Subsidieregeling Nationaal Programma Onderwijs 2023-2025 gemeente Breda

Artikel 1. Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Activiteitenplan:

Bundeling van met elkaar samenhangende activiteiten en begroting voor de duur van één schooljaar, om het in de subsidieregeling geschetste doel te bereiken;

Educatiewijzer Breda:

Online platform met onderschools aanbod (https://www.educatiewijzerbreda.nl/);

Kinderopvang:

Organisaties die kinderopvang als bedoeld in artikel 1 van de Wet kinderopvang verzorgen;

Leerling:

Degene die is ingeschreven als leerling van een school;

Lokale maatschappelijke partner:

Partner voor gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid in en om de school namelijk: (jeugdgezondheids)zorgpartijen, bibliotheken, kinderopvang, sociaal werk, welzijnsorganisaties, sport en cultuur voor wat betreft het inhalen van COVID-19 vertragingen bij kinderen;

Onderwijs Achterstanden Beleid:

Het landelijk onderwijsachterstandenbeleid is bedoeld om (dreigende) leerachterstanden onder 0-12-jarigen ten gevolge van sociale, economische of culturele oorzaken te voorkomen en om eenmaal opgelopen achterstanden te verminderen. De nadruk bij het onderwijsachterstandenbeleid ligt op voor- en vroegschoolse educatie (VVE). https://vng.nl/rubrieken/onderwerpen/onderwijsachterstandvve;

Onderwijsveld:

Allen die in het onderwijs werkzaam zijn

Programma Verbeter Breda:

Werkt aan gelijkere kansen en zelfredzaamheid. Daarbij staat wonen, school en inkomen centraal. Inwoners, scholen, bedrijven, politie, woningcorporaties, zorg- en welzijn, gemeente en het rijk werken zo samen aan een blijvend beter Breda;

Rijke Schooldag:

Verlengde schooldag die kansengelijkheid stimuleert voor alle kinderen 4-13 jaar. Dit komt de (leer)ontwikkeling ten goede. Kinderen die anders niet in aanraking komen met muziek, kunst, sport, cultuur, natuureducatie etc. krijgen via een Rijke Schooldag de kans om te proeven van een breed gevarieerd aanbod.

School:

Uit ’s Rijks kas bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs,artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 2. Doelen en voor wie

• 1.

  Het doel van deze subsidieregeling is om scholen en lokale partijen te stimuleren om ten behoeve van leerlingen op Bredase scholen in de periode van april 2023 tot en met 31 juli 2025 activiteiten uit te voeren die onderwijsvertragingen inlopen bij kinderen als gevolg van COVID-19 op cognitief, executief, sociaal en emotioneel vlak in aanvulling op de interventies die scholen nemen.

  Daarnaast wordt de focus gelegd op verbinding met relevante Bredase programma’s zoals Verbeter Breda en de Rijke Schooldag waarbij de NPO-middelen een kans bieden om ideeën en projecten aan te jagen, waarbij concrete plannen voor (financiële) borging na afloop van NPO voorwaardelijk zijn.

  Daarmee draagt NPO bij aan strategische doelen als kansengelijkheid (door het stimuleren van taal); inclusie (door het bieden van brede ontwikkeling) en het versterken van de collectieve focus naast de individuele aanpak (binnen zorg in onderwijs).

• 2.

  Lokale maatschappelijke partners kunnen subsidie aanvragen voor projecten die bijdragen aan de realisatie van één of meerdere van de volgende doelen voor Bredase peuters, kleuters, leerlingen en jongeren:

  • •

    een verbeterde aansluiting tussen hulpverlening, zorg en onderwijs;

  • •

    een verbeterde sociale veiligheid;

  • •

    een verbeterde leefstijl en welzijn van peuters en kleuters;

  • •

    brede ontwikkeling te stimuleren;

  • •

    basisvaardigheden Taal & Lezen te bevorderen;

  • •

    het verbeteren van de toegang tot voor- en vroegschoolse educatie.

