Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Beleidsregels voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning voor het vellen of doen vellen van houtopstanden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning voor het vellen of doen vellen van houtopstanden
CiteertitelBeleidsregels voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning voor het vellen of doen vellen van houtopstanden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-09-2018nieuwe regeling

04-09-2018

Gemeentenieuws, 11-09-2018

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning voor het vellen of doen vellen van houtopstanden

Deze beleidsregels worden door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en geven nadere invulling aan de bepalingen omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van de weigeringsgronden bij de beslissing op een aanvraag op grond van de Bomenverordening.

1. Reikwijdte regeling

Deze regeling met nadere regels is van toepassing op de beoordeling van vergunningaanvragen voor het vellen of doen vellen van houtopstanden, zowel op particuliere grond als op gemeentegrond. Het betreft die houtopstanden waarvoor voor het vellen of doen vellen een omgevingsvergunning nodig is. De regeling is tevens van toepassing op de beoordeling van (verzoeken tot) aanwijzing als bijzondere boom.

2. Bijzondere Bomen

Het college van burgemeester en wethouders stelt vast welke bomen als bijzonder worden aangemerkt; deze bijzondere bomen worden op een lijst geregistreerd. Deze Bijzondere Bomenlijst is onderdeel van de Bomenverordening. Per boom worden status, standplaats, eigenaar, kenmerken en groeiplaats op een registratieformulier vastgelegd. Tevens wordt genoteerd of de boom elders speciaal geregistreerd staat, bijvoorbeeld op de landelijke lijst van de Bomenstichting.

De Bijzondere bomenlijst van deze nota wordt eens per twee jaar door de Bomencommissie geactualiseerd. Deze commissie bestaat uit deskundigen op het gebied van groen en bomen van de gemeente, Gildebor en een adviseur die op voordracht van de Natuur- en Milieuraad Hengelo e.o. is benoemd. Iedereen kan een boom voor de Bijzondere bomenlijst voordragen, dan wel verzoeken een bijzondere boom van de lijst af te voeren. Bijzondere bomen die sterk in kwaliteit achteruit zijn gegaan, kunnen van de lijst worden verwijderd en nieuwe bijzondere bomen kunnen worden toegevoegd.

Om opgenomen te worden in de Bijzondere Bomenlijst Hengelo, moeten de bomen voldoen aan een aantal voorwaarden:

  • Natuurlijke of bijzondere kroonvorm

  • Goede vitaliteit

  • Voldoende groeiruimte

  • Beeldbepalende standplaats

In beginsel kunnen bijzondere bomen niet gekapt worden. Een vergunning voor het vellen of doen vellen van een bijzondere boom kan alleen worden verleend bij:

  • a.

    een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of noodtoestand;

  • b.

    een onomkeerbare slechte conditie van de boom;

  • c.

    een ruimtelijke ontwikkeling van zwaarwegend openbaar belang of zwaarwegend maatschappelijk belang dat opweegt tegen het duurzaam behoud van de boom, waarbij vooraf alternatieven zorgvuldig zijn onderzocht.

Particuliere bijzondere bomen worden alleen met schriftelijke toestemming van de eigenaar opgenomen in de Bijzondere Bomenlijst. De eigenaar verplicht zich om de boom op zijn perceel goed te beschermen. Als tegemoetkoming neemt de gemeente de inspectie en het onderhoud van deze bomen over (conform de reguliere gemeentelijke 4-jaarlijkse inspectie- en onderhoudscyclus).

3. Beoordeling toetsingsgronden bij vergunningaanvraag waarden

Het college beoordeelt aan de hand van een drietal toetsingsgronden of een aangevraagde vergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand kan worden geweigerd dan wel onder voorschriften kan worden verleend. Het gaat daarbij om het belang van de instandhouding en/of bescherming van houtopstanden met:

  • natuurwaarde

  • landschaps- en/of stadswaarde

  • cultuurhistorische waarde

  • A.

    BEPALING NATUURWAARDE HOUTOPSTAND

  • Bomen bieden schuil- en nestelgelegenheid aan vogels, vleermuizen, eekhoorns, vlinders en vele andere dieren. Bovendien functioneren bomen als een soort natuurlijke ‘stapstenen’ tussen gebieden. Dieren als vogels, vleermuizen en vlinders gebruiken bomen ook als oriëntatiemiddel. Zo weten ze altijd de weg van bijvoorbeeld hun slaapplaats naar de plekken waar ze voedsel kunnen vinden. Onder natuurwaarde van een houtopstand moet met name worden verstaan de ecologische waarde daarvan in relatie tot de omgeving. Zo kan het zijn dat de boom van groot belang is als rust- en/of verblijfplaats van diersoorten zoals vleermuizen, of van belang is voor de vliegroute van deze diersoorten. Ook kan de boom onderdeel uitmaken van de functionele leefomgeving van beschermde soorten. In al deze gevallen kan er sprake zijn van een zodanige natuurwaarde dat de gevraagde vergunning voor het vellen of doen vellen van een boom niet kan worden verleend. Vaak zal dan tevens de Wet natuurbescherming van toepassing zijn en is velling ook op grond van deze regelgeving niet toegestaan.

