Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterland

Marktverordening gemeente Waterland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Waterland 2023
CiteertitelMarktverordening gemeente Waterland 2023
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Weekmarktverordening Waterland.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 154 van de Gemeentewet
  4. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-2023nieuwe regeling

30-03-2023

gmb-2023-167874

284-25

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktverordening gemeente Waterland 2023

De raad van de gemeente Waterland,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 december 2022;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van weekmarkten in Waterland;

 

gelet op de artikelen 147, 149, 154 en 160, eerste lid onder g van de Gemeentewet

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Marktverordening gemeente Waterland 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op door burgemeester en wethouders ingestelde reguliere warenmarkten.

Artikel 2. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Waterland;

  • -

    dagplaats: standplaats die beschikbaar is voor houders van een dagplaatsvergunning;

  • -

    dagplaatsvergunning: vergunning voor de duur van een dag voor het op de markt bedrijven van handel;

  • -

    markt: door burgemeester en wethouders ingestelde reguliere warenmarkt;

  • -

    marktvergunning: vaste standplaats-, dagplaatsvergunning;

  • -

    standplaats: ruimte die voor de duur van de markt beschikbaar is voor houders van een marktvergunning;vaste standplaats: standplaats die beschikbaar is voor houders van een vaste- standplaatsvergunning;

  • -

    vaste-standplaatsvergunning: vergunning voor de duur van 20 jaar voor het op de markt bedrijven van handel.

Artikel 3. Inrichtingsplan

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een inrichtingsplan voor elke markt vast, met daarin in ieder geval:

    • a.

      de dagen en uren waarop en de periode waarin de markt wordt gehouden;

    • b.

      een kaart van de markt;

    • c.

      de verdeelprocedure die zij toepassen bij de verlening van vaste-standplaatsvergunningen.

  • 2.

    Op de kaart van de markt zijn in ieder geval aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de vaste standplaatsen.

  • 3.

    Op de kaart van de markt kunnen zijn aangegeven:

    • a.

      de standplaatsen die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen;

    • b.

      het maximumaantal vaste-standplaatsvergunningen dat voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kan worden afgegeven;

    • c.

      de dagplaatsen.

Artikel 4. Vergunningplicht

  • 1.

    Het is verboden op een markt een standplaats in te nemen zonder marktvergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verlenen alleen een vergunning aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften en beperkingen verbinden aan een marktvergunning.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 6. Marktcommissie

  • 1.

    Er is voor iedere door burgemeester en wethouders ingestelde markt een marktcommissie.

  • 2.

    De marktcommissie bestaat uit drie marktkooplieden die over een vaste standplaats beschikken.

  • 3.

    De marktmeester is ambtelijk secretaris van de marktcommissie.

  • 4.

    Een lid van de marktcommissie kan een medewerker schriftelijk machtigen om zitting te nemen in de marktcommissie. Een kopie van deze machtiging dient op eerste verzoek van de voorzitter van de marktcommissie verstrekt te worden.

  • 5.

    De leden die niet meer in de omstandigheden verkeren uit hoofde waarvan zij zijn aangewezen, houden van rechtswege op lid van de commissie te zijn.

  • 6.

    De marktcommissie worden elke vier jaar gekozen door de marktkooplieden van iedere afzonderlijke markt.

  • 7.

    De marktcommissie adviseert het college over de inrichting van de markt.

  • 8.

    Burgemeester en wethouders vragen advies aan de marktcommissie voordat zij een besluit neemt tot het wijzigen van een inrichtingsplan. In spoedeisende gevallen kan het vragen van dit advies achterwege blijven.

  • 9.

    De marktcommissie adviseert schriftelijk binnen 12 weken na verzending van de adviesvraag van het college.

  • 10.

    Een vertegenwoordiger van de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel dient als adviseur voor de marktcommissie.

Hoofdstuk 2 Verdeelprocedures beschikbare marktvergunningen

Artikel 7. Verdeling beschikbare vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders leggen in het inrichtingsplan vast of zij de verdeelprocedure van artikel 9 toepassen bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in het inrichtingsplan vastleggen of zij de verlengingsprocedure van artikel 8 toepassen bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning.