Artikel 3. Activiteiten en doelgroep

• 1.

  Subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan de in de regeling Nationaal Programma Onderwijs opgenomen doelstellingen in de volgende categorieën, waarbij de gemeente en scholen in gezamenlijk overleg constateren dat de gemeente hier een toegevoegde waarde heeft naast de inspanningen van het onderwijs zelf;

  • a.

    Activiteiten gericht op zorg en welzijn in de school of in de verlengde leertijd om vertragingen op sociaal en emotioneel vlak als gevolg van COVID-19 in te halen; zoals activiteiten die bijdragen aan een verbeterde aansluiting tussen hulpverlening, zorg en onderwijs zodat problemen van leerlingen sneller worden herkend en geadresseerd door de leerkracht (klassikaal en individueel) en als dat nodig is doorverwezen naar de juiste professional (al dan niet binnen de schoolsetting);

  • b.

    Activiteiten die bijdragen aan een verbeterde sociale veiligheid: door elkaar beter te begrijpen; door een verbeterde omgang met ongewenst gedrag; en door elkaar op gedrag aan te spreken is de sfeer binnen de school positief en zijn er minder conflicten;

  • c.

    Activiteiten die leiden tot een verbeterde toegang tot sport en beweging in en buiten de school met een positieve impact op de leefstijl en het welzijn van de peuters en kleuters;

  • d.

    Activiteiten die brede ontwikkeling stimuleren door scholen extra gebruik te laten maken van de bestaande infrastructuur, werkwijze en het aanbod in de Educatiewijzer;

  • e.

    Het bevorderen van de basisvaardigheden Taal & Lezen door in te zetten op schoolbibliotheekwerk;

  • f.

    Activiteiten gericht op het inhalen van vertragingen, opgelopen door COVID-19 in de voorschoolse periode, zoals inspanningen gericht op het eerder toe leiden van kinderen naar de VVE.

• 2.

  De activiteiten, zoals bedoeld in het eerste lid zijn gericht op kinderen die deelnemen aan of op korte termijn gaan deelnemen aan een voorschoolse voorziening, primair onderwijs of voortgezet onderwijs in Breda.

• 3.

  De activiteiten, zoals bedoeld in het eerste lid, die gericht zijn op kinderen in het primair onderwijs of voortgezet onderwijs in Breda, moeten voor alle leerlingen beschikbaar zijn.

Artikel 4. Aanvraagtermijn en beslistermijn

• 1.

  Subsidie op grond van deze regeling kan gedurende twee perioden worden aangevraagd:

  • a.

    Schooljaar 2023-2024: Vanaf de dag van bekendmaking van deze regeling tot en met 31 mei 2023;

  • b.

    Schooljaar 2024-2025: De periode van 1 april 2024 tot en met 15 mei 2024.

• 2.

  Het college beslist binnen 13 weken na het verstrijken van de uiterste aanvraagdata, zoals genoemd in het eerste lid van dit artikel, mits de subsidieaanvraag volledig is.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

• 1.

  De subsidie wordt per schooljaar verstrekt;

• 2.

  De subsidie wordt digitaal aangevraagd door middel van een volledig ingevuld en digitaal ondertekend aanvraagformulier;

• 3.

  Per activiteit, zoals genoemd in artikel 3, gaat, vanwege het behalen van een zo groot mogelijk maatschappelijk effect, de voorkeur uit naar 1 penvoerder die één gebundelde subsidieaanvraag indient namens de betrokken lokale maatschappelijke partners in de stad. Deze gebundelde subsidieaanvraag bevat een partnerverklaring van alle betrokken lokale maatschappelijke partners;

• 4.

  Bij de aanvraag moet een plan gevoegd zijn, bestaande uit:

  • a.

    Een beschrijving van de activiteiten;

  • b.

    Een sluitende begroting/overzicht van inkomsten en uitgaven welke noodzakelijk worden geacht voor de realisatie van de activiteiten. Uit deze begroting moet duidelijk worden wat de kosten per kalenderjaar zijn;

  • c.

