Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Subsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023
CiteertitelSubsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpRegeling tot wijziging van de subsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202431-12-2024wijziging

19-12-2023

gmb-2023-556658

RIS317398 OCW/10559965
04-11-202301-01-2024wijziging

31-10-2023

gmb-2023-469375

RIS316945 OCW/10559965
22-09-202304-11-2023wijziging

19-09-2023

gmb-2023-406286

RIS316548 OCW/10559965
07-07-202322-09-2023wijziging

04-07-2023

gmb-2023-296711

RIS316045 OCW/10559965
22-04-202307-07-2023nieuwe regeling

18-04-2023

gmb-2023-176287

RIS315220 OCW/10502512

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023

Toelichting

 

Deze subsidieregeling stimuleert cultuurparticipatie van Haagse kinderen en jongeren. Het maakt culturele activiteiten mogelijk voor en door kinderen van 4 tot en met 13 jaar en jongeren van 14 tot en met 27 jaar die wonen in Den Haag. Deze regeling is opgesteld conform het Beleidskader Kunst en Cultuur 2021-2024 (RIS302961) en de Nota Cultuureducatie 2021 (RIS308967). Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld in het kader van de Integrale Preventie Aanpak om ook activiteiten voor kinderen mogelijk te maken. Met de Integrale Preventie Aanpak wordt in de eigen omgeving van onze inwoners integraal ingezet op het verbeteren van onder andere kansengelijkheid én (mentale) gezondheid. Doelen die hierbij worden gesteld zijn onder andere het op laten groeien van kinderen in een veilige, gezonde en stimulerende omgeving (met onder andere cultuur) en kinderen in staat stellen om voldoende deel te kunnen nemen aan activiteiten buiten school.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

 

besluit vast te stellen de Subsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023:

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

- ASV 2020:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- cultureel aanbod:

activiteit of product dat in hoofdzaak gericht is op bijvoorbeeld beeldende kunst, muziek, theater, mode, letteren, spoken word, film, dans, design, games, een combinatie hiervan of andere kunstvormen;

- culturele instelling:

een rechtspersoon die zich structureel en in hoofdzaak bezig houdt met activiteiten die bijdragen aan een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod in Den Haag.

- cultuurparticipatie:

zelf een cultureel product maken;

- jongeren:

personen in de leeftijdscategorie van 14 tot en met 27 jaar;

- kinderen:

personen in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 13 jaar;

 

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is het mogelijk maken van cultureel aanbod voor en door Haagse kinderen en jongeren.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is het stimuleren van cultuurparticipatie van Haagse kinderen en jongeren.

 

Artikel 1:4 Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

  • a. het realiseren of leren realiseren van cultureel aanbod buiten het onderwijs die bijdragen aan de cultuurparticipatie van kinderen die in Den Haag wonen;

    b. het realiseren of leren realiseren van cultureel aanbod buiten het onderwijs die bijdragen aan de cultuurparticipatie van jongeren die in Den Haag wonen;

    c. het ontwikkelen van betekenisvol en inclusief cultureel aanbod in samenwerking met een instelling van middelbaar beroepsonderwijs en de jongeren die een opleiding aan die instelling volgen.

 

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a. rechtspersonen voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder a;

    b. natuurlijke personen en rechtspersonen voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder b;

    c. rechtspersonen die zich structureel en in hoofdzaak bezig houden met activiteiten die bijdragen aan een veelzijdig kunst- en cultuuraanbod in Den Haag en die minimaal 3 jaar aantoonbare ervaring hebben met het ontwikkelen van programma’s voor het onderwijs voor de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4, onder c .

 

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, coördinatie, uitvoering, evaluatie of kwaliteitsverhoging en uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komt de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. kosten van natuurlijke personen onder de € 2.000,00 en kosten van rechtspersonen onder de € 5.000,00;

    b. voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur zoals laptops, telefoons en soortgelijke producten die ook voor andere doeleinden te gebruiken zijn;

    c. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.

 

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal:

  • a. € 5.000,00 per aanvraag indien de aanvrager een natuurlijk persoon is;

    b. € 40.000,00 per aanvraag indien de aanvrager een rechtspersoon is.

