Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Tijdelijke beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders betreffende het Noodfonds Bestaanszekerheid Ede 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTijdelijke beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders betreffende het Noodfonds Bestaanszekerheid Ede 2023
CiteertitelTijdelijke beleidsregel Noodfonds bestaanszekerheid Ede 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageToelichting Beleidsregel Noodfonds

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-04-202301-01-2024nieuwe regeling

04-04-2023

gmb-2023-167617

Tekst van de regeling

Intitulé

Tijdelijke beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders betreffende het Noodfonds Bestaanszekerheid Ede 2023

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 4 april 2023, zaaknummer 385347;

gelet op artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet;

overwegende dat het wenselijk is regels vast te stellen voor tijdelijke verstrekking van een Noodfonds bestaanszekerheid als tegemoetkoming in de tekorten ontstaan uit de hoge inflatie en energiekosten als tijdelijke maatregel;

overwegende dat het Noodfonds bestaanszekerheid bijdraagt aan de doelen die genoemd zijn in het Bestuursakkoord 2022-2026 onder ‘samen thuis’ en ‘samen leven’.

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel: Tijdelijke beleidsregel Noodfonds Bestaanszekerheid Ede 2023.

 

Artikel 1 Begripsbespalingen

1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. Aanvrager: Perso(o)n(en) uit een huishouden die een aanvraag op grond van deze beleidsregel indient en diens partner met wie sprake is van een gezamenlijke huishouding als opgenomen in artikel 3 leden 1, 2, 3 en 4 van de wet.

b. Bijstandsnorm: De bijstandsnormen zoals opgenomen in de artikelen 21 en 22 van de wet zijn van toepassing,

Voor de belanghebbenden van 18, 19 en 20 jaar, zoals opgenomen in artikel 20 van de wet zijn de normen als genoemd in artikel 21 van de wet van toepassing.

Afwijkend van de bijstandsnorm zoals genoemd in onderdeel b van dit artikel, is de bijstandsnorm exclusief vakantietoeslag. Het inkomen wordt vermeerderd met het fictieve bedrag behorend bij de toepassing van de kostendelersnorm.

c. College: Het college van Burgemeester en Wethouders.

d. Energietoeslag: De ambtshalve uitbetaalde tegemoetkoming op grond van het Wijzigingsbesluit energietoeslag in 2023 voor gestegen energielasten op grond van artikel 35, vierde lid van de wet en de in 2023 uit te keren energietoeslag op basis van de nog vast te stellen Wet energietoeslag 2023.

e. Huishouden: De alleenstaande, alleenstaande ouder, de gehuwde of daarmee gelijkgestelde wanneer aanwezig inclusief de ten laste komende kinderen, waarvan de leden gezamenlijk op één adres in een (on)zelfstandige woning wonen;

f. Inkomen: Het inkomen exclusief vakantietoeslag, kindgebonden budget, huurtoeslag, zorgtoeslag, alleenstaande ouderkop zoals opgenomen in het rekenmodel in de bijlage;

g. Kosten: De noodzakelijke uitgaven voor de algemene kosten van bestaan van een huishouden zoals is opgenomen in het rekenmodel.

h. Kostendelersnorm: De bijstandsnorm zoals opgenomen in artikel 22a van de wet.

i. Noodfonds Bestaanszekerheid 2023: Een tegemoetkoming op grond van deze beleidsregel.

j. Onzelfstandige woning met gedeelde voorzieningen: Een wooneenheid die geen zelfstandige toegang heeft tot de openbare weg of waarvan de wezenlijke voorzieningen worden gedeeld met één of meer andere huishoudens;

k. Peildatum: De datum waarop de aanvraag is ingediend.

l. Referteperiode: De periode van 3 maanden voorafgaande aan de aanvraag. Bij een ondernemer geldt het laatste volledige kwartaal als referteperiode.

m. Rekenmodel noodfonds: Het model dat is opgenomen in bijlage 1, ook wel rekenmodel genoemd.

n. Student: De persoon die jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000.

o. Tekort: De uitkomst van de inkomsten minus de kosten zoals opgenomen in het rekenmodel.

p. Vermogen: Het in aanmerking te nemen vermogen van de aanvrager is het meerdere van 1,5 maal het maandelijks berekend inkomen;

q. Voorliggende voorzieningen: Financiële regelingen waarop het huishouden aanspraak kan maken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien.

r. Wet: de Participatiewet.

s. Zelfstandige woning: Een woning als bedoeld in artikel 234 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek waarvan de wezenlijke voorzieningen niet mede worden gebruikt door een ander huishouden.

