Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Beleidsregels Leerlingenvervoer schooljaar 2023-2024 Rijswijk

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Leerlingenvervoer schooljaar 2023-2024 Rijswijk
CiteertitelBeleidsregels Leerlingenvervoer Schooljaar 2023-2024 Rijswijk
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2022.

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-2023nieuwe regeling

11-04-2023

gmb-2023-170133

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Leerlingenvervoer schooljaar 2023-2024 Rijswijk

HOOFDSTUK 1 – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 – Begripsbepalingen

  • 1.

    Verordening: de Verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk

  • 2.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk

  • 3.

    Financiële tegemoetkoming: de bijdrage die het college aan een belanghebbende kan verstrekken welke kan worden afgestemd op het inkomen van de belanghebbende en welke kan worden verlaagd met een drempelbedrag

  • 4.

    Eigen bijdrage: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij een toekenning betaalt dient te worden of die bij toekenning verrekend kan worden

  • 5.

    Drempelbedrag: een door het college vast te stellen bedrag, die bij toekenning betaalt dient te worden of die bij toekenning verrekend kan worden

  • 6.

    Inkomensgrens: de hoogte van het inkomen dat bepaald of ouders al dan niet een eigen bijdrage dienen te betalen

  • 7.

    Financiële draagkracht; het vermogen om lasten te dragen

  • 8.

    Indicatie: een schriftelijk advies van een van de door de gemeente aangewezen adviseur aangaande een gevraagde voorziening

  • 9.

    (Gezamenlijk) inkomen: het verzamelinkomen van de ouder(s) van het toetsingsjaar zoals vermeld op het IB-60-formulier van de belastingdienst

  • 10.

    Toetsingsjaar: het toetsingsjaar is het schooljaar minus 2

  • 11.

    Ouders: Onder ouders worden ook pleegouders en voogden verstaan

  • 12.

    Schooljaar: het nieuwe schooljaar begint na de grote vakantie en duurt tot en met de grote vakantie.

HOOFDSTUK 2 – AANVRAAG

Artikel 2.1 – Aanvraagprocedure

Een aanvraag kan worden ingediend, op een daartoe door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld (digitaal) formulier, door de ouders van een leerling of door een bevoegde instantie zoals Jeugdzorg of de directeur van de betreffende school. Indien blijkt dat er sprake is van een incomplete aanvraag wordt de aanvrager gevraagd de aanvraag binnen 4 weken compleet te maken.

Artikel 2.2 – Afhandelingstermijn

  • 1.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en stelt de aanvrager schriftelijk in kennis van haar besluit.

  • 2.

    In geval de aanvraag niet compleet is en een herstelbrief wordt verstuurd, kan de beslistermijn opgeschort worden. (art. 4:15 lid 1a Algemene wet bestuursrecht)

  • 3.

    Het college kan het besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 2.3 – Buiten behandeling laten van aanvraag

Indien binnen de gestelde termijn van art. 2.1 de aanvraag niet compleet is gemaakt en de gemeente niet over de noodzakelijke gegevens beschikt om de aanvraag te kunnen beoordelen, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten (art. 4:5 Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 2.4 – Advies

Per aanvraag kan door de medewerkers van het team jeugd en maatschappelijke ondersteuning beoordeeld worden of het inwinnen van medisch, ergonomisch of sociaal advies noodzakelijk is. Is de leerling bekend, dan worden de reeds aanwezige medische, sociale en/of ergonomische adviezen geraadpleegd om te bezien of er voldoende gegevens zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen en af te handelen. Ook wordt bij de beoordeling van de aanvraag van een vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school het ondersteuningsplan en/of de toelaatbaarheidsverklaring, zoals dat is vastgesteld door het samenwerkingsverband na overleg met het college, betrokken. Bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer wordt altijd gekeken naar de mogelijkheden van het kind, de route naar school en de afstand.

HOOFDSTUK 3 – LEERLING, VERBLIJFADRES, CRISESOPVANG, GEDRAGSREGELS

Artikel 3.1 – Crisesopvang

Indien er sprake is van een crisesopvang of noodopvang van een leerling in een andere gemeente dan Rijswijk is het volgende van toepassing. Als de leerling voor het moment van de crises- of noodopvang in aanmerking kwam voor leerlingenvervoer, dan vergoedt de desbetreffende gemeente ook de kosten van vervoer van en naar school. De vergoeding voor crises- of noodopvang is maximaal 6 weken, met de mogelijkheid om éénmaal te verlengen met 6 weken.

