Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goirle

Beleidsnota VVE (en peuteropvang)2023 - 2027

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoirle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsnota VVE (en peuteropvang)2023 - 2027
CiteertitelBeleidsnota VVE (en peuteropvang) 2023-2027
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-2023Nieuwe regeling

11-04-2023

gmb-2023-179497

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsnota VVE (en peuteropvang)2023 - 2027

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Goirle op 11 april 2023.

Inleiding 

Optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in Goirle. Dat is onze ambitie zoals die is omschreven in de Lokale Educatieve Agenda (LEA). We willen dat ieder kind zich volledig kan ontwikkelen. Zijn of haar achtergrond, het opleidingsniveau van ouders of hun financiële situatie mag geen invloed hebben op de schoolprestaties van een kind. Door een kwetsbare thuissituatie hebben sommige kinderen minder kans op een succesvolle schoolloopbaan. Verschillende factoren kunnen eraan bijdragen dat ouders moeite ervaren in het passend ondersteunen en stimuleren van de ontwikkeling van hun kind. Zonder extra steun beginnen deze kinderen dan met een achterstand of vertraging aan het basisonderwijs. Een achterstand die ze vaak niet meer inlopen en waar ze hun hele leven nadeel van ondervinden.

Om de kansen van deze kinderen te vergroten zet de gemeente Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) in. Dit wordt gefinancierd met onderwijsachterstandsmiddelen (OAB middelen) die de gemeente van het rijk ontvangt middels een specifieke uitkering. De budgetten voor de gemeenten zijn recent herverdeeld op basis van nieuwe criteria voor de doelgroep. Het gevolg hiervan is dat veel gemeenten er OAB-middelen bij hebben gekregen. Voor Goirle geldt ook dat het Rijksbudget vanaf 2019 verhoogd is. Daarnaast zijn er een aantal kwaliteitseisen bij gekomen. Zo is het wettelijk verplichte aantal uren voorschoolse educatie (VE) voor doelgroep peuters uitgebreid om de kwaliteit van VVE te verhogen en meer peuters uit de doelgroep te bereiken.

Bovengenoemde recente landelijke en gemeentelijke ontwikkelingen zijn de aanleiding voor het beleidsplan dat voor u ligt. Deze beleidsnota beschrijft de manier waarop de gemeente haar wettelijke taken en verantwoordelijkheden omtrent VVE en peuteropvang invult en hoe zij afspraken maakt met haar samenwerkingspartners. Het beschrijft in grote lijnen wat we als gemeente samen met onze partners willen bereiken.

De opbouw van deze beleidsnota is als volgt:

- Hoofdstuk 1: Visie en doelstelling VVE in Goirle

- Hoofdstuk 2: Kwaliteitskader

- Hoofdstuk 3: Financiering

- Hoofdstuk 4: Monitoring

1. Visie en doelstelling

1.1 Doelstelling beleidsplan VVE 

Het doel van het beleidsplan VVE is dat de kwaliteitseisen duidelijk, zo concreet mogelijk en implementeerbaar zijn en dat ze uitnodigen tot de verdere ontwikkeling van de kwaliteit in de voorschoolse voorzieningen in Goirle. Het is de basis voor de toetsings- en waarderingskaders van de gemeente en de evaluaties van de betrokken partijen. Daarnaast is het de bedoeling om de in het beleidsplan VVE benoemde strategische doelen en kaders te vertalen naar concrete afspraken. Met het beleidsplan VVE wordt daarmee een ‘groeimodel’ neergelegd.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen (wettelijke) eisen en (gemeentelijke) ambities. Deze beleidsperiode werkt de gemeente Goirle in samenwerking met maatschappelijke partners aan haar ambities door concrete afspraken te maken binnen de beschikbare financiële kaders. Kortom, het doel van het beleidsplan VVE 2023-2027 is om een basis te formuleren, dit te monitoren en om daar de komende jaren op door te ontwikkelen en te blijven verbeteren met alle betrokken partijen.

