Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024
CiteertitelSubsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt op 1 janauri 2025.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Subsidieverordening Rotterdam 2014

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-04-2023nieuwe regeling

18-04-2023

gmb-2023-179809

2023, nummer 67

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

 

gelezen het voorstel van de wethouder Welzijn, Samenleven, Sport en Digitale Inclusie van 18 april 2023 registratienummer M2304-529;

 

gelet op artikel 3, derde lid, artikel 4, tweede lid, artikel 7, derde lid, van de SVR 2014;

 

overwegende, dat het gewenst is om de inzet van preventieve innovaties en effectieve preventieve interventies die gericht zijn op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij jeugdigen en ouders, bijdragend aan veilig, gezond en kansrijk opgroeien, op het gebied van lokaal jeugdbeleid, te stimuleren;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    beleidsnotitie: notitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2024 ‘Versterken en Voorkomen’ van 17 april 2023;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    gebied: gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Verordening op de Wijkraden 2022;

  • -

    jeugdpreventie: geheel van preventieve innovaties en preventieve interventies die gericht zijn op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij jeugdigen en ouders, bijdragend aan veilig, gezond en kansrijk opgroeien;

  • -

    opvoeder; persoon niet zijnde de ouder, die zich beroepshalve toelegt op het onderwijzen of begeleiden van de jeugdige;

  • -

    ouder: ouder of verzorger dan wel aanstaande ouder of verzorger van de jeugdige;

  • -

    preventieve innovaties: eenmalige nieuwe aanpakken die bijdragen aan de doelen van de beleidsnotitie en deze subsidieregeling;

  • -

    preventieve interventies: jaarlijkse universele, selectieve of geïndiceerde aanpakken.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidie voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij jeugdigen en die betrekking hebben op:

    • a.

      het versterken van sociaal-emotionele vaardigheden van jeugdigen;

    • b.

      het voorkomen en terugdringen van psychosociale problematiek bij jeugdigen;

    • c.

      het voorkomen van problematiek bij jeugdigen met ouders met psychische problemen, een verslaving of een verstandelijke beperking;

    • d.

      het versterken van opvoedvaardigheden van ouders; of

    • e.

      het voorkomen en terugdringen van middelengebruik en verslaving bij alle jeugdigen met extra aandacht voor risicogroepen.

  • 2.

    Indien een activiteit betrekking heeft op een innovatie, dan voldoet deze activiteit ten minste aan één van de volgende criteria:

    • a.

      er wordt een nieuwe aanpak of interventie ontwikkeld;

    • b.

      er wordt een bestaande effectieve preventieve interventie eenmalig doorontwikkeld ten behoeve van:

      • 1°.

        een nieuwe groep jeugdigen, opvoeders en ouders; of

      • 2°.

        een nieuwe setting in de wijk, school, thuis of online;

    • c.

      er wordt een effectieve preventieve interventie uit het buitenland aangepast aan de Nederlandse context, of voor zover van toepassing, aan de Rotterdamse context;

    • d.

      er wordt een activiteit uitgevoerd die aansluit op eerder gesubsidieerde, identieke activiteiten, waarbij geldt dat deze aaneengesloten activiteiten geen langere periode bestrijken dan twee kalenderjaren.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie kan worden verstrekt aan aanbieders met rechtspersoonlijkheid die preventieve innovaties of preventieve interventies bieden aan:

  • a.

    jeugdigen tot en met 17 jaar en hun ouders woonachtig in de gemeente Rotterdam;

  • b.

    jeugdigen tot en met 17 jaar die voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs volgen aan een school in Rotterdam, die niet in Rotterdam woonachtig zijn, en hun ouders;

  • c.

    jeugdigen tot en met 22 jaar die, ongeacht hun woonplaats, onderwijs volgen aan een school in Rotterdam en verdovende middelen gebruiken; of

  • d.

    personen met een kinderwens en aanstaande ouders die behoefte hebben aan het verwerven van opvoedvaardigheden.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend de volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    loonkosten in verband met de inzet van gekwalificeerde medewerkers, volgens de van toepassing zijnde gemiddelde cao-conforme uurtarieven;

  • b.

    kosten verbonden aan de benodigde locatie die een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten;

  • c.

    materiaal- en activiteitkosten voor zover deze een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 een subsidieplafond van € 11.340.000. Dit bedrag is uitgesplitst naar de volgende deelplafonds:

  • a.