    Een productencatalogus of deelbare informatie over de activiteit;

  • d.

    Een paragraaf waaruit de samenwerking met het onderwijsveld blijkt;

  • e.

    Een beschrijving van de resultaten; het bereik en de meetindicatoren.

• 5.

  Uit de onderbouwing bij de subsidieaanvraag dient te blijken:

  • a.

    Dat er wordt voldaan aan de voorwaarden van deze regeling;

  • b.

    Op welke doelgroepen de activiteit zich richt met daarbij vermeld de verwachte omvang van de doelgroep (aantallen);

  • c.

    Welke doelen behaald zullen worden en de te verwachten resultaten.

Artikel 6. Criteria en beoordeling aanvragen

• 1.

  Op basis van het beoordelingsformat (bijlage 1 bij deze subsidieregeling) wordt een aanvraag beoordeeld door middel van puntentoekenning;

• 2.

  Aanvragen worden beoordeeld op basis van:

  • a.

    Effectiviteit: kwaliteit van de bijdrage aan de in artikel 2 en 3 geformuleerde doelen en activiteiten.

  • b.

    Haalbaarheid en kans op succes: vertrouwen dat de organisatie de activiteiten succesvol uitvoert.

  • c.

    Resultaten: mate waarin inzicht wordt gegeven in de resultaten en effecten van de activiteiten.

• 3.

  De subsidievrager en haar partnerorganisaties hebben een vestiging in Breda;

• 4.

  De gevraagde subsidie wordt geweigerd indien minder dan 120 punten zijn behaald;

• 5.

  Als het beschikbare budget niet toereikend is om alle aanvragen die, in een besluitvormingsperiode zoals benoemd in artikel 4 lid 1 van deze regeling, zijn ingediend en die voldoen aan het minimumaantal punten om te kunnen honoreren, bepaalt de puntenrangschikking welke aanvragen gehonoreerd zullen worden. Daarbij geldt dat aanvragen met een hogere puntentoekenning als eerste gehonoreerd worden totdat het subsidieplafond is bereikt. Bij gelijke puntentoekenning geldt dat de volledige aanvragen, op volgorde van ontvangstdatum door de gemeente, worden gehonoreerd;

• 6.

  Indien de aanvraag niet volledig was en de aanvrager krachtens artikel 4:5 lid 1 sub c van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 7: Subsidieplafond en verdeling

• 1.

  Het college stelt de subsidieplafonds vast en maakt deze bekend op de wettelijk voorgeschreven wijze;

• 2.

  Er is een subsidieplafond voor schooljaar 2023-2024 en voor schooljaar 2024-2025;

• 3.

  Het college kan de hoogte van de subsidieplafonds binnen de in het tweede lid genoemde perioden bij afzonderlijk besluit wijzigen.

Artikel 8: Verantwoording en vaststelling subsidies

• 1.

  De subsidieontvanger dient uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn afgerond, een aanvraag tot vaststelling in.

• 2.

  De aanvraag tot vaststelling van de subsidie bevat naast het gevraagde uit hoofdstuk 7 van de Algemene Subsidieverordening Breda 2017 en artikel 1.9 van de Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Breda 2017, de volgende gegevens:

  • a.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, hoe de samenwerking is geweest en wat de resultaten zijn conform de subsidiebeschikking;

  • b.

    een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden kosten en opbrengsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • c.

    een controleverklaring van een accountant bij verleende subsidies van meer dan € 125.000.

Artikel 9: Algemene subsidieverordening Breda

• 1.

  De vigerende Algemene subsidieverordening Breda 2017 is van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet uitdrukkelijk is afgeweken;

Artikel 10: Hardheidsclausule

• 1.

  Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard;

• 2.

  Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 11: Citeertitel en inwerkingtreding

• 1.

  Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Nationaal Programma Onderwijs 2023-2025 gemeente Breda;

• 2.

  Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking;

• 3.

  De regeling komt te vervallen op 31 juli 2025.