  • 2.

    De inhoud van de in deze beleidsregel gebruikte begrippen is gelijkluidend aan die in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht, tenzij daarvan expliciet is afgeweken.

 

Artikel 2 Doelgroep

Het Noodfonds Bestaanszekerheid 2023 is bedoeld voor de aanvrager, inwonend in de gemeente Ede, die een tekort heeft om te kunnen voorzien in de kosten van het bestaan.

 

Artikel 3 Voorwaarden en uitsluitingsgronden
  • 1.

    Het college verstrekt uitsluitend een tegemoetkoming als aan onderstaande voorwaarden is voldaan:

    • a.

      De aanvrager heeft een tekort waardoor deze niet zelfstandig in de noodzakelijke kosten van bestaan kan voorzien.

    • b.

      De aanvrager is een Nederlander of een vreemdeling die voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 11 van de wet.

    • c.

      Het inkomen per maand bedraagt niet meer dan 200% van de bijstandsnorm, zijnde de alleenstaande - of gehuwdennorm van 21 jaar of ouder als genoemd in onderdeel b eerste lid van artikel 1.

    • d.

      Het vermogen bedraagt op de peildatum niet meer dan 1,5 maal het berekend inkomen op basis van het rekenmodel noodfonds.

    • e.

      Het huishouden woont in een zelfstandige of onzelfstandige woning op basis van een huur- of koopovereenkomst en deze woning wordt gebruikt in overeenstemming met het bestemmingsplan of een verleende omgevingsvergunning.

  • 2.

    Uitgesloten van een tegemoetkoming is de persoon die:

    • a.

      in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

    • b.

      is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres;

    • c.

      valt onder één van de uitsluitingsgronden van artikel 13, eerste lid, van de wet;

    • d.

      een tekort heeft dat voorafgaand aan de aanvraag is veroorzaakt door tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan;

    • e.

      de tegemoetkoming aanvraagt voor de kosten die gemaakt zijn als ondernemer of voor bedrijfsmatige doeleinden;

    • f.

      een WSNP- of MSNP traject volgt waarbij het tekort uit de boedel kan worden betaald.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid wordt voor gehuwden waarvan één echtgenoot niet voldoet aan de voorwaarden van deze beleidsregel 50% gehanteerd van de norm die zou gelden als beide gehuwden zouden voldoen aan de voorwaarden van deze regeling.

Artikel 4 De aanvraag
  • 1.

    De aanvraag op grond van deze regeling kan tot 1 januari 2024 worden ingediend.

  • 2.

    Per huishouden kan maximaal één aanvraag worden ingediend.

  • 3.

    De aanvraag wordt bij voorkeur digitaal ingediend op basis van de procedure op de gemeentelijke website.

  • 4.

    De aanvrager verschaft volgens artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover deze redelijkerwijs kan beschikken. Hieronder valt in ieder geval:

    a. De bewijzen van het inkomen over de referteperiode.

    b. De bewijzen van het beschikbare vermogen van de aanvrager als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel p.

    c. Bankafschriften over de referteperiode.

    d. Huur- of koopovereenkomst van de woning.

    e. Een kopie van een geldig identiteitsbewijs of verblijfsvergunning.

    f. De meest recente eindafrekening en brief vaststelling voorschotbedrag van de energieleverancier.

Artikel 5 Karakter van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming is een eenmalige incidentele betaling en wordt niet tot het vermogen gerekend.

Artikel 6 Rekenmodel Noodfonds

  • 1.