 

Als de leerling voor het moment van de crises- of noodopvang niet in aanmerking kwam voor leerlingenvervoer, dan vergoedt de gemeente waar de crisesopvang gevestigd is de kosten van vervoer van en naar school. De huidige school wordt dan als meest passend onderwijs beschouwd.

Artikel 3.2 – Feitelijk verblijfadres

Om vast te kunnen stellen of iemand in de gemeente woonachtig is, volstaat doorgaans het raadplegen van de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP). Bij twijfel moet het aantal nachten uitsluitsel bieden. De gemeente waar men de meeste nachten verblijft, is verantwoordelijk voor de verstrekking van de voorzieningen, het feitelijke verblijfadres dus.

Artikel 3.3 – Leeftijd leerling

De leeftijd waarop een leerling toegelaten mag worden tot het speciaal onderwijs is 4 jaar. Met een uitzondering naar 3 jaar indien de leerling toelaatbaar is verklaard. De leeftijd waarop de leerling het (voortgezet) speciaal onderwijs moet verlaten is 20 jaar. Doorgaans gaan leerlingen vanaf 12 jaar over naar het voortgezet (speciaal) onderwijs.

 

Bron: Wet op de expertisecentra (WEC), artikel 39.

Artikel 3.4 – Gedragsregels en ontzegging vervoersvoorziening

De gemeente Rijswijk verwacht gepast gedrag van ouders en leerlingen in het aangepast vervoer. Wat hieronder verstaan wordt, is terug te vinden in het handboekje leerlingenvervoer. Dit handboekje wordt aan alle ouders uitgereikt voor de start van het schooljaar en is ook te raadplegen op www.rijswijk.nl. De gemeente Rijswijk onderschrijft deze gedragsregels.

 

Bij ontoelaatbaar gedrag van de leerling kan deze (tijdelijk) van het aangepast vervoer geweerd worden. Op welke manier de gemeente reageert als de leerling de veiligheid van de andere passagiers en de chauffeur in gevaar brengt, vraagt om maatwerk waarbij individuele omstandigheden worden meegewogen.

 

Voordat overgegaan wordt tot een ontzegging, worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Een klacht over het gedrag van een leerling wordt gemeld door de vervoerder bij de gemeente Rijswijk;

  • 2.

    Indien er sprake is van meerdere klachten dan wel aanhoudende klachten maakt de vervoerder melding van de klachten bij de gemeente Rijswijk en wordt er een onderzoek gestart;

  • 3.

    In het kader van dit onderzoek zal de gemeente in gesprek gaan met de vervoerder, de chauffeur, ouders en/ of leerlingen en/of school;

  • 4.

    Indien uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt er een eerste waarschuwingsbrief aan de ouders en wordt er in overleg gekeken naar mogelijke oplossingen om herhaling te voorkomen;

  • 5.

    Indien het verwijtbaar gedrag aanhoudt, volgt er een tweede waarschuwingsbrief. Tevens wordt er in deze fase een extra zitplaats in de taxi georganiseerd voor begeleiding van de leerling door ouders of begeleiding door ouders georganiseerd.

  • 6.

    Indien de klachten en het verwijtbaar gedrag aanhouden, wordt de leerling in principe voor twee volle schoolweken geschorst, afhankelijk van de ernst van de situatie kan deze periode verlengd worden.

  • 7.

    Indien na hervatting van het aangepast vervoer de klachten en verwijtbaar gedrag aanhouden kan de leerling worden uitgesloten van het vervoer tot het einde van het schooljaar met een minimum van 1 maand (exclusief vakanties).

Artikel 3.5 – Overdracht leerling

Indien ouders wensen af te wijken van de overdracht van de leerlingen door de chauffeur aan een volwassene, kunnen zij dit verzoek bij de gemeente indienen. De gemeente maakt van deze afspraak een melding in het registratiesysteem zodat de vervoerder en chauffeur hiervan op de hoogte zijn.

HOOFDSTUK 4 – BUITENSCHOOLSE OPVANG, (STAGE)ADRESSEN

Artikel 4.1 – Buitenschoolse opvang, naschoolse opvang

Instellingen en/of instanties voor buitenschoolse- of naschoolse opvang (BSO, NSO) of een Boddaertcentrum al dan niet met behandeling of therapie zijn geen scholen zoals bedoeld in artikel 1 van de Verordening. Het vervoer naar en van deze opvang komt dus niet in aanmerking voor vergoeding.

