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak.

Geen.

 

3.5 Milieu

Portefeuillehouder Engberts.

 

Wat houdt de taak in?

De uitvoering van “inrichtingsgebonden” milieutaken, maar ook de sloop- en asbesttaken heeft de gemeente grotendeels overgedragen (gemandateerd) aan de Omgevingsdienst Noord-Veluwe (ODNV). Daartoe behoort niet alleen de controletaak, maar ook de jaarlijkse programmering en prioritering en het namens de gemeente voeren van handhavingsprocedures. De ODNV stelt jaarlijks een jaarprogramma op (als bijlage 2 bijgevoegd) en doet van de uitvoering jaarlijks verslag. De ODNV controleert risico-gestuurd en branchegericht.

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

Hoewel deze taak grotendeels is overgedragen aan de ODNV hebben we zelf 250 beleids-/juridische uren gereserveerd.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Deze uren zijn bestemd voor ondersteuning van de ODNV bij bezwaar- en beroepsprocedures, het overleg voeren met de ODNV (casusoverleg en deelname aan overleggroepen), de uitvoering van niet overgedragen taken (bijvoorbeeld inning van verbeurde dwangsommen) en het uitvoeren van taken op het gebied van asbest (asbestcoördinatie).

 

Wanneer voeren we deze taak uit?

Deze taken worden jaarrond uitgevoerd.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor deze taak

In het CUP (2.3) is “een goed ondernemersklimaat bieden” opgenomen als speerpunt. ”Ondernemers willen we een goed ondernemersklimaat bieden. Wij stimuleren het organiserend en innovatief vermogen. We denken graag vanuit mogelijkheden met onze ondernemers mee”. Wij verwachten dat de ODNV dit speerpunt meeneemt in hun controles. Daarbij geldt natuurlijk wel als uitgangspunt dat voldaan zal moeten worden aan de regelgeving.

 

Een duurzame leefomgeving en duurzame energie en versterking natuur is een ander speerpunt in het CUP (2.5, 2.6.en 2.8). Dit betekent dat dit ook binnen toezicht en handhaving een prioriteit is.

 

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak

De ODNV bereidt zich voor op de inwerkingtreding van deze wetten. Daar waar er sprake is van bouwen van of op een milieu-inrichting zal de ODNV mogelijk te maken krijgen met de kwaliteitsborger in plaats van met de gemeentelijk bouwinspecteur.

 

Los van bouwactiviteiten zoals hier bovengenoemd hebben de Omgevingswet en de Wkb geen gevolgen voor de gemeente bij de uitvoering van deze taak.

 

3.6 Wabo en Bouwbesluit

Portefeuillehouder Engberts.

 

Wat houdt de taak in?

Deze taak ziet op het toezicht op de naleving van de regels die bij of krachtens de Wabo gesteld zijn. Het gaat om het handelen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor de onderdelen bouw en aanleg. Toezicht op naleving van bestemmingplannen hoort ook tot deze taak. Ook het toezicht op het Bouwbesluit bij bestaande objecten en bij vergunningvrije bouw behoort tot dit taakveld.

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

Deze taak wordt uitgevoerd door de inspecteurs die daarvoor 2700 uur beschikbaar hebben, door onze juridisch medewerkers/beleidsuitvoerders die daarvoor 2500 uur beschikbaar hebben en door onze beleidsmedewerkers die daarvoor 1800 uur beschikbaar hebben.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

 

1.het houden van toezicht op verleende vergunningen

Het leeuwendeel van de werkzaamheden van de inspecteur/toezichthouders bestaat uit het controleren van omgevingsvergunningen. Het gaat daarbij voornamelijk om de activiteit bouw. Op jaarbasis hebben we een controlevoorraad van 230 á 250 omgevingsvergunningen. Voor de controle daarvan hebben we circa 1900 uur beschikbaar. Dit betekent dat per vergunning gemiddeld ongeveer 8 uur beschikbaar is. Uiteraard is er onderscheid tussen grote/complexe bouwwerken die ruim meer dan 8 uren kosten en de vele kleine bouwwerken die minder uren kosten.

De werkzaamheden bestaan uit voorbereiding, uitvoering van controles en de juridisch administratieve uitwerking.

 

Gezien de beperkte beschikbare uren, controleren we op hoofdlijnen. Accent daarbij ligt op het uitzetten van de bouw, controle van wapening en andere constructieve elementen en het uitvoeren van eindcontroles.

De inspecteurs bepalen zelf op basis van aard en grootte van het bouwwerk en overige bijzonderheden de benodigde controlemomenten en stemmen dat af met de bouwer en met externe handhavingspartners.

 

Prioriteit bij de bouwcontroles ligt op constructieve veiligheid, brandveiligheid en duurzaamheid. Tegen afwijkingen op die vlakken treden we zonder meer op. Ook bij maatafwijkingen van meer dan 10% treden we op.

Andersoortige overtredingen hebben geen prioriteit en hier zal alleen tegen worden opgetreden naar aanleiding van klachten of handhavingsverzoeken van omwonenden. Ook als het tolereren van een overtreding zou leiden tot anderszins onveilige situatie dan wel tot een stedenbouwkundig exces treden we op (let op: met stedenbouwkundig exces doelen we niet op welstandsexcessen. De gemeente heeft geen welstandexcessenbeleid geformuleerd, waardoor het niet mogelijk is om die gebieden die welstandsvrij zijn, op te treden tegen excessen op het gebied van welstand. Daarbij moet opgemerkt worden dat zich in de afgelopen jaren geen situaties hebben voorgedaan, waarbij het ontbreken van een welstandsexcessenbeleid tot problemen geleid heeft.

 

Bij vermoeden van ondermijning wordt hiervan melding gemaakt bij de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid.

 

2.het controleren op illegaliteiten

De inspecteurs hebben 800 uur beschikbaar voor het controleren op illegale bouw, illegale aanleg en illegaal gebruik. Het gaat daarbij om ambtshalve constateringen en om zaken die hun grondslag vinden in klachten of handhavingsverzoeken.

 

Deze capaciteit is voldoende voor het uitvoeren van controles en bijkomende werkzaamheden in circa 40 handhavingszaken. We gaan ervan uit dat circa de helft daarvan zijn grondslag vindt in klachten en/of handhavingsverzoeken. Gelet op de bestaande jurisprudentie pakken we die zonder meer op.

 

Voor de overige uren geldt dat we die reserveren voor die overtredingen die leiden tot stedenbouwkundige excessen (zie onder a inzake welstandsexcessen), veiligheidsproblemen of onaanvaardbare aantasting van de leefbaarheid. Ook natuur en duurzaamheid valt onder prioriteiten. Controle op permanente bewoning van recreatieverblijven valt hier ook onder. De afgelopen jaren hebben we de aanpak van permanente bewoning op park IJsselheide projectmatig opgepakt. Hiervoor waren extra financiële middelen beschikbaar waardoor we intensiever konden handhaven. Deze projectmatige aanpak heeft het gewenste resultaat gehad. De problematiek is dermate verminderd dat we de aanpak van permanente bewoning op dit park niet meer projectmatig, maar als onderdeel van de reguliere werkzaamheden kunnen uitvoeren.

In 2023 blijft er gecontroleerd worden op de diverse parken door gemeentelijke inspecteurs. Ook worden afspraken gemaakt met parkeigenaar en –beheerder om permanente bewoning vroegtijdig te voorkomen of signaleren.

 

De inspecteurs bepalen zelf de benodigde controlemomenten en stemmen dat waar nodig af met externe handhavingspartners.

 

Als tijdens een controle het vermoeden van ondermijning ontstaat wordt hiervan melding gemaakt bij de beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid.

 

3.het controleren op Bouwbesluit bij bestaande bouwwerken en vergunningvrije bouw.

We hebben hier geen uren voor gereserveerd. Dit betekent dat we hier niet structureel en actief op handhaven. Dit neemt echter niet weg dat op basis van meldingen/klachten van inwoners, signalen anderszins, incidenten of ambtshalve vermoedens ontstaan tijdens controlerondes, we wel optreden als zich situaties voordoen waarbij de veiligheid in het geding is. Deze zaken worden met voorrang opgepakt.

 

4.het voeren van juridische procedures

Het gaat hier om de juridische afwikkeling van door de inspecteurs gedane constateringen en afdoening van klachten. We wikkelen het volledige proces in eigen beheer af, van het horen tot en met de procedure bij rechtbank en Raad van State en uitvoering van dwangmaatregelen. De capaciteit hiervoor sluit aan op de controlecapaciteit. Behandeling van verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (v.a. 1 mei Wet open overheid) vallen ook onder dit taakveld.

 

5.het uitvoeren van projecten op gebied van handhaving

 

a. project aanpak verrommeling .

We willen in de loop van 2023 (4e kwartaal) komen met een plan van aanpak voor een project dat zich richt op het tegengaan van verrommeling van erven en terreinen, waaronder openbare ruimte/bermen. In het plan van aanpak:

  • -

    concretiseren we wat we verstaan onder verrommeling, hoe we een nul-meting willen uitvoeren en wat we willen aanpakken;

  • -

    berekenen we daarvoor benodigde controle- en juridische capaciteit;

  • -

    en doen we voorstellen voor fasering en/of temporisering;

  • -

    doen we voorstellen over de wijze van betrokkenheid van inwoners en gemeenteraad bij dit project.

b. implementatie van Omgevingswet en Wkb .

Toezicht en Handhaving voert ook in 2023 diverse werkzaamheden uit ten behoeve van in het project implementatie Omgevingswet en Wkb:

 

  • b1.

    implementatie nieuw zaaksysteem, nieuwe werkprocessen en nieuwe sjablonen

    We werken nauw samen met Hattem en Heerde bij de implementatie van een nieuw zaaksysteem, de beschrijving van nieuwe op de Omgevingswet en Wkb gebaseerde werkprocessen en de vaststelling van nieuwe sjablonen. .