Artikel 8. Verlenging na afroep

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning vanwege het einde van de vergunningsduur kunnen burgemeester en wethouders de procedure van verlenging na afroep toepassen, als voldoende aannemelijk is dat er naast de betreffende vergunninghouder geen andere gegadigden voor deze vergunning zijn.

  • 2.

    Bij de verlenging na afroep maken burgemeester en wethouders acht weken voor het einde van de duur van de vaste-standplaatsvergunning door een openbare kennisgeving in het Gemeenteblad bekend dat deze vergunning beschikbaar komt voor de duur van twintig jaren.

  • 3.

    Bij deze openbare kennisgeving worden gegadigden uitgenodigd om hun belangstelling voor de vaste-standplaatsvergunning binnen vier weken na de kennisgeving kenbaar te maken op de door burgemeester en wethouders aangegeven wijze.

  • 4.

    Als binnen de gestelde termijn alleen de betreffende vergunninghouder belangstelling kenbaar heeft gemaakt en is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, verlengen burgemeester en wethouders zijn vaste-standplaatsvergunning met de in het tweede lid genoemde duur.

  • 5.

    Als binnen de gestelde termijn naast de betreffende vergunninghouder ook een of meer andere gegadigden belangstelling kenbaar hebben gemaakt, wordt de vergunning niet verlengd. In dat geval passen burgemeester en wethouders de in het inrichtingsplan vastgelegde procedure van artikel 9, met uitzondering van het tweede lid van dit artikel toe.

  • 6.

    In het in het vijfde lid bedoelde geval stellen burgemeester en wethouders de gegadigden ervan in kennis dat de procedure van artikel 9 wordt toegepast en dat zij vóór de door burgemeester en wethouders genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

Artikel 9. Verdeling vaste-standplaatsvergunning via selectie

  • 1.

    Bij het beschikbaar komen van een vaste-standplaatsvergunning kunnen burgemeester en wethouders deze verdelen via selectie.

  • 2.

    Bij de verdeling via selectie maken burgemeester en wethouders door een openbare kennisgeving in het Gemeenteblad bekend dat de vaste-standplaatsvergunning voor de duur van twintig jaren beschikbaar komt, voor welke branche of artikelgroep deze vergunning wordt verleend en dat gegadigden vóór de in de kennisgeving genoemde datum een aanvraag kunnen indienen.

  • 3.

    Als een aanvraag vóór de indieningsdatum is ingediend maar onvolledig is, krijgt de aanvrager een termijn van twee weken om zijn aanvraag aan te vullen. Als er meer onvolledige aanvragen zijn, wordt de betreffende aanvragers op dezelfde dag mededeling gedaan van de gelegenheid om hun aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    Uitsluitend volledige aanvragen die tijdig zijn ingediend en waarbij is voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde, komen voor beoordeling als bedoeld in het vijfde lid in aanmerking.

  • 5.

    Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal conform de bijlage van deze verordening.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders verlenen de vaste-standplaatsvergunning aan de gegadigde met het op basis van de beoordeling hoogste aantal punten.

  • 7.

    Als meer gegadigden hetzelfde aantal punten krijgen toegekend, vindt de verdeling van de vergunning tussen hen plaats via loting door middel van een trekking, waarvoor zij worden uitgenodigd.

Artikel 10. Verdeling beschikbare dagplaatsvergunningen

Burgemeester en wethouders verdelen de beschikbare dagplaatsvergunningen op volgorde van ontvangst van de toewijsbare aanvragen, die per branche of artikelgroep kan gebeuren en waarvoor de aanvragers die een toewijsbare aanvraag hebben gedaan worden uitgenodigd. Aanvragers die een nog niet op de markt verkrijgbaar artikel of artikelgroep wensen te verkopen, hebben daarbij voorrang.

Hoofdstuk 3 Vaste-standplaatsvergunning

Artikel 11. Algemene bepalingen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning verlenen voor de duur van maximaal 20 jaar en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen tijdelijk een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een vaste-standplaatsvergunning is niet overdraagbaar.

  • 4.