  • B.

    BEPALING LANDSCHAPS- EN/OF STADSWAARDE HOUTOPSTAND

  • Bij het bepalen van de landschaps- en/of stadswaarde van een boom is de soort, leeftijd, verschijningsvorm, beeldkwaliteit en standplaats van belang. Er wordt vooral beoordeeld of de boom beeldbepalend in de ruimte is, en of het vellen van de boom leidt tot een aantasting van de beeldkwaliteit. Daarbij wordt bekeken in hoeverre de boom bepalend is voor het karakter van straat, plein of buurt. Bijvoorbeeld omdat de boom veel ruimte in beslag neemt en daarmee indeling geeft aan de ruimte, de boom een belangrijke bijdrage levert aan het (stads)klimaat, of omdat dit de enige boom van deze omvang is in een verder overwegend stenige omgeving. Vaak is de kroon vanaf de openbare weg goed zichtbaar. Bij een oordeel over de landschaps- en stadswaarde is het daarnaast van belang of de boom in combinatie met een pand een esthetisch waardevol geheel vormt, omdat hij de architectonische waarde van het gebouw versterkt. Ook kan het zijn dat de boom een wezenlijk onderdeel van het stedenbouwkundig ontwerp van de straat, het plein of de buurt vormt. De boom staat dan centraal in het ontwerp en is mede bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit. Ook in dat geval is de kroon vanaf de openbare weg meestal goed zichtbaar.

  • C.

    BEPALING CULTUURHISTORISCHE WAARDE HOUTOPSTAND

  • Een boom met belangrijke cultuurhistorische waarde versterkt de lokale historische identiteit en draagt bij aan het historisch besef van burgers. De boom is in samenspraak met de gemeente als herdenkingsboom geplant in de openbare ruimte ter gelegenheid van een bijzondere gebeurtenis van cultuurhistorisch belang, zoals een geboorte binnen het koningshuis of ter gelegenheid van een bijzonder moment voor de gemeente. Deze bomen maken meestal al onderdeel uit van de Bijzondere Bomenlijst. Voor deze bomen is de stamdiameter niet van belang voor de vergunningplicht. Ook kan de boom oorspronkelijk geplant zijn ter markering van een (agrarische) perceelgrens of geplaatst zijn bij een historisch gebouw (veelal een boerderij of landhuis) en door de combinatie van leeftijd, soort, locatie en snoeiwijze bijdragen aan het historisch karakter van deze plek.

Verder kan de boom in combinatie met een monumentaal pand, inclusief tuin (geplaatst op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst), een esthetisch waardevol geheel vormen en daardoor een bijzondere cultuurhistorische waarde hebben.

4. Houtopstand en overlast

Omwonenden kunnen, naast (woon)genot, soms óók overlast ervaren van bomen. In sommige gevallen wordt dan aan de gemeente gevraagd of een boom verwijderd kan worden. De regels voor de bescherming van bomen zijn juist bedoeld om houtopstanden te behouden, niet om ze te vellen. Daarom is het college terughoudend met het verlenen van toestemming om houtopstanden te vellen of te doen vellen, louter en alleen in geval van overlast (bijvoorbeeld als gevolg van schaduw, insecten, stuifmeel of vallende vruchten en bladeren).

5. Houtopstand en duurzaamheid

De gemeente juicht duurzame initiatieven toe. Tegelijkertijd verdienen houtopstanden de nodige bescherming vanuit het oogpunt van natuur, stad en landschap en cultuurhistorie. Daarom is het college terughoudend met het verlenen van toestemming om houtopstanden te vellen of te doen vellen, louter en alleen ten behoeve van duurzame initiatieven.

Voor het plaatsen van bijvoorbeeld zonnepanelen op daken of gronden, het toepassen van systemen voor warmtekracht of de winning van bodemenergie in de buurt van houtopstanden zal daarom rekening gehouden moeten worden met de effecten daarvan op de duurzame instandhouding van deze houtopstanden.

6. Houtopstand en gevaarzetting

De rechthebbende op een houtopstand moet – ter voorkoming van aansprakelijkheid en bestuursrechtelijke herstelsancties - voldoen aan de wettelijke zorgplicht. De zorgplicht voorziet onder andere in het regelmatig controleren van gebreken aan een boom.

