Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Subsidieverordening exploitatie- en investeringsbijdrage buitensport gemeente Putten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening exploitatie- en investeringsbijdrage buitensport gemeente Putten
CiteertitelSubsidieverordening exploitatie- en investeringsbijdrage buitensport gemeente Putten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpOnderwijs, educatie, cultuur. sport en recreatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-04-2023Nieuwe regeling

13-04-2023

gmb-2023-177293

1539524

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening exploitatie- en investeringsbijdrage buitensport gemeente Putten

De raad van de gemeente Putten;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 februari 2023, nr. 1539524;

 

gelet op het bepaalde in artikel 149 van gemeentewet;

 

besluit:

 

de 'Subsidieverordening exploitatie- en investeringsbijdrage buitensport gemeente Putten' vast te stellen.

Artikel 1 Reikwijdte van deze verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van een subsidie door burgemeester en wethouders ter tegemoetkoming voor:

    • a.

      investeringen in nieuwbouw of renovatie aan direct sport gebonden basisvoorzieningen;

    • b.

      de exploitatielasten voor het uitvoeren van groot onderhoud aan de sportvelden.

 

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    sportvereniging:

    een vereniging of aan de sportverenigingen gelieerde onderhoudsstichting, met volledige rechtsbevoegdheid, die statutair gevestigd is in de gemeente Putten en in de gemeente Putten lichamelijke sportactiviteiten verzorgt en die is aangesloten bij een sportbond, welke is aangesloten bij het NOC/NSF;

  • b.

    onderhoudsstichting:

    een volledige rechtspersoonlijkheid bezittende stichting, statutair gevestigd in de gemeente Putten, die als statutaire doelstelling heeft het zonder winstoogmerk onderhouden van sportvelden van een of meerdere buitensportenverenigingen in de gemeente Putten;

  • c.

    lichamelijke sportactiviteiten:

    een sport die vanuit verenigingsverband wordt beoefend als bedoeld:

    • Voetbal

    • Tennis

    • Korfbal

    • Fietscross

    • Schietsport

    • Hippische sport

  • d.

    exploitatiebijdrage:

    een jaarlijkse bijdrage voor onderhoud aan onoverdekte sportterreinen;

  • e.

    investeringssubsidie:

    een incidentele subsidie voor nieuwbouw of uitbreiding van een direct sport gebonden basisvoorzieningen van een buitensportvereniging;

  • f.

    direct sport gebonden basisvoorziening:

    dit zijn accommodatieonderdelen van buitensportenverenigingen en noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke actieve sportbeoefening. Hiertoe worden de volgende voorzieningen gerekend:

  • g.

    basisvoorzieningen (kunstgras)veld:

    gangbare ondergrond om de betreffende sportbeoefening op te kunnen beoefenen;

  • h.

    basisvoorzieningen overig:

    overige voorzieningen die direct sport gebonden zijn, zoals bijv. veldverlichting, veld- of baanafrastering, beregeningsinstallatie, was- en kleedlokalen;

  • i.

    exploitatielasten:

    onder exploitatielasten wordt verstaan: de kosten die de sportverenigingen of aan de sportverenigingen gelieerde stichtingen, maken voor het bespeelbaar houden van de noodzakelijke aantal benodigde sportvelden;

  • j.

    Meerjarig Investering Plan Sport:

    in een Meerjarig Investering Plan Sport staan nog te plegen nieuwe investeringen vermeld waarvoor een investeringssubsidie aangevraagd kan worden. Een Meerjarig Investering Plan Sport wordt vastgesteld door de gemeenteraad;

  • k.

    peildatum:

    1 januari van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • l.

    kalenderjaar:

    van 1 januari tot en met 31 december van hetzelfde jaar.

Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

 

Artikel 3 Doel

Sportverenigingen hebben een belangrijke rol in de samenleving. Wij vinden het daarom van belang dat de Puttense inwoners kunnen sporten op voldoende kwalitatieve accommodaties maar ook dat kosten voor het kunnen sporten zo laag mogelijk blijven.

Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders:

  • a.

    Investeringssubsidie

    • Een investeringssubsidie verstrekken voor op de eerste plaats gericht op vernieuwings- en vervangingsinvesteringen van een direct sport gebonden basisvoorzieningen.

  • b.

    Exploitatiebijdrage sportvelden

    • Een jaarlijkse subsidie verstrekken ter tegemoetkoming in de exploitatielasten van de buitensportvelden voor het in stand houden van sportvelden in de open lucht van een sportvereniging.

 

Artikel 4 Algemene voorwaarden

  • 1.

    Alleen Sportverenigingen of aan sportverenigingen gelieerde stichtingen die statutair gevestigd zijn in de gemeente Putten en die eigenaar zijn van een buitensport-accommodatie in de gemeente Putten komen in aanmerking voor een bijdrage in de exploitatielasten.

  • 2.

    De sportvereniging moet:

    • a.

      ingeschreven staan bij een landelijke sportbond die door de NOC/NSF is erkend;

    • b.

      minstens één jaar geleden zijn opgericht;

    • c.

      minstens één jaar aantoonbaar actief zijn op sportgebied;

    • d.

      actieve, contributie betalende leden hebben die bijeenkomen voor een training en/of wedstrijd.

  • 3.

    Het college hanteert een minimale contributie-eis. Met ingang van 2023 bedraagt deze per jaar voor jeugdleden € 75,- en voor volwassen € 125,-. Verenigingen die een lagere contributie vragen komen niet voor de subsidie in aanmerking.

  • 4.

    De subsidieaanvrager heeft minimaal 10 contributie betalende leden.

  • 5.

    De gemeente is mede verantwoordelijk voor de renovatie van de buitensportvelden.

  • 6.

    De activiteiten als bedoeld in artikel 3.a en 3.b moeten door of in opdracht van een buitensportvereniging worden uitgevoerd.

 

Artikel 5 Europees steunkader

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2.

    Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

 

Artikel 6 Investeringssubsidie

Een investeringssubsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • 1.

    renovatie van een Basisvoorzieningen (kunstgras)veld behorende bij een sportaccommodatie, mits:

    • i.

      naar het oordeel van het college voldoende is aangetoond dat er behoefte is aan renovatie van een bestaand veld. De behoefte aan vervanging zal naar het oordeel van het college voldoende onderbouwd moeten worden;

    • ii.

      de behoefte aan velden wordt gerelateerd aan het aantal spelende leden c.q. het aantal teams waarbij de normen van NOC*NSF worden toegepast. Het college kan gemotiveerd van de normen van NOC*NSF afwijken.

  • 2.

    aanleg van een Basisvoorzieningen (kunstgras)veld behorende bij een sportaccommodatie, mits:

    • i.

      naar het oordeel van het college voldoende is aangetoond dat er voor meerdere jaren behoefte is aan uitbreiding van het aantal sportvelden voor de desbetreffende sport door 'structurele' toename van het aantal spelende leden of teams: en

    • ii.

      de behoefte aan velden wordt gerelateerd aan het aantal spelende leden c.q. het aantal teams waarbij de normen van NOC*NSF worden toegepast. Het college kan gemotiveerd van de normen van NOC*NSF afwijken.

  • 3.

    renovatie van een Basisvoorzieningen overig behorende bij een sportaccommodatie, mits:

    • i.

      naar het oordeel van het college voldoende is aangetoond dat er behoefte is aan vervanging. Van belang daarbij zijn de technische en economische levensduur van de te vervangen voorziening en een mogelijk efficiënter gebruik van de nieuwe voorziening;

    • ii.

      de te renoveren voorziening qua bouw en inrichting voldoet aan de normen van NOC*NSF; en

    • iii.

      de behoefte aan de voorziening wordt gerelateerd aan het aantal spelende leden c.q. het aantal teams waarbij de normen van NOC*NSF worden toegepast. Het college kan gemotiveerd van de normen van NOC*NSF afwijken.

  • 4.

    realisatie en/of uitbreiding van een Basisvoorzieningen overig behorende bij een sportaccommodatie, mits:

    • i.

      naar het oordeel van het college voldoende is aangetoond dat er voor meerdere jaren behoefte is aan realisatie van de voorziening door toename van het aantal spelende leden of teams;

    • ii.

      de nieuwe of de te vervangen voorziening qua bouw en inrichting voldoet aan de normen van NOC*NSF; en

    • iii.

      de behoefte aan accommodatie wordt gerelateerd aan het aantal spelende leden c.q. het aantal teams waarbij de normen van NOC*NSF worden toegepast. Het college kan gemotiveerd van de normen van NOC*NSF afwijken.

 

Artikel 7 Exploitatiebijdrage sportvelden

  • 1.

    De sportvereniging, of daaraan gelieerde beheerstichting kan per sportveld een subsidie aanvragen.

  • 2.

    Er wordt subsidie verstrekt voor de daadwerkelijk gemaakte exploitatiekosten.

