Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota Toezicht en Handhaving Domein I 2023-2026 |
Citeertitel | Nota Toezicht en Handhaving Domein I 2023-2026 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-04-2023 | nieuwe regeling | 28-03-2023 |
Voor u ligt de Nota Toezicht en Handhavingsbeleid Domein I 2023-2026. Deze nota is een nadere uitwerking van het Integraal Veiligheidsbeleid 2023-2026.
Het doel is: Het behoud en het verder verbeteren van een veilige, duurzame en gezonde woon-, werk- en leefomgeving in Maassluis.
Na elke raadsverkiezing wordt een Integraal veiligheidsbeleid (IVB) voor de komende 4 jaar door de raad vastgesteld. In het IVB legt de raad de kaders en prioriteiten voor de komende 4 jaar vast. Elk jaar wordt door het college een uitvoeringsprogramma Integraal Veiligheidsbeleid vastgesteld. Daarin staat ook de verbinding met toezicht en handhaving. In het uitvoeringsprogramma geeft het college aan op welke manier zij in dat jaar uitvoering geeft aan de door de raad vastgestelde prioriteiten. Eventuele tussentijdse wetswijzigingen worden ingevoerd per datum van ingang van de wetswijzigingen. Mogelijke keuzes hierbij voor het lokaal bestuur worden tussentijds voorgelegd. Toezicht en handhaving vindt plaats op verschillende terreinen, ook wel domeinen genoemd. Er zijn zes handhavings-domeinen:
Ieder domein heeft specifieke taken, met daarbij behorende opleiding en bevoegdheden voor toezicht en handhaving. Voor de uitvoering van toezicht en handhaving zijn Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) aangesteld. Een Boa is in dienst bij de overheid (zoals gemeente, domein I), de semioverheid (zoals Staatsbosbeheer, domein II) of de publieke sector (bv. NS, domein IV). Deze nota is specifiek gericht op de Boa’s van de gemeente in domein I: openbare ruimte. Een Boa domein I bestrijdt kleine ergernissen, overlast en andere feiten die de leefbaarheid in de openbare ruimte aantasten.
De politie is primair aan zet wanneer het gaat om het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Voor toezicht en handhaving in de openbare ruimte zijn Boa’s aangesteld. Gemeentelijke Boa’s zijn de ogen en oren op straat en kunnen ingrijpen daar waar de leefbaarheid wordt aangetast, maar hebben geen strafrechtelijke bevoegdheden. De afgelopen jaren wordt meer en meer een beroep gedaan op de inzet van Boa’s domein I, zoals tijdens COVID-19 en de vele demonstraties. Dit heeft geleid tot een discussie over de positie van Boa’s domein I. Discussiepunten zijn uitbreiding van taken van deze Boa’s, het toekennen van geweldsmiddelen en de samenwerking met de politie. Discussie en lobby hebben geresulteerd in een wijziging van de wet- en regelgeving. Deze nota geeft duidelijkheid over de gewijzigde regelgeving, de taken en bevoegdheden van de Boa’s domein I en hoe de handhavingscapaciteit in Maassluis wordt ingezet.
Het Toezicht en Handhavingsbeleid Domein I 2023-2026 bestaat uit drie delen. Deel I is het algemene deel, met daarin de wettelijke kaders, bevoegdheden, taken, de landelijke werkwijze en organisatie van de Boa’s. Deel II is toegespitst op de lokale situatie. Hier leest u de organisatie in de gemeente Maassluis, de taken en prioritering bij inzet van de Boa’s en de ambities voor 2023 en verder. In Deel III vindt u de bijlagen met verwijzingen naar achtergrondinformatie.
Voor de gemeente geldt een beginselplicht tot handhaving: bij overtreding van een wettelijk voorschrift moet een bestuursorgaan handhavend optreden, tenzij een bijzondere omstandigheid zich voordoet (zicht op legalisatie of onevenredigheid). Het stellen van regels, het houden van toezicht op de naleving van regels en het optreden tegen overtredingen is een kerntaak van de gemeente, om te voorkomen dat de belangen van de overheid, inwoners en leefomgeving worden geschaad. De eerste verantwoordelijkheid voor het beheersen van die risico’s ligt bij de veroorzaker zelf, met een actieve overheid om op de regels toezicht te houden en te handhaven waar nodig.
Toezicht is vooral bedoeld om na te gaan of conform de regels wordt gehandeld. Is dat niet het geval, dan wordt actie ondernomen om de situatie weer in overeenstemming met de regels te brengen. Een toezichthouder controleert op de naleving van de gestelde regels en heeft geen opsporingsbevoegdheden.
Handhaving gaat over de naleving van de door de overheid gestelde wet- en regelgeving, gesteld om bepaalde doelen op het gebied van leefbaarheid, veiligheid en gezondheid te bereiken. De uitvoering en de handhaving van bijzondere wetgeving en verordeningen van de gemeente zijn verdeeld over publiekrechtelijke- en een beperkt aantal privaatrechtelijke organisaties1. Het gaat om een keten van activiteiten gericht op het doen naleven van de regels en voorschriften. Handhaving is een proces van opstellen van duidelijke regelgeving, voorlichting, advisering, toezicht, bemiddeling, (beperkte) opsporing en sanctionering.
De gemeente heeft een aantal formele en informele instrumenten om de regels te handhaven, door:
Een verdere uitwerking van deze preventieve en repressieve instrumenten staat in Bijlage 1.
Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) zijn omgeven door een ingewikkeld juridisch kader. Vanwege de bijzondere bevoegdheden en bijbehorende uitrusting worden Boa’s streng gereguleerd. Voordat Boa’s aan de slag kunnen en hun bevoegdheid krijgen (of verlengd krijgen) moeten hun werkgevers wettelijk voldoen aan het zogenoemde ‘noodzakelijkheidscriterium’. Aan dit criterium wordt voldaan als het Ministerie van Justitie en Veiligheid positief oordeelt over de vragen of:
Verder moeten Boa’s voldoen aan het wettelijke vereiste van ‘betrouwbaarheid’ (onbesproken gedrag). Op basis van een justitiële en politiële screening wordt beoordeeld of een persoon inderdaad betrouwbaar is (geen strafblad heeft). De wettelijke kaders zijn o.a. vastgelegd in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar en de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar.
