Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Collegebesluit Tot vaststelling van de Beleidsregels inburgering gemeente veenendaal

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCollegebesluit Tot vaststelling van de Beleidsregels inburgering gemeente veenendaal
CiteertitelBeleidsregels inburgering gemeente Veenendaal
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting op BELEIDSREGELS INBURGERING

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet inburgering 2021
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. Participatiewet
  4. Werking en uitvoering van het inburgeringsbeleid
  5. Periodieke uitvoeringsbrief inburgering
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-2023Vaststelling nieuwe regeling

24-01-2023

gmb-2023-174309

Tekst van de regeling

Intitulé

Collegebesluit Tot vaststelling van de Beleidsregels inburgering gemeente veenendaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

Overwegende dat

het wenselijk is voor de uitvoering van een aantal taken met betrekking tot de Wet inburgering, de wettelijke regels nader in te vullen en vorm te geven;

 

Gelet op

  • de Wet inburgering 2013 en de Wet inburgering 2021;

  • de Participatiewet;

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Periodieke uitvoeringsbrieven inburgering van de minister van SZW van 29 mei 2019 en 12 november 2019.

     

Besluit

vast te stellen de Beleidsregels inburgering gemeente Veenendaal

 

Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Asielmigranten: inburgeraar als bedoeld in artikel 13, eerste lid, Wet inburgering 2021;

    • b.

      AZC: Asielzoekerscentrum;

    • c.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

    • d.

      DUO: Dienst Uitvoering Onderwijs;

    • e.

      Inburgeraar: inburgeraar die valt onder de Wet Inburgering;

    • f.

      Inburgeringstraject: het verplichte inburgeringstraject, zoals dat is vastgelegd onder de Wet inburgering 2007 of 2013 of de Wet inburgering 2021 en de op basis daarvan genomen besluiten van algemene strekking van het college;

    • g.

      IND: Immigratie- en Naturalisatiedienst;

    • h.

      Gezinsmigranten: inburgeraar die verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van inburgeraar als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021 (hieronder vallen ook overige migranten);

    • i.

      Blik op Werk: stichting die het keurmerk Inburgering verstrekt en toezich houdt op de naleving van de aan het keurmerk verbonden voorwaarden;

    • j.

      Leerroute: de B1-route, de Onderwijsroute (HBO/WO) of de Zelfredzaamheidsroute (Z-route);

    • k.

      MAP: Module Arbeidsmarkt en Participatie;

    • l.

      Na-reizigers: gezinsleden van de inburgeraar die op basis van een machtiging tot voorlopig verblijf naar Nederland reizen.

    • m.

      (Extra) ondersteuning: vergoeding van de kosten die nodig zijn om het inburgeringsexamen te halen en/of aan de inburgeringsplicht te voldoen dan wel hiervoor ontheffing te krijgen;

    • n.

      PIP: Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie;

    • o.

      PVT: Participatieverklaringstraject;

    • p.

      Taalaanbieder: cursusinstelling als bedoeld in de Wet inburgering, die sinds minimaal één jaar beschikt over het keurmerk van Blik op Werk;

    • q.

      Wet: de Wet inburgering 2021.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Participatiewet, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021 en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Hoofdstuk 2. FLANKEREND BELEID

Artikel 3. Vergoeding van reiskosten of fiets

  • 1.

    Als de asielmigrant reiskosten heeft in verband met het volgen van taallessen en zelf nog niet beschikt over een fiets, dan kunnen deze reiskosten door het college worden vergoed gedurende een periode van 3 maanden.

  • 2.

    De periode als bedoeld in lid 1 gaat in met ingang van de datum waarop met de taallessen wordt gestart.

  • 3.

    De periode als bedoeld in lid 1 kan worden verlengd als er sprake is van persoonlijke omstandigheden. 

  • 4.

    Als de reisafstand meer is dan 10 kilometer enkele reis, dan is de periode als bedoeld in lid 1 gelijk aan de duur van de leerroute.