    € 400.000 voor preventieve innovaties;

  • b.

    € 10.940.000 voor preventieve interventies.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    De verstrekking van de subsidies voor preventieve innovaties geschiedt op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De verstrekking van de subsidies voor preventieve interventies geschiedt op basis van de door het college aangebrachte rangschikking, genoemd in artikel 8, tweede lid, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 8 Beoordelingscriteria

  • 1.

    De subsidieaanvragen voor een preventieve innovatie zijn voorzien van een onderbouwing op de volgende criteria:

    • a.

      aantoonbare meerwaarde van de nieuwe aanpak ten opzichte van reeds bestaande onderbouwde en effectieve aanpakken;

    • b.

      aantoonbare bijdrage van de nieuwe aanpak aan de doelen en factoren van de beleidsnotitie;

    • c.

      aantoonbare kwaliteit van uitvoering;

    • d.

      de kosten van de nieuwe aanpak.

  • 2.

    De subsidieaanvragen voor een preventieve interventie worden beoordeeld op de volgende criteria waar puntenscores aan verbonden worden:

    • a.

      aantoonbare bijdrage van aanpak aan de doelen, factoren en subsidiethema’s van de beleidsnotitie: max. 30 punten;

    • b.

      aantoonbare effectiviteit van de aanpak die wordt bepaald door het opgenomen zijn in en de beoordeling door één van de landelijke databanken met effectieve interventies, genoemd in bijlage 2: max. 30 punten;

    • c.

      aantoonbare kwaliteit van uitvoering: max. 30 punten;

    • d.

      aantoonbare bijdrage van de aanpak aan een evenwichtig aanbod aan jeugdpreventie in Rotterdam met daarbij een goede verdeling over:

      • 1°.

        de in de beleidsnotitie genoemde subsidiethema’s;

      • 2°.

        universele, selectieve en geïndiceerde vormen van preventie;

      • 3°.

        de verschillende wijken en gebieden binnen de gemeente Rotterdam;

      • 4°.

        totaal: max. 30 punten.

    • e

      de te maken kosten van de aanpak: max. 30 punten.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden elektronisch ingediend door invulling van het door het college vastgestelde aanvraagformulier op de website https://www.rotterdam.nl/loket/subsidie-jeugdpreventie-2024/ .

  • 2.

    Subsidie voor preventieve innovatie kan vanaf de datum van inwerkingtreding voor maximaal het kalenderjaar 2024 worden aangevraagd.

  • 3.

    Subsidie voor preventieve interventie kan ook als jaarlijkse subsidie worden aangevraagd als in het voorafgaande kalenderjaar subsidie voor preventieve interventie is ontvangen.

Artikel 10 Subsidieverplichtingen

Voor de subsidieontvanger gelden de volgende verplichtingen:

  • a.

    De subsidieontvanger zet bij de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden uitsluitend professionals en vrijwilligers met een Verklaring Omtrent het Gedrag in die bij de aanvang van de werkzaamheden niet ouder is dan drie maanden;

  • b.

    de subsidieontvanger informeert de organisatie die de jeugdige voor de interventie van de subsidieontvanger heeft aangemeld tijdig als de complexiteit van de problematiek te groot is voor haar interventie, als het traject tussentijds wordt beëindigd of als het traject wordt afgerond;

  • c.