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar
In het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is vastgelegd dat een Boa een buitengewoon opsporingsambtenaar is, met beperkte opsporingsbevoegdheden die samenhangen met de functie en taakomschrijving van het domein van beëdiging. De Boa wordt ingezet daar waar opsporing door de politie niet gewenst is, vanwege prioritering, onvoldoende deskundigheid of capaciteit bij de politie. Er zijn zes domeinen en alle domeinen kennen een eigen uitwerking in taken en verantwoordelijkheden. Er is dus niet één set aan taken, bevoegdheden en middelen voor alle Boa’s. Een Boa wordt bevoegd tot opsporingshandelingen in het domein waarvoor hij beëdigd is en onthoudt zich van elk optreden waartoe hij niet bevoegd is. Een Boa met veel contact met publiek draagt een Boa-insigne, draagt herkenbare werkkleding en kan zich legitimeren op verzoek. Tevens is vastgelegd dat een Boa door middel van opleiding en training vakbekwaam moet blijven. De Minister van Justitie en Veiligheid kan een Boa geweld- of vrijheidsbeperkende middelen en/of de bevoegdheid tot fouillering toekennen. Voor de toekenning van een geweldsmiddel voor Boa’s in domein I zijn extra eisen toegevoegd aan de betrouwbaarheid en bekwaamheid, niet geldend voor de toekenning van handboeien. Een Boa is dus geen integrale handhaver met algemene opsporingsbevoegdheid, gelijk aan de politie. De Boa heeft een specifieke, afgebakende taak waarvoor hij gericht is opgeleid.
Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar
In de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar 2022 is landelijk vastgelegd wat de taken en bevoegdheden van de Boa per domein zijn. De Boa domein I is beëdigd voor toezicht en handhaving in de openbare ruimte:
De beperkte opsporingsbevoegdheden van de Boa domein I zijn landelijk bepaald. Voor de bevoegdheden van Boa’s geldt het volgende inzetcriterium:
Een Boa domein I is dus niet belast met het opsporen van criminaliteit, maar met het bewaken van de leefbaarheid in openbare ruimte, waarbij geen sprake mag zijn van gevaarzetting. Gevaarzetting is een combinatie van gevaar, risico en blootstelling, bijvoorbeeld door geweld of schadelijke stoffen. Daar waar handhaving van leefbaarheidsfeiten niet plaats kan vinden als gevolg van een te grote gevaarzetting voor de Boa, verandert het werk in een politietaak (handhaven openbare orde). Boa’s hebben slechts beperkte mogelijkheden en bevoegdheden om in escalerende situaties gewenst gedrag af te dwingen. De Boa’s hebben in deze gevallen slechts een signalerende rol en dienen de politie in te schakelen. Ook mag de Boa alleen handhaven wanneer de feiten zichtbaar zijn door eigen waarneming vanaf de openbare weg.
Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar
Per 1 januari 2023 is ook de gewijzigde Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar2 van kracht. De drie belangrijkste bepalingen in de regeling zijn:
De toegang tot het rijbewijzenregister is een vooruitgang in efficiëntie en effectiviteit. De uitbreiding van de (politie)bevoegdheid met het controleren van een getoond ID-bewijs in het rijbewijzenregister, voorkomt onnodig wachten bij aanhouding van een persoon. Daarnaast zijn veilige arbeidsomstandigheden voor Boa’s belegd bij de werkgever en worden Boa’s herkenbaar aan een uniform. Voor het uniform wordt de landelijke richtlijn lifestyle-neutraliteit gevolgd, waarbij een Boa in contact met publiek afstand neemt van zichtbare uitingen van (levens)overtuiging, religie, politieke overtuiging of andere vorm van lifestyle.
Op basis van de Algemene wet bestuursrecht genieten inwoners rechtsbescherming tegen opsporingshandelingen, strafbesluiten en geweldsuitoefening door een handhaver. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid verleend de toestemming voor de inzet van Boa’s. Als toezichthouder op Boa’s is de hoofdofficier van Justitie aangewezen en als direct toezichthouder de korpschef van de Nationale Politie of de commandant van de Koninklijke Marechaussee3.
De politie en justitie toetsen Boa’s elke vijf jaar op hun betrouwbaarheid, ook is het mogelijk tussentijds controles uit te voeren in het geval van gerede twijfels. Tot slot moeten Boa’s ‘bekwaam’ zijn voor hun werk - dat wil zeggen: over de vereiste kennis en vaardigheden beschikken. Hierbij gaat het onder meer om kennis over het (straf)recht en het beschikken over basisvaardigheden zoals het opmaken van een proces-verbaal. Het examen tot Boa wordt afgelegd onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Uitbreiding van taken en bevoegdheden in 2023
In het huidige stelsel heeft de Minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijkheid voor het toekennen van de buitengewoon opsporingsbevoegdheid. Gezien de ontwikkelingen en de inzet van Boa’s in de afgelopen jaren hebben gemeenten bij het Ministerie aangegeven dat er noodzaak bestaat voor een uitbreiding van taken van de Boa domein I. De lobby van gemeenten voor uitbreiding van taken en bevoegdheden voor Boa’s heeft geleid tot een wijziging van de wettelijke kaders. In 2022 zijn het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar en de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar gewijzigd, met daarin meer ruimte voor gemeenten om te opteren in domein overstijgende en regionale inzet van Boa’s. Waarbij de restrictie geldt dat Boa’s van de verschillende domeinen aanvullend werken en elkaar niet vervangen, gezien de benodigde expertise per domein. Dit heeft in enkele gemeenten geleid tot aanvullende samenwerking tussen domein I, II en IV en tot een regionale uitwisseling bij inzet van Boa’s op piekmomenten. Aanvullend werken betekent dat een Boa domein I melding maakt bij het signaleren van een milieudelict (domein II), maar de handhaving van het delict niet overneemt. Tevens mogen Boa’s domein I worden ingezet in buurgemeenten bij pieksituaties, onder voorwaarde van een convenant en beëdiging van de Boa’s voor de betreffende gemeente. Bij deze uitbreiding van taken blijven de eerder genoemde inzetcriteria van kracht, waaronder het criterium dat er geen sprake mag zijn van gevaarzetting. Bij verkeershandhaving van rijdend verkeer is de Boa enkel bevoegd voor enkele feiten zonder risico op gevaarzetting, zoals rijden over het trottoir en het niet dragen van een helm bij rijdend gemotoriseerd verkeer. Verder blijft de opsporingscapaciteit beperkt tot de controle op lichte overtredingen door ongemotoriseerd verkeer (bv. controle op verlichting).
