Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Individuele Studietoeslag gemeente Oldebroek |
Citeertitel | Beleidsregel Individuele Studietoeslag gemeente Oldebroek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-04-2023 | 01-04-2022 | nieuwe regeling | 11-04-2023 | 1091031 |
Artikel 2. