Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oost Gelre

Verordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOost Gelre
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre
CiteertitelVerordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 84 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-04-2023nieuwe regeling

18-04-2023

gmb-2023-181275

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Oost Gelre;

 

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gelet op artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 84 Gemeentewet;

 

besluiten vast te stellen de ‘Verordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre’

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • 2.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

  • 3.

    college: college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

De secretarissen van de commissie zijn door het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar.

  • 2.

    Zij kunnen eenmaal herbenoemd worden voor een periode van maximaal 4 jaar.

  • 3.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af indien zij een leeftijd van 70 jaar hebben bereikt.

  • 5.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Daarna wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden. Hierbij geeft het bestuursorgaan een uitleg over het vervolg van de procedure en de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.

Artikel 7 Vooronderzoek en informele behandeling

  • 1.

    Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld alvorens het verder in behandeling te nemen.

  • 2.

    De informele aanpak start door kort na binnenkomst van het bezwaarschrift hierover contact op te nemen met de bezwaarmaker en de voorbereider van het primaire besluit.

  • 3.

    Als het bezwaar in de minne wordt geschikt, legt het bestuursorgaan de gemaakte afspraken schriftelijk vast en neemt het zo nodig een nieuw besluit.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie

    • a.

      verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid);

    • b.

      stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6):

    • c.

      verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);

    • d.

      ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);

    • e.

      al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid)

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    Indien de commissie op grond van artikel 7:3 Awb besluit af te zien van het horen, doet de voorzitter van de commissie daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 3.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 4.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet.

Artikel 14 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb, kan zowel schriftelijk als digitaal worden vastgelegd.

  • 2.

    Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname, die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking kan worden gesteld.

  • 3.

    De secretaris maakt in afwijking van het tweede lid een schriftelijk verslag van het besprokene indien:

    • a.

      een belanghebbende of diens gemachtigde geen toestemming heeft gegeven voor het maken van een geluidsopname;

    • b.

      een belanghebbende of het verwerend orgaan daarom verzoekt of

    • c.

      op verzoek van een gerechtelijke instantie in het geval van een (hoger)beroepsprocedure.

  • 4.

    Het schriftelijke verslag houdt een korte zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 5.

    Het schriftelijke verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 6.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die als bijlage aan het verslag kunnen worden toegevoegd.

  • 7.

    Het schriftelijke verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder eventuele medezending van het verslag, als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 18 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks voor 1 juli aan het betreffende bestuursorgaan schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is bekend gemaakt.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De ‘Verordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre’ zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 februari 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening adviescommissie voor bezwaarschriften gemeente Oost Gelre’.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 april 2023.

De raad van de gemeente Oost Gelre,

raadsgriffier,

J. Vinke

voorzitter,

A.H. Bronsvoort