    de ontvanger van een subsidie voor preventieve innovatie werkt er op eerste verzoek van het college onverwijld aan mee dat de resultaten voortvloeiend uit hetgeen met de subsidie is gefinancierd, voor de gemeente en derden vrij toegankelijk worden gemaakt, door in ieder geval mee te werken aan het tot stand komen van een overeenkomst waarin aan het college om niet wordt verleend:

    • 1°.

      een alomvattend, eeuwigdurend, onherroepelijk, ongelimiteerd, niet aan een specifiek doel gebonden, gebruiks-, verveelvoudigings-, openbaarmakings- en wijzigingsrecht op alle, al dan niet afgeronde, resultaten voortvloeiend uit hetgeen direct, indirect, deels of volledig met de subsidie is gefinancierd; en

    • 2°.

      het niet in omvang beperkte recht om derden, waaronder in ieder geval begrepen, inwoners, samenwerkingspartners en uitvoeringsorganisaties, sub-licenties te verlenen op het gebruik van de, al dan niet doorontwikkelde of door hen door te ontwikkelen, resultaten, zonder enige tegenwerping van intellectuele-eigendomsrechten.

  • d.

    de ontvanger van een subsidie voor preventieve innovatie verzoekt na afloop van de innovatieperiode erkenning door een landelijke databank als bedoeld in bijlage 2 op minimaal het niveau theoretisch goed onderbouwd, of start een wetenschappelijk onderzoek dat gericht is op erkenning van de innovatie.

Artikel 11 Verantwoording en monitoring

  • 1.

    De subsidieontvanger levert, de monitoringsitems, genoemd in bijlage 1 bij deze regeling, gelijktijdig aan met de eindrapportage en eventuele tussentijdse rapportages. Hierbij maakt de subsidieontvanger gebruik van het verplichte monitoringformat dat door het college wordt bijgevoegd bij de verleningsbeschikking.

  • 2.

    De subsidieontvanger levert bij de eindrapportage en eventuele tussentijdse rapportages, het ingevulde monitoringformat aan, met daarin de gerealiseerde resultaten ten opzichte van de totaal gesubsidieerderesultaten waarbij in de inhoudelijke rapportage wordt beschreven:

    • a.

      de prognose voor de resterende periode;

    • b.

      in hoeverre de resultaten hebben geleid tot gewenste effecten en daarmee hebben bijgedragen aan het maatschappelijk resultaat;

    • c.

      op welke wijze monitoringsitems hebben geleid tot leren en verbeteren van resultaten ten behoeve van het maatschappelijk resultaat.

  • 3.

    De subsidieontvanger levert de monitoringsitems geanonimiseerd aan.

  • 4.

    De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk melding aan het college indien:

    • a.

      niet alle monitoringsitems kunnen worden geleverd;

    • b.

      het aanleveren van bepaalde monitoringsitems volgens de subsidieontvanger niet bijdraagt aan het doel om inzicht te geven in de resultaten, de effecten van de activiteiten, het bereik en de leeropbrengst;

    • c.

      volgens de subsidieontvanger relevante monitoringsitems ontbreken.

  • 5.

    De ontvanger van een subsidie voor preventieve innovatie, levert bij de eindrapportage een theoretisch goed onderbouwde beschrijving van de aanpak of interventie in. Daarnaast levert deze subsidieontvanger een update van de voortgang in, dan wel het resultaat van indiening van de interventie bij een landelijke databank voor effectieve interventies, genoemd in bijlage 2 van deze regeling.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2025.

  • 2.

    Deze regeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de vervaldatum van deze subsidieregeling.