Binnen handhaving wordt onderscheid gemaakt tussen de rol van toezichthouder en de rol van Boa. Een toezichthouder onderzoekt of wetten en regels worden nageleefd. De taken van een toezichthouder zijn wettelijk bepaald4. Toezichthouders zijn aangewezen door de burgemeester en wethouders en zijn bevoegd tot:
Aanvullend zijn in bepaalde wetten extra bevoegdheden toegekend aan de toezichthouder, zoals het onder voorwaarden betreden van een woning zonder toestemming van de bewoner. Eenieder is verplicht medewerking te verlenen aan een toezichthouder. Een toezichthouder kan een herstelsanctie opleggen om de overtreding te stoppen en de oude situatie te herstellen. Een sanctie is een last onder bestuursdwang (zelf herstellen voor een bepaalde datum of de kosten van herstel betalen) of een last onder dwangsom (een bedrag voor de tijd dat de overtreding duurt).
Boa’s zijn aangesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid en beëdigd door de hoofdcommissaris van de politie. Boa's mogen:
Een Boa is toezichthouder en handhaver. Als toezichthouder is de Boa gehouden aan het inzetcriterium: Hij mag alleen handhaven voor een overtreding wanneer het waarneembaar is vanaf de openbare weg, dus zonder zijn bevoegdheden van toezichthouder (zoals het betreden van een pand). De handhaving op beleidsterreinen vanuit de APV worden door de gemeente vastgelegd in beleidsregels. Wanneer nodig worden beleidsregels geactualiseerd.
Afgelopen jaren is vaker discussie geweest over het toekennen van geweldsmiddelen aan Boa’s. De lobby van gemeenten bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft geleid tot een aanpassing in de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar 2022. Hierin is bepaald dat in voorkomende gevallen het Ministerie van Justitie en Veiligheid kan besluiten politiebevoegdheden (zoals fouilleren) toe te kennen aan een Boa. Ook kan een gemeente een aanvraag doen voor de toekenning van vrijheidsbeperkende- en geweldsmiddelen aan Boa’s, zoals:
De geweldsmiddelen worden in de regel alleen toegekend als de noodzaak daarvoor kan worden aangetoond en na overeenstemming van de burgemeester, de toezichthouder (OM) en de direct toezichthouder (politie) in de Driehoek. Een van de criteria is het aantal situaties met gevaarzetting in het werkgebied en het handelingsperspectief in deze situaties5. Daarnaast geldt de verplichting voor de Boa een tweejarige opleiding in omgaan met geweldsmiddelen met goed gevolg af te sluiten.
Naast de uitvoerende rol in het toezicht en de handhaving is de regierol van de gemeente ten aanzien van integrale handhaving en integrale veiligheid steeds prominenter geworden. De gemeenteraad heeft een belangrijke rol door relevante beleidsplannen en deze nota vast te stellen. Verder vindt er door het bestuur en medewerkers structureel afstemming en overleg plaats met interne en externe partners. De partners zijn vaak betrokken op basis van gemeenschappelijke regelingen, bestuursovereenkomsten, convenanten of werkafspraken.
Op grond van de Gemeentewet6 is de gemeente belast met de handhaving van de openbare orde. De gemeenteraad kan in verordeningen regels stellen die zien op de openbare orde en veiligheid en met betrekking tot de leefbaarheid, zoals:
Iedere vier jaar stelt de gemeenteraad een Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) vast. Hierin staan prioriteiten op het gebied van openbare orde en veiligheid en de ambities van de gemeente.
Jaarlijks wordt aan het IVB een Integraal Veiligheidsplan (IVP) gekoppeld. Dit uitvoeringsplan wordt vastgesteld door het college. Het college bepaalt daarmee de prioritering voor het komend jaar en kan inzetten op accenten, zoals het aanwijzen van vuurwerkvrije zones. De bevoegdheid tot oplegging van een dwangsom of bestuursdwang is belegd bij het college.
De burgemeester heeft bij wet rechtstreekse bevoegdheden wanneer de handhaving van de leefbaarheid of de openbare orde een acuut optreden vraagt, zoals:
Het betreft situaties waarin het noodzakelijk is dat een eenhoofdig bestuursorgaan daadkrachtig optreedt. De burgemeester heeft daartoe het gezag over de politie en de brandweer. Daarnaast is de burgemeester belast met de handhaving van de leefbaarheid en heeft daartoe het gezag over de Boa’s domein I. Ten aanzien van bevoegdheden die in de wet rechtstreeks aan de burgemeester zijn toebedeeld kan de raad geen beperkingen opleggen. In alle gevallen geldt dat de burgemeester zelf moet kunnen beslissen als de situatie om snel handelen vraagt. Hierbij wordt de burgemeester bijgestaan door zijn adviseurs. Op grond van de Gemeentewet (art. 180) is de burgemeester verantwoording verschuldigd aan de raad over het door hem gevoerde (openbare-orde- en veiligheids-) beleid.
4. Team Toezicht en Handhaving
De Boa’s voeren het toezicht en de handhaving uit conform de vastgestelde regels. De Boa’s zijn onderdeel van Team Toezicht en Handhaving van de afdeling Veiligheid. Het team bestaat uit 8 fte: Een Senior medewerker Handhaving en zeven Boa’s.
De Senior Boa heeft coördinerende taken en geeft tactisch en operationele aansturing aan het team Toezicht en Handhaving. Hij is verantwoordelijk voor de borging van de processen binnen de uitvoering en vervult een voorbeeldfunctie, met een brede bevoegdheid binnen het team. De Boa’s worden op een coachende wijze gestimuleerd in hun functie als professioneel handhaver, om onder alle omstandigheden rustig, consequent en besluitvaardig te blijven.
Team Toezicht en Handhaving fungeert al meerdere jaren als leerbedrijf voor Boa’s. Per stageperiode is ruimte voor een stagiaire van de tweejarige MBO3 opleiding Handhaving, toezicht en veiligheid. Een specifieke vakopleiding voor Boa’s gegeven door het ROC Zadkine. De stagiaires zijn een aanvulling op het team Toezicht en Handhaving. Ze worden ingedeeld als derde Boa bij een bestaand koppel Boa’s en draaien mee in het surveillancerooster. Een stagiaire is niet beëdigd en heeft geen bevoegdheden. Als leerbedrijf draagt gemeente Maassluis op eigen wijze bij aan nieuwe aanwas en heeft de controle op de kwaliteit hiervan. Daarnaast biedt deze opzet aan stagiaires een kans op doorstroming vanuit de stage in een vaste baan. Met het begeleiden van stagiaires wil gemeente Maassluis goed opgeleide, ervaren Boa’s behouden voor de gemeente. De gemeente Maassluis is in 2022 door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) benoemd als erkend leerbedrijf voor specifieke opleidingen voor Boa’s. Een bijzondere prestatie, die we graag willen continueren.