    De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

Artikel 12. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Als de vergunninghouder niet langer zelf van de vaste-standplaatsvergunning wil gebruikmaken, overleden is of onder curatele gesteld is, kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont of samenwoonde, of zijn kind. Als de over te schrijven vergunning is verleend met inachtneming van de verdeelprocedure van artikel 9, kan overschrijving alleen gebeuren als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria, genoemd in artikel 9, vijfde lid. Als de over te schrijven vergunning is verleend voor een branche of artikelgroep, kan overschrijving alleen gebeuren voor die branche of artikelgroep.

  • 2.

    Als de in het eerste lid bedoelde overschrijving niet kan worden gedaan, kunnen burgemeester en wethouders de vaste-standplaatsvergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of curator overschrijven op naam van een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar. Als de over te schrijven vergunning is verleend met inachtneming van de verdeelprocedure van artikel 9, kan overschrijving alleen gebeuren als in dezelfde mate wordt voldaan aan de criteria genoemd in artikel 9, vijfde lid. Als de over te schrijven vergunning is verleend voor een branche of artikelgroep, kan overschrijving alleen gebeuren voor die branche of artikelgroep.

  • 3.

    De overschrijving van de vaste-standplaatsvergunning geldt voor de resterende vergunningsduur. Na het einde van de duur van de vergunning komt deze beschikbaar voor verdeling volgens de in het inrichtingsplan vastgelegde verdeelprocedure van artikel 9

  • 4.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders wijzen de aanvraag tot overschrijving af als niet wordt voldaan aan het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 6.

    Als de nieuwe vergunninghouder al over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, kunnen burgemeester en wethouders deze intrekken.

Artikel 13. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders trekken de vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij overeenkomstig artikel 12 een aanvraag tot overschrijving is ingediend.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vaste-standplaatsvergunning intrekken als:

    • a.

      de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden;

    • c.

      van de vergunning gedurende ten minste twee maanden geen gebruik is gemaakt;

    • d.

      de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet; of

    • e.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet zijn of worden nageleefd.

  • 3.

    Als de in het tweede lid bedoelde intrekking voor bepaalde tijd is, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de op de vaste-standplaatsvergunning vermelde vaste standplaats tijdelijk vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn rechtmatige vervanger de standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markt heeft ingenomen, vervalt de vaste-standplaatsvergunning voor de rest van de dag.

Artikel 14. Persoonlijk innemen vaste standplaats; vervanging

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de op de vaste-standplaatsvergunning vermelde standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders erin toestemmen dat een vervanger de standplaats inneemt. Een aanvraag om toestemming vermeldt de reden en verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

Artikel 15. Plaatsverandering na beschikbaar komen vaste standplaats

  • 1.

    Als een vaste standplaats beschikbaar komt voor het einde van de duur van de vaste-standplaatsvergunning, kunnen burgemeester en wethouders deze standplaats voor de resterende vergunningsduur toewijzen aan een houder van een vaste-standplaatsvergunning op de betrokken markt. De toewijzing gebeurt op aanvraag.

  • 2.

    Als meerdere aanvragen zijn ingediend voor plaatsverandering, wijzen burgemeester en wethouders de vaste standplaats toe via selectie, waarvoor de aanvragers worden uitgenodigd.

  • 3.

    Als de beschikbaar gekomen vaste standplaats op grond van het inrichtingsplan bij voorrang is bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen, kunnen burgemeester en wethouders deze standplaats alleen toewijzen aan een vergunninghouder die tot die branche behoort of die handelt in die artikelgroep.

Hoofdstuk 4 Dagplaatsvergunning

Artikel 16. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een dagplaatsvergunning verlenen voor de duur van een dag, voor de op de vergunning vermelde en op de kaart van de markt als zodanig aangegeven dagplaats of voor het innemen van een vaste standplaats, wanneer die niet is ingenomen door de houder van de vaste-standplaatsvergunning of zijn rechtmatige vervanger.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking de gegadigden die vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een toewijsbare aanvraag om een dagplaatsvergunning hebben ingediend, mits zij voldoen aan een geldend branche- of artikelgroepvereiste, en aan wie gedurende de voorafgaande 4 weken niet vaker dan drie keren een dagplaatsvergunning is verleend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders weigeren een dagplaatsvergunning als de aanvrager op een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden; of

    • b.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld heeft voldaan dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen een dagplaatsvergunning weigeren wanneer de aanvrager eerder een vaste-standplaatsvergunning had die niet langer dan een jaar geleden is ingetrokken.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning is niet overdraagbaar en de vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

  • 6.