Artikel 13 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 april 2023

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Bijlage 1 - Monitoringsitems als bedoeld in artikel 11 van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024

 

Individuele/ groepsinterventies

Gezinsinterventies

Schoolinterventies op klasniveau

 

Per interventie benoemen:

Per interventie benoemen:

Per interventie benoemen:

Naam interventie

Naam interventie

Naam interventie

Soort deelnemers (doelgroep interventie)

Soort deelnemers (doelgroep interventie)

Soort deelnemers (doelgroep interventie)

Geslacht van de deelnemers

Geslacht van de deelnemers

Aantal beschikte deelnemers in 2024

Aantal beschikte deelnemers in 2024

Aantal gestarte deelnemers in 2024

Aantal gestarte deelnemers

Aantal gestarte deelnemers in 2024

Aantal deelnemers aangemeld door…

Aantal deelnemers aangemeld door…

Aantal deelnemers dat de interventie succesvol heeft afgerond in 2024

Aantal deelnemers dat de interventie succesvol heeft afgerond in 2024

Aantal klassen dat de interventie succesvol heeft afgerond in 2024

Aantal deelnemers dat tussentijds uitviel in 2024

Aantal deelnemers dat tussentijds uitviel in 2024

Aantal deelnemers dat tussentijds uitviel in 2024

Uitvalpercentage

Uitvalpercentage

Uitvalpercentage

Toelichting op voortijdige uitval

Toelichting op voortijdige uitval

Toelichting op voortijdige uitval

Aantal deelnemers doorverwezen naar andere interventies / hulp

Aantal deelnemers doorverwezen naar andere interventies / hulp

Aantal deelnemers doorverwezen naar andere interventies / hulp

Naar welke interventies / hulp is doorverwezen?

Naar welke interventies / hulp is doorverwezen?

Naar welke interventies / hulp is doorverwezen?

Gemiddelde cliënttevredenheid (cijfer)

Gemiddelde cliënttevredenheid (cijfer)

Gemiddelde cliënttevredenheid (cijfer)

Doelrealisatie en/of effect

Doelrealisatie en/of effect

Doelrealisatie en/of effect

 

Per kind of ouder:

Per gezin:

Per klas:

Locatie waar de interventie is uitgevoerd

Aantal ouders dat deelnam

Naam school

Geboortejaar / leeftijd (-categorie) van de deelnemers

Geboortejaar / leeftijd (-categorie) van de deelnemers

Wijk (4 cijfers van de postcode waar deelnemer woont)

Aantal kinderen dat deelnam

Postcode school (cijfers en letters)

Startdatum interventie

Locatie waar de interventie is uitgevoerd

Leerjaar / klas

Einddatum interventie

Wijk (4 cijfers van de postcode waar deelnemer woont)

Aantal kinderen (dat bij de start v/d interventie in de getrainde klas / school zat)

Aantal gesprekken/sessies waar de interventie uit bestaat

Startdatum interventie

Aantal gesprekken/sessies waar de interventie uit bestaat

Aantal gesprekken/ sessies bijgewoond

Einddatum interventie

Succesvol afgerond in 2024 ja/nee

Succesvol afgerond in 2024 ja/nee

Aantal gesprekken/sessies waar de interventie uit bestaat

Cliënttevredenheid leerlingen (cijfer)

Reden voortijdige beëindiging

Aantal gesprekken/ sessies bijgewoond

Cliënttevredenheid leerkrachten (cijfer)

Succesvol afgerond in 2024 ja/nee

Doelrealisatie en/of effect

Reden voortijdige beëindiging

Bijlage 2 - Overzicht van landelijke databanken met effectieve interventies als bedoeld in artikel 8, 10 en 11 van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2024

 

Thema's

Beheerder

Databank

Leefstijlinterven-ties

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), afdeling Gezond Leven

Interventiedatabase Loketgezondleven

Jeugd: Gewone opvoeding en ontwikkeling

Nederlands Jeugdinstituut (NJi)

Databank Effectieve Jeugd interventies

Jeugdgezondheidszorg en preventie jeugd

Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ)

Interventiebibliotheek NCJ

Sport en bewegen

Kenniscentrum Sport & Bewegen i.s.m. RIVM, afdeling Gezond Leven

Sport- en beweeginterventies

Welzijn, participatie, sociale zorg

Movisie; Landelijk Kennisinstituut Sociale Vraagstukken

Databank Effectieve sociale interventies

Langdurende zorg

Vilans

Databank langdurende zorg

Langdurige GGZ Geestelijke gezondheidszorg

Trimbos

Overzicht erkende interventies

E-health

De Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) en Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR)