     

    De huidige stand van zaken (maart 2023) is als volgt:

    • -

      de onder de Omgevingswet en WKB geldende processen zijn beschreven; Voor zover er in 2023 als gevolg van ontwikkelingen in regelgeving enz., wijzigingen nodig zijn in de processen, voeren we die door.

    • -

      het nieuwe zaaksysteem (RX-Mission) is voor het onderdeel toezicht en handhaving geïmplementeerd. Dit programma wordt gebruikt voor nieuwe zaken. Oude zaken worden nog afgehandeld in het huidige zaaksysteem (Squit XO). Vanuit Toezicht en Handhaving leveren we een Key-user voor de drie gemeenten voor dit onderdeel

    • -

      er is een groot aantal op de OW gebaseerde sjablonen vastgesteld. We willen de resterende sjablonen in 2023 vaststellen. Bij dit project slaan we twee vliegen in één klap. Enerzijds krijgen we actuele sjablonen en anderzijds verbeteren we de leesbaarheid van de sjablonen: we proberen zo min mogelijk juridische en technische termen te gebruiken, zonder dat dat ten koste gaat van de juridische correctheid. Daarmee krijgen we sjablonen die voor de meerderheid van de inwoners te lezen en begrijpen valt.

      We wachten niet tot1 januari 2024 met het gebruiken van de nieuwe sjablonen. In bestaande en nieuwe zaken die nog onder de huidige regelgeving behandeld worden, willen we ook al gebruik maken van de nieuwe sjablonen.

  • b2.

    werkgroepen implementatie

    Het team toezicht en handhaving participeert actief in een groot aantal werkgroepen die ingesteld zijn in het kader van het implementatietraject.

  • b3.

    proefprojecten Wkb

    Daarnaast doen we mee met twee Wkb-proefprojecten binnen de gemeente. Het gaat daarbij om een woningbouwproject (bouw is afgerond) en om de nieuwbouw van de brandweerkazerne (bouw moet nog van start gaan).

  • b4.

    de implementatie van de verordening Uitvoering en Handhaving.

    Zie hiervoor hoofdstuk 2 van het HUP

6beleidsmatige werkzaamheden

Tot het taakveld horen diverse beleidsmatige werkzaamheden:

 

  • a.

    opstellen van het HUP2023 (maart)

  • b.

    opstellen jaarverslag 2022 (1e kwartaal)

  • c.

    opstellen van het HUP2024 (v.a. november 2023)

  • d.

    actualisering beleid permanente bewoning

    deze actualisatie stond al op de planning voor 2021 en 2022 . Wij hebben deze actualisatie niet gehaald in verband met personele omstandigheden en ontwikkelingen op het gebied van het project versneld wonen en de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Naar verwachting is er begin 2023 meer duidelijkheid over het project Versneld Wonen en kan er worden gestart -

  • e.

    actualisering van de reclameverordening;

    vanwege twee pilots op dit gebied is bewust gekozen om deze actualisatie aan te houden. In het najaar van 2023 zal hier mee worden gestart.

  • f.

    juridische kwaliteitszorg.

    We bewaken de kwaliteit van processen en standaarden en passen die zo nodig aan; we zorgen voor implementatie van wetgeving en jurisprudentie; we doen een juridische toetsing en toets op handhaafbaarheid in bestemmingsplanprocedures, principeverzoeken en vergunningaanvragen (jaarrond). We hebben een juridische consultfunctie voor team Ruimte;

Wanneer voeren we deze taak uit?

Controles en juridische procedures vinden jaarrond plaats. Controles op permanente bewoning vinden plaats buiten de vakantieperioden. De beleidsmatige werkzaamheden vinden deels jaarrond en deels verspreid over het jaar plaats.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor deze taak?

Het CUP (2.8) noemt een tweetal zaken die rechtstreeks betrekking hebben op deze handhavingstaak:

  • -

    project aanpak verrommeling

  • -

    herziening beleid permanente bewoning

Daarnaast bevat het CUP diverse speerpunten die gevolgen hebben voor de prioritering in de handhaving.

 

Een aantal bestaande handhavingsprioriteiten sluit aan op speerpunten uit het CUP

  • -

    ondermijning (CUP 2.1)

  • -

    veiligheid (CUP 2.1)

  • -

    leefbaarheid (CUP 2.8)

  • -

    duurzaamheid (CUP 2.7 en 2.8)

  • -

    permanente bewoning van recreatieverblijven (CUP 2.8)

 

Het CUP heeft 1 nieuwe prioriteit tot gevolg

  • -

    aantasting van natuur.

    Toelichting

    In het CUP (2.5) is “versterking natuur” als speerpunt opgenomen In de HUP’s van de afgelopen jaren was aantasting van natuur niet expliciet benoemd als handhavingsprioriteit. Dat neemt niet weg dat illegaliteiten die leidden tot aantasting van natuur waar nodig wel opgepakt zijn. Deze feitelijke praktijk bedden we nu beleidsmatig in door aantasting van natuur ook expliciet in het HUP te benoemen. Tegen aantastingen van natuur treden we enerzijds op vanuit onze eigen bevoegdheden als bevoegd gezag en anderzijds door overtredingen door te melden aan andere bevoegde gezagen (m.n. waterschap en provincie)

De volgende punten hebben als gevolg van het CUP in beginsel geen prioriteit.

  • -

    bewoning van een bijgebouw bij een woning; mits:

    • -

      voldaan wordt aan Bouwbesluit

    • -

      leefbaarheid, natuur etc. niet aangetast wordt

    • -

      derden geen verzoek om handhaving indienen

  • Toelichting

    Het CUP (2.8) )noemt “een passende woning voor u” als speerpunt ”We willen dat iedere inwoner van de gemeente Oldebroek in 2030 een passende woning heeft en hier zijn/haar eigen bijdrage aan kan leveren”.

    Ook ontwikkelingen in het woonbeleid (“versneld wonen”) maken het wenselijk om, zij het onder voorwaarden, een pas op de plaats te maken waar het gaat om de aanpak van bewoning van bijgebouwen. In 2022 hebben we een gedoogregeling ontworpen voor opvang van Oekraïense vluchtelingen in onder meer bijgebouwen. Hoewel gedogen om juridische redenen geen oplossing kan bieden voor de lange termijn, hebben we bij de toepassing van dit beleid wel geleerd dat bijgebouwen op vrij eenvoudige wijze geschikt gemaakt kunnen worden bewoning, zonder dat ten koste hoeft te gaan van de veiligheid en de leefbaarheid.

    Bij illegale bewoning van bijgebouwen, waarbij voldaan wordt aan bovenstaande voorwaarden, willen we de handhaving tijdelijk opschorten om betrokkenen zodoende de gelegenheid te geven de planologische omzetting van bijgebouw naar woning nader te onderzoeken en hiervoor een aanvraag te doen.

  • -

    bedrijvigheid op gronden/in opstallen waar het bestemmingsplan geen bedrijvigheid toelaat, mits

    • -

      gebruikt gemaakt wordt van bestaande opstallen (geen nieuwbouw)

    • -

      de leefbaarheid en de natuur niet aangetast worden;

    • -

      voldaan wordt aan de relevante milieuregels;

    • -

      derden geen verzoek om handhaving indienen.

    • -

      de bedrijvigheid op termijn verplaatst wordt naar een locatie met een toereikende bestemming.

  • Toelichting

    In het CUP (2.3) is “een goed ondernemersklimaat bieden” opgenomen als speerpunt. “Ondernemers willen we een goed ondernemersklimaat bieden. Wij stimuleren het organiserend en innovatief vermogen. We denken graag vanuit mogelijkheden met onze ondernemers mee”

    Veel bedrijvigheid ontstaat kleinschalig en begint vaak in opstallen zonder toereikende bestemming. Voor startende ondernemers kan een officiële bedrijfslocatie nog een stap te ver zijn. Investeren in een officiële bedrijfslocatie op een bedrijventerrein komt dan pas in beeld als de levensvatbaarheid en toekomstbestendigheid van het bedrijf voldoende is gebleken. Daar komt bij dat er op dit moment weinig bedrijfskavels voorhanden zijn. Dat geeft voldoende reden om onder voorwaarden vooralsnog pas op te plaats te maken (opschorten van de handhaving) waar het gaat om de aanpak van bedrijvigheid op percelen waar geen toereikende bestemming op rust. Dit is echter geen vrijbrief om zo maar ergens bedrijvigheid te starten. Per geval zal een individuele ruimtelijk afweging gemaakt worden of de bedrijvigheid op die locatie kan worden toegestaan, en zo ja in welke mate en hoe lang. Uitgangspunt daarbij is dat de onderneming op termijn verplaatst naar een legale locatie. Als uit de afweging blijkt dat de onderneming niet op de betreffende locatie uitgeoefend kan worden, zal deze beëindigd moeten worden.

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak?.

Zoals het er ten tijde van het opstellen van dit HUP2023 naar uitziet, zullen deze wetten op 1 januari 2024 in werking treden. Dat betekent dat los van de implementatiewerkzaamheden, zoals eerder beschreven, deze wetten geen gevolgen hebben voor de inhoud van de toezicht- en handhavingstaak in 2023.

 

Een doorkijkje naar 2024: werken onder de Omgevingswet en de Wkb.

 

Vanaf 2024 gaan we werken onder de Omgevingswet en de Wkb. We gaan dat als volgt doen.

 

Omgevingswet

De Omgevingswet heeft met name tot gevolg dat de juridische grondslag voor toezicht en handhaving verandert. Daar waar tot 1 juli de basis is gelegen in de Wabo, bestemmingsplannen en bijzondere wetten en regels, is die na 1 juli gelegen in de Omgevingswet en het omgevingsplan.