  • 3.

    Voor de exploitatielasten van kunstgrasvelden worden op basis van deze verordening geen subsidie verstrekt.

  • 4.

    Het college hanteert normbedragen per sportveld exclusief btw. Deze normbedragen worden jaarlijks gepubliceerd op de website van de gemeente.

  • 5.

    Er wordt alleen subsidie verleend, berekend over de aantal velden die noodzakelijk zijn voor de vereniging om de teams van de vereniging te kunnen laten spelen.

  • 6.

    De noodzakelijkheid als bedoeld in het tweede lid wordt bepaald door het aantal normteams af te zetten tegen de maximale bespeling van de velden. Aan de hand van door de sportbond bepaalde normering.

  • 7.

    Wij gaan er vanuit dat de belasting van de sportvelden maximaal benut wordt De bespelinggraad van de sportvelden wordt daarmee op het maximum gesteld. Wij ronden naar boven af.

  • 8.

    Voor het bepalen van het aantal normteams is het aantal competitieteams op de peildatum 1 mei van het jaar voorafgaande aan het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft leidend.

 

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6 in aanmerking te komen, dient de subsidieaanvrager tenminste te voldoen aan de volgende drempelcriteria:

    • a.

      Een investeringssubsidie kan uitsluitend worden verstrekt als de beoogde investering is opgenomen in het “Meerjarig Investering Plan Sport”

    • b.

      Bij het bepalen van de hoogte van de gemeentelijke bijdrage wordt rekening gehouden met een eigen bijdrage van de vereniging in de investering gebaseerd op het aantal leden van de vereniging.

      • i.

        minder dan 251 leden: 7,5% eigen bijdrage.

      • ii.

        251 tot 500 leden: 12% eigen bijdrage.

      • iii.

        vanaf 500 leden en meer: 15% eigen bijdrage.

  • 2.

    Voor de subsidie als bedoeld in artikel 7 geldt:

    • a.

      dat burgemeester en wethouders per kalenderjaar een subsidieplafond vaststellen;

    • b.

      dat als het subsidieplafond wordt overschreden dan worden de subsidies verdeeld naar rato van de aangevraagde subsidies.

  • 3.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

 

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders met gebruikmaking van het (digitale) aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      het aantal competitieteams op 1 mei voorafgaand aan de aanvraag.

 

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie, wordt ingediend na 1 augustus en uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

 

Artikel 12 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval:

    • a.

      als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;

    • b.

      als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

  • 2.

    Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • b.

      als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

    • c.

      als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • d.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • e.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • f.

      in geval de specifieke situatie of organisatie bepaald is in het subsidieprogramma;

    • g.

      voor zover de subsidie niet nodig is of als burgemeester en wethouders onvoldoende reden zien om de subsidie te verlenen;

    • h.

      als in de gemeentebegroting voor de te subsidiëren activiteiten onvoldoende budget beschikbaar is gesteld;

    • i.

      als de aanvraag vroeger dan 1 augustus of later dan 1 oktober als bedoeld in artikel 9 van deze verordening is ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 13 Verantwoording

Op de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

 

Artikel 14 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

 

Artikel 15 Eindverantwoording subsidies

  • 1.

    De subsidieontvanger dient uiterlijk 12 weken na afloop van het kalenderjaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag bevat:

    • een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • kopie van de facturen;

    • kopie van de betalingsbewijzen.

 

Artikel 16 Subsidievaststelling subsidies

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een subsidie vast binnen 12 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 2.

    Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 6 weken worden verdaagd.

  • 3.

    Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het tijdstip, bedoeld in de artikelen 15, eerste lid en 14, eerste lid, aanhef en onder a, b of c, is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Word de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kunnen zij overgaan tot ambtshalve vaststelling.

 

Artikel 17 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    De kosten van inzet van leden van de vereniging en/of van vrijwilligers komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

 

Artikel 18 Hardheidsclausule

  • 1.

    Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

  • 2.

    Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt verslag gedaan aan de raad.

 

Artikel 19 Slotbepalingen

  • 1.

    De subsidieverordening exploitatiebijdrage buitensportvelden gemeente Putten 2021 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze subsidieverordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening exploitatie- en investeringsbijdrage buitensport gemeente Putten en treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Op aanvragen van exploitatiebijdragen buitensportvelden die zijn ingediend op basis van de vorige verordening, beoordelen aan de hand van deze verordening.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 april 2023,

 

de griffier,

E.G. van Drie-Timmer

de voorzitter,

H.A. Lambooij