Voor de implementatie van het VVE-beleid in de gemeente Goirle is een VVE-werkgroep samengesteld waarin onder andere gemeente, onderwijs, kinderopvang en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) vertegenwoordigd zijn. In deze werkgroep worden de diverse (beleids)voornemens verder uitgewerkt. Terugkoppeling van de resultaten en de voortgang van de werkgroep VVE vindt plaats in de stuurgroep LEA. Daarbij wordt bekeken of de definitie van de doelgroep nog voldoet, of de kinderen voldoende bereikt worden en of de toeleiding efficiënt verloopt. Waar nodig vindt bijstelling plaats. Daarnaast wordt de doorgaande ontwikkelingslijn geëvalueerd en wordt bekeken hoe de vroegschoolse educatie op de basisscholen wordt uitgevoerd en of dit aansluit op de voorschoolse educatie.

1.2 Wettelijk kader 

Met de invoering van de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE) op 1 augustus 2010 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het realiseren van een voor- en vroegschools (VVE) aanbod van goede kwaliteit en voldoende kwantiteit. Een nevendoel van de wet OKE was het harmoniseren van de kinderopvang en het toenmalige peuterspeelzaalwerk en daarmee een kwaliteitsimpuls geven aan het peuterspeelzaalwerk. De Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk is in januari 2018 in werking getreden. De harmonisatie berust op drie pijlers:

- het versterken van de pedagogische kwaliteit;

- één kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven (voorschoolse voorzieningen);

- één financieringsstructuur voor werkende ouders.

De Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk houdt een wijziging in van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen naar de Wet kinderopvang (WKO). De wijzigingen in kwaliteitseisen zijn apart geregeld in de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang (IKK). Deze wet is ook in januari 2018 inwerking getreden. De nieuwe kwaliteitseisen zijn uitgewerkt in het Besluit kwaliteit kinderopvang en enkele ministeriële regelingen.

De Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie schrijven de verplichtingen voor aan de gemeente, het basisonderwijs en de kinderopvang op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie.

Voorschoolse educatie is bedoeld voor peuters met een (risico op een) taal- en/of ontwikkelingsachterstand op een voorschoolse voorziening. De gemeente heeft sinds 1 augustus 2020 de verplichting om een aanbod van in totaal 960 uur voorschoolse educatie aan deze peuters van 2,5 tot 4 jaar te bieden. Daarnaast ontvangt de gemeente middelen van het Rijk (de zogenaamde Asschermiddelen) om peuters zonder risico op onderwijswijsachterstanden waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag een aanbod peuteropvang te doen. Voor een kleine gemeente als de gemeente Goirle is dit bedrag echter gering.

Vroegschoolse educatie tenslotte is voor kinderen met een onderwijsachterstand in groep 1 en 2 van de basisschool. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) heeft op basis van de Wet publieke gezondheid de taak om te signaleren of een kind een (risico op een) taalachterstand heeft als gevolg van onvoldoende taalaanbod in de eigen omgeving en/of een ontwikkelachterstand als gevolg van in het kind of in de omgeving gelegen factoren. De genoemde wetten tezamen vormen het wettelijk kader van het onderwijsachterstandenbeleid.

1.3 Lokaal kader

In Goirle hebben we onze ambities voor de opgroeiende jeugd vastgelegd in de LEA. We gaan voor optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen en alle kinderen in beeld. Om dit te bereiken zetten we in op het realiseren van kwalitatief en kwantitatief volwaardig aanbod VVE, streven we naar een VVE aanbod in de directe leefomgeving en maken we het aanbod VVE voor ouders financieel toegankelijk.