    Vaststelling van het tekort vindt plaats op basis van de in het rekenmodel opgenomen inkomsten - en uitgavencomponenten.

  • 2.

    De formule voor de berekening om het tekort per maand te bepalen is: inkomsten minus kosten.

  • 3.

    Inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op een andere periode dan een maand worden omgerekend naar een maandelijks bedrag.

  • 4.

    Voor het bepalen van het vermogen wordt uitgegaan van de volgende geldmiddelen waarover het huishouden beschikt of redelijkerwijs kan beschikken:

    a. Contant geld.

    b. Geld op betaal- en spaarrekeningen.

    c. Cryptovaluta (zoals bitcoins).

    d. De waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

  • 5.

    Indien er een tekort wordt vastgesteld, bedraagt de tegemoetkoming:

    • a.

      een maximumbedrag ter hoogte van € 600 per huishouding. Wanneer blijkt dat het vastgesteld tekort per maand maal zes hoger is dan € 600;

    • b.

      het volledige tekort, wanneer blijkt dat het tekort over zes maanden lager is dan € 600.

  • 6.

    De tegemoetkoming wordt eenmalig verstrekt en is “om niet”.

Artikel 7 Berekening inkomsten

  • 1.

    Het gemiddelde maandinkomen wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde inkomen over de referteperiode zoals hieronder in tabel 1 opgenomen inkomstenbronnen voorafgaand aan de aanvraag als het gaat om:

    • a.

      inkomsten uit een onderneming over het laatste kwartaal;

    • b.

      inkomsten van de laatste drie maanden, niet zijnde inkomsten uit een onderneming.

  • 2.

    Bij bijstandsgerechtigden wordt per inwoner van 27 jaar of ouder die zijn of haar hoofdverblijf heeft op datzelfde adres het bedrag van de verlaging van de kostendelersnorm als inkomen aangemerkt.

  • 3.

    Bij niet uitkeringsgerechtigden wordt de kostendelersnorm bij het inkomen geteld wanneer er één of meer inwoner van 27 jaar of ouder zijn of haar hoofdverblijf op datzelfde adres heeft.

  • 4.

    Bij een aanvraag door een student wordt voor de vaststelling van de inkomsten van de studerenden het inkomen per maand alsook de maximaal te lenen studiefinanciering meegenomen.

  • 5.

    Voorliggende voorzieningen worden meegeteld bij het bepalen van het inkomen, deze tellen niet mee voor het bepalen van het vermogen.

    Tabel 1. Maandelijkse besteedbare inkomsten ten behoeve van de tekorten

    INKOMSTEN gemiddeld per maand (afronden naar boven op hele euro’s)

    Bedrag

    Nettoloon gemiddelde voorgaande drie maanden

    Nettoloon partner gemiddelde voorgaande drie maanden

    Inkomen uit verhuur

    Gemiddeld netto-inkomen zzp voorgaande kwartaal

    Netto-uitkering maand

    Netto recht DUO (inclusief meenemen leencapaciteit)

    Netto pensioen maand (let op de vrijlating (€ 25 gehuwden € 50)

    Alimentatie maand

    Kindgebonden budget maand

    Huurtoeslag maand

    Zorgtoeslag

    Belastingteruggave

    Alleenstaande ouderkop

    Energietoeslag (nabetaling 2023 Wijzigingsbesluit energietoeslag)

    Individuele inkomenstoeslag

    Dividend uit aanmerkelijk belang en winstuitkeringen

    Vervreemdingvoordelen, schenking of ruilen van aandelen, opties, etc.

    Vergoeding vrijwilligerswerk (tot € 180)

    Studietoeslag vanuit gemeente

    Kostendelersnorm

    Voorliggende voorzieningen

  •  

Artikel 8 Berekening uitgaven

  • 1.

    De maandelijkse lasten worden berekend op basis van tabel 2, met inachtneming van het bepaalde in de leden 3 tot en met 6 in dit artikel.

  • 2.

    De maandelijkse lasten betreffen de maanduitgaven over de volle maand voorafgaand aan de aanvraag.