Door de krapte op de arbeidsmarkt is het nu moeizaam om geschikt en gekwalificeerd personeel te vinden. Naast het werven van geschikt en gekwalificeerd personeel is het behouden ervan belangrijk voor de continuïteit om de sterkte van het team en de kennis te borgen. Veel werknemers willen zich ontwikkelen in hun professionele loopbaan. Met het bieden van een duidelijk groei- en ontwikkelingsperspectief, wordt een langer verblijf binnen de organisatie aantrekkelijker. Om medewerkers de kans te geven hun kennis te vergroten en hun vaardigheden verder te ontwikkelen wordt de functie Medior Handhaver gecreëerd. De Medior Boa zal bedreven moeten zijn in probleemanalyse en oplossingsgericht denken als schakel tussen de Senior Boa en de overige Boa’s. De Medior Boa gaat de operationele aansturing van de (junior) Boa’s en stagiaire(s) overnemen van de Senior medewerker.
Handhaving kent een problematische paradox. Als er lange tijd geen problemen zijn geweest, wordt handhaving vaak gezien als een extra kostenpost of onnodige lastendruk voor inwoners en ondernemers. Wanneer er sprake is van een groot incident of calamiteit, wordt al snel de vraag gesteld of het toezicht en de handhaving voldoende was. In de praktijk komt het erop neer dat bijna alle gemeenten een handhavingstekort ervaren. Gemeente Maassluis heeft de beschikking over een eigen team Boa’s. Met de huidige bezetting en indeling van werkzaamheden is de Boa 70% van de diensturen zichtbaar op straat. De overige 30% van de diensturen gaan op aan administratieve afhandeling, rapportages, werkoverleg en het volgen van verplichte opleidingen/trainingen. De Boa’s zijn letterlijk goed zichtbaar door het dragen van een eenduidig uniform, waardoor direct duidelijk is wat hun rol is in het straatbeeld. Aangezien niet 24/7 overal en tegelijkertijd op ingezet kan worden, wordt prioriteit gegeven aan de onderwerpen met het hoogste risico en het grootste effect op de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid7. De inzet van Boa’s is daarom flexibel en onderhavig aan actuele situaties en voorkomende calamiteiten.
Gemeente Maassluis heeft als ambitie om de zichtbaarheid van de Boa’s op straat te verhogen. Om dit te bereiken wordt meer focus aangebracht in de administratieve processen. De administratief ondersteuner is een ervaren Boa, die zich toelegt op het verbeteren van de interne processen en het ondersteunen van de Boa’s met ruime kennis en expertise. Door efficiëntere processen, kunnen de overige Boa’s meer ingezet worden op aanwezigheid op straat. Daarmee willen we in 2023 de zichtbaarheid op straat verhogen met 10%. Daarnaast gaan we inzetten op verwachtingsmanagement. Met duidelijke communicatie over de taken, inzet en mogelijkheden van de Boa’s willen we een helder beeld geven van de werkzaamheden van de Boa’s domein I. Met als doel dat inwoners en ondernemers weten waarvoor de Boa’s te benaderen zijn, hoe de Boa’s te bereiken (melding via www.fixi.nl) en wat met de meldingen wordt gedaan.
Voor 2023 zijn structurele middelen toegekend voor 1 fte extra. Deze middelen worden ingezet voor het werven van een Boa met als taak de structurele handhaving op de hotspots, zoals stations en winkelcentra. Met deze nieuwe extra fte, het creëren van de functie Medior Boa en het centreren van de administratie bestaat het voltallige team uit 9 fte:
Door de aandacht voor veiligheid, een doelmatig veiligheidsbeleid, een alom gevoelde urgentie leefbare wijken en buurten te behouden, een verschuiving van taken bij de politie en een grotere verantwoordelijkheid van gemeenten voor lokale veiligheid is de behoefte aan doortastende Boa’s ontstaan. De gemeente heeft de bijzondere positie om de naleving van regelgeving af te dwingen. Daar moet zorgvuldig mee omgegaan worden. De werkwijze in Maassluis is gebaseerd op het principe dat toezicht in eerste instantie een preventieve werking moet hebben, die eruit bestaat dat wettelijke voorschriften worden nageleefd zonder sancties. De gemeente Maassluis heeft verschillende instrumenten beschikbaar om de naleving van regels te bevorderen (zie Bijlage 1 en 2). In hoeverre de gestelde regels ook daadwerkelijk worden nageleefd, wordt bepaald door een groot aantal factoren. Dit varieert van de kennis van de regels, het nut en de noodzaak ervan inzien, tot het bewust overtreden ervan. Bij niet-naleving is de keuze van het reactiemiddel situatie- en onderwerpafhankelijk. Daar waar sprake is van lichte overtredingen die voortkomen uit onbekendheid wordt ingezet op preventie, met aanspreken en informeren. In geval van zware overtredingen die voortkomen uit calculerend gedrag wordt ingezet op formele handhaving en waar nodig strafrechtelijke vervolging met het opleggen van een sanctie. Daarmee zijn de twee uitersten van het handhavingsspectrum genoemd. In de praktijk blijkt dat handhavers vaak met aanwijzingen en waarschuwingen ervoor zorgen dat overtredingen kunnen worden voorkomen en boetes of dwang niet hoeven worden ingezet. Waar het kan wordt de menselijke maat gehanteerd (zie Bijlage 3:). De handhavers hebben discretionaire bevoegdheden om deze menselijke maat te hanteren en maatwerk te leveren.
Het volgen van opleiding en trainingen is een wettelijke verplichting en vindt plaats tijdens de diensturen.
Wettelijk is de werkgever verantwoordelijk voor de juiste opleiding van de Boa. Om als Boa te worden aangesteld moet eerst het examen Basisbekwaamheid Boa behaald worden. Daarna is het wettelijk verplicht de kennis bij te houden door het volgen van jaarlijks verplichte en/of relevante Permanente Her- en Bijscholing (PHB), zoals:
Zonder een DHW-examen mag een Boa niet optreden bij overtredingen van de Alcoholwet. Boa’s met de geweldsbevoegdheid en geweldsmiddelen worden jaarlijks verplicht getoetst door de Nederlandse Politieacademie op grond van de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing (RTGB).
Het geweldsmonopolie is en blijft bij de politie. De geweldsmiddelen die aan te vragen zijn voor de Boa’s zijn alleen ter verdediging en/of bescherming van de Boa. In gemeente Maassluis hebben de Boa’s alleen de beschikking over handboeien ter bewegingsbeperking bij de aanhouding van een persoon. Er zijn geen gerede gronden voor de aanvraag en toekenning van geweldsmiddelen als korte wapenstok en pepperspray.