Rol gemeente

De gemeente Goirle heeft op grond van de WPO en de wet OKE een verplichting tot het aanbieden van voldoende voorschools aanbod in volume, spreiding en kwaliteit voor peuters met een (risico op een) taalachterstand. De Rijksoverheid stelt voor dit beleid een specifieke uitkering beschikbaar aan de gemeente. Deze middelen zijn bedoeld voor:

- voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

- overige activiteiten (naast voor- en vroegschoolse educatie) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal;

- afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuteropvanglocaties;

- monitoren van effecten, indiceren en toeleiden, preventieve en stimulerende activiteiten ter verhoging van het bereik van doelgroepkinderen.

Rol Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

De JGZ heeft een wettelijke taak als het gaat om het systematisch volgen en signaleren van de ontwikkeling van jeugdigen. De JGZ ziet bijna alle kinderen. Ze zijn dan ook een belangrijke samenwerkingspartner op het gebied van signaleren en verwijzen naar voorschoolse voorzieningen. De JGZ verzorgt na het constateren van een (risico op een) onderwijsachterstand en/of ontwikkelachterstand de verwijzing/indicatie naar een peuteropvang met voorschoolse educatie. Het constateren van een (risico op een) onderwijsachterstand en/of ontwikkelachterstand doen zij aan de hand van de gemeentelijk bepaalde doelgroep definitie. Hierin staat wat de voorwaarden zijn om tot indicatiestelling over te gaan. Deze doelgroep definitie wordt later in dit stuk beschreven.

Samenwerking tussen de voor- en vroegschool

Een goede samenwerking tussen de voorschoolse voorziening en de vroegschool (groep 1 en 2 van de basisschool) draagt bij aan een ononderbroken ontwikkeling van kinderen (doorgaande leerlijn). Het gaat daarbij onder andere om: een goede VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool; een tijdige en warme overdracht; afstemming van het aanbod, het pedagogisch handelen, de omgang met ouders en de interne begeleiding en zorg.

2. Kwaliteitskader

2.1 Aanbod Voorschoolse Educatie

In Goirle is er voor alle peuters van 2,5 tot 4 jaar een voorschools aanbod van tenminste twee dagdelen van in totaal 11 uur per week, gedurende 40 weken per jaar. Alle peuters (reguliere en VVE-geïndiceerde) krijgen hierbij eenzelfde kwalitatief aanbod van voorschoolse educatie. Voor de VVE geïndiceerde peuters is er een aanvullend aanbod van 5,5 uur per week (in totaal 16,5 uur verdeeld over 3 dagdelen) gedurende 40 weken.

Het VVE-aanbod vindt waar mogelijk plaats in een Kindcentrum waarin dagopvang, peuteropvang en onderwijs wordt geboden. De aanbieder gebruikt een erkend VVE programma of een werkwijze op basis van een VVE-programma binnen de hele dagopvanggroepen, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

In Goirle zijn er zeven integrale kindcentra (IKC). Hierbij zit zowel de kinderopvang als het basisonderwijs op één locatie. Het gaat om de volgende IKC’s:

  • Naam Kindcentrum

    Kinderopvang

    Basisschool

    VVE aanbod

    KC De Vonder

    De Koningsbeer

    Basisschool De Vonder

    KC Frankische Driehoek

    Kinderopvang De Avonturiers

    Basisscholen De Open Hof en Den Bongerd

    (beoogd VVE per 1-3-2023)

    KC Grobbendonck

    KDV Dikkie Dik en BSO-locatie Villa Op Stelten

    Basisschool De Regenboog

    KC Groote Akkers

    Kinderopvang De Avonturiers

    Basisschool ‘t Schrijverke

    KC Boschkens

    Peuteropvang De Hummeltjes, kinderdagverblijf Breebosch en BSO Villa Kakelbont

    Basisschool De Bron

    VVE sinds 1-09-2022

    KC ‘t Tamboerke

    Humankind kinderopvang

    Basisschool De Kameleon

    VVE

    KC De Kleine Akkers

    Humankind kinderopvang

    Jenaplanschool de Kleine Akkers

2.2 Doelgroep definitie

De verdeling van de onderwijsachterstandsmiddelen is vanaf 2019 gebaseerd op een nieuwe systematiek en nieuwe indicatoren. Voor de bepaling van de doelgroep en de daarmee samenhangende financiering wordt, naast het opleidingsniveau van de ouder(s), dan ook gekeken naar het land van herkomst van de ouder(s), de verblijfsduur in Nederland en of er sprake is van schuldsanering. De cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek bepalen de omvang van de doelgroep per gemeente en daarmee de hoogte van de specifieke uitkering. Gemeenten zijn vrij om hun eigen doelgroep te bepalen.