  • 5.

    De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de goedkoopste vorm van openbaar vervoer.

  • 6.

    Als de asielmigrant niet beschikt over een fiets, maar deze nodig heeft in verband met het volgen van taallessen dan worden de kosten van een fiets vergoed, waarbij geldt dat wordt uitgegaan van de meest goedkope optie.

  • 7.

    Aan de vergoeding kunnen voorwaarden verbonden worden of er kunnen individuele afspraken gemaakt worden over voorliggende voorzieningen of overige regelingen.

 

Artikel 3. Vergoeding laptop

  • 1.

    Aan een asielmigrant die een inburgeringstraject volgt, kunnen de kosten van de aanschaf van een laptop éénmalig vergoed worden als deze voor het inburgeringstraject noodzakelijk is.

  • 2.

    Voor de asielmigrant in de Onderwijsroute wordt de laptop in ieder geval als noodzakelijk geacht.

  • 3.

    De vergoeding is maximaal € 500,-.

  • 4.

    In afwijking van lid 3 wordt de vergoeding individueel bepaald indien de aanbieder van de Onderwijsroute voor de inburgeraar, die een technische studies of een vergelijkbare studie volgt, een laptop voor technische studies of vergelijkbaar noodzakelijk acht.

  • 5.

    Aan de vergoeding kunnen voorwaarden verbonden worden of er kunnen individuele afspraken gemaakt worden over voorliggende voorzieningen of overige regelingen.

 

Artikel 4. Vergoeding kosten aanvraag ontheffing

  • 1.

    Als de asielmigrant op advies van het college bij DUO een ontheffing van de inburgeringsplicht aanvraagt, kunnen de hieraan verbonden kosten door het college betaald worden.

  • 2.

    De kosten voor de aanvraag van de ontheffing worden door het college rechtstreeks aan DUO betaald en na toekenning van de ontheffing worden deze kosten door DUO terugbetaald aan het college.

 

Hoofdstuk 3. WET INBURGERING 2013

Artikel 5. Doelgroep

  • 1.

    Een inburgeraar komt in aanmerking voor extra ondersteuning, als de inburgeraar:

    • a.

      Behoort tot de groep inburgeraars op grond van de Wet inburgering 2013;

    • b.

      Een inburgeringsplicht heeft op basis van de Wet inburgering 2013 of inburgeringsplichtig wordt tot aan de inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021;

    • c.

      Meer dan € 7.500, - van de DUO-lening bestemd voor inburgering heeft gebruikt en van wie de inburgeringstermijn binnen 12 maanden afloopt; of

    • d.

      Die meer dan € 9.500, - van de DUO-lening bestemd voor inburgering heeft gebruikt ongeacht de afloop van de inburgeringstermijn.

  • 2.

    Het college kan in het voordeel van de inburgeraar afwijken van de eis in het eerste lid, onderdeel c, als de verwachting is dat deze binnenkort aan de eis voldoet of als er andere zwaarwegende redenen zijn, en het duidelijk is dat het inburgeringsproces niet zonder extra ondersteuning succesvol afgerond kan worden.

 

Artikel 6. Aanvraag en intake extra ondersteuning

  • 1.

    Een aanvraag om extra ondersteuning wordt aangevraagd via een trajectplan, bij de klantmanager of consulent. Aanvullend kan een gesprek met de inburgeraar plaatsvinden.

  • 2.

    Als er meer informatie en/of documenten nodig is/zijn voor het behandelen van de aanvraag, wordt dit door de inburgeraar aangeleverd en of wordt dit bij de taalaanbieder(s) opgevraagd door het college.

 

Artikel 7. Toetsing toekenning extra taallessen

basis van deze beleidsregel wordt getoetst aan de hand van een toetsingskader. Hierbij wordt onder meer gelet op:

  • a.

