Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Verordening Percentageregeling voor beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Percentageregeling voor beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen 2022
CiteertitelVerordening Percentageregeling voor beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen 2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-04-2023Nieuwe regeling

19-05-2022

gmb-2023-187270

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Percentageregeling voor beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen 2022

De raad van de gemeente Assen,

  • Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 januari 2022,

  • Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

  • Overwegende dat het wenselijk is om kunstprojecten in de gemeente Assen te realiseren,

  • Overwegende dat de Verordening Percentageregeling voor Beeldende Kunst en Vormgeving gemeente Assen 2011 herziening behoeft,

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de Verordening Percentageregeling beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen 2022

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beeldende kunst: vormgevingsproces waarbij een beeldend kunstenaar is betrokken;

  • b.

    bouwkosten: de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de 'Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989)', voor het uit te voeren project exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd;

  • c.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect verbonden met de grand verbonden is; hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grand, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • d.

    exploitatielasten: kosten voor het beheren van een gebouw;

  • e.

    gebouw: bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Woningwet, het gaat hierbij om permanente bouwwerken;

  • f.

    (infrastructureel) werk: een inrichting, geen bouwwerk of gebouw zijnde, zoals bijvoorbeeld een weg, parkeerplaats, voetpad, fietspad, plein, trottoir, speelplaats, tunnel, viaduct, vijver, park, groenvoorziening met een permanent karakter;

  • g.

    kunstopdracht: door college verstrekte opdracht aan beeldend kunstenaar tot vervaardigen of ontwerpen van een kunstwerk;

  • h.

    kunstwerk: voortbrengsel van beeldende kunst;

  • i.

    kunstcommissie: flexibele commissie Beeldende Kunst, die wisselend wordt samengesteld afhankelijk van de te realiseren kunstopdracht. Zij wordt per keer ingesteld door het college waarin betrokkenen, (onafhankelijke) deskundigen, omwonenden en andere belanghebbenden zitting hebben;

  • j.

    reserve: in de gemeentebegroting opgenomen reserve voor uitvoering van deze verordening, genaamd de "bestemmingsreserve beeldende kunst".

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op:

    • -

      de bouw van gemeentelijke bouwwerken en gebouwen, met uitzondering van woningen;

    • -

      de aanleg van gemeentelijke (infrastructurele) werken zoals o.a.:

      • de bouw van wegen en bruggen;

      • de bouw van tunnels;

      • de bouw van viaducten of kadevoorzieningen;

      • de bouw van groen- en recreatievoorzieningen.

  • 2.

    Deze verordening is tevens van toepassing op:

    • -

      gemeentelijke bijdragen in nieuwbouw van niet-gemeentelijke bouwwerken en gebouwen, met uitzondering van woningen;

    • -

      gemeentelijke bijdragen in aanleg van niet-gemeentelijke werken;

    • -

      indien de gemeentelijke bijdrage tenminste 50% bedraagt of indien de exploitatielasten van deze bouwwerken voor tenminste drie jaar voor 50% of meer warden gedragen.

  • 3.

    Met uitzondering van de kosten in dit toepassingsbereik die ten laste warden gebracht van een grondexploitatie.

  • 4.

    Deze verordening is niet van toepassing indien de kosten van bouw, aanleg, genoemd in artikel 3, lid 3, minder dan € 500.000 bedragen.

 

Artikel 3 Bedrag voor kunstwerken

  • 1.

    In de raming van de kosten binnen het toepassingsbereik zoals in artikel 2 bepaald, wordt een bedrag opgenomen ten behoeve van een of meer kunstwerken.

  • 2.

    Het bedrag bedraagt 1% van de begrote kosten of van de gemeentelijke bijdrage zoals bedoeld in artikel 2, tweede lid. Indien het beoogde bedrag voor het kunstwerk meer dan € 250.000 betreft, besluit het college over de definitieve hoogte.

  • 3.

    Het in lid 2 genoemde percentage wordt berekend over de aanneemsom van het bouwkundig bestek, verhoogd met de kosten van de basisinstallaties voor warmte, water, lucht en licht, dan wel over de gemeentelijke bijdrage in deze kosten en belasting.

 

Artikel 4 Storting in reserve

Het volgens artikel 3 berekende bedrag wordt direct na vaststelling van de desbetreffende begrotingspost of begrotingswijziging in de "bestemmingsreserve beeldende kunst" gestort.

 

Artikel 5 Extra voeding reserve

De reserve wordt behalve volgens artikel 4 gevoed door:

  • a.

    vrijwillige bijdragen van projectontwikkelaars;

  • b.

    bijdragen vanuit fondsen;

  • c.

    andere door de raad aan te wijzen middelen.

 

Artikel 6 Kunstopdrachten

  • 1.

    Het college bepaalt de hoogte van het bedrag waarvoor het kunstwerk(en) gerealiseerd moet(en) worden.

  • 2.

    Het college geeft ten laste van de reserve een of meer kunstopdrachten op basis van vastgesteld beleid.

  • 3.

    Voor de hoogte van het bedrag dat met de kunstopdracht(en) is gemoeid, wordt aansluiting gezocht bij het voorliggende uitvoeringsplan en de opdrachtverstrekking.

  • 4.

    Het college kan op basis van vastgesteld beleid een plaats in de gemeente aanwijzen waarvoor een kunstopdracht(en) gerealiseerd moet worden.

  • 5.

    Aan de reserve kunnen ook middelen worden onttrokken ter financiering of voorfinanciering van herstel van schade of van niet-planmatig onderhoud aan gemeentelijke kunstwerken.

  • 6.

    Naar het oordeel van het college noodzakelijke kosten die de kunstcommissie maakt bij het adviseren over het kunstwerk kunnen worden vergoed uit de reserve. Deze kosten worden nader uitgewerkt in het Huishoudelijk Reglement.

 

Artikel 7 Deskundigenadvies

  • 1.

    Het college gaat over tot een kunstopdracht nadat advies hier over is ingewonnen bij de kunstcommissie beeldende kunst.

  • 2.

    Participatie van inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden, maakt onderdeel uit van het gehele proces en ten minste een inwoner is lid van de kunstcommissie beeldende kunst.

  • 3.

    De kunstcommissie adviseert in ieder geval over:

    • a.

      de wijze van besteding van de beschikbare gelden;

    • b.

      de formulering van de opdracht;

    • c.

      de keuze van de beeldende kunstenaar(s) aan wie een opdracht kan worden verleend en de wijze waarop de keuze moet worden gemaakt;

    • d.

      de kwaliteit van de door de beeldende kunstenaars ingediende ontwerpen en voorstellen, alsmede de daarop betrekking hebbende kostenramingen en begrotingen en over de kwaliteit van het eindresultaat;

    • e.

      de verlening van de definitieve kunstopdracht.

  • 4.

    Verdere werkzaamheden van de kunstcommissie en alles wat nodig is om het functioneren zo goed mogelijk te laten verlopen worden in een Huishoudelijk Regelement uitgewerkt.

 

Artikel 8 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord de kunstcommissie.

 

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De Verordening Percentageregeling voor beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen, vastgesteld op 17 maart 2011, wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als:" Verordening Percentageregeling beeldende kunst en vormgeving gemeente Assen 2022".

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 mei 2022.

De raad voornoemd,

M.L.J. Out, voorzitter

J. de Jonge, griffier