Goirle hanteert een zogenaamde “brede” doelgroep definitie vanaf 2022. Dit betekent dat het VVE aanbod bedoeld is voor:

1. een kind waarop tenminste één van de CBS indicatoren van toepassing is:

- opleidingsniveau ouders;

- land van herkomst ouders;

- verblijfsduur van de moeder in Nederland;

- ouders in schuldsanering.

2. een kind waarvoor door de JGZ-verpleegkundige van het consultatiebureau op basis van het Van Wiechen ontwikkelingsonderzoek, de omgevingsanalyse (RIVM 2009) én de risicoregistratie een indicatie is afgegeven, met de redelijke verwachting dat deelname van het kind aan de kinderopvang en/of een VVE activiteit effect heeft;

3. een kind waarvoor door de leiding van de kinderopvang (en/of de pedagogisch medewerker) van een gecertificeerde instelling voor kinderopvang ten aanzien van één van de hierna genoemde onderscheidende ontwikkelingsgebieden een indicatie is afgegeven, met de redelijke verwachting dat deelname van het kind aan een activiteit effect sorteert:

- taalontwikkeling;

- denkontwikkeling;

- motorische ontwikkeling;

- sociaal emotionele ontwikkeling.

4. een kind dat door de leiding van de kinderopvang (en/of de pedagogisch medewerker) van een gecertificeerde instelling voor kinderopvang bij de warme overdracht naar de basisschool nog steeds wordt aangemerkt als doelgroepkind, zoals hierboven benoemd, met de redelijke verwachting dat deelname van het kind aan extra stimulering effect sorteert;

5. een kind waarvoor door de leerkracht van een instelling voor basisonderwijs is vastgesteld dat het volgens het kindvolgsysteem op het ontwikkelingsgebied taal onvoldoende of matig scoort, met de redelijke verwachting dat deelname van het kind aan extra stimulering effect sorteert.

2.3 Bereik van de doelgroep

Zoals benoemd in de LEA is de ambitie van de gemeente Goirle: optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen en alle kinderen in beeld. De gemeente geeft hier vorm aan door zich in te zetten voor het bereiken van alle doelgroepkinderen. Dit doen we door de locaties die voorschoolse educatie aanbieden te spreiden over de gemeente, zodat voor alle doelgroepkinderen dicht bij huis VE aanbod is. Daarnaast werken we samen met JGZ en de peuteropvang aan een goede toeleiding van deze kinderen naar voorschoolse educatie. Zodat ouders de weg weten te vinden naar het VE aanbod en hier ook gebruik van maken. Dit komt samen in de LEA werkgroep VVE.

Jeugdgezondheidszorg geeft de indicatiestelling voor doelgroepkinderen af. Belangrijk bij het signaleren van een taal- en/ of ontwikkelachterstand is dat JGZ de oorzaak van de (taal)achterstand in beeld brengt. Dit kan zijn door onvoldoende taalaanbod uit de omgeving, maar ook door een (taal)ontwikkelingsstoornis bij het kind. In het laatste geval is deelname aan een VVE-programma meestal niet de oplossing, maar is verdere diagnostiek of behandeling nodig. De JGZ zal bij het bepalen van de doelgroepkinderen steeds kijken naar het kind, zijn ouders en de bredere opvoedingscontext.