 

Echter als een leerling op dit moment in aanmerking komt voor leerlingenvervoer, dan kan een ouder een verzoek indienen bij de gemeente of de terugrit van school naar huis ingewisseld kan worden voor een rit van school naar een opvanglocatie. Dit wordt echter alleen gehonoreerd indien dit een vaste locatie is voor het gehele schooljaar en het opvangadres ligt binnen de gemeentegrens van Rijswijk of het opvangadres ligt op de route: met andere woorden waarvoor door de vervoerder niet of in geringe mate hoeft te worden omgereden. De rit terug ’s avonds van de opvanglocatie naar huis is altijd de verantwoording van en voor rekening van de ouder(s).

Artikel 4.2 – Stage adressen

Is de stage een onderdeel van het onderwijsprogramma (opgenomen in de schoolgids) en krijgt de leerling dagelijks leerlingenvervoer naar de school, dan bestaat de mogelijkheid tot aanspraak op leerlingenvervoer naar het stageadres. Het stageadres wordt dan ook als school aangemerkt.

 

Hier geldt echter ook de dichtstbijzijnde toegankelijke stage. Stageplaatsen moeten in de gemeente Rijswijk- op de route- of dichtbij het schooladres liggen. Ook moeten de stagetijden aansluiten op de reguliere schooltijden. Op die manier kan het stagevervoer worden gecombineerd met het reguliere schoolvervoer. Ook hier geldt dat de vervoerder niet of in geringe mate hoeft om te rijden.

Artikel 4.3 – Overige adressen

Naast het adres van de woning, zoals bedoeld in artikel 1 van de Verordening mag maximaal één ander adres worden doorgegeven voor ophalen/thuisbrengen van de leerling. Het tweede adres dient structureel op vaste dagen per week gedurende het gehele schooljaar gebruikt te worden. Het tweede adres dient binnen de gemeentegrenzen te liggen of op de route tussen woonadres en school.

HOOFDSTUK 5 – VERVOER

Artikel 5.1 – Eigen vervoer per auto

Indien een leerling geïndiceerd is voor vervoer per eigen auto, worden de kosten vergoed op basis van openbaar vervoer. In de regel dus de kosten voor een jaarkaart voor de leerling voor de betreffende ov-zones.

 

Indien een leerling geïndiceerd is voor vervoer per aangepast vervoer en de ouders kiezen er voor dit vervoer zelf te regelen of uit te voeren, dan wordt een bedrag per kilometer, zoals genoemd in het hoofdstuk 7 Financiële tegemoetkoming, vergoed.

Artikel 5.2 – Reisduur

Wanneer de reistijd met openbaar vervoer meer is dan 1,5 uur en met het aangepast vervoer de reistijd (meer dan) gehalveerd kan worden, komt de leerling in aanmerking voor aangepast vervoer.

Artikel 5.3 – Medische begeleiding

Indien een leerling medische begeleiding nodig heeft tijdens het vervoer, zijn deze kosten niet voor rekening van de gemeente. Medische begeleiding valt dus niet onder het leerlingenvervoer.

Artikel 5.4 – Openbaar vervoer

Voor het vaststellen van de kosten van een enkele rit, maandkaart of jaarkaart voor het openbaar vervoer wordt gebruik gemaakt van de tarieven van de HTM, via de website: www.htm.nl. Voor verre ritten waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de trein, worden de kosten berekend via de website: www.9292.nl.

Artikel 5.5 – Bevorderen zelfstandig reizen van en naar school

Ter bevordering van de zelfstandigheid van de leerling kan een leerling door ouders via de gemeente aangemeld worden voor het project Mee op Weg. Ouders en leerlingen kunnen daarnaast op eigen verzoek een beroep doen op het aanbod van Mee op Weg. Mee op Weg beoordeelt samen met ouders, kind en school of het traject haalbaar is en of er dus werkelijk gestart zal worden. Na de start wordt er tussentijds geëvalueerd over continueren of stoppen van het traject.

 

Mocht na dit traject blijken dat een leerling geen gebruik meer maakt van het aangepast vervoer, maar wel gebruik maakt van het openbaar vervoer (OV) of fietsvervoer, ontvangt de ouder(s) voor de duur van het lopende schooljaar en het daarop volgende schooljaar een vergoeding OV of fietsvervoer of een andere vergoeding die het zelfstandig reizen mogelijk maakt. Deze bijdrage eindigt in ieder geval, indien de leerling geen onderwijs meer volgt.

Indien blijkt dat de leerling alleen in de zomerperiode zelfstandig van en naar school kan reizen, of alleen bij daglicht, of op bepaalde dagen van de week, is het mogelijk om een zogenaamde ‘hybride-beschikking’ af te geven, waarmee de leerling deels op eigen gelegenheid naar school gaat en deels met aangepast vervoer.