Dit betekent dat onze standaarden hierop aangepast moeten zijn. Wij hebben ons voorbereid door in samenwerking met de gemeenten Hattem en Heerde) onze werkprocessen en standaarden te herschrijven.

 

Qua inhoud heeft de Omgevingswet geen ingrijpende gevolgen voor de taak Toezicht en Handhaving voor de taken van Toezicht en Handhaving. Wel is het zo dat beleidsmatige keuzes die de gemeenteraad kan maken in het omgevingsplan gevolgen kunnen hebben voor Toezicht en Handhaving. Als de gemeenteraad bijvoorbeeld in de toekomst zou besluiten om het aantal planologisch vergunningvrije activiteiten uit te breiden ten opzichte van de huidige regeling die van rechtswege onderdeel wordt van het Omgevingsplan (bruidsschat), betekent dat een verschuiving van toezicht op vergunningen naar toezicht op vergunningvrije activiteiten.

 

Wet Kwaliteitsborging

De minister heeft in het wetgevingstraject benadrukt dat deze wet geen gevolgen heeft voor de publiekrechtelijke taak die de gemeente heeft in het kader van toezicht en handhaving. De gemeente behoudt voor bouwwerken die vallen onder de werkingssfeer van de wet (gevolgklasse-1 bouwwerken) de toezicht- en handhavingsbevoegdheden en houdt bij overtredingen de beginselplicht om hier tegen op te treden.

 

Een andere belangrijke opmerking is dat deze wet alleen van toepassing is op de bouwtechnische aspecten van een bouwwerk dat valt onder werkingssfeer van de wet. De wet heeft geen gevolgen voor andere aspecten die van toepassing zijn op een bouwwerk:

  • -

    de toets aan het Omgevingsplan/afwijking van omgevingsplan: vergunning voor omgevingsplanactiviteit

  • -

    welstand,

  • -

    andere vergunningen (bijvoorbeeld kappen van bomen, uitweg)

De verantwoordelijkheid voor deze andere aspecten bij toetsing, vergunningverlening en toezicht en handhaving blijft een exclusieve gemeentelijke taak.

 

Ondanks dat we onze publiekrechtelijke toezicht en handhavingsbevoegdheid volledig behouden, gaan we voor bouwwerken waar private kwaliteitsborging plaatsvindt, ons toezicht anders vormgeven. Wij vinden dat inwoners en bouwers niet geconfronteerd moeten worden met zowel de privaatrechtelijke kwaliteitsborger die de bouwtechnische aspecten controleert, als met de gemeente die ook controleert op de bouwtechnische aspecten. Bij bouwwerken die onder gevolgklasse 1 vallen en die door de kwaliteitsborger worden gecontroleerd doen wij in principe geen bouwtechnische controle meer, wij hebben er vertrouwen in dat met private kwaliteitsborging de bouwtechnische kwaliteit van een bouwwerk gegarandeerd wordt.

 

Wanneer komen wij nog wel op de bouw voor een controle van de bouwtechnische aspecten:

  • -

    de private kwaliteitsborger verzoekt om bij een controle aanwezig te zijn;

  • -

    de private kwaliteitsborger doet een melding van een overtreding en de bouwer is ondanks aandringen van de kwaliteitsborger niet genegen de overtreding op te heffen;

  • -

    de private kwaliteitsborger doet een formele aanvraag om handhaving;

  • -

    een belanghebbende doet een formele aanvraag om handhaving: in andere gevallen verwijzen wij betrokkene door naar de kwaliteitsborger;

  • -

    wij hebben ambtshalve het vermoeden dat er een overtreding plaatsvindt. Spoedeisende gevallen uitgezonderd waarin direct gemeentelijk optreden noodzakelijk is, koppelen wij een geconstateerde overtreding ter afhandeling door aan de kwaliteitsborger.

  • -

    voor het uitvoeren van een steekproef. De uitkomst hiervan koppelen we terug aan de kwaliteitsborger. Vooral in de begintijd van de Wkb lijkt het verstandig om toch nog af en toe op de bouw te komen, om te bezien hoe het gaat. Ook in die situaties waarin wij in het beoordelingsproces bijzondere risico’s hebben benoemd die opgenomen moeten worden in de risicobeoordeling kan een steekproef wenselijk zijn.

  • -

    Indien na afloop van de bouw het ‘dossier bevoegd gezag’ wordt ingediend, waarin is aangegeven dat de borger zijn goedkeuring van het bouwwerk niet geeft

Verder zullen we bij dit type bouwwerken de volgende acties uitvoeren:

  • -

    we beoordelen of er vooraf lokale omstandigheden en/of risico’s benoemd moeten worden die in de risicobeoordeling moeten worden meegenomen. Uitgangspunt is dat we dat we hier spaarzaam mee omgaan: Het vooraf meegeven van lokale omstandigheden en risico’s doen we slechts bij wijze van uitzondering: alleen als de specifieke omstandigheden hier om vragen;

  • -

    we beoordelen de volledigheid van de bouwmelding en de daarbij behorende risicobeoordeling en borgingsplan. Dit betreft een in beginsel globale beoordeling/beoordeling op hoofdlijnen;

  • -

    we beoordelen de gereedmelding van de bouw en de daarbij behorende stukken, waaronder het dossier bevoegd gezag. Ook dit betreft een beginsel globale beoordeling/beoordeling op hoofdlijnen , omdat we er in principe vanuit mogen gaan dat de borger terecht een verklaring heeft afgegeven dat het bouwwerk voldoet.

  • -

    We zien er op toe dat de vereiste meldingen worden ingediend en dat een kwaliteitsborger wordt ingeschakeld. Het toezien op het inschakelen van een kwaliteitsborger is een toets die aan de voorkant wordt uitgevoerd, bij de melding bouwactiviteit.

    Maar het kan wellicht ook voorkomen dat mensen bouwen zonder vergunning en dat blijkt dat het een categorie 1-bouwwerk betreft waarvoor indiening van een melding en inschakeling van een kwaliteitsborger noodzakelijk is.

De controle van andere aspecten dan bouwtechnische aspecten van bouwwerken vallend onder de Wkb, blijven wij volgens de bestaande toezichtssystematiek uitvoeren. Zo blijven wij de controle uitvoeren van de vergunning voor de omgevingsplanactiviteit (waaronder uitzetten bouw, eindcontrole). Wij streven er naar om deze controles zoveel mogelijk af te stemmen met de kwaliteitsborger.

 

Daarmee zal voor bouwwerken die vallen onder de Wkb een deel van de inspecteurswerkzaamheden verschuiven van feitelijke controle buiten, naar administratieve controle binnen. Het is niet de verwachting dat de Wkb capaciteitswinst oplevert.

 

Voor bouwwerken die niet vallen onder Wet Kwaliteitsborging blijft onze toezichtsystematiek ongewijzigd: wij streven er naar om bij de cruciale bouwfasen een controle uit te voeren (uitzetten, fundering/wapening, constructie, eindcontrole).

 

De Wkb heeft geen gevolgen voor de prioritering zoals die hierboven, onder a, beschreven is.

 

Net als voor de Omgevingswet geldt ook voor de Wkb dat onze standaarden op 1 januari gereed zijn.

 

3.7 Openbare orde en veiligheid/bijzondere wetten

Portefeuillehouder Haseloop-Amsing.

 

Wat houdt de taak in?

Dit taakveld betreft het toezicht op de leefbaarheid in de gemeente zoals de gemeentelijke boa’s die uitvoeren en hun inzet op het gebied van openbare orde en veiligheid en naleving bijzondere wetten.

 

Ook de juridisch en organisatorische ondersteuning van de boa’s en de beleidsmatige samenwerking van Toezicht en handhaving met het onderdeel Openbare Orde en Veiligheid vallen binnen dit taakveld.

 

Wie voert deze taak uit en hoeveel uren zijn daarvoor beschikbaar?

Deze taak wordt uitgevoerd door de boa’s die daar 2350 uren voor hebben en door de beleidsmedewerkers die daarvoor 1100 uur beschikbaar hebben.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Het betreft de dagelijkse werkzaamheden van de boa’s. Bij het uitvoeren van hun werkzaamheden heeft het bewaken van de leefbaarheid in de gemeente en het tegengaan van ondermijning prioriteit. De boa’s dragen bij aan de uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid.

 

In het veld opereren onze boa’s als gastheer en –vrouw van de gemeente, maar treden verbaliserend op als de situatie daar om vraagt. Zij zijn zichtbaar in de samenleving en inwoners kunnen hen aanspreken als zij dat willen.

De boa’s plannen zelf hun werkzaamheden en werktijden in en stemmen die af met interne en externe handhavingspartners. Op operationeel niveau wordt samengewerkt met de gemeenten Elburg en Nunspeet (uitvoeren van gezamenlijke controles en onderlinge vervanging). Daarnaast wordt er vaker samengewerkt met de boa’s uit Hattem en Heerde.

 

In 2023 zal de tijdelijke functie van Meidoornpleinmanager vervallen. Begin 2023 gaat worden gekeken naar het werven van een vaste medewerker die fulltime als (senior) boa kan worden ingezet. Een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van deze nieuwe boa zal zijn het onderhouden van contact tussen overlastgevers en omwonenden en ondernemers rondom het Meidoornplein. Maar ook op andere locaties in de gemeente waar overlast wordt ervaren zal deze medewerker worden ingezet om te bemiddelen en te zoeken naar een oplossing.

 

Per 1 januari 2023 is een nieuwe boa begonnen in Oldebroek ter vervanging van de jeugdboa. Zij zal in het eerste kwartaal van 2023 worden ingewerkt en na haar aanstelling door het ministerie ook zelfstandig haar werkzaamheden uitvoeren.