    Tabel 2. Maandelijkse uitgaven

  • UITGAVEN per maand (afronden naar boven op hele euro's)

    Huur/hypotheek

    Energie

    Water

    Zorgverzekering

    Zorgverzekering partner

    Individuele en huishoudelijke uitgaven*

    Aanvrager (€ 330)

    Partner (€ 260)

    Kinderen (per kind € 60)

    Waterschapsbelasting

    Gem. belasting

    Voedsel en kleding**

    Aanvrager

    Partner

    Kinderen

    Misgelopen inkomensregelingen meedoen (inkomen > 130%) ***

    Aanvrager ( € 20 per volwassene vanaf 18 jaar)

    Partner ( € 20 per volwassene vanaf 18 jaar)

    Kinderen ( € 75 per kind van 4 jaar en ouder)

    Betalingsregelingen, aflossingen leningen

    Beslag op loon, uitkering

    Auto & OV (werkelijke kosten - verzekering /benzine / wegenbelasting) - maximaal € 400.

     

  • 3.

    Voor de post individuele – en huishoudelijke uitgaven wordt uitgegaan van een forfaitair bedrag gelijk aan de rekenmethode van de voedselbank, zijnde:

    a. Aanvrager: € 330

    b. Partner: € 260

    c. Kind: € 60

  • 4.

    Voor de post voedsel wordt uitgegaan van een forfaitair bedrag dat per gezinssituatie is bepaald in tabel 2.1.

    Tabel 2.1. Kostenpost voedsel per gezinssituatie

    Alleenstaande

    Normbedrag (in €)

    Gezamenlijke huishouding

    Normbedrag (in €)

    Alleenstaand

    € 345

    Tweepersoons

    € 472

    Met 1 kind

    € 472

    Met 1 kind

    € 598

    Met 2 kinderen

    € 598

    Met 2 kinderen

    € 725

    Met 3 kinderen

    € 725

    Met 3 kinderen

    € 851

    Met 4 kinderen

    € 851

    Met 4 kinderen

    € 978

    Met 5 kinderen

    € 978

    Met 5 kinderen

    € 1.104

    Met 6 kinderen

    € 1.104

    Met 6 kinderen

    € 1.231

    Met 7 kinderen

    € 1.231

    Met 7 kinderen

    € 1.357

    Met 8 kinderen

    € 1.357

    Met 8 kinderen

    € 1.484

  • 5.

    De post ‘misgelopen minimaregelingen’ is alleen van toepassing voor huishoudens met een inkomen dat hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. In dat geval wordt uitgegaan van vaste bedragen voor deze groep, zijnde:

  • a. € 75 per kind van 4 jaar en ouder.

    b. € 20 per volwassene vanaf 18 jaar.

  • 6.

    De noodzakelijke reiskosten worden vastgesteld op een maximumbedrag van € 400 per maand, voor zover deze niet worden vergoed door de werkgever of op basis van een andere regeling:

    • a.

      De kosten per gereden kilometer op basis van eigen vervoer worden vastgesteld op € 0,35 per kilometer.

    • b.

      De kosten voor de taxi, indien noodzakelijk, of aanvullend openbaar vervoer worden volledig meegerekend.

  • 7.

    Onder noodzakelijke reiskosten, als in lid 6 genoemd wordt verstaan:

    a. Noodzakelijk medisch vervoer.

    b. Naar / van werk en re-integratie.

Artikel 9 Slotebepalingen  

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt op de achtste dag na de bekendmaking in werking.

  • 2.

    Deze beleidsregel vervalt van rechtswege op 1 januari 2024.

  • 3.

    Deze beleidsregel blijft van toepassing op de afwikkeling van aanvragen die voor 1 januari 2024 zijn ingediend en op bezwaarprocedures ten aanzien van die aanvragen.

  • 4.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Tijdelijke beleidsregel Noodfonds bestaanszekerheid Ede 2023.

     

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 4 april 2023, zaaknummer 385347.

Het college voornoemd,

drs. R.F. Groen MPA

de secretaris,

mr. L.J.Verhulst

de burgemeester.