Organisaties voor kinderopvang zijn ook een belangrijke vindplaats voor het bereiken en toeleiden van doelgroepkinderen naar voorschoolse educatie. Het kan voorkomen dat een kind op de kinderopvang komt en dat daar wordt geconstateerd dat het kind een risico loopt op een taal- of ontwikkelachterstand of dat er factoren zijn ontwikkeling negatief beïnvloeden. De kinderopvang neemt, na afstemming met de ouders, contact op met jeugdgezondheidszorg. Het consultatiebureau roept de ouders van het betreffende kind op en beoordeelt of een indicatie voor VVE nodig is. Het is dus echt een gezamenlijke inspanning rondom indicatiestelling.

Deelname aan een VVE programma is vrijwillig. Ouders kunnen niet worden gedwongen om na een indicatiestelling hun kind deel te laten nemen aan voorschoolse educatie. In de contactmomenten van jeugdgezondheidszorg met de ouders zullen ouders wel gestimuleerd worden om hun kind deel te laten nemen aan het peuterprogramma of het VVE-programma als dit van toepassing is.

2.4 Resultaatafspraken vroegschoolse educatie

De gemeente heeft in het kader van de wet op het primair onderwijs de wettelijke verplichting om met schoolbesturen resultaatafspraken te maken over de vroegschoolse educatie. Om resultaatafspraken te kunnen maken zal er eenduidigheid moeten komen in de manier van werken tussen onderwijs en kinderopvangorganisaties.

De onderwijsinspectie stelt een kwaliteitskader op voor het beoordelen van de kwaliteit op scholen. Vanuit dit kader is de gemeente verplicht om af te stemmen met de vroegschoolse voorzieningen op de volgende punten:

- Aanbod: het aanbod bereidt leerlingen voor op vervolgonderwijs;

- Zicht op ontwikkeling en begeleiding: de school volgt de ontwikkeling van leerlingen en biedt waar nodig de passende begeleiding en extra ondersteuning;

- Pedagogisch en educatief handelen: het handelen van leraren stelt leerlingen in staat om zich te ontwikkelen.

Tijdens het overleg in de werkgroep VVE zal nader worden besproken welke resultaatafspraken het best passend zijn binnen de gemeente Goirle.

3. Financiering

3.1 Uitgangspunten

Voor- en vroegschoolse educatie is voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 6 jaar. De gemeente Goirle ontvang hier voor OAB middelen vanuit het Rijk en heeft ten aanzien van de peuters van 2,5 tot 4 jaar een wettelijke verplichting. De gemeente wenst binnen het verstrekte budget te blijven en zet gezien de wettelijke verplichtingen in op een kind gebonden gemeentelijke financiering voor peuters die gebruik maken van een door de gemeente Goirle erkende voorschoolse voorziening.

3.2 Ouderbijdrage

Voorschoolse educatie moet voor ouders laagdrempelig en financieel toegankelijk zijn. Gemeenten mogen een inkomensafhankelijke bijdrage aan ouders vragen (op grond van de wet OKE). Deze bijdrage is voor ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen, maximaal de hoogte van de bijdrage die ouders betalen indien ze de maximale kinderopvangtoeslag ontvangen. Op deze manier staat de bijdrage van ouders die de kinderopvangtoeslag ontvangen in verhouding tot de vergoeding die de gemeente vraagt. Ouders die de eigen bijdrage niet kunnen betalen kunnen bij de gemeente een verzoek indienen voor bijzondere bijstand.

Er zijn 4 categorieën ouders te onderscheiden:

  • Type ouder

    VVE doelgroep peuter

    Reguliere peuter

    Geen recht op kinderopvangtoeslag

    Aangewezen op de gemeente

    voor financiering van zowel het

    reguliere als het aanvullende VVE gedeelte.

    Aangewezen op de gemeente

    voor financiering.

    Wel recht op kinderopvangtoeslag

    De gemeente is enkel

    verantwoordelijk voor de

    aanvullende VVE uren. De

    reguliere uren lopen via de

    Belastingdienst.