Om als gemeente geweldsmiddelen als een korte wapenstok of pepperspray aan te kunnen vragen, is een van de vereisten dat er sprake is van structurele situaties waarbij de Boa’s in een gevaarzetting zouden kunnen komen. Gemeente Maassluis is een gemeente zonder specifiek uitgaansgebied en zonder structurele calamiteiten van ernstige aard. Daarmee voldoet de gemeente niet aan de criteria voor het voeren van geweldsmiddelen door Boa’s en zal een aanvraag tot voor toekenning van geweldsmiddelen aan Boa’s niet worden gehonoreerd door het Ministerie. Het dragen en gebruiken van geweldsmiddelen vereist daarnaast een opleidingsniveau MBO3 Veiligheid Toezicht en Handhaving en minimaal een jaar relevantie praktijkervaring als beëdigd Boa.
5. Taken en prioriteiten 2023-2026
Handhaving is samen met vergunningverlening en toezicht een belangrijk instrument om de gezondheid, veiligheid en leefbaarheid en duurzaamheid in Maassluis te borgen. De Boa’s van gemeente Maassluis werken informatie- en data-gestuurd. Dit betekent dat data vanuit het meldingssysteem Fixi.nl direct worden opgepakt op basis van impact en volgorde van binnenkomst. Daarnaast kan na informatie van politie bij structurele overlast een gebied als hotspot worden aangemerkt met prioriteit.
Landelijke thema’s waarop Boa’s domein I kunnen worden ingezet zijn:
Thema’s in de APV waarop Boa’s kunnen worden ingezet zijn:
Taakomschrijving en prioriteiten 2023-3026
Gemeenten hebben te maken met een groot aantal handhavingstaken uit verschillende wet- en regelgeving. Boa’s werken in dag- en avonddiensten en voor eigen veiligheid altijd in koppels. De dagdienst start om 7.30 uur, de avonddienste eindigt om 23.00 uur. Het is helaas niet mogelijk om alle dagen zowel dag- als avonddienst in te vullen en om elke handhavingstaak met gelijke urgentie uit te voeren. De beschikbare capaciteit en middelen brengen met zich mee dat er keuzes gemaakt moeten worden in belangrijkheid.
In de gemeente Maassluis worden de taken uitgevoerd op basis van een jaarplanning, welke samenhangt met de doelstellingen en speerpunten benoemd in de Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) 2023-2026 en het Integraal Veiligheidsplan (IVP) van het lopende jaar. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen reguliere taken (structureel), taakaccenten (incidenteel), thematische inzet (projectmatig) en meewerken aan grote geplande controles of acties.
Binnen de gemeente Maassluis zijn de taken en prioritering van de Boa’s domein I als volgt:
Op www.fixi.nl. komen Fixi-meldingen 24/7 binnen. Deze worden afgehandeld op basis van impact en volgorde van binnenkomst. | ||
Controle op de openbare weg van o.a. hondenoverlast, kampeermiddelen, jeugdoverlast en vuurwerkoverlast. | ||
Controle op lichte verkeersovertredingen (zoals parkeren op het trottoir, rijden met een fiets door een voetgangersgebied). | ||
Controle van evenementen op de naleving van eisen zoals gesteld in de vergunning. | ||
Bij spoed en crisis alarmeert en ondersteunen van de politie, brandweer of hulpdiensten door het publiek op afstand te houden, het verkeer te regelen, de aanloop te reguleren, enz. | ||
Integrale acties die kunnen leiden tot een bestuurlijke maatregel zoals een last onder dwangsom. | ||
Controle op de naleving van enkele lichte overtredingen uit de visserijwetgeving (bijzondere wetgeving) | ||
Controle op de naleving van de gestelde wet- en regelgeving van de alcoholwet (bijzondere wetgeving). | ||
Digitaal opkopersregister (Dor) en Digitaal opkopersloket (Dol). | Bedrijven zijn verplicht tweedehands goederen te registreren ter voorkoming van heling. H&T voert hierop i.s.m. de politie controles bij bedrijven uit. | |
Controles bij bedrijven als toezichthouder, i.s.m. verschillende disciplines (bv. Belasting, politie). | ||
Versterking informatiepositie van gemeente. Door het verkrijgen van meldingen van bewoners en samenwerking binnen het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC). | ||
Assisteren bij controles op bouwplaatsen en stilleggen bouwwerkzaamheden als vergunning niet op orde is of voorwerpen op de weg staan met een onveilige verkeerssituatie, ism een bouwinspecteur of de politie. | ||
Inzet van extra toezicht tijdens het Donkere dagen offensief van politie en handhaving in de wijken en de winkelstraten gedurende de donkere maanden en via sociale media. |
1= reguliere taak; 2= taakaccent;3= thematische inzet;4= geplande controles/acties
Op alle veiligheidsthema’s wordt gehandhaafd. De intensiteit van de handhaving kan verschillend zijn. Geprioriteerde taken krijgen de meeste aandacht door actief en frequent toezicht. Wanneer een Fixi-melding betrekking heeft op een geprioriteerde handhavingszaak, dan wordt het handhavingstraject direct opgestart en waar nodig direct opgetreden met o.a. het toepassen van (spoedeisende) bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom met een korte begunstigingstermijn (zie Bijlage 2).
Om extra handhavingscapaciteit in de openbare ruimte in te kunnen zetten, draaien er regelmatig landelijke pilots ter uitbreiding van de bevoegdheden. Regelmatig worden gemeenten aangewezen door het Rijk voor het uitvoeren van een pilot, zoals de pilot verkeer in de gemeente Utrecht. Hierbij wordt gekeken naar mogelijkheden ter uitbreiding van bevoegdheden voor Boa’s voor handhaving op rijdend verkeer. Het Team Toezicht en Handhaving van de gemeente Maassluis opteert actief bij het Rijk om deel te kunnen nemen aan een van deze pilots. Tot nu toe heeft het Rijk aan Maassluis nog geen pilot toegekend.
Gemeente Maassluis zet in op preventie. De preventie richt zich op het vergroten van de bewustwording bij inwoners en bedrijven, waardoor mensen het logisch vinden om regels na te leven. Communicatie en voorlichting worden vooral ingezet bij nieuw beleid en bij geprioriteerde thema’s waarop de meeste overtredingen zijn gesignaleerd zoals bijplaatsen van afval en/of waarover veel onduidelijkheid blijkt te bestaan. Ook het achteraf communiceren over de resultaten van de handhaving valt hieronder.