GGD Appstore

Algemene toelichting

Rotterdamse kinderen en jongeren groeien kansrijk, veilig en gezond op. Dat is sinds 2015 dé ambitie die Rotterdam heeft voor de jeugd. In dat jaar werd de basis voor het huidige jeugdbeleid gelegd met het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’. De gemeente zet daarbij in op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek. In de Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie 2024 ‘Versterken en Voorkomen’ is vervolgens bepaald dat we dit doen door effectieve preventieve inzet te subsidiëren via deze subsidieregeling. De inzet is gericht op beschermende factoren en risicofactoren die volgens de wetenschap een rol spelen in de ontwikkeling van jeugdigen, zoals bijeengebracht in het Rotterdamse Factorenmodel waarbij effectiviteit en onderbouwing voorop staan.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

In dit artikel wordt aangegeven dat deze subsidieregeling uitsluitend van toepassing is op het stimuleren van effectieve preventieve interventies, of preventieve innovaties op het gebied van lokaal jeugdbeleid. Dit geschiedt door middel van verstrekking van subsidie voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

 

Thema’s die en bijbehorend aanbod dat uitdrukkelijk niet onder het Subsidiekader Jeugdpreventie vallen, zijn:

  • Jeugdhulp

  • Onderwijsbeleid ‘Gelijke kansen voor elk talent’

  • Universele aanpakken, interventies en innovaties in het primair onderwijs, die gericht zijn op het versterken van sociaal emotionele vaardigheden

  • Hulp bij of voorkomen van voortijdig schoolverlaten

  • Mentoringtrajecten

  • Welzijn

  • Gebiedsgerichte interventies die vanuit Couleur Locale worden gefinancierd

  • Rechtshulp en mediation

  • Schoolmaatschappelijk werk en voorschoolmaatschappelijk werk

  • Sociaal-medische indicaties en Kinderopvang plus

  • ‘Positive Behavior Support (PBS) in de Wijk’

  • Zorg op basis van de zorgverzekeringswet

  • De jeugdgezondheidszorg (JGZ), Rijksvaccinatieprogramma en het aanvullend preventief pakket van het CJG

Artikel 3 Te subsidiëren activiteiten

Het college wenst alleen preventieve innovaties of preventieve interventies te subsidiëren die gericht zijn op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij de doelgroep jeugdigen, opvoeders en ouders binnen en buiten Rotterdam.

 

Artikel 4 Doelgroep

Het is de wens van het college om alleen subsidie te verstrekken aan rechtspersonen die preventieve aanpakken of interventies uitvoeren. Het gaat hierbij primair om een aanbod voor jeugdigen tot 18 jaar uit de gemeente Rotterdam of om universeel preventief aanbod voor jeugdigen die naar Rotterdamse scholen voor voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs gaan, maar zelf niet in Rotterdam wonen en hun ouders. Als uitzondering houdt het college bij het subsidiethema opvoedvaardigheden de mogelijkheid open voor inzet voor aanstaande ouders bij wie uiterlijk een maand voor de bevalling een behoefte aan het verwerven van opvoedvaardigheden wordt vastgesteld.

Bij het subsidiethema middelengebruik is een aanbod mogelijk voor jeugdigen tot 23 jaar.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Het college onderscheidt een drietal categorieën subsidiabele kosten. Deze staan in dit artikel vermeld.

 

Artikel 6 Subsidieplafond

Tegen de achtergrond van de eindigheid van de voor 2024 beschikbare middelen, heeft het college voor de preventieactiviteiten een subsidieplafond vastgesteld. Dit valt uiteen in een tweetal deelplafonds, die zijn vermeld in artikel 6.