    De noodzaak

    Als onvoldoende duidelijk is dat de inburgeraar niet zonder extra taallessen aan diens inburgeringsplicht kan voldoen, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken.

  • b.

    De verwijtbaarheid

    Als er door eigen toedoen van de inburgeraar onvoldoende vorderingen zijn gemaakt in het voldoen aan de inburgeringsplicht, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra ondersteuning te verstrekken.

  • c.

    De motivatie van de inburgeraar

    Als er vermoeden is dat er onvoldoende motivatie is bij de inburgeraar om aan de inburgeringsplicht te voldoen, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra taallessen te verstrekken.

  • d.

    De aanwezigheid

    Als de inburgeraar verwijtbaar onvoldoende aanwezig is geweest tijdens de gevolgde taallessen, waarbij als richtlijn een 80% aanwezigheidseis geldt, dan kan er besloten worden om geen (volledige) extra taallessen te verstrekken.

  • e.

    De financiële draagkracht

    Als de inburgeraar en diens gezin voldoende financiële draagkracht hebben, dan kan er besloten worden om geen extra taallessen te verstrekken. Hierbij wordt een vermogensgrens en inkomensgrens gebruikt. Voor de vermogensgrens wordt aangesloten op artikel 34 van de Participatiewet. Bij de inkomensgrens wordt uitgegaan van 120% van de bijstandsnorm. Bij inburgeraars met een hoger vermogen of inkomen kan er van uit worden gegaan dat er financiële draagkracht is.

  • f.

    Voorliggende voorzieningen, zoals mogelijkheden voor uitstel via DUO.

  • g.

    De gemaakte vorderingen van de inburgeraar en de nog resterende verplichtingen om aan de inburgeringsplicht te voldoen.

  • h.

    De wijze waarop de DUO-lening is besteed, en welk deel van de lening nog besteed kan worden.

  • i.

    De kwaliteit van de taalaanbieder(s)

    Het moet aannemelijk zijn dat het aanbod zoals de taallessen van de opgegeven taalaanbieder(s) van voldoende kwaliteit is. Hierbij geldt als richtlijn dat vergoeding van kosten enkel plaatsvindt aan taalaanbieders als bedoeld in de Wet inburgering 2013, die sinds minimaal één jaar beschikken over het keurmerk van Blik op Werk.

 

Artikel 8. Toekenning extra ondersteuning

  • 1.

    In een opgesteld plan van aanpak wordt aan de inburgeraar kenbaar gemaakt of en onder welke voorwaarden de extra ondersteuning wordt toegekend.

  • 2.

    De voorwaarden zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel hebben onder meer betrekking op:

    • a.

      de duur van de extra ondersteuning;

    • b.

      wanneer de extra ondersteuning wordt verstrekt en/of wordt ingetrokken;

    • c.

      de hoogte van de vergoeding(en); en

    • d.

      de (prestatie)verplichtingen waar de inburgeraar zich aan moet houden.

 

Artikel 9. Uitgangspunten en hoogte bij vergoeding

  • 1.

    Er wordt uitgegaan van een adequate oplossing bij het bepalen van de extra ondersteuning die nodig is voor de inburgeraar.

  • 2.

    Voor de hoogte van de (deel)vergoeding geldt als richtlijn dat er maximaal een ondersteuningsbedrag van € 2.000, - wordt verstrekt. In bijzondere gevallen kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken om maatwerk te kunnen bieden.

  • 3.

    Een vergoeding kan in delen plaatsvinden en met (extra) voorwaarden per deelbetaling.

 

Artikel 10. Betaling en kosten

  • 1.

    Het uitgangspunt is dat betaling van het ondersteuningsbedrag plaatsvindt via declaratie aan de inburgeraar. Bij uitzondering wordt de betaling gedaan aan de taalaanbieder(s).

  • 2.

    Er kan enkel vergoeding worden verstrekt voor kosten die inburgeraars oorspronkelijk uit hun DUO-lening konden betalen, zoals taallessen, examentraining en examens.