 

Een substantieel deel van hun takenpakket bestaat uit het afvalcoachschap. Sinds het najaar van 2020 zijn, als uitvoering van het in december 2019 vastgestelde nieuwe afvalbeleid, de boa’s van start gegaan als afvalcoach. In die taak treden zij in contact met inwoners met als doel hen te helpen om het scheiden van afval te vergemakkelijken. Dat doen de boa’s door het geven van gerichte voorlichting, het verzamelen van info voor algemene communicatie over afvalscheiding en door uitvoeren van bijzondere acties. Dit willen we in 2023 vervolg geven. Daarvoor wordt in samenwerking met het cluster afval en grondstoffen een separaat plan van aanpak gemaakt.

 

In december 2022 zijn de boa’s in Oldebroek uitgerust met een bodycam. Dit samen met de collega-boa’s in Hattem en Heerde. In 2023 zal het gebruik van de bodycam worden geëvalueerd.

 

In 2021 is gestart met lokaal ondermijningsoverleg. Voor 2023 geldt dat hier extra acties uit kunnen voortkomen voor toezicht en handhaving. Denk aan controles en het oppakken van overtredingen.

We werken ook in regionaal verband samen aan het tegengaan van ondermijning. We leveren capaciteit voor deze regionale samenwerking en nemen actief deel aan projecten.

 

De organisatorische en juridische ondersteuning van de boa’s behoort ook tot dit taakveld. Daarbij hoort de ondersteuning op casusniveau, het boa-coördinatorschap en het voeren van juridische procedures.

Ook zal in 2023 een boa-beleidsplan worden gemaakt als antwoord op de toenemende complexiteit van het werkveld van de boa’s. Het beleidsplan omvat alle facetten van het werkveld van de boa’s betreffende de openbare ruimte in de gemeente Oldebroek.

 

We streven naar een optimale beleidsmatige samenwerking met het onderdeel openbare orde en veiligheid. We doen dit door het bieden van juridische ondersteuning, het voeren van overleg (structureel en op casusniveau) en het afstemmen van werkzaamheden.

 

Wanneer voeren we deze taak uit?

Deze taken worden jaarrond uitgevoerd.

 

Welke gevolgen heeft het CUP voor deze taak

Het CUP heeft geen wijziging voor de inhoud en uitvoering van deze taak. De in het CUP opgenomen speerpunten die betrekking hebben op de uitvoering van deze taak, golden als handhavingsprioriteit

  • -

    ondermijning (CUP 2.1)

  • -

    veiligheid (CUP 2.1)

  • -

    leefbaarheid (CUP 2.8)

  • -

    aantasting natuur (CUP 2.5)

  • -

    een goed ondernemersklimaat bieden (CUP 2.3)

  • -

    verkeersveiligheid (CUP 2.2.)

  • -

    Opgroeien in een kansrijke omgeving (CUP 2.6 en 2.7)

Welke gevolgen hebben de Omgevingswet en de Wkb voor deze taak.

Deze wetten hebben geen gevolgen voor de inhoud van het werk. Wel geldt dat de wettelijke handhavingsgrondslag kan veranderen. In 2023 zorgen we ervoor dat de desbetreffende sjablonen en processen hierop aangepast zijn.

Bijlage 1 overzicht uren en prioriteiten per taak

 

Bijlage 1 overzicht uren en prioriteiten per taak

Handhavingsuitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2023, kenmerk 1090864

P&C-cyclus

brandveilig gebruik

Alcoholwet

Evenementen

Milieu

Wabo en Bouwbesluit

Openbare orde en veiligheid

portefeuillehouder

Engberts

Engberts

Haseloop-Amsing

Haseloop-Amsing

Engberts

Engberts

Haseloop-Amsing

uitvoering door

gemeente

VNOG

gemeente

gemeente

ODNV

gemeente

gemeente

juridische/ beleidsuren

90

20 (gemeentelijk)

100

40

250

4300

1100

inspectieuren

nvt

50 (gemeentelijk)

nvt

nvt

nvt

2700

nvt

boa-uren

nvt

nvt

200

200

domein 2, uitvoering door ODNV

nvt

2350

prioriteiten

nvt

risicogestuurd aanpak.

vergunningvoorwaarden;

 

speelautomaten;

 

leeftijdscontrole;

 

evaluatie convenant;

 

bibob-onderzoek;

 

ondermijning.

vergunningvoorwaarden;

 

veiligheid;

 

alcoholverstrekking.

risicogestuurd aanpak.

verleende vergunningen

 

veiligheid, duurzaamheid, ondermijning;

 

illegaliteiten

klachten en handhavingsverzoeken;

stedenbouwkundige excessen;,

veiligheid, leefbaarheid, natuur,

duurzaamheid, ondermijning;

 

project verrommeling;

 

Implementatie OW/Wkb;

 

Actualisatie beleid perm. bew.;

 

Actualisatie reclameverordening;

 

Programma en verslag.

leefbaarheid;

 

ondermijning;

 

integrale veiligheid;

 

Meidoornplein;

 

jeugd;

 

overlast;

 

afval.

Bijlage 2 Jaarprogramma 2023

 

Inleiding

 

Dit jaarprogramma beschrijft de inzet van ODNV in het komende jaar. In de DVO’s met de gemeenten van ODNV is afgesproken dat voor ieder kalenderjaar een jaarprogramma wordt opgesteld. Dit jaarprogramma 2023 beschrijft de prioriteiten en aandachtspunten voor het komende jaar, naast de reguliere VTH-taken en adviestaken. Ook relevante ontwikkelingen binnen de bedrijfsvoering zijn opgenomen in het jaarprogramma. Alle ontwikkelingen zijn vertaald naar benodigde ureninzet en het benodigde budget.

Het jaarprogramma is opgesteld in samenwerking met de leden van het opdrachtgevers- overleg.

 

Het jaarprogramma is meer dan ooit een formeel contract tussen ODNV en de deelnemers. Om een en ander goed te duiden geven we eerst een beknopte beschrijving van de huidige situatie van ODNV, zodat duidelijk is wat de organisatie op dit moment aankan.

Het jaarprogramma gaat verder met een beschrijving van de reguliere dienstverlening binnen het VTH- en adviestakenpakket dat gemeenten voor 2023 bij ODNV beleggen.

Daarna worden de (voor het jaarprogramma) relevante ontwikkelingen geanalyseerd. Hierbij is zowel gekeken naar vakinhoudelijk ontwikkeling als ook ontwikkelingen die impact hebben op de bedrijfsvoering van ODNV.

Uit deze analyse volgt de opgave voor ODNV in 2023 en wordt een schatting gegeven van de benodigde uren.

Tenslotte is de gewenste inzet naar het daarvoor benodigde budget vertaald en zijn de financiële consequenties in kaart gebracht.

 

1. Situatieschets

 

ODNV heeft in 2022 een stevige investering kunnen doen in het matchen van de vraag en de beschikbare capaciteit. Bestaande vacatures zijn vervuld en het (langdurig) ziekteverzuim is stevig verminderd. Bovenal zijn door de deelnemers aanvullende incidentele én structurele middelen toegekend. Daarmee is er in 2022 met name in de uitvoerende teams aanvullend personeel bijgekomen. Op dit moment (najaar 2022) wordt aandacht gegeven aan de ondersteunende formatie en inzet. We verwachten dat ODNV daarmee kan voldoen aan de huidige vraag vanuit de deelnemers, al zijn er nog drie vacatures die we moeten vervullen.

 

Onderdeel van de behoefte aan aanvullende formatie was de ontwikkeling van de adviestaken. ODNV is in 2022 echt (h)erkend door de deelnemers als meer dan een uitvoeringsdienst, namelijk als een zich ontwikkelende integrale omgevingsdienst. Een positie die ook vanuit landelijke ontwikkelingen (commissie Van Aartsen, Omgevingswet e.d.) verwacht wordt. Vanuit het RBHO is een visie over deze nieuwe positie van ODNV opgesteld, waar we verdere afspraken over kunnen maken.

 

Kort gezegd, in 2022 is een fundament gelegd om nu de basis stevig op orde te brengen. Dat betreft dan met name het procesmanagement. In 2022 is ODNV dan ook gestart om alle werkprocessen op te lijnen. Samen met OVIJ is gewerkt aan uniforme processen onder de Omgevingswet en is er gewerkt aan de passende ICT oplossingen (OpenWave). Maar procesmanagement staat bij ODNV nog in de kinderschoenen en zal nog een stevige investering vereisen in 2023.

Alle bestaande processen worden opnieuw tegen het licht gehouden en indien nodig aangepast. Dit zal uiteindelijk bijdragen aan de kwaliteit van onze dienstverlening en zorgen voor continue verbetering. De verdere digitalisering van de bedrijfsprocessen, in combinatie met de vele andere ontwikkelingen, vraagt veel van het aanpassingsvermogen van de organisatie.

 

Van belang zijn:

  • Een volledig en overzichtelijk bedrijfsprocesmodel;

  • Bedrijfsprocessen herzien en integreren met kwaliteitscriteria en KPI’s;

  • Afstemmen van werkprocessen met ontwikkelingen als DSO en zaaksysteem;

  • Beheersystematiek en ‘continue verbeteren’ borgen.

Onder die paraplu van procesmanagement zijn er voor ODNV in 2023 twee belangrijke organisatieontwikkelingen waarop geïnvesteerd zal worden:

  • 1.

    een verbetertraject gericht op bedrijfsvoering: inrichting business control, informatiebeheer en strategisch personeelsbeleid: tijdige afstemming van capaciteit, kwaliteit en beschikbaarheid van formatie met de vraag.

  • 2.

    een verbetertraject op de inrichting van de opdrachtgevers- en eigenaarsrol van de deelnemers, vanuit de vernieuwde visie op ODNV: komen tot een meerjarige bestuurlijke beleidscyclus, tijdige jaarprogrammering en verantwoording, herijking besturingsmodel en DVO’s enzovoorts.

Beide verbetertrajecten en het procesmanagement staan nader geduid in ons ODNV CT Teamwerkplan. We schatten in dat hiervoor aanvullende middelen nodig zijn. Een deel van de benodigde ureninvestering kan worden gefinancierd uit de SPUK-gelden van het Interbestuurlijk Programma.

 

We zetten deze ontwikkelingen niet zomaar voor onszelf in. De basis moet ook op orde zijn om de beoogde fusie met OVIJ per 1-1-2024 te realiseren. Wat kan al in 2023 gerealiseerd worden opdat de fusieorganisatie een goede start heeft? Een en ander wordt nader uitgewerkt in een apart plan van aanpak Inrichtingsfase.

 

2.Ontwikkelingen en reguliere taakuitvoering

 

De twee verbetertrajecten, de fusie, de bijdrage aan het IBP en aan het VTH-traject Gelders Stelsel zijn ontwikkelingen die bovenop de reguliere contractuele jaarafspraken komen. Wat zijn die reguliere contractuele jaarafspraken precies?

 

De basis van de contractuele jaarafspraken ligt in het besturingsmodel ODNV dat eind 2018 is vastgesteld door het AB. Binnen dit besturingsmodel is met behulp van het risicomodel van Oranjewoud / Antea-group bepaald welke omvang het (toenmalige) takenpakket van ODNV heeft. Hierbij is enerzijds gekeken naar het aantal inrichtingen per relevante milieucategorie, anderzijds naar het risico per sector/categorie en kengetallen. Hieruit volgt in zekere zin de programmering/werklast wat betreft Vergunningverlening, Toezicht & Handhaving milieu bij bedrijven. Het geheel is op basis van een productiviteitsnorm van 1400 u/fte teruggerekend naar de voor het primaire proces benodigde formatie, wat op zijn beurt input heeft gevormd voor de begrotingen voor de volgende jaren. Bij besluit van het AB d.d. 30 november 2017 is

– mede ter tegemoetkoming van de wens van de deelnemers om zoveel mogelijk stabiliteit te bewerkstelligen wat betreft de financiële bijdrage – besloten om op grond van dit besturingsmodel de taakomvang (werklast / benodigde formatie) en financiering voor in ieder geval de jaren 2019 t/m 2022 minimaal gelijk te houden. Dit is uiteraard uitgezonderd eventuele overeengekomen taakmutaties (zoals bijvoorbeeld inzet ten behoeve van sloop/ asbest, externe veiligheid). De (kosten van de) betreffende personele inzet is wat betreft de VTH-taken vervolgens hoofdzakelijk o.b.v. het aantal inrichtingen per deelnemer naar rato toegerekend aan de afzonderlijke deelnemers.

 

Op 1 april 2021 is – mede vanwege voortdurende onduidelijkheid m.b.t. de Omgevingswet – door het AB besloten de periode van vaste financiering met één jaar te verlengen tot en met 2023. Hiermee is met de kennis van nu de financiering tot het beoogde moment van fusie vastgelegd. Punt van aandacht is evenwel dat sinds de opstelling van het besturingsmodel nooit is geëvalueerd in welke mate er bijstelling nodig is van enerzijds het bedrijvenbestand en risico-inschatting en anderzijds de kengetallen per type taak. Met het verstrijken van de tijd en de tussentijds doorgevoerde taakmutaties, waaronder de toepassing van diverse brancheplannen, komt het besturingsmodel als basis voor de benodigde formatie daarmee steeds verder af te staan van de feitelijke begrotingsomvang van ODNV.

 

Manco is daarnaast dat, vanwege het ontbreken van voldoende archiefbestanden, niet meer geheel is terug te halen hoe de sinds de invoering van het besturingsmodel toegepaste VTH- verdeelsleutels precies tot stand zijn gekomen. Feit is evenwel dat deze verdeelsleutels sinds begrotingsjaar 2020 steeds (ongewijzigd) zijn toegepast en zijn vastgesteld in de afzonderlijke begrotingen.

In verband met de naderende beoogde fusie met OVIJ per 1 januari 2024 wordt voorgesteld, ondanks het hiervoor genoemde, geen effort meer te steken in herijking van het huidige model en de financieringsafspraken, maar de energie te richten op het overeenkomstig de in het concept Bedrijfsplan benoemde uitgangspunten voor het inrichten van een nieuw besturingsmodel voor de nieuwe dienst.

 

Vergunningverlening

ODNV adviseert in vergunningprocedures op het onderdeel milieu. Dat start al bij het eventuele vooroverleg tot het daadwerkelijk toetsen van aanvragen onderdeel milieu, het opstellen van consideransteksten en voorschriften. Doelstelling hierbij is het voorkomen of minimaliseren van bedrijfsemissies voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving. Hierbij passen we de actuele wet- en regelgeving toe en denken we in kansen om werken en wonen in de leefomgeving op een duurzame wijze te kunnen combineren.

 

Komend jaar zetten we in op de volgende onderwerpen:

  • -

    Een beheeraanpak voor het up-to-date houden van de inrichtingenbestanden in OpenWave en I-GO Veehouderijen. Vanuit datagericht werken is de noodzaak van actuele informatiesystemen zeer relevant. Vanuit het landelijke stikstofvraagstuk verwachten we (in de nabije toekomst) meer vragen over veehouderijen. Om deze vragen voortvarend te kunnen beantwoorden is het van belang dat I-GO Veehouderijen actueel is en blijft.

  • -

    Beleidsadvisering over interferentie van bodemenergiesystemen. Met het bouwen van gasloze woningen wordt dit type verwarmingssysteem steeds vaker ingezet. Om interferentie tussen systemen te voorkomen is er behoefte ontstaan (bij gemeente Putten) om beleid te ontwikkelen over de inzet van deze systemen.

  • -

    Inzet op het werkproces in het team; dit heeft betrekking op zowel de inhoudelijk werkprocessen, als sturing op de werkvoorraad. Na meerdere wisselingen in het team afgelopen jaar, is reeds ingezet op de organisatie van het werk. Komend jaar zetten we dit door.

  • -

    Verkenning van mogelijkheden om kennis- en capaciteit met OVIJ uit te wisselen om pieken in het werkaanbod beter op te kunnen vangen en specialistische kennis gericht in te kunnen zetten.

Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP)1

Komend jaar worden vanuit toezicht de volgende projecten voorzien die als onderdeel van het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) worden uitgevoerd:

  • -

    Verbinding van bestuursrechtelijk en strafrechtelijk handhaven; project gericht op toepassing LHS en samenwerking toezichthouders en Boa’s;

  • -

    Inzet op aandachtbedrijven; herijking van de lijst en gekozen aanpak per bedrijf;

  • -

    Inzet op ketentoezicht; vanuit het Gelderse programma Ketentoezicht zetten we in op risicovolle ketens zoals verontreinigde grond, asbest, co-vergisting, e-waste, mestfraude, synthetische drugs en metaalrecycling;

  • -

    Kennisproject Afval: vergroten van de kennis over regulering, toezicht en handhaving bij risicovolle afvalactiviteiten bij bedrijven;

  • -

    Inzet op bodemtoezicht: de afgelopen jaren is een teruggang in het aantal Bbk- meldingen waargenomen. De ervaring leert dat lang niet alle toepassingen worden gemeld. We zetten in op meer vrijeveld controles om het naleefgedrag te verbeteren.

  • -

    Kwaliteitsimpuls toezicht: project in het kader van uniformering en borgen van gelijk speelveld, waarbij toezichthouders ervaringen en werkwijzen delen en met elkaar meelopen om van elkaar te leren en elkaar scherp te houden.

Inzet brancheplannen Automotive en Dierhouderijen

De afgelopen vier jaar is voor de branches Automotive, Dierhouderijen, Sport&Recreatie, Horeca en Voedingmiddelen gewerkt vanuit een Brancheplan. Het principe van branche- plannen is dat op basis van het naleefgedrag van een branche, de beschikbare middelen voor toezicht, de meest passende interventie gekozen wordt. In de praktijk blijkt dat deze nieuwe manier van werken een aantal uitdagingen oplevert:

  • -

    Het is lastig is om de gestelde doelen aan activiteiten te verbinden;

  • -

    Het verkrijgen van voldoende inzicht in het naleefgedrag om andere interventies te kiezen en te toetsen vraagt specifiekere registratie van gegevens vanuit toezicht en een bijhorende monitoring;

  • -

    De nieuwe manier van werken vraagt specifieke (ontwikkel)kennis die bij ODNV de afgelopen jaren onvoldoende beschikbaar was.

De overgang naar OpenWave, de sterke wisselingen van personeel en het ontbreken van ontwikkelcapaciteit, hebben ertoe geleid dat het branchegericht toezicht slechts deels tot zijn recht is gekomen. Hierin staat ODNV niet alleen. Ook andere Gelderse diensten ervaren dat het in de praktijk brengen van branchegericht toezicht een uitdaging blijkt. Ook voor hen is consequente en volledige dataregistratie een uitdaging. Een aantal van hen werkt langer met OpenWave, maar beginnen pas sinds dit jaar de registratie van data beter in de vingers te krijgen.

 

Waar bij de start is gekozen om het branchegericht werken jaarlijks te verbreden naar steeds meer branches, is op basis van de ervaringen van afgelopen vier jaar gekozen om eerst in te zetten op het verder ontwikkelen van deze werkwijze voor de branches Automotive en Dierhouderijen. Voor deze branches werken de Gelderse omgevingsdiensten nieuwe brancheplannen uit waarin wordt ingezet op uniforme dataregistratie en monitoring en kennisuitwisseling over naleefgedrag en branchegericht toezicht in het Gelders Stelsel.

ODNV draagt bij aan deze uitwerking en zet komend jaar in op branchegericht toezicht bij deze twee branches. Mogelijkheden van invulling van branchegericht toezicht op andere branches Horeca en Sport & Recreatie en Voedingsmiddelen onderzoeken we komend jaar.

 

Milieuadvisering

Op basis van de begrotingswijziging formatie ODNV hebben we voor 2023 e.v. de inzet voor milieuadvisering aangepast. Inmiddels zijn met enkele gemeenten nieuwe afspraken gemaakt over de inzet, wat voor het jaar 2023 leidt tot onderstaande definitieve afspraken voor wat betreft de adviesuren.

 

Deelnemer

Aantal uren per jaar

Elburg

1.800

Ermelo

2800

Harderwijk

6.800

Nunspeet

1012

Putten

2.950

Hattem

300

Heerde

600

Oldebroek

1.650

Provincie

0

TOTAAL

17.912

 

Onze milieuadvisering richt zich op verschillende producten en onderwerpen. Het betreft zowel wettelijk verplichte taken als beleidsadvisering: van advisering op BRIKS-aanvragen, nieuwe ruimtelijke plannen of bestemmingsplanwijzigingen tot beleidsadvisering. Onze expertise is breed: Bodem, Geluid, Lucht, Energie, Externe Veiligheid en Natuur&Ecologie.

 

Een aantal voorbeelden van onderwerpen waarop ODNV gemeenten komend jaar adviseert:

  • -

    Sanering B-lijst woningen;

  • -

    Omgevingsmodel verkeerslawaai;

  • -

    Actualisering geluidbeleid;

  • -

    Advisering en implementatie verplichtingen Schone Luchtakkoord;

  • -

    Omgevingsvisies, -plannen en de Bruidsschat;

  • -

    Beheer Risicoregister gevaarlijke stoffen (RRGS) en de conversie naar het Register Externe Veiligheid (REV) onder de Omgevingswet.

De inzet per gemeente varieert op niet alleen de onderwerpen waarbinnen ODNV adviseert maar ook de mate waarin ODNV een rol vervult. Dit kan voor verwarring zorgen en werkt inefficiëntie in de hand. Komend jaar gaan we in gesprek met onze opdrachtgevers om onze taakuitvoering verder te uniformeren.

 

Energiebesparing

Energie besparen wordt steeds belangrijker. Bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas of een equivalent daarvan verbruiken, zijn volgens de Wet milieubeheer verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen, de zgn. energie- besparingsplicht. Ondernemers zijn op grond van de wet verplicht te melden welke maatregelen zijn genomen. Zo wil de overheid de transitie naar een CO2-neutraal Nederland een flinke impuls geven.

 

Voor toezicht en handhaving op het gebied van de energiebesparingsplicht wordt daarom een verdere professionalisering verlangd van alle omgevingsdiensten. Het Rijk stelt een uitkering beschikbaar voor extra ondersteuning op toezicht en handhaving van de energie- besparingsplicht (de Specifieke Uitkering Toezicht en Handhaving Energiebesparingsplicht, SPUK THE). Deze SPUK-regeling is aangevraagd en bedraagt circa 900 uur per jaar.

ODNV stelt een projectplan op met de extra activiteiten die ODNV gaat uitvoeren in de periode 2022 t/m 2026 in het kader van aanvullende inzet op energiebesparing.

 

Afspraken met de gemeenten

Energiebesparing beperkt zich voor ODNV tot het milieudeel bij bedrijven en instellingen. In de basis is de afspraak gemaakt de huidige inzet te continueren (in uren: 320). Daarnaast willen de gemeenten graag de samenwerking zoeken op dit thema, daar waar er duurzaam- heidskansen zijn. De vorm en resultaatgebieden voor deze samenwerking werken we samen met de duurzaamheidscoördinatoren uit.

Indien er aanvullende inzet gewenst is vanuit één of meerdere gemeenten, dan worden aanvullende afspraken gemaakt over de financiering van die inzet.

 

 

3.Ontwikkelingen en de gevolgen voor de taakuitvoering

 

ONTWIKKELINGEN IN HET MILIEUWERKVELD

 

Op het inhoudelijke vlak van de milieutaken zijn er veel ontwikkelingen gaande die van invloed zijn op het werkveld van de omgevingsdiensten. Onderstaand zijn de onderwerpen uitgewerkt die in 2023 voor een belangrijk deel de activiteiten en de veranderingen daarin bepalen, waarbij de benodigde ureninvestering buiten de going concern (H2) valt.

 

Omgevingswet

Met de Omgevingswet als wettelijk kader per (naar verwachting) 1 juli 2023 verandert een aantal processen en vindt er een verschuiving van taken plaats tussen ODNV en haar gemeenten. Een aantal landelijke milieuregels komt te vervallen en er ontstaat meer ruimte voor lokaal maatwerk voor het reguleren van milieubelastende activiteiten.

De omgevingsplannen van de gemeenten krijgen een belangrijke plaats in de activiteiten van ODNV. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en daaraan gekoppeld het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) wordt tegelijkertijd een stap gezet in de digitalisering van de processen van ODNV.

 

Naast vakinhoudelijke veranderingen vraagt de Omgevingswet ook een omzetting van kaderstellende afspraken in de samenwerking, zoals die zijn vastgelegd in documenten zoals beleid, dienstverleningsovereenkomsten, mandaat en takenpakket. Borging en evaluatie van kaderstellende afspraken horen daarbij. Het gaat erom dat in ieder geval wordt aangesloten bij wettelijke vereisten, definities en terminologie. Daarbij moet het takenpakket worden gedefinieerd volgens de Omgevingswet (MBA’s i.p.v. inrichtingen). We schatten hiervoor 100 uur nodig te hebben.

 

Afspraken met de gemeenten

ODNV zorgt dat zij in de samenwerking met de gemeenten klaar is voor het werken volgens de Omgevingswet. Dit houdt in dat werkprocessen, systemen en kennis tijdig op orde zijn om volgens de omgevingswet te werken. We verwachten hiervoor incidenteel nog 900 uur voor nodig te hebben. De inzet kan per gemeente verschillen en wordt in overleg bepaald. Zie voor nadere duiding van de uren de financiële paragraaf (H4).

 

Vanaf de inwerkingtreding van de omgevingswet, werkt ODNV volgens dit nieuwe wettelijke kader bij de milieu VTH-taakuitvoering en de ruimtelijke advisering. Onderdeel hiervan is de met de wet beoogde integrale participatieve houding die van de overheid verwacht wordt. ODNV sluit in overleg met de gemeenten aan bij de omgevingstafel. Activiteiten:

  • -

    ODNV werkt volgens de kaders en systematiek (regels, procedures en geest) van de Omgevingswet;

  • -

    ODNV adviseert gemeenten bij het opstellen van omgevingsvisies en omgevings- plannen;

  • -

    ODNV monitort haar inzet op de VTH-taakuitvoering om zodoende kengetallen te kunnen bepalen waarmee de benodigde middelen in lijn gebracht worden met de belegde taken.

Hoewel de impact van de omgevingswet op de benodigde inzet voor de belegde milieu- VTH-taken, advisering op omgevingsvisies en -plannen zich lastig laat voorspellen, schatten we op dit moment dat we 900 uur nodig hebben voor de aanvullende werkzaamheden en om mogelijke uitschieters te kunnen opvangen. Voor het bepalen van kengetallen bij de producten, ramen we 100 uur aan coördinatiekosten. Daarmee schatten we de benodigde investering voor de Omgevingswet in totaal op 2000 uur.

 

Verder zal een aantal inrichtingen overgaan van bevoegd gezag van de provincie naar de gemeenten. In onze regio betreft het 2 inrichtingen; Nestlé (Nunspeet) en een golfbaan op een voormalige stortlocatie (Ermelo). Komend jaar gaan we met deze twee gemeenten in gesprek om de bijdrage voor de VTH-taakuitvoering voor deze bedrijven af te spreken.

 

Bodemtaken

Bij de invoering van de Omgevingswet dragen de provincies de bodemtaken over aan de gemeenten en worden de gemeenten bevoegd gezag. Hiervoor is een plan van aanpak opgesteld. Daarnaast blijken kwaliteit en samenstelling van bodem en (grond)water een steeds belangrijker aspect te worden bij gebruik van de fysieke leefomgeving.

 

Afspraken met de gemeenten

ODNV heeft de intentie om met alle gemeenten een uniform bodemtakenpakket af te spreken (van VTH tot en met ruimtelijke advisering). Het betreft de nieuwe bodemtaken die onder de Omgevingswet onder gemeentelijk bevoegd gezag komen te vallen. De inschatting is dat in totaal ongeveer 1400+1260 uur) van de provincie naar ons werkgebied komen. Voor de volledige bodemtaakuitvoering bepalen de gemeenten en ODNV samen de te verwachten omvang aan de hand van een inventarisatie.

 

Voor het inzichtelijk maken van de taken is subsidie vanuit de Provincie beschikbaar en inmiddels ook door alle gemeenten aangevraagd. Daarop verwachten we geen extra kosten te hoeven maken. Voor de aanvullende taken, die we eerst in beeld gaan brengen, wordt een stelpost opgenomen.

 

Datagedreven werken

De fysieke leefomgeving is steeds meer verbonden met de digitale wereld. ODNV zet zich daarom in om te ontwikkelen naar een datagedreven organisatie, om de juiste keuzes te kunnen maken in het verlenen van milieuvergunningen en het houden van risicogericht toezicht. Met de juiste data krijgen we een goed en compleet beeld van alle omgevings- risico’s. Op basis daarvan kunnen we bepalen waar we als omgevingsdienst het hardst nodig zijn ter bescherming van de fysieke leefomgeving. Daarbij is het streven burgers en bedrijven met de juiste aanpak te stimuleren om milieuregels en wetten na te leven. De transitie naar datagedreven werken vindt plaats in samenwerking met de Gelderse Omgevingsdiensten in het Gelders Datalab.

