Machtiging casemanagers dementie

Overwegende:

Dat de gemeenschappelijke regeling Sociaal (GRS) is belast met de taak om besluiten te nemen over maatwerkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) voor inwoners van de gemeenten die bij de gemeenschappelijke regeling zijn aangesloten;

Dat daarbij moet worden vastgesteld of iemand een ingezetene (art 1.2.1 Wmo) of een vreemdeling (art. 1.2.2 Wmo) is;

Dat ter voorkoming van onnodige bezoeken aan dementerenden een pilot wordt gestart waarbij de casemanagers dementie van zorgaanbieders namens de GRS de identiteit van de aanvrager vaststellen;

Dat de casemanagers dementie daartoe een machtiging van het Dagelijks Bestuur nodig hebben;

Gelet op artikel 2.3.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en op 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Aan de casemanagers dementie van:

1. Stichting Aafje

2. Stichting Swinhove Groep,

wordt machtiging verleend om namens het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Sociaal de identiteit vast te stellen van personen die bij het dagelijks bestuur een aanvraag indienen voor een maatwerkmaatregel op grond van de Wmo.

Door het medeondertekenen van dit besluit stemt de casemanager dementie in met de machtiging zoals in artikel 1 omschreven.

De casemanager voert de werkzaamheden als bedoeld in artikel 1 uit volgens de instructies die door of namens het Dagelijks Bestuur worden gegeven.

Dit besluit wordt aangehaald als: "Machtiging casemanagers dementie".

Dit besluit treedt in werking na de uitreiking daarvan aan de casemanagers dementie die het betreft.