 

Artikel 7 Wijze van verdeling

Het college heeft voor de in artikel 3 vermelde subsidiecategorieën verschillende wijzen van verdeling opgesteld. Deze zijn uitgewerkt in artikel 7. Voor de categorie preventieve innovaties geldt dat volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend, op volgorde van binnenkomst worden verdeeld, waarbij eerdere aanvragen voorrang hebben boven latere. Voor de categorie preventieve interventies geldt een tendersysteem, waarbij de in artikel 8 vermelde maximale puntenscores de uiteindelijke rangschikking bepalen.

 

Artikel 8 Beoordelingscriteria

Het college hanteert een viertal inhoudelijke beoordelingscriteria voor subsidieaanvragen voor preventieve innovaties en een vijftal voor preventieve interventies. In de beschikkingen die naar aanleiding van de aanvragen voor preventieve interventies worden genomen licht het college de puntenscores op de afzonderlijke onderdelen die maximaal 30 punten kunnen bedragen en daarmee de eindscore, toe.

Bij het vijfde criterium voor preventieve interventies beoordeelt het college onder andere of de loonkosten van bijvoorbeeld begeleiders marktconform zijn.

 

Artikel 9 Aanvraag

Voor een aanvraag, stelt het college aanvraagformulieren verplicht die gepubliceerd zijn op https://www.rotterdam.nl/loket/subsidie-jeugdpreventie-2024/ onder het kopje ‘meesturen’. Deze formulieren moeten vervolgens op het vermelde webadres worden ingediend via de knop ‘aanvragen subsidie’.

Volgens de regels van de SVR 2014 voor eenmalige subsidies dient subsidie voor preventieve innovatie uiterlijk 12 weken voor het tijdstip van aanvang van de innovatie te worden aangevraagd. Om een aanvang direct op 1 januari 2024 mogelijk te maken, is een aanvraag op uiterlijk 30 september 2023 noodzakelijk. In verband met de vereiste voorbereidingstijd van de aanvragen is een ruime aanvraagtermijn, vanaf de datum van inwerkingtreding, opgenomen.

Subsidie voor preventieve innovatie kan niet voor een langere periode dan maximaal één kalenderjaar worden aangevraagd.

Subsidie voor preventieve interventie kan echter ieder jaar opnieuw voor het opeenvolgende kalenderjaar worden aangevraagd,

 

Artikel 10 Subsidieverplichtingen

De subsidieontvanger dient invulling te geven aan de in dit artikel vermelde subsidieverplichtingen, waaronder het uitsluitend inzetten van uitvoerende medewerkers met een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag. Ook dient de ontvanger van een eenmalige subsidie voor innovatie op grond van het bepaalde in artikel 10, op eerste verzoek van het college mee te werken aan een uitvoeringsovereenkomst op basis waarvan de gemeente zeker stelt dat zij als subsidieverlener in staat zal zijn om de resultaten van de subsidie op onbeperkte schaal te gebruiken, of door nader aan te wijzen derden te laten gebruiken.

Ten slotte moet de ontvanger van een subsidie voor preventieve innovatie na afloop van de innovatieperiode erkenning door een landelijke databank zoals genoemd in bijlage 2 verzoeken op minimaal het niveau ‘theoretisch goed onderbouwd’ Of wetenschappelijk onderzoek starten gericht op erkenning van de innovatie.

 

Artikel 11 Verantwoording en monitoring

Het college hecht er aan inzicht te verkrijgen in de resultaten, de effecten van de activiteiten, het bereik en de leeropbrengst van de activiteiten. Hierbij hoort onder andere een verplichte rapportage over de resultaten in termen van aantallen aanwezige deelnemers en het bereiken van hun leerdoelen. Maar ook over de effecten in termen van de gevoelsmatige gevolgen van de training op de deelnemers en de verhoging van hun kennisniveau over bepaalde risicofactoren zoals alcoholgebruik. De subsidieontvanger dient deze gegevens tijdig bij het college in te dienen op basis van een verplicht monitoringsformat.