 

Afspraken met de gemeenten

ODNV richt zich bij de taakuitvoering op het steeds beter registreren van milieudata, zodat analyse van trends in de werkzaamheden en leefomgeving inzichtelijk gemaakt kunnen worden ten behoeve van een goed onderbouwde probleemanalyse voor VTH-taken.

Hiervoor is ontwikkeling op het vlak van registratie, monitoring en analyse van data in OpenWave nodig. Het toekomstperspectief is het kunnen leveren van concrete input voor de VTH-beleidscyclus om deze zodoende te kunnen sluiten. Concrete producten:

  • -

    Monitoring van LHS-score en overige milieuwaarden;

  • -

    Gebiedsanalyses ten behoeve van het omgevingsplan.

De benodigde inzet en sturing hierop valt deels binnen de reguliere taakuitvoering. Verwacht wordt dat aanvullend ca 100 uur nodig is voor de organisatie van een planmatige aanpak.

 

In 2023 werkt ODNV een plan uit welke data wordt vastgelegd met welk doel.

De ontwikkelingen op het gebied van data in de samenwerking met OVIJ en de andere Gelderse omgevingsdiensten en in het interbestuurlijk programma worden hierin meegenomen. Om de gemeenten goed mee te kunnen nemen, wordt een werkgroep gevormd met vertegenwoordigers van OGO en ODNV. De invoering vindt stapsgewijs plaats. De verwachting is dat dit onderwerp in de toekomst blijvend aandacht zal vragen.

 

Reparatie datakwaliteit locatiedossiers

Daarnaast blijkt uit een eerste analyse van de aanwezige data dat voor zo’n 1600 inrichtingen het locatiedossier niet op orde is in OpenWave. Voor deze dossiers is het nodig om handmatig de ontbrekende data aan te vullen. Dit is van belang om bij de programmering van het toezicht te voorkomen dat inrichtingen buiten beeld raken. Geschat wordt dat deze reparatieactie ca 320 uur vraagt.

 

Ondermijning

De laatste jaren vermengt de onderwereld zich steeds vaker met de bovenwereld. De problematiek heeft betrekking op verschillende beleidsvelden wat de aanpak complex maakt. Vaak wordt ondermijning genoemd in het kader van (sociale) veiligheid, (belasting)fraude, mensenrechtenschending enz. Regelmatig zijn ook bedrijfspanden bij ondermijning betrokken en zijn er gevolgen voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

 

Helaas is ook ons buitengebied steeds vaker doelwit van criminelen. Door de uitgestrektheid van de buitengebieden kunnen criminelen er vaak ongezien opereren. Daardoor gaan leefbaarheid en veiligheid op het platteland achteruit. Zo krijgen boerenbedrijven en tuinders steeds vaker te maken met bijvoorbeeld diefstal, hennepkwekerijen en dumping van chemisch afval en drugs. Ondernemers kunnen deze problemen niet alleen aanpakken.

Samenwerking tussen publieke en private partijen biedt dan de oplossing. ODNV kan, samen met de gemeenten, een rol vervullen in de ketenaanpak van ondermijning in het buitengebied.

 

Afspraken met de gemeenten

Ondermijning wordt niet als primaire taak van ODNV gezien. Wel is een signaalfunctie richting gemeenten van groot belang. Signaleren, situaties herkennen en gemeenten informeren. Andersom hebben de gemeenten de taak ODNV zo vroeg mogelijk te betrekken. Samenwerken in de keten om ondermijnende criminaliteit, ook in het buitengebied, aan te pakken.

 

Gemeenten en ODNV hebben afgesproken dat ODNV met alle gemeenten samenwerkt op het delen van ondermijningssignalen, naast kennisdeling op dit onderwerp (lokale ondermijningsoverleggen). ODNV richt zich hierbij op signalen over bedrijfslocaties, het buitengebied of voorvallen vanuit de piketdienst. Daarnaast sluit ODNV aan bij inhoudelijke afstemmingsoverleggen en kennisbijeenkomsten in het Gelders Stelsel om haar signaleringsrol te kunnen versterken.

 

De primaire focus van de inzet is de oog- en oorfunctie voor de gemeenten. De inzet voor deelname aan lokale ondermijningsoverleggen en voor de afstemming in het Gelders Stelsel wordt geraamd op 320 uur in totaal. Omdat niet elke gemeente dezelfde behoefte aan ondersteuning heeft, kunnen per gemeente (vooraf en tijdig) afspraken worden gemaakt over aanvullende inzet.

Tevens zetten we in 2023 in op kennisontwikkeling en voorlichting door het inzetten van een demonstratiecontainer waarmee naast toezichthouders van ODNV en gemeenten, ook inwoners hun kennis kunnen vergroten over signalen die op de aanwezigheid van drugslabs

e.d. kunnen wijzen en meldpunten onder de aandacht worden gebracht. Hiermee vergroten we het signalerend vermogen van zowel de overheid als de maatschappij waar het om drugslab-activiteiten gaat. De inzet van de container wordt op ca €5.000,- geschat.

 

Stikstofproblematiek

Met het vernietigen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 zijn veel projecten in de leefomgeving gestrand omdat natuurgebieden een overbelasting op stikstof kennen. Een onwenselijke situatie en aanleiding voor het Kabinet Rutte IV om stevig in te zetten op het oplossen van deze problematiek. In de zomer van 2022 heeft minister Van der Wal een landelijke aanpak van stikstof gepresenteerd die zich richt op de veehouderij-sector in Nederland. Het gebied rond de Veluwe is aangegeven als één van de gebieden waar een sterke reductie in ammoniakemissie gepland staat.

 

Naast de landelijke reductieplannen spelen ook andere ontwikkelingen, zoals het besluit van de Europese commissie om de derogatie af te bouwen tot aan 2026, het jaar waarin de uitzonderingspositie voor Nederland stopt. Daarnaast wordt ook kritisch gekeken naar het rendement van huidige reductiemaatregelen in de veehouderijbranche: onlangs heeft de Raad van State bepaald dat de effectiviteit van twee emissiearme stalsystemen vaak overschat blijkt en in die gevallen aanvullende maatregelen nodig zijn.

 

Al met al is de actualiteit groot en is er nog veel onduidelijk. Verwacht wordt dat de komende tijd de aandacht voor het aandeel van de veehouderij-branche in de stikstofproblematiek zal aanhouden. Het volgen en inspelen op deze ontwikkeling zal aanvullende inzet vragen. Niet alleen vanuit onze VTH-taakuitvoering in deze branche maar zeker ook de afstemming met gemeenten en bestuur over beleidsmatige keuzes op het gebied van de VTH-taakuitvoering en de ruimtelijke ordening.

 

Afspraken met de gemeenten

Met betrekking tot de stikstofproblematiek kan ODNV als inhoudsdeskundige, gespreks- partner en adviseur optreden: kennis vergaren, expertise opbouwen en borgen. Dit voor zover het gevolgen heeft voor de VTH-taakuitvoering.

In de afstemming tussen ODNV en OVIJ is de stikstofproblematiek en de beleidsadvisering RO ook een thema, waaronder het uitwerken welke rol de omgevingsdiensten kunnen spelen bij de transitie van het landelijk gebied.

De rol en bijdrage van ODNV (en OVIJ) op het gebied van de stikstofproblematiek wordt in 2023 nader onderzocht.

De inzet wordt voor 2023 geraamd op 40 uur per gemeente voor kennis en advies, en 10 uur per week voor de coördinerende rol en faciliteren van het overleg. In totaal dus 840 uur.

 

Circulaire economie

Dagelijks werken we met elkaar aan een schoon, gezond en circulair Gelderland. Dat kunnen we niet alleen: daar hebben we onder andere gemeenten en het bedrijfsleven hard bij nodig. Wat kunnen wij doen om gemeenten te helpen bij hun circulaire ambities? Of hoe helpen we bedrijven bij het circulair ondernemen? Vanuit die gedachte zijn we (Gelderse omgevings- diensten in opdracht van de provincie Gelderland) medio 2021 gestart met het Gelderse project ‘Circulair opdrachtgeverschap VTH Omgevingsdiensten’.

 

Doel van dit project is tweeledig: VTH-medewerkers van de omgevingsdiensten praktische handvatten geven om ‘circulair ondernemen’ mee te kunnen nemen in het dagelijks werk. Hiernaast willen we ook gemeentelijke opdrachtgevers helpen bij hun circulaire ambities. VTH-medewerkers kunnen bijdragen aan het vroegtijdig signaleren van circulaire initiatieven en mogelijke knelpunten om deze waar mogelijk weg te nemen. Het project moet leiden tot een houding bij de VTH-collega’s “hoe kunnen we helpen?” zonder de persoonlijke adviseur van een onderneming te worden.

 

Naast de opdracht van de provincie zal ODNV aansluiting zoeken bij andere samenwerkingsverbanden, voor zover die passen bij ODNV en haar gemeenten.

 

Afspraken met de gemeenten

Dit thema beperkt zich tot het milieudeel bij bedrijven en instellingen. Bovendien is er een taak voor de bedrijven zelf. Samen met de gemeenten verkennen we de rol en meerwaarde van ODNV op het stimuleren van een meer circulaire economie; denk aan bedrijven stimuleren om kansen te onderzoeken en te gebruiken. Signalen en initiatieven deelt ODNV met gemeenten die op hun beurt verantwoordelijk zijn voor de coördinatie op de rolinvulling van de lokale overheid. Tegelijkertijd wordt op dit onderwerp samengewerkt met OVIJ en de andere Gelderse omgevingsdiensten.

 

In eerste instantie is de inzet gericht op rolverkenning voor ODNV. Wij verwachten hier in 2023 zo’n 100 uur nodig te hebben. Per gemeente kunnen specifieke afspraken worden gemaakt, passend bij de behoefte.