    De vergunninghouder kan zich laten bijstaan door een of meer personen.

Hoofdstuk 5. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 17. Toonplicht vergunning of toestemming

Degene die een standplaats inneemt of wil innemen, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 18. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is verboden meer dan twee uur voor de aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt op welke wijze dan ook ruimte in te (doen) nemen op het marktterrein, of goederen aan of af te (laten) voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens door burgemeester en wethouders verleende ontheffing.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden ter bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist. De houder van de ontheffing is verplicht de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen na te leven.

Artikel 19. Marktterrein schoonhouden

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat op zijn standplaats vrijkomt tijdens de door hem bedreven handel zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. De vergunninghouder voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af, of laat het afvoeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 6. Handhaving

Artikel 20. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 21. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of degene die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of het bij of krachtens deze verordening bepaalde heeft overtreden.

Artikel 22. Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 23. Overgangsrecht

  • 1.

    Besluiten op grond van de Weekmarktverordening Waterland blijven na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, totdat burgemeester en wethouders deze ambtshalve hebben gewijzigd of ingetrokken.

  • 2.

    Bij de ambtshalve wijziging van een vaste-standplaatsvergunning kunnen burgemeester en wethouders in afwijking van artikel 12, eerste lid, een kortere duur van de vergunning bepalen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

  • 3.

    De op grond van de Weekmarktverordening Waterland vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten komen te vervallen.

  • 4.

    Op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Weekmarktverordening Waterland, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van de Weekmarktverordening Waterland beslist.

Artikel 24. Intrekking oude regeling

De Weekmarktverordening Waterland wordt ingetrokken.

Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Waterland 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Waterland, gehouden op 30 maart 2023.

De raad voornoemd,

Th.G.L. Greep

griffier

drs. M.C. van der Weele

voorzitter

Bijlage  

 

1. Verdelingsprocedure

Met meer gegadigden dan te vergeven vergunningen is er sprake van een schaarse vergunning. Dat betekent dat er aan potentiële standplaatshouders de kans moet worden geboden om mee te dingen naar de beschikbare vergunningen. In deze bijlage is de selectie via een vergelijkende toets als verdeelprocedure uiteengezet. Reden daarvoor is dat met die procedure het best invulling gegeven kan worden aan de beleidsdoelstellingen van burgemeester en wethouders.

 

Criterium

  • 1.

    het assortiment van de gegadigde vormt een gewenste toevoeging aan het marktassortiment

  • 2.

    de kwaliteit van de uitstraling van de uitstalling van de gegadigde

  • 3.

    de kennis, ervaring en eventuele opleiding van de gegadigde met betrekking tot het marktassortiment

  • 4.

    het consumentvriendelijk ondernemen door de gegadigde

  • 5.

    het maatschappelijk verantwoord ondernemen door de gegadigde

  • 6.

    duurzaamheid in de ondernemingsuitoefening

 

Voor elk criterium wordt door de beoordelingscommissie op basis van onderstaande tabel punten toegekend.

 

Criterium

Punten

Onderdeel is niet uitgewerkt

0

Onderdeel is onvoldoende uitgewerkt

1

Onderdeel is inhoudelijk onvoldoende

3

Onderdeel voldoet aan basisverwachting

5

Onderdeel toont meerwaarde voor gemeente

7

Onderdeel toont duidelijk meerwaarde voor gemeente

10

 

Aanvragers kunnen per criterium maximaal 10 punten halen. Om in aanmerking te komen voor een vergunning dient op elk criterium minimaal 5 punten gehaald te worden.

 

Op basis van de uitkomsten van de weging stellen burgemeester en wethouders een rangorde op. De rangorde wordt bepaald op basis van het aantal verkregen punten. De aanvrager met de meeste punten eindigt op de hoogste plaats.

 

Als de beste aanvragen in totaliteit gelijk worden beoordeeld, wint de aanvrager met de hoogste beoordeling op criterium 1. Mocht er dan nog steeds sprake zijn van een gelijke beoordeling, dan wint de aanvrager met de hoogste beoordeling op criterium 2 enz.