Artikel 5.6 – Routeplanner

Voor het vaststellen van de kortste afstand wordt gebruik gemaakt van de routeplanner van de ANWB, via de website: www.anwb.nl. Indien er een verschil in afstand is tussen de heen- en terugreis wordt de gemiddelde afstand in de beoordeling meegenomen.

 

Wanneer de afstand exact of rond de kilometergrens ligt, wordt de route nogmaals berekend via een tweede routeplanner, Google Maps. De gemiddelde afstand tussen deze twee routeplanners zal worden aangehouden.

Artikel 5.7 – Uitvoering en bemiddeling

Voor de uitvoering van het leerlingenvervoer heeft de gemeente met een aantal vervoersbedrijven een contract afgesloten. Het contractbeheer is uitbesteed aan een externe partij. Deze partij bemiddelt en organiseert namens de gemeente het vervoer van de leerling. Deze partij is zowel voor de ouders als voor de gemeente de contactpartij.

HOOFDSTUK 6 – FINANCIËN

Artikel 6.1 – Drempelbedrag en inkomensgrens

  • 1.

    Het drempelbedrag en de inkomensgrens zijn alleen van toepassing op scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs.

  • 2.

    Het drempelbedrag voor het schooljaar 2023-2024 is vastgesteld op € 612,50.

    Dit bedrag is gelijk aan de kosten van een 2-ster-regioabonnement met korting van het openbaar vervoer.

  • 3.

    Ongeacht of openbaar vervoer beschikbaar is of dat er gebruik van wordt gemaakt, kan het bedrag in mindering worden gebracht op de beschikbaar gestelde tegemoetkoming.

  • 4.

    De inkomensgrens voor het schooljaar 2023-2024 is landelijk vastgesteld op € 28.800,00.

  • 5.

    Aan ouders van een leerling van wie het gezamenlijk belastbaar (zie 6.2 lid 4) inkomen meer bedraagt dan de genoemde € 28.800,00 wordt slechts een tegemoetkoming verleend indien de kosten meer bedragen dan het drempelbedrag.

  • 6.

    Het college kan in plaats van een financiële tegemoetkoming het vervoer ook zelf verzorgen of laten verzorgen. De ouders dienen dan het drempelbedrag aan de gemeente te betalen.

Artikel 6.2 – Financiële draagkracht en eigen bijdrage

  • 1.

    De financiële draagkracht en de eigen bijdrage zijn alleen van toepassing op scholen voor basisonderwijs.

  • 2.

    Als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer bedraagt dan 20 kilometer, wordt de vastgestelde tegemoetkoming verminderd met een naar draagkracht berekende eigen bijdrage.

  • 3.

    Het college kan in plaats van een financiële tegemoetkoming het vervoer ook zelf verzorgen of laten verzorgen. De ouders dienen dan de eigen bijdrage aan de gemeente te betalen.

  • 4.

    De hoogte van de eigen bijdrage en de draagkracht worden vastgesteld per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het gezamenlijk belastbaar inkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting en is vastgelegd in de tabel onder lid 5.

  • 5.

    Inkomens- en eigen bijdragetabel:

HOOFDSTUK 7 – FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGEN

Artikel 7.1 – Autokostenvergoeding

Deze voorziening is uitsluitend van toepassing indien een leerling geïndiceerd is voor Aangepast vervoer en de ouders het vervoer zelf willen regelen en uitvoeren.

 

  • 1.

    De vergoeding voor het schooljaar 2023-2024 is vastgesteld op € 0,42 per kilometer.

  • 2.

    Uitsluitend de kilometers van de ritten waarbij de leerling in de auto aanwezig is worden vergoed.

  • 3.

    Indien een leerling is geïndiceerd voor vervoer per eigen auto geldt de vergoeding op basis van openbaar vervoer.

Artikel 7.2 – Vergoeding openbaar vervoer

De vergoeding voor de leerling voor het schooljaar 2023-2024 is vastgesteld op:

 

  • 1.

    Een bedrag van € 379,50 voor een 1-ster-regiojaarabonnement of € 37,95 voor een 1-ster-regiomaandabonnement.

  • 2.

    Een bedrag van € 612,50 voor een 2-ster-regiojaarabonnement of € 61,25 voor een 2-ster-regiomaandabonnement.

  • 3.

    Een bedrag van € 901,00 voor een 3-ster-regiojaarabonnement of € 90,10 voor een 3-ster-regiomaandabonnement.

  • 4.

    Een bedrag van € 1.148,50 voor een 4-ster-regiojaarabonnement of € 114,85 voor een 4-ster-regiomaandabonnement.

  • 5.

    Een bedrag van € 1.429,50 voor een 5-ster-regiojaarabonnement of € 142,95 voor een 5-ster-regiomaandabonnement.

  • 6.

