Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Breda 2022 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Breda 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Erfgoedverordening 2011.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-05-2023 | nieuwe regeling | 19-01-2023 | 2693702 |
[Een deel van de tekst van deze bekendmaking is overeenkomstig artikel 7 lid 2 Bekendmakingswet bekendgemaakt en hier beschikbaar: https://breda.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=19be6a5c34974ae8be515f9dd3e8f89f en https://breda.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=3021348b21c048f39ede9997de4f274f.]
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 19 januari 2023 de Erfgoedverordening Breda 2023 heeft vastgesteld.
De verordening wordt van kracht met ingang van de eerste dag na het verstrijken van een termijn van twee weken na deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
De raad van de gemeente Breda,
gelezen het voorstel van het college van 28 november 2022,
artikel 149 van de Gemeentewet;
de artikelen 3.16 en 9.1 van de Erfgoedwet, gelezen in samenhang met de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988;
de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
rekening houdend met de komende Omgevingswet;
In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:
Artikel 2 Gemeentelijk erfgoedregister
Het gemeentelijk erfgoedregister bevat:
gegevens over door burgemeester en wethouders van de minister ontvangen afschriften van de inschrijving van een rijksmonument in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet en instructies als bedoeld in artikel 2.34, vierde lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht;
gegevens over door burgemeester en wethouders van gedeputeerde staten ontvangen instructies als bedoeld in artikel 2.33, eerste lid, van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding provinciaal monument, provinciaal archeologisch monument of provinciaal beschermd stads- en dorpsgezicht.
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijk beschermd cultuurgoed of gemeentelijk beschermde verzameling
Artikel 3 Aanwijzing als gemeentelijk beschermd cultuurgoed of gemeentelijk beschermde verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een cultuurgoed dat van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis of uitzonderlijke schoonheid is en dat als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en dat in eigendom is van de gemeente of dat aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als gemeentelijk beschermd cultuurgoed.
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een verzameling van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis, die als geheel of door een of meer van de cultuurgoederen die een wezenlijk onderdeel van de verzameling zijn, als onvervangbaar en onmisbaar behoort te worden behouden voor het gemeentelijk cultuurbezit en die in eigendom van de gemeente is of die aan de zorg van de gemeente is toevertrouwd aan te wijzen als gemeentelijk beschermde verzameling.
Over het voornemen van een aanwijzing, bedoeld in het eerste of tweede lid, alsmede over de vervreemding van een gemeentelijk beschermd cultuurgoed of een gemeentelijk beschermde verzameling of over het afstand doen van de zorg daarvoor vragen burgemeester en wethouders advies aan een commissie als bedoeld in artikel 4.18 van de Erfgoedwet.
Artikel 4 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als gemeentelijk beschermd cultuurgoed of gemeentelijk beschermde verzameling
Burgemeester en wethouders kunnen een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste of tweede lid, wijzigen of intrekken. Artikel 3, vierde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het gemeentelijk beschermd cultuurgoed of de gemeentelijk beschermde verzameling waarop de aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Hoofdstuk 3 Aanwijzing tot gemeentelijke monument
Artikel 5 De aanwijzing tot gemeentelijk monument
Het voornemen om toepassing te geven aan artikel 3 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk bekendgemaakt aan alle zakelijk gerechtigden op de onroerende zaak die vermeld staan in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Kadasterwet, dan wel de bij de gemeente bekende eigenaar.
Hoofdstuk 4 Bescherming gemeentelijk monument
Artikel 12 Instandhoudingsplicht
Het is verboden een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1, onder a, te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 13 Instandhoudingbepaling
Het verbod. als bedoeld in artikel 12 en de vergunningplicht, als bedoeld in het eerste lid, gelden niet indien het college nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden aan dat gemeentelijk monument dienen te worden uitgevoerd. Het college kan de erfgoedcommissie advies vragen met betrekking tot deze nadere regels.
HOOFDSTUK 5 INSTANDHOUDING VAN ARCHEOLOGISCHE TERREINEN
Artikel 16 Instandhoudingbepaling archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied
Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;
het een verstoring betreft van een archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de Beleidsadvieskaart Breda‟s Erfgoed, en waarbij die verstoring plaatsvindt:
in een gebied met lage archeologische verwachting en het te verstoren gebied kleiner is dan 50.000 m2 en de ingreep niet MER-plichtig is,
in een gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachting waarbij het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2 en de bodem niet dieper dan 30 centimeter word verstoord, of;
een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van het college in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd;
de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad;
in het geheel geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
HOOFDSTUK 6 HANDHAVING EN TOEZICHT
Degene, die handelt in strijd met de artikelen 12, 13.1 of 16.1 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende nadeel of schade lijdt of zal lijden, die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het college hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe, indien de schade in relatie staat tot:
Artikel 22 Intrekken oude regeling
De Erfgoedverordening 2011, gemeente Breda, 22 september 2011 vastgesteld, wordt ingetrokken.
Het voorgaande lid is eveneens van toepassing op bezwaarschriften en (hoger)beroepen die betrekking hebben op aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, dan wel die betrekking hebben op besluiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van deze verordening.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Breda van 19 januari 2023 ,
De voorzitter,
De griffier,
Voordat wordt overgegaan tot bescherming van erfgoed, moet er een zorgvuldige afweging worden gemaakt. Om de cultuurhistorische waarden zo objectief mogelijk in beeld te brengen, heeft de gemeente Breda in 2007 de erfgoedmeetlat ontwikkeld. De erfgoedmeetlat is een verbetering gebleken van de gangbare waarderingsmethoden. Inmiddels zijn binnen de gemeente Breda duizenden objecten op deze manier getoetst. Ook in andere steden en bij commerciële partijen wordt de Bredase erfgoedmeetlat gebruikt.
De erfgoedmeetlat kent acht categorieën met subcategorieën waarop wordt getoetst. Voor elke subcategorie wordt een waarde ingevuld van 1 tot en met 5. De laagste waarde is 1, de hoogste waarde is 5. Indien een (sub)categorie niet van toepassing is op het object, dan kan dit ook worden aangegeven.
Het gemiddelde van de subcategorieën bepaalt de uitkomst per onderdeel. Deze acht uitkomsten worden ook weer gemiddeld om te komen tot een definitieve waarde. Indien een (sub)categorie niet van toepassing is, dan telt deze niet mee in de middeling.
Erfgoed dat een waardering scoort van 3,5 of hoger, komt in aanmerking voor bescherming op gemeentelijk niveau.
Bijlage 2 Beleidsadvieskaarten Breda’s Erfgoed
De beleidadvieskaarten Breda’s Erfgoed zijn vastgesteld in samenhang met de erfgoedvisie ‘Grondstof voor de toekomst’.
Deze kaart is sinds de vaststelling aangepast naar aanleiding van besluiten van het college op basis van uitgevoerd onderzoek. De actuele kaart is in te zien op:
https://breda.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=19be6a5c34974ae8be515f9dd3e8f89f
deelkaart Gebouwd erfgoed en Historische geografie
Deze kaart is sinds de vaststelling aangepast naar aanleiding van besluiten van het college op basis van uitgevoerd onderzoek. De actuele kaart is in te zien op:
https://breda.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=3021348b21c048f39ede9997de4f274f