Veel veiligheidsthema’s zijn gereguleerd in vastgestelde wetten of lokaal beleid. Bij toezicht worden activiteiten getoetst aan deze vastgestelde regelgeving. Een evenementenvergunning wordt getoetst aan de kaders van het Evenementenbeleid. Alcoholwetvergunningen worden getoetst aan het Bibob-beleid en de Alcoholwet. Het Bibob-beleid is tevens van belang in de aanpak van ondermijning en wordt ook ingezet bij de omgevingsvergunning.
Bij het constateren van een overtreding van de vastgestelde regels gaat een Boa over tot handhaven. Naast informeren en waarschuwen, bestaat de handhavingsstrategie uit sancties en/of een boete, afhankelijk van de situatie. Een sanctie gaat over herstel van de situatie door de overtreding en het terugbrengen hiervan naar de oude/legale situatie. Dit gaat vaak met een waarschuwing (mondeling of schriftelijk) en een opgelegd tijdsbestek waarin het herstel plaats moet hebben gevonden, bijvoorbeeld een aanbouw zonder vergunning. Een boete is bedoeld als straf en geeft geen ruimte meer voor aanpassing of herstel om de boete te ontlopen, bijvoorbeeld fout parkeren. De hoogte van de boete is landelijk vastgelegd door Justitie (OM). De basis voor het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden bij overtredingen is wettelijk vastgelegd, zoals het sluiten van drugspanden in het Damoclesbeleid. Een verdere uitwerking van deze preventieve en repressieve instrumenten staat in Bijlage 1.
Een onderdeel van de handhavingsstrategie kan zijn gedogen, waarbij in sommige situaties de inzet van sancties tegenover overtreders tijdelijk achterwege kan blijven (bv. bij anti-kraak). Het uitgangspunt van de gemeente Maassluis is om niet te gedogen, tenzij bij zeer bijzondere omstandigheden (overmacht, onevenredigheid, zicht op legalisatie). Het afzien van handhaven is dusdanig aan strikte voorwaarden verbonden dat het door de rechtsregel beschermde belang voldoende is gewaarborgd en er geen verslechtering optreedt ten opzichte van een legale situatie. Aan een gedoogsituatie wordt een duidelijke termijn verbonden
Gemeente Maassluis zet in op integrale handhaving en nauwe samenwerking met de veiligheidspartners. De Boa’s fungeren hierbij steeds meer als de oren en ogen van de stad. De essentie van integrale handhaving is dat de betrokken partijen elkaar kennen en waar nodig samenwerken. De activiteiten worden afgestemd binnen de verschillende schakels van de keten. Dit betekent dat er afstemming is over de informatie, analyse en duiding. Daarnaast is er afstemming over de rollen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de betrokken actoren en is er zicht op de waarschijnlijke gevolgen van de activiteiten.
Bij een efficiënte samenwerking hoort efficiënte onderlinge communicatie, zoals gezamenlijke briefings, toegang tot elkaars gebouwen en het (gedeeltelijk) kunnen raadplegen van elkaars informatie. Een goed voorbeeld van integrale handhaving is de samenwerking tussen gemeente Maassluis en de politie, voor wat betreft het betreden van elkaars gebouwen, het delen van informatie, afspreken van interventies en het na afloop evalueren. Voorbeelden zijn het constateren van problemen die onlosmakelijk verbonden zijn met zowel de leefbaarheid als de veiligheid van wijken. De brandveiligheid van panden, vervuilde woningen of woonoverlast hebben impact op tal van portefeuilles en beleidsterreinen, net als drugspanden, afvaldumpingen en foutparkeren. Bij al deze problemen is informatiedeling belangrijk en valt met gezamenlijke inzet meer te bereiken met minder middelen, met meer draagvlak en resultaat.
Het delen van informatie is geregeld binnen de Algemene verordening gegevensbescherming8 (AVG). Zo is er binnen de gemeente veel informatie beschikbaar, maar deze mogen alleen gedeeld worden als voldaan wordt aan doelbindingsvereisten uit de privacywetgeving of specifieke sectorale geheimhoudingsplichten. Ook bij bovenregionale samenwerking zijn de AVG en de Wet Politiegegevens9 (WPG), waar de politie aan gehouden is, de kaders waarbinnen de samenwerking gestalte krijgt. Een belangrijke vraag daarbij is: wie welke informatie op welk moment mag uitwisselen. Informatie-uitwisseling is toegestaan bij uitvoering van een wettelijke plicht en leidt vaak tot belangrijke inzichten, waardoor gerichter aandacht kan worden gegeven aan de grootste risico’s.
Toezicht en handhaving is een gedeelde verantwoordelijkheid van de gemeente Maassluis en de politie. Waar het primaat in de handhaving rond leefbaarheids- en veiligheidsthema’s eerder bij de politie rustte, verschuift dit richting gemeente, zoals de aanpak van overlast, maar ook de controle op seksinrichtingen, controle op heling en de inzet bij evenementen. Een Boa heeft echter geen algemene opsporingsbevoegdheid, zoals de politie. De Boa domein I heeft een specifieke, afgebakende taak waarvoor hij gericht is opgeleid, met beperkte opsporingsbevoegdheid gerelateerd aan de functie en taakomschrijving. Een Boa is aanwezig in de openbare ruimte en houdt toezicht, treedt handhavend op waar nodig in geval van kleine ergernissen, overtredingen en overlastsituaties die de leefbaarheid aantasten. Dit betekent dat een Boa domein I niet bevoegd is te handhaven op een ander domein dan waarvoor hij is aangesteld of in situaties waarbij sprake is van een te verwachten gevaarzetting. Bij constatering van situaties met geweld of dreiging of waar sprake is van criminaliteit zal hij een beroep moeten doen op de politie. Politie en Boa’s werken niet naast elkaar of in plaats van elkaar, maar samen met elkaar.
Een Boa domein I heeft specifieke bevoegdheden en is dus geen vervanging voor de politie. Er kan wel een overlap van taken zijn. De taken van de politie zijn gericht op het handhaven van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten. De taken van de Boa zijn gericht op de leefbaarheid. De Politiewet 2012 bepaalt dat Boa’s verplicht zijn tot samenwerking met de politie. Het standpunt van de politie over de samenwerking met Boa’s is vastgelegd in de Notitie Boa en politie, niet naast elkaar maar met elkaar10. Over de samenwerking zijn geen landelijke werkafspraken gemaakt. Lokale afspraken voor de inzet van Boa’s domein I worden binnen de Driehoek (burgemeester, OM en politie) afgestemd en kunnen worden vastgelegd in een Handhavingsarrangement.