 

Artikel 1:8 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor het jaar 2023 een totaalsubsidieplafond van € 924.330,00 met de volgende deelplafonds:

    a. € 200.000,00 voor aanvragen van rechtspersonen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder a, van deze subsidieregeling;

    b. € 120.000,00 voor aanvragen van natuurlijke personen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder b, van deze subsidieregeling;

    c. € 564.330,00 voor aanvragen van rechtspersonen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder b, van deze subsidieregeling;

    d. € 40.000,00 voor aanvragen van rechtspersonen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder c, van deze subsidieregeling.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor het jaar 2024 een totaal subsidieplafond € 680.700,00 met de volgende deelplafonds:

    a. € 300.000,00 voor aanvragen van rechtspersonen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder a, van deze subsidieregeling;

    b. € 55.700,00 voor aanvragen van natuurlijke personen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder b, van deze subsidieregeling;

    c. € 225.000,00 voor aanvragen van rechtspersonen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder b, van deze subsidieregeling;

    d. € 100.000,00 voor aanvragen van rechtspersonen die zien op de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4, onder c, van deze subsidieregeling.

  • 3.

    Het college kan een of meerdere subsidieplafonds verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  • 4.

    Een verlaging van het plafond geldt ook voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5.

    Indien voor een categorie het subsidieplafond niet wordt gehaald, kunnen de resterende gelden voor een andere categorie worden ingezet, mits in hetzelfde jaar. Dit geldt niet voor het ophogen of verlagen van de categorie zoals bedoeld onder artikel 1:8, tweede lid, onder a..

  • 6.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond bij afzonderlijk besluit wijzigen.

 

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college verleent de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde deelsubsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

 

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

 

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV 2020 legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een toelichting op hoe jongeren bij de totstandkoming van de activiteiten, als bedoeld in artikel 1:4, onder b, betrokken worden en het eigenaarschap en inbreng van jongeren bij het project geborgd wordt;

    b. een toelichting op hoe de resultaten van dit project binnen de organisatie geborgd worden indien de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon;

    c. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW indien de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon.

  • 2.

    De inhoudelijke omschrijving van de activiteiten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de ASV 2020 en de beschrijving van het betrekken van jongeren als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a beslaat gezamenlijk niet meer dan drie pagina’s indien de aanvraag wordt ingediend door een natuurlijk persoon.

  • 3.

    De inhoudelijke omschrijving van de activiteiten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, van de ASV 2020 en de beschrijving van het betrekken van jongeren als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a beslaat gezamenlijk niet meer dan zes pagina’s indien de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon.

  • 4.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier en dient dit digitaal in.

 

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV 2020, wordt een aanvraag om subsidie ingediend:

  • a. uiterlijk op 1 oktober van het kalenderjaar waar de activiteiten betrekking op hebben, en;

    b. uiterlijk 6 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

 

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV 2020, binnen 6 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

 

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

 

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV 2020 weigert het college een subsidie als:

  • a. aan een aanvrager al twee keer in een kalenderjaar subsidie op grond van deze subsidieregeling toegekend is;

    b. de activiteiten niet plaatsvinden in het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

 

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

 

Artikel 4:1 Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 12 en 13 van de ASV 2020, is de subsidieontvanger verplicht mee te werken aan de steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt.

 

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  • a. 100% van de verleende subsidie in één keer indien het een subsidie betreft die is aan een natuurlijke persoon is verleend;

    b. 90% van de verleende subsidie in één keer en 10% bij de vaststelling indien het een subsidie betreft die aan een rechtspersoon is verleend.

 

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

 

Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de ASV 2020 dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 12 weken na het einde van de activiteiten.

 

Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden

De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV 2020;

    b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV 2020 indien het een subsidie betreft die aan een rechtspersoon is verleend; en

    c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.

 

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

 

Artikel 6:1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 6:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk op 31 december 2026.

 

Artikel 6:3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2024.  

 

Artikel 6:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling cultuurparticipatie jong Den Haag 2023.

 

Den Haag, 18 april 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

De secretaris,

Ilma Merx

 

De burgemeester,

Jan van Zanen