 

Artikel 11. Tussentijdse beëindiging extra ondersteuning

De extra ondersteuning aan de inburgeraar en de daarbij horende vergoeding die nog resteert kan tussentijds beëindigd worden als de inburgeraar naar het oordeel van het college niet (voldoende) deelneemt aan de taallessen en deze niet wens voor te zetten en/of in andere bijzondere gevallen waarbij het niet wenselijk is om de ondersteuning voort te zetten.   

 

Hoofdstuk 4. WET INBURGERING 2021

Artikel 12. Algemeen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeraar op adequate wijze informatie ontvangt over:

    • a.

      De rechten en plichten;

    • b.

      De MAP;

    • c.

      Het PVT;

    • d.

      De leerroutes.

  • 2.

    Het college let erop dat het traject niet langer duurt dan nodig is (snelheid).

  • 3.

    Het college stelt voor iedere inburgeraar een passend (maatwerk) traject vast.

  • 4.

    Het college neemt de Brede intake zo snel mogelijk af, eventueel tijdens het verblijf in het AZC.

  • 5.

    De inburgeraar wordt maximaal twee keer opgeroepen door de taalaanbieder, de aanbieder van de MAP of de aanbieder van het PVT. Daarna wordt de inburgeraar teruggemeld bij de gemeente:

 

Artikel 13. Het persoonlijk plan inburgering en participatie

  • 1.

    Het college stelt na afronding van de Brede intake en op basis van de hieruit verkregen informatie het PIP op. Dit gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de inburgeraar.

  • 2.

    In ieder geval worden in een gesprek besproken:

    • a.

      De uitkomsten van de Brede intake;

    • b.

      De persoonlijke leerdoelen van de inburgeraar in het inburgeringstraject;

    • c.

      Welke leerroute als passend wordt gezien en waarom;

    • d.

      De rechten en plichten van de inburgeraar tijdens het inburgeringstraject;

    • e.

      De verwachtingen van de inburgeraar over het inburgeringstraject;

    • f.

      De rol van het college bij dit inburgeringstraject;

    • g.

      Voor gezinsmigranten: het advies voor de leerroute;

    • h.

      Voor asielmigranten en overige migranten: het aanbod aan passend en kwalitatief goed inburgeringsonderwijs waarmee de migrant de leerroute kan volgen en voltooien.

  • 3.

    Het college stemt het PIP af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeraar.

  • 4.

    Het college biedt maatschappelijke begeleiding aan ter bevorderen van de (financiele) zelfredzaamheid.

 

Artikel 14. Ontzorgen

  • 1.
    • a.

      Budgetbeheer: de rekening wordt beheerd door de budgetbeheerder van het Budgetloket en alle rekeningen en lasten worden hieruit betaald en de statushouder ontvangt leefgeld;

    • b.

      Financiële trainingen op maat die de financiële zelfredzaamheid bevordert en qua duur en intensiteit afgestemd zijn op de behoeftes en leerbaarheid van de inburgeraar.

    De asielmigrant die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangt, wordt door het college financieel ontzorgt. Het ontzorgen betekent deelname aan:

  • 2.

    Het financieel ontzorgen start vanaf de datum dat de asielmigrant recht op bijstand heeft en duurt ten minste 6 maanden en kan verlengd worden als dit noodzakelijk is.

  • 3.

    Met na-reizigers worden maatwerk afspraken gemaakt over het ontzorgen gebaseerd op de mate van de al aanwezige financiële zelfredzaamheid.

  • 4.

    De asielmigrant is verplicht mee te werken aan het financieel ontzorgen.

 

Hoofdstuk 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Intrekking, inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels inburgering gemeente Veenendaal.

 

 

 

Vastgesteld in de vergadering van 24 januari 2023,

 

mevrouw drs. S.M. Deelstra

secretaris

 

de heer K.J.G. Kats

burgemeester