    Een bedrag van € 1.716,00 voor een 6-ster-regiojaarabonnement of € 171,60 voor een 6-ster-regiomaandabonnement.

De vergoeding voor de begeleider voor het schooljaar 2023-2024 is vastgesteld op:

 

  • 7.

    Een bedrag van € 576,00 voor een 1-ster-regiojaarabonnement of € 57,60 voor een 1-ster-regiomaandabonnement.

  • 8.

    Een bedrag van € 927,50 voor een 2-ster-regiojaarabonnement of € 92,75 voor een 2-ster-regiomaandabonnement.

  • 9.

    Een bedrag van € 1.365,00 voor een 3-ster-regiojaarabonnement of € 136,50 voor een 3-ster-regiomaandabonnement.

  • 10.

    Een bedrag van € 1.740,50 voor een 4-ster-regiojaarabonnement of € 174,05 voor een 4-ster-regiomaandabonnement.

  • 11.

    Een bedrag van € 2.167,50 voor een 5-ster-regiojaarabonnement of € 216,75 voor een 5-ster-regiomaandabonnement.

  • 12.

    Een bedrag van € 2.598,50 voor een 6-ster-regiojaarabonnement of € 259,85 voor een 6-ster-regiomaandabonnement.

  • 13.

    Voor ritten langer dan 6 zones waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de trein gelden de werkelijke kosten per rit op basis van een best passend abonnementstarief zoals aangegeven op websites: www.9292.nl.

Artikel 7.3 – Fietskostenvergoeding

De vergoeding voor het schooljaar 2023-2024 is vastgesteld op € 0,10 per kilometer.

Artikel 7.4 – Bromfietskostenvergoeding

De vergoeding voor het schooljaar 2023-2024 is vastgesteld op € 0,37 per kilometer.

Artikel 7.5 – Pleegouders en financiële verplichtingen

Pleegouders worden als ‘ouders’ in de zin van de Verordening worden aangemerkt. Aan pleegouders mogen dus eventuele financiële verplichtingen opgelegd worden zoals het drempelbedrag of een bedrag in het kader van financiële draagkracht.

 

Echter in de gemeente Rijswijk wordt aan pleegouders geen financiële verplichting opgelegd. Pleegouders krijgen een pleegvergoeding. Hiervan kunnen ze de basiskosten voor het pleegkind voldoen. De basisvergoeding is echter niet toereikend voor de kosten van leerlingenvervoer. Pleegouders kunnen kosten verhalen bij de onderhoudsplichtige ouders maar uit de praktijk blijkt dat deze ouders vaak een laag inkomen hebben.

 

Voogdijinstellingen worden ook als ‘ouder’ aangemerkt. Hen kan echter geen financiële verplichting opgelegd worden omdat zij geen inkomen in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting hebben.

Artikel 7.6 Uitbetaling

Het toegekende bedrag wordt in twee delen uitbetaald, 50% bij toekenning en 50% halverwege de toegekende periode.

HOOFDSTUK 8 – Overige bepalingen

Artikel 8.1 – Hardheidsclausule

Afwijken van wat bepaald is in de Verordening kan alleen plaatsvinden ten gunste van een leerling en nooit ten nadele. In zeer uitzonderlijke omstandigheden zal de hardheidsclausule worden toegepast. In verband met precedentwerking moet duidelijk worden aangegeven, waarom in een bepaalde situatie van de Verordening is afgeweken.

8.2 – Slotbepalingen

  • 1.

    De thans geldende Beleidsregels Leerlingenvervoer 2022 vervallen zodra deze zijn uitgewerkt.

  • 2.

    Onderhavige beleidsregels treden in werking op 1 april 2023 en zijn voor het eerst van toepassing op aanvragen leerlingenvervoer voor schooljaar 2023-2024.

  • 3.

    Op aanvragen leerlingenvervoer voor schooljaar 2022-2023 zijn de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2022 van toepassing.

  • 4.

    Besluiten, genomen krachtens de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2022 en die gelden op het moment van inwerkingtreding van deze Beleidsregels, blijven van kracht tot aan het moment dat zij van rechtswege vervallen, worden ingetrokken of beëindigd.

  • 5.

    Op een aanhangig bezwaarschrift tegen een besluit dat is genomen op basis van de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2022, wordt beslist met inachtneming van het bepaalde krachtens de Beleidsregels Leerlingenvervoer 2022.

  • 6.

    Deze Beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Leerlingenvervoer Schooljaar 2023-2024 Rijswijk.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk in zijn vergadering van 11 april 2023.

Het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk,

de secretaris,

P. M. Schuit

de burgemeester,

H. Sahin