De afstemming over de taken in de gemeente Maassluis is als volgt:
De integrale aanpak van problemen vraagt naast informatiedeling ook om het koppelen van verschillende informatiesoorten en om de analyse daarvan door de gemeente, politie en andere ketenpartners. Het doel is om steeds op het juiste moment te zijn daar waar het nodig is. Het maken van de juiste analyses op basis van beschikbare informatie wordt steeds essentiëler. Daar waar informatie eenvoudig in steeds grotere mate beschikbaar komt (big data), gaat het er juist om daar zinvolle duiding aan te kunnen geven. De mogelijkheden van intelligence zijn vrijwel oneindig en dat brengt allerlei privacy-gerelateerde vraagstukken met zich mee. De informatie-uitwisseling binnen de gemeentelijke organisatie en met externe (overheid-)partners is cruciaal. Het opbouwen van een goede informatiepositie wordt de komende jaren steeds belangrijker.
In het coalitieakkoord is de ambitie ten behoeve van toezicht en handhaving geformuleerd als de zichtbaarheid vergroten en de slagkracht verbeteren. De wijziging van de wettelijke kaders geeft hieraan per januari 2023 een behoorlijke voorzet. De bevoegdheden zijn uitgebreid, maar blijven beperkt tot lichte overtredingen op gebied van Leefbaarheid.
Het creëren van een nieuwe laag van Medior handhaver heeft als doel meer operationele sturing en begeleiding voor de Boa’s. Hierdoor blijft de kwaliteit geborgd en biedt de Boa’s een mogelijkheid tot verdere ontwikkeling in de loopbaan binnen het team. Dit maakt gemeente Maassluis tot een aantrekkelijke werkgever voor Boa’s, wat in de huidige tijd van arbeidskrapte van toegevoegde waarde is.
Het team Toezicht en Handhaving heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan de organisatie als leerbedrijf. In 2022 is deze inzet bekroond met de titel Erkend leerbedrijf specifieke opleiding voor Boa’s. De ambitie is om deze prestatie in 2023 en verder voort te zetten. Door het creëren van de functie Medior Boa is er ruimte voor begeleiding van een extra stagiaire.
Door meer focus op de administratieve processen kunnen de Boa’s meer diensturen op straat aanwezig zijn. De hotspots hebben prioriteit. Een extra Boa voor de hotspots geeft aan inwoners en ondernemers een duidelijk aanspreekpunt bij meldingen van de ervaren overlast. In het kader van verwachtingsmanagement wil het team Toezicht en Handhaving met duidelijke communicatie via de website en persuitingen van de gemeente Maassluis een heldere kijk geven op de werkzaamheden van de Boa’s.
Voor 2023-2026 is de ambitie van team Toezicht en Handhaving als volgt:
We volgen actief de landelijke ontwikkelingen en implementeren deze zodra mogelijk. We stellen ons beschikbaar voor pilots voor uitbreiding van de inzet van Boa’s, wat de zichtbaarheid van de Boa’s vergroot. | |||
Meer focus op de administratieve processen binnen het huidige team. | |||
Het huidige team Toezicht en Handhaving uitbreiden met 1 fte. | In 2023 worden de € 35.000 extra toegekende rijksmiddelen en € 30.000 extra middelen van het coalitieakkoord besteed aan een extra fte. | ||
Creëren van de functie Medior Boa voor de operationele aansturing van (Junior) Boa’s en stagiaire(s). | |||
Vasthouden aan de kwaliteit en uitbreiden van de kennis van de Boa’s. | Het bijhouden van de verplichte en relevante opleidingen en trainingen. | ||
Het begeleiden van de stagiaires op kwalitatief hoog niveau en jaarlijks streven naar de prolongatie van de titel: Erkend leerbedrijf specifieke opleidingen voor Boa’s. | |||
Continuïteit van toezicht en handhaving met externe partners. | Verstevigen van de samenwerking tussen politie, Boa’s en buurtpreventie. | ||
Duidelijke en heldere communicatie over de taken, inzet en mogelijkheden van de Boa’s. Zodat inwoners weten hoe ze de Boa’s kunnen bereiken (melding via www.fixi.nl of de app Fixi), wat de prioriteiten van inzet zijn en waarvoor de Boa’s te benaderen zijn. | |||
Participatie bevorderen van Inwoners en ondernemers bij de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek. | Door samen aan veiligheid te werken en mee te denken over wat er nodig is om het veiligheidsgevoel te verhogen, wordt ingezet op bewustwording, educatie en participatie. Bij dit alles hebben we elkaar in Maassluis hard nodig: buurtpreventie, hulpdiensten, jongeren, wijkouders en gemeente versterken elkaar. Dit vergroot ook de bereidheid om afspraken en regels na te leven. |
Voor Team Toezicht en Handhaving zijn verschillende instrumenten beschikbaar om naleving van de regels te bevorderen. Van het aanspreken en informeren van overtreders tot verscherpt toezicht, last onder dwangsom en last onder bestuursdwang of het opleggen van een boete. De uitvoering van toezicht en handhaving is aan de gemeente, echter de hoogte van de boetes zijn landelijk bepaald.
In de handhavingsketen is het uitgangspunt preventie. Door het actief betrekken van de doelgroep bij de uitvoering en handhaving van beleid kan het aantal overtredingen worden voorkomen of verminderd. Door te communiceren over het handhavingsbeleid en de daarin opgenomen stappen bij geconstateerde overtredingen kunnen onduidelijkheden over de regelgeving, of de interpretatie daarvan, worden weggenomen. Normconform gedrag is aanmerkelijk groter naarmate de inwoner beter begrijpt waarom de handhaver een bepaald besluit neemt. We vinden het daarom belangrijk om met inwoners en bedrijven in gesprek te gaan om uit te leggen welke afwegingen worden gemaakt en waarom.
Onderdeel van preventie is goede voorlichting en communicatie. Adequate preventie houdt in dat de wet- en regelgeving duidelijk en ook bekend is bij inwoners en bedrijven. Met goede voorlichting en communicatie over de invulling en uitvoering van het beleid willen we bewerkstelligen dat inwoners, bedrijven en instellingen binnen de gemeente Maassluis weten wat de taken en verantwoordelijkheden van de handhavende partijen binnen gemeente Maassluis zijn. Kortom, de inwoners en bedrijven moeten weten wat zij van ons kunnen verwachten en wat er van hen verwacht wordt.
Onder toezicht verstaan we het controleren of en in hoeverre de wettelijke bepalingen worden nageleefd. Toezicht vormt een belangrijke fase in de handhavingsketen. Toezicht vindt plaats op basis van verleende vergunningen en ontheffingen, in het kader van projecten en naar aanleiding van meldingen, handhavingsverzoeken en klachten/calamiteiten. Een overzicht van al deze toezichtactiviteiten in Maassluis wordt jaarlijks opgenomen en geprioriteerd in het uitvoeringsplan.
