Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Bomenverordening gemeente Zwijndrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBomenverordening gemeente Zwijndrecht
CiteertitelBomenverordening Zwijndrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  3. Wet natuurbescherming
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2023nieuwe regeling

28-09-2021

gmb-2023-188121

Tekst van de regeling

Intitulé

Bomenverordening gemeente Zwijndrecht

intitulé

De gemeenteraad van Zwijndrecht,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 augustus 2021; 

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de wet Natuurbescherming;

 

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen om bomen duurzaam in stand te houden en waardevolle particuliere bomen te behouden.

 

 

Besluit:

 

 

vast te stellen de volgende Bomenverordening Zwijndrecht en de daarbij behorende toelichting (bijlage 1)

 

 

Begripsomschrijvingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • b.

    kleine boom: een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter, doch kleiner dan 20 cm op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • c.

    waardevolle particuliere boom: geregistreerde waardevolle beschermenswaardige particuliere boom met een bijzondere omvang, schoonheid of zeldzaamheidswaarde en opgenomen in de lijst waardevolle particuliere bomen.

  • d.

    lijst waardevolle particuliere bomen: een door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde lijst met waardevolle particuliere bomen.

  • e.

    vellen: rooien; kappen, verplanten, snoeien van meer dan 30 procent van de kroon of het wortelgestel (met inbegrip van knotten en kandelaberen), afzetten en het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de boom ten gevolge kunnen hebben.

  • f.

    rooien: het geheel verwijderen van het boven- en ondergrondse deel van een boom.

  • g.

    kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van een boom, waarbij er een stobbe overblijft.

  • h.

    verplanten: een vorm van rooien, waarbij de betreffende boom elders wordt herplant.

  • i.

    afzetten: het op zodanige wijze kappen van een boom dat deze opnieuw kan uitlopen.

  • j.

    boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • k.

    Bomen Effect Analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom, op basis van het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen.

  • l.

    houtopstanden: zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken hakhout of griend.

  • m.

    dode boom: boom met een kroon die voor minder dan 25 procent levend is.

  • n.

    bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

  • o.

    Bomenfonds: fonds waarin geldelijke bijdragen worden gestort ten gevolge van een opgelegde herplantplicht ex artikel 9 lid 1, 10 lid 1 en 2.

  • p.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht.

 

Artikel 1: Melding kleine bomen

  • 1.

    Het is verplicht om bij het college melding te maken van de voorgenomen kap van een kleine boom.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde meldingsplicht geldt niet voor kleine bomen op erven en tuinen van woningen.

  • 3.

    De melding dient te worden gedaan middels indiening van een door het college vastgesteld Meldingsformulier door of namens, dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is, over de kleine boom te beschikken.

  • 4.

    De melding moet worden ingediend onder overlegging van de gevraagde gegevens inclusief een voorstel tot herplant of onder de toezegging van storting van een geldelijke bijdrage in het Bomenfonds overeenkomstig de respectievelijke door het college vastgestelde nadere regels als bedoeld in artikel 9 lid 4 en lid 5.

  • 5.

    Het college accepteert de melding indien alle gevraagde gegevens als bedoeld in het vierde lid correct en volledig zijn ingediend.

  • 6.

    Van de acceptatie van een melding als bedoeld in lid 5 geeft het college kennis in een huis-aan-huisblad en op de website van de gemeente.

  • 7.

    Gedurende een termijn van 4 weken na publicatie als bedoeld in lid 6, moet worden gewacht met het vellen van de kleine boom.

  • 8.

    De acceptatie van de melding als bedoeld in het vijfde lid vervalt van rechtswege indien niet binnen een periode van maximaal twee jaar nadien, tot het vellen van de kleine boom is overgegaan.

 

ARTIKEL 2: Waardevolle particuliere bomen

  • 1.

    Het college heeft een lijst waardevolle particuliere bomen vastgesteld. Deze lijst wordt elke vier jaar herzien.

  • 2.

    De lijst bevat minimaal de volgende gegevens, inzake de te beschermen waardevolle particuliere boom:

  • 3.

    redengevende beschrijving;

    • a.

      soort boom;

    • b.

      standplaats;

    • c.

      kadastrale gegevens en/of adresgegevens;

    • d.

      foto’s.

  • 4.

    De eigenaar van een boom die vermeld staat op de lijst waardevolle particuliere bomen is verplicht om het college onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:

    • a.

      het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de boom, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning;

    • b.

      de dreiging dat de boom geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.

  • 5.

    Het college kan een bijdrageregeling vaststellen voor een tegemoetkoming in de kosten die noodzakelijk zijn voor de duurzame instandhouding van een waardevolle particuliere boom.

 

ARTIKEL 3: Kapverbod waardevolle particuliere bomen

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een waardevolle particuliere boom te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    De omgevingsvergunning voor het vellen van een waardevolle particuliere boom kan, indien alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht, slechts bij uitzondering worden verleend indien sprake is van:

    • a.

      een zwaarwegend belang of;

    • b.

      naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

  • 3.

    Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan geen voorschrift tot herplant of tot het doen van een geldelijke storting in het Bomenfonds worden verbonden.

 

ARTIKEL 4: Kapverbod bomen

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag een boom te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde verbod behoudens vergunning, geldt eveneens voor:

    • a.

      een boom die is aangeplant op basis van een herplant- en instandhoudingsplicht op grond van de artikelen 9 en 10 van deze verordening;

    • b.

      een boom die is aangeplant op grond van een overeenkomst met een publiekrechtelijk bestuursorgaan.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een boom op erven en tuinen van woningen, onverminderd het gestelde in artikel 3.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een boom die op last van het bevoegd gezag moeten worden geveld op grond van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang van openbare orde of veiligheid (noodkap) of voor een dode boom.