 

Schone Lucht Akkoord

Het doel van het Schone Lucht Akkoord (SLA) is om gezamenlijk de luchtkwaliteit in Nederland permanent te verbeteren. Deelnemende partijen nemen maatregelen om de luchtverontreiniging van binnenlandse bronnen te beperken. De zgn. Uitvoeringsagenda Schone Lucht Akkoord 2021-2023 gaat over de gezamenlijke aanpak van rijk, provincies en gemeenten van het Schone Lucht Akkoord. De agenda bevat de maatregelen, pilots en activiteiten van de deelnemers om de afspraken uit het Akkoord in de praktijk te brengen.

 

Afspraken met de gemeenten

Met de gemeenten die zich hebben gecommitteerd (of zich nog willen committeren) aan het SLA wordt een traject gestart om maatregelen op te pakken. Met die gemeenten worden afspraken gemaakt over de inhoud, de samenwerking en de inzet door ODNV.

Daarbij geldt dat samenwerking met meerdere gemeenten meer mogelijkheden biedt om resultaten te behalen op het gebied van schone lucht.

 

Informatiebeheer

 

Wijzigingen als gevolg van de Wet Open Overheid

Per 1 mei 2022 is de nieuwe Wet open overheid (Woo) in werking getreden, die de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangt. Een belangrijke wijziging is dat de termijn voor het afhandelen van een Woo-verzoek maximaal 4 weken wordt, met een mogelijke verlenging van 2 weken.

 

Om uitvoering te kunnen geven aan openbaarheid moeten bestuursorganen maatregelen treffen om de duurzame toegankelijkheid van digitale documenten te borgen. Op termijn moet de openbaarmaking plaatsvinden via het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI). Dit platform zal in de komende jaren stapsgewijs worden ingevoerd.

 

Informatiebeheer Archivering van dossiers

In een rapport dat is opgesteld door het Streekarchivariaat zijn aanbevelingen gedaan over het archiveren over de periode 2018-2020. Het belangrijkste aandachtspunt is de overdracht van dossiers aan de opdrachtgevers.

 

Op dit moment zijn de opdrachtgevers archiefplichtig en moet ODNV de zaken die zijn afgehandeld overdragen. Hierbij zal het niet alleen om documenten gaan maar ook om data uit VTH-systeem OpenWave. Om hier eenduidigheid in te krijgen zullen er afspraken gemaakt moeten worden met de opdrachtgevers over het aan te leveren format, welke metadata etc. Daarnaast zullen er afspraken gemaakt moeten worden binnen welke termijn ODNV kan beschikken over de gegevens die bij de opdrachtgevers zijn vastgelegd.

 

Dit alles moet geregeld en vastgelegd zijn in de DVO’s met de opdrachtgevers maar ook intern bij ODNV in het kader van de fusie met OVIJ. Bij de fusie zullen alle zaken afgesloten moeten worden onder de huidige organisatie en heropend moeten worden bij de nieuwe organisatie. In dit traject zal ODNV worden ondersteund door een extern bureau. De kosten voor hun inzet bedragen € 68.876 en vereisen aanvullende middelen.

 

ONTWIKKELINGEN IN DE BEDRIJFSVOERING

 

Ook op het gebied van bedrijfsvoering wil ODNV in 2023 stappen zetten in het verbeteren van de professionaliteit. Nauwere samenwerking met onze deelnemers, waaronder samen plannen, organiseren en programmeren. Daar hoort bij dat ODNV en gemeenten meer afstemmen over de realisatie van die plannen en programma’s.

 

Alle activiteiten en ontwikkelingen, zoals het Interbestuurlijk programma versterking VTH- stelsel (IBP), activiteiten in het Gelders Stelsel en implementatie Omgevingswet worden gezamenlijk met OVIJ opgepakt. Daarnaast loopt vanzelfsprekend het opzetten van een inrichtingsplan, dat moet leiden tot een goed verlopend fusieproces.

In de fusie zullen nabijheid en betrokkenheid van de omgevingsdienst bij de ontwikkelingen in de gemeenten belangrijke thema's zijn. Samen met de opdrachtgevers, zowel bestuurlijk als in het opdrachtgeversoverleg, zal hier invulling aan worden gegeven.

 

Fusie met OVIJ

Zoals hierboven al genoemd, staat het jaar 2023 voor een belangrijk deel in het teken van de fusie met omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ). De fusie tussen OVIJ en ODNV heeft tot doel om een robuuste organisatie te worden. De fusie gaat helpen de vele ontwikkelingen in het werkveld slagvaardig het hoofd te bieden.

 

In de voorbereiding van de fusie zijn investeringen nodig. In het Bedrijfsplan staan ze concreet benoemd. Voor ODNV geldt dat er € 262.775 gereserveerd moet worden. Daartoe zal een begrotingswijzigingsvoorstel worden opgesteld en ingediend.

 

Interbestuurlijk programma (versterking VTH-stelsel)

Een actueel thema in 2023 voor alle omgevingsdiensten is de versterking van het VTH-stelsel. Op grond van het onderzoeksrapport ‘Om de leefomgeving’ van de Commissie Van Aartsen is een interbestuurlijk programma opgezet, dat in 2023 wordt uitgevoerd in samenwerking met alle omgevingsdiensten in Nederland. Naast de bijdrage aan het collectieve programma, heeft ODNV subsidie aangevraagd om de volgende projecten uit te kunnen voeren:

  • 1)

    het ontwikkelen van business control (sturen op samenhang P&C, productie, processen en personeel), passend bij een integrale Omgevingsdienst en mede ter versterking van datagericht werken;

  • 2)

    bijdrage vanuit het Rijk voor de fusie tussen ODNV en OVIJ, zijnde de eerste twee omgevingsdiensten die fuseren;

  • 3)

    het inrichten van een gremium voor integraal opdrachtgeverschap;

  • 4)

    scholing en opleiding van vakinhoudelijk medewerkers om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria;

  • 5)

    innovatie van een van de vakgebieden VTH milieu (nader uit te werken met de teams).

De subsidie kan alleen worden verkregen in het jaar 2023. We verwachten met de SPUK- gelden IBP een aanzienlijk deel van het Verbetertraject te kunnen financieren (zie H1).

Maar er zijn nog aanvullende middelen nodig, met name voor externe ondersteuning bij het traject Procesmanagement, dat de beschrijving, verbetering en borging van alle werkprocessen omvat.

 

Verdere ontwikkeling Gelders Stelsel

De directeuren van de Gelderse OD's hebben een gezamenlijk plan van aanpak gemaakt voor de verdere ontwikkeling van het Gelders Stelsel voor het komende jaar. Het plan is enerzijds gebaseerd op de ontwikkelingen die het Gelders Stelsel en de OD's sinds haar oprichting heeft doorgemaakt en anderzijds op de relevante externe ontwikkelingen.

 

ODNV gaat een bijdrage leveren aan de uitvoering van het plan van aanpak, samen met de andere Gelderse OD's. De belangrijkste thema's zijn:

  • 1.

    het opnieuw inregelen van de Governance van het stelsel;

  • 2.

    het opnieuw inregelen van de uitvoering van de Complexe Vergunningverlening en Complexe Handhaving;

  • 3.

    het verder uitwerken van bovenregionale onderwerpen waar de OD's op dit moment in samenwerken: Ketentoezicht, Portaal, BOA/BsBm, I-GO en Datalab.

We weten op dit moment (najaar 2022) niet of hiervoor aanvullende ureninzet nodig is vanuit ODNV.

 

4. Financiële paragraaf

 

Dit jaarprogramma beschrijft naast de structurele overeengekomen reguliere taken, ook een aantal werkzaamheden en projecten die vanuit ontwikkelingen gevolgen hebben voor onze taakuitvoering en bedrijfsvoering.

Op basis van voorgaande beschrijving is met name voor de aanvullende activiteiten een overzicht gemaakt van de benodigde inzet en bijbehorende kosten. In het overzicht is onderscheid gemaakt tussen ontwikkelingen die een eenmalige (en dus incidentele) inzet in 2023 vragen en ontwikkelingen die een structurele inzet vragen. Het overzicht geeft daarbij ook inzicht in de verwachte financiële dekking vanuit eenmalige gelden, voorgestelde reserveringen vanuit het resultaat 2022 en verhoging van de deelnemersbijdrage (eenmalig dan wel structureel). Het betreffende financiële overzicht is als bijlage toegevoegd aan dit Jaarprogramma en voor nadere details wordt kortheidshalve daarnaar verwezen.

 

Het overzicht geeft een reële indicatie van de aanvullende deelnemersbijdrage die nodig is op grond van het Jaarprogramma, opdat de deelnemers hier in hun interne besluitvorming rekening mee kunnen houden. De definitieve vertaling van het Jaarprogramma in de ODNV- begroting en de bijbehorende deelnemersbijdragen zullen op grond van de verkregen bestuursopdrachten tot uitvoering van dit Jaarprogramma worden betrokken bij de opstelling van een ODNV-begrotingswijziging 2023 e.v. (1e kwartaal 2023). In de betreffende begrotingswijziging zullen indien nodig ook andere tussentijdse ontwikkelingen worden betrokken.

 

N.B. In het overzicht is een aantal onderdelen wel reeds benoemd, maar is in dit jaarplan nog niet voor al die onderdelen een concrete afspraak gemaakt. De betreffende onderdelen zijn vermeld als p.m. en dienen ter latere nadere invulling, zowel qua gewenste inzet als dekking van de daaraan te verbinden kosten. Waar mogelijk is een indicatie gegeven van de verwachte omvang van deze p.m.-posten.


1

Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt is er enige onzekerheid over de uitvoering van het volledigeHUP. ODNV blijft hier gedurendehet jaar over in gesprek met de gemeenten.