    Financiering verloopt via de

    Belastingdienst.

Als ouders zijn aangewezen op de gemeente voor financiering, dan stelt de aanbieder vast welke inkomensafhankelijke bijdrage ouders dienen te betalen. Dit op basis van de adviestabel ouderbijdrage peuterwerk door Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG). Verrekening vindt plaats tussen gemeente en aanbieder.

3.3 Besteding middelen van het Rijk

Vanuit het Rijk ontvangt de gemeente Goirle in 2023 € 184.262,- aan middelen die zij moet besteden aan het onderwijsachterstandenbeleid en € 1.511,- vanuit de zogenaamde Asschermiddelen. De Asschermiddelen zijn bedoeld voor het toegankelijk houden van de peuteropvang voor ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen. Ouders die geen kinderopvangtoeslag ontvangen moeten wel een eigen bijdrage betalen.

Het onderwijsachterstandenbeleid van de gemeente Goirle bestaat uit meer dan alleen de financiering van de voorschoolse educatie. De OAB middelen worden ook ingezet voor de Boekstartcoach, de taalklas en voor de monitoring van het VVE beleid. Afhankelijk van de hoogte van het OAB budget, maakt de gemeente hier zelf middelen voor vrij uit het gemeentefonds. Het uitgangspunt is om het OAB budget op te maken, als dit budget niet toereikend is dan legt de gemeente hier op bij.

4. Monitoring

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van het VVE-beleid en daarmee ook voor het verzorgen en bewaken van een goede kwaliteit. Om dit te kunnen doen is inzicht nodig in de uitvoering van dit beleid, zoals het bereik, de kwaliteit en de effecten. Dit noemen we monitoring.

Het is van belang om de uitvoering en de opbrengsten van dit beleidskader in kaart te brengen, conclusies te trekken, de afspraken te evalueren en het beleid waar mogelijk te verbeteren. Zo wordt geëvalueerd of de goede dingen worden gedaan en of de dingen goed gedaan worden. Dit proces heet de kwaliteitscyclus.

4.1 Kwaliteitscyclus

Voor het inrichten van de kwaliteitscyclus wordt de Plan-Do-Check-Act cyclus gehanteerd:

Plan: afspraken maken

Met de voorliggende notitie als kader gaat de gemeente de komende periode met de samenwerkingspartners nadere (werk)afspraken maken over de te bereiken (sub)doelen, de onderliggende doelstellingen en de acties om die te bereiken. Dit doen we in de werkgroep VVE van de LEA met de aanbieders van de peuteropvang en de GGD.

Do: uitvoering

Gezamenlijk wordt zo invulling gegeven aan het gemeentelijk beleid. De gemeente heeft de regie over de werkzaamheden. We kijken welke acties en/of projecten prioriteit hebben en uitgevoerd gaan worden. Dit doen we binnen de bestaande overleggen zoals de werkgroep VVE. Hier zitten alle partijen met elkaar aan tafel en werken we al samen aan de doelen zoals beschreven in de LEA.

Check: verloopt alles volgens afspraak en welke resultaten worden behaald?

Samen met de betrokken partners houden we vinger aan de pols over de voortgang. In hoeverre zijn de afspraken nagekomen? Welke resultaten zijn behaald en wat waren hierbij succesfactoren en knelpunten? Bereiken we de peuters uit de doelgroep in Goirle voldoende?

Act: hoe nu verder?

Op basis van de uitkomsten van check worden bestaande activiteiten aangepast of doorgezet en, indien nodig, worden nieuwe plannen gemaakt. Op deze manier zijn we voortdurend in ontwikkeling met elkaar om optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in Goirle te realiseren.

De uitvoering en de uitkomst van de kwaliteitscyclus worden jaarlijks in het bestuurlijk overleg van de LEA besproken. Op basis hiervan kijken we waar, indien nodig, bijgestuurd moet worden.