In het geval van een aantoonbaar verhoogd risico voor de omgeving (gevaarzetting) van een gemeentelijke of particuliere boom, komt bij de beoordeling en toetsing van aanvragen voor een omgevingsvergunning in belangrijke mate gewicht toe aan de noodzaak van het uitvoeren van maatregelen om dit risico weg te nemen, dan wel, indien dit risico niet kan worden weggenomen, het risico zoveel mogelijk te beperken (behalve als de gevaarzetting zeer gering is).

7. Bescherming houtopstanden

Artikel 8 uit de Bomenverordening is onder andere bedoeld om te voorkomen dat houtopstanden beschadigd raken door voorwerpen zoals verlichtingsdraden, die lange tijd blijven hangen. Ook het aanbrengen van voorzieningen aan, onder of bij houtopstanden is daarmee verboden.

Houtopstanden kunnen namelijk gemakkelijk beschadigd raken door bijvoorbeeld voorlopige opslag van bouwmaterialen of verkeersvoorzieningen binnen de kroonprojectie. Daarnaast werken we volgens het handboek Bomen van het Norminstituut Bomen. Hierin staat onder andere de bomenposter ‘Werken rondom bomen’ (zie bijlage).

8. Herplantplicht

In “Artikel 6: Bijzondere vergunningsvoorschriften” van de Bomenverordening is de mogelijkheid tot het opleggen van een herplantplicht door het college opgenomen. In lid 1 van dit artikel is aangegeven dat deze herplantplicht als voorschrift bij het verlenen van een vergunning kan worden opgelegd. De afweging of de in dit lid bedoelde herplantplicht daadwerkelijk moet worden opgelegd vindt plaats in het kader van de beoordeling en toetsing van een voorliggende vergunningaanvraag. Wordt besloten tot oplegging van een herplantplicht na het vellen of doen vellen van een houtopstand, dan wordt bij de formulering van het daarop betrekking hebbende vergunningvoorschrift uitgegaan van de aantallen en maten zoals genoemd in de compensatietabel(zie bijlage).

Als termijn voor herplant geldt dat de verwijderde houtopstanden binnen twee jaar, met uitstelmogelijkheid door Burgemeester en Wethouders, conform de compensatietabel met nieuwe aanplant moet zijn gecompenseerd. Compensatie dient eerst op het terrein van de gekapte boom, of in de directe omgeving ervan gezocht te worden. Is hier geen ruimte, dan kan elders gecompenseerd worden. Bij herplant hoort een instandhoudingsplicht. Bomen die vanuit een herplantplicht geplant zijn, blijven daarom te allen tijde kapvergunningplichtig, ongeacht de diameter van de stam. Is er geen locatie voor een nieuw aan te planten boom te vinden, dan wordt er geld in een Compensatiefonds gestort. De gelden in dit fonds moeten besteed worden aan nieuwe bomen en/of natuur.

Bij het bepalen van de hoogte voor het te storten bedrag in het Compensatiefonds, wordt uitgegaan van het aantal bomen met maatvoering 18/20, zoals genoemd in de compensatietabel. Daarbij geldt per boom een bedrag van €250 voor natuurlijke personen en €500 voor overige aanvragers (zoals gemeente en projectontwikkelaars).

9. Illegale kap

Het vellen of doen vellen van een houtopstand zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is strafbaar. In de Bomenverordening (artikel 10) is hiervoor de bepaling opgenomen dat er strafrechtelijk opgetreden kan worden met een geldboete of met een hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Daarnaast blijft in deze situatie de herplantplicht, of de financiële compensatie, van toepassing. In deze situaties wordt gebruik gemaakt van de compensatietabel.

10. Erfzone

De erfzone is de strook langs de erfgrens, waar in beginsel geen boom mag staan. Voor de afstand tot gemeentelijke bomen geldt hiervoor 0,5 meter, tenzij:

  • er afspraken zijn gemaakt tussen de eigenaar van het perceel en de eigenaar van de boom;

  • de verjaringstermijn van 20 jaar is verstreken;

  • er een handhavingsvergoeding is betaald;

  • de boom heeft als bijzondere boom een beschermingsstatus.

Voor particulieren onderling geldt een erfzone van 2,0 meter, zoals bepaald in het Burgerlijk Wetboek (Boek 5).

11. Inwerkingtreding regeling

Dit beleid treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Hengelo, 4 september 2018,

Burgemeester en wethouders van Hengelo,

de secretaris,

de burgemeester,

Bijlagen:

  • Compensatietabel

  • Bomenposter werken rond bomen