  • 5.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt verder niet voor:

    • a.

      een boom die moet worden geveld krachtens de Plantgezondheidswet of krachtens een aanschrijving of last van het bevoegd gezag, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van deze verordening;

    • b.

      het periodiek knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het regulier onderhoud.

 

ARTIKEL 5: Criteria vergunning bomen

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning voor het vellen van een boom als bedoeld in artikel 4, weigeren dan wel onder voorschriften of beperkingen verlenen.

  • 2.

    Deze omgevingsvergunning wordt onder verwijzing naar beleid geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:

    • a.

      natuurwaarde- en milieuwaarde;

    • b.

      beeldbepalende/landschappelijke waarde;

    • c.

      cultuurhistorische waarde.

 

ARTIKEL 6: Aanvraag

  • 1.

    De omgevingsvergunning voor het vellen van een boom moet online, via het gemeentelijk omgevingsloket, gemotiveerd worden aangevraagd door of namens, dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is, over de boom te beschikken, onder overlegging van een overzicht van de overige vergunningen, ontheffingen of toestemmingen die eventueel nodig zijn voor de realisatie van een project.

  • 2.

    Indien het bevoegd gezag dit nodig acht kan zij, in aanvulling op het gestelde in lid 1, bepalen dat de aanvrager een Bomen Effect Analyse bij de aanvraag dient te overleggen.

 

ARTIKEL 7: Intrekking of wijziging

De omgevingsvergunning tot vellen kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien onjuiste of onvolledige gegevens ter verkrijging van de vergunning zijn verstrekt;

  • b.

    indien na het verlenen van de vergunning, op grond van verandering van inzichten of omstandigheden opgetreden na verlening, wijziging of intrekking noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • c.

    indien aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen.

 

ARTIKEL 8: Beperking geldigheidsduur

  • 1.

    De omgevingsvergunning tot vellen vervalt indien daarvan geen gebruik is gemaakt, binnen twee jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning.

  • 2.

    In het geval het een omgevingsvergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is de omgevingsvergunning voor alle bomen slechts twee jaar geldig, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld is/zijn.

     

ARTIKEL 9: Bijzondere voorschriften, nadere regels

  • 1.

    Onverminderd het gestelde in artikel 3 lid 3, behoort tot aan de omgevingsvergunning tot vellen te verbinden voorschriften, het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen, herplant plaats moet vinden of een geldelijke bijdrage moet worden gestort in het Bomenfonds, overeenkomstig vastgesteld beleid.

  • 2.

    In het voorschrift van herplant als bedoeld in het eerste lid wordt tevens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet-aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 3.

    Tot aan de omgevingsvergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van bomen op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan, indien andere vergunningen, ontheffingen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en/of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 4.

    Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de opgelegde verplichting tot herplant.

  • 5.

    Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de geldelijke bijdragen die worden opgelegd ten gevolge van een herplantplicht, die gestort dient te worden in het Bomenfonds.

 

ARTIKEL 10: Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1.

    Indien een boom waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop de boom zich bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten binnen een door hen te stellen termijn of tot het doen van een storting van een geldelijke bijdrage in het Bomenfonds overeenkomstig de respectievelijke door het college vastgestelde nadere regels als bedoeld in artikel 9 lid 4 en lid 5.

  • 2.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel kunnen eveneens gelden voor kleine bomen die zonder geaccepteerde melding zijn geveld.

  • 3.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien een boom waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen of;

    • b.

      een Bomen Effect Analyse op te stellen en aan te bieden aan het bevoegd gezag.

 

ARTIKEL 11: Schadevergoeding

Het bevoegd gezag beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een omgevingsvergunning tot vellen op grond van artikel 6.3 lid 1 van de wet Natuurbescherming.

 

ARTIKEL 12: Afstand van de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek is vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

 

ARTIKEL 13: Bestrijding van boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      De boom te vellen;

    • b.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning van het college gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3.

    Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden uitgevoerd.

 

ARTIKEL 14: Bescherming gemeentelijke houtopstanden

  • 1.

    Het is verboden om gemeentelijke houtopstanden:

    • a.

      te beschadigen, te bekladden of te beplakken of;

    • b.

      daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door de gemeente opgedragen onderhoudstaken.

  • 2.

    Het is verboden zonder toestemming van burgermeester en wethouders één of meer voorwerpen in of aan een in lid 1 bedoelde houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen.

 

ARTIKEL 15: Strafbepaling

  • 1.

    Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 13 lid 1 is gegeven, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te handelen.

  • 2.

    Hij die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 13 lid 2, artikel 14 lid 1 en 2, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

 

ARTIKEL 16: Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college of door burgemeester aangewezen personen.

 

ARTIKEL 17: Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Bomenverordening Zwijndrecht" en treedt een dag na bekendmaking in werking.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de in het eerste lid bedoelde verordening een aanvraag om een vergunning is ingediend en vóór dit tijdstip nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop beslist met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 3.

    De Bomenverordening Zwijndrecht 2011, inwerking getreden op 9 februari 2012, wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 4.

    Een vergunning verleend op grond van de Bomenverordening Zwijndrecht 2011, geldt als een vergunning verleend op grond van de in het eerste lid bedoelde verordening.

 

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Zwijndrecht gehouden op 28 september 2021.

De griffier De voorzitter

I. Odinot, T.J. Haan