De gemeente Maassluis heeft verschillende formele en informele instrumenten ter beschikking in de handhavingspraktijk. Preventief, zoals voorlichting, bemiddeling of een waarschuwing, maar ook repressief. Bij repressieve handhaving is sprake van een overtreding door niet-naleving van een regel. De instrumenten zijn daarom gericht op beëindiging van die overtreding. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en privaatrechtelijke handhaving.
Bestuursrechtelijke handhaving
Binnen de bestuursrechtelijke handhaving kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende instrumenten. De belangrijkste instrumenten betreffen de last onder bestuursdwang of dwangsom en de bestuurlijke boete.
Bestuursdwang en dwangsom: De last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom zijn herstelsancties, waarbij de overtreder een last tot beëindigen en beëindigd houden van de overtreding krijgt opgelegd. Wanneer het herstel niet tijdig wordt uitgevoerd heeft het bestuursorgaan de bevoegdheid om de last door feitelijke handelen ten uitvoer te leggen of de verplichting tot betaling van een geldsom op te leggen. Uitgangspunt is een last onder dwangsom in te zetten, tenzij de aard van de overtreding dermate is dat een last onder bestuursdwang meer in de rede ligt11.
Strafrechtelijke handhaving is gericht op het bestraffen van de overtreder en onderscheidt zich daarin van de last onder dwangsom en de last onder bestuursdwang, die juist gericht zijn op herstel. Binnen de strafrechtelijke handhaving kan onderscheid worden gemaakt tussen een proces-verbaal of een bestuurlijke strafbeschikking. Beiden kunnen worden opgesteld door een buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa).
Proces-verbaal: Een proces-verbaal (PV) is een schriftelijke verslaglegging, waarmee Justitie op de hoogte wordt gebracht van een overtreding. Het is aan de Officier van Justitie om te beslissen of tot vervolging wordt overgegaan. Bij vervolging wordt het proces-verbaal door de rechter gebruikt om een rechtvaardig besluit te nemen.
Bestuurlijke strafbeschikking: Op grond van de Wet OM-afdoening12 hebben Boa’s de bevoegdheid om een strafbeschikking (een boete) uit te schrijven voor een aantal kleine overtredingen, waarbij over de schuldvraag geen twijfel bestaat. Het betreft veel voorkomende en overlast veroorzakende, lichte overtredingen van de APV en de Afvalstoffenverordening. Een bestuurlijke strafbeschikking kan zowel door de Boa als door de politie worden opgelegd, zonder tussenkomst van het OM. De bestuurlijke strafbeschikking wordt ingezonden aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). De gemeente ontvangt per ingediend proces verbaal een vaste vergoeding.
Afstemming bestuursrecht met strafrecht
Bij ernstige overtredingen kan parallel aan bestuursrecht ook een strafrechtelijk handhavingstraject worden ingezet. Dit gebeurt in Maassluis bijvoorbeeld bij de huisverboden en het sluiten van drugspanden. Het bestuursrecht en het strafrecht kunnen elkaar op verschillende handhavingsthema’s versterken, bijvoorbeeld als het gaat om ondermijning en andere taakvelden die zijn genoemd in het Integraal Veiligheidsplan van Maassluis. De strafrechtelijke handhaving valt primair onder Justitie en politie. Afstemming vindt plaats met de burgemeester in onder meer de driehoek.
Via een aantal convenanten is de verantwoordelijkheid van verschillende partijen op elkaar afgestemd. Een belangrijk doel van deze convenanten om ook de eigen verantwoordelijkheid bij de naleving van wet- en regelgeving van de doelgroep te benadrukken, hetgeen bijdraagt aan de effectiviteit. Het maken van concrete afspraken met bijvoorbeeld horecaondernemers over de eigen acties en verantwoordelijkheden en over de consequenties van het niet voldoen aan deze afspraken, vergroot de legitimiteit van zowel de regelgeving als de handhaving en sanctionering. Zo zijn in het kader van het hennepconvenant afspraken gemaakt met politie, het Openbaar Ministerie, woningcorporaties, Belastingdienst, en energieleveranciers. Verder hebben we convenanten met horecaondernemers (convenant Veilig Uitgaan), met het onderwijs (convenant veilig in en om school), convenant voor de aanpak van ondermijning (convenant RIEC Rotterdam).
De overtreder wordt een redelijke termijn gegund om de overtreding ongedaan te maken. De begunstigingstermijn wordt vooral bepaald door de ernst van de overtreding en de tijd die nodig is om de overtreding ongedaan te maken. Hoe zwaarder de overtreding, hoe korter de termijn. Bij sprake van acuut gevaar, kan spoedshalve bestuursdwang worden toegepast. Bezwaar en beroep zijn achteraf mogelijk.
De last onder dwangsom moet in verhouding staan tot de overtreding (proportionaliteit) en is bedoeld om de overtreding ongedaan te maken of nieuwe overtredingen te voorkomen. Hoe zwaarder de overtreding, hoe hoger de dwangsom. Geeft de overtreder geen gehoor of wordt het maximumbedrag van de dwangsom bereikt, dan wordt het bedrag van de dwangsom verhoogd of bestuursdwang toegepast.
Zoals vermeld in hoofdstuk 6 is samenwerking een belangrijk onderdeel van integrale handhaving. Team Toezicht en Handhaving werkt samen met interne partners, zoals de afvalinzameling en de afdeling verkeer, en met externe partners, zoals de politie en onderstaande ketenpartners:
BIJLAGE 3 DOELGROEP BENADERING
Team Toezicht en Handhaving werkt met een passende aanpak. Per doelgroep wordt rekening gehouden met de inzet van middelen. Als voorbeeld: Iemand die doelbewust strenge regels overtreedt, hoeft niet nog een keer te worden gewaarschuwd.
De onderstaande tabel maakt de benadering per doelgroep zichtbaar:
Wanneer er gebrek aan inzicht is waarom een bepaalde groep zich in Maassluis niet aan de regels houdt, dan is het InterventieKompas een goed instrument. Het onderzoekt welke gedragsmechanismen een rol spelen en geeft voorbeelden van (gedrags)interventies die kunnen worden gebruikt voor een passende aanpak. Het is gemaakt volgens de laatste inzichten binnen de gedragswetenschap. De komende jaren willen we dit instrument gaan inzetten voor de thema’s waar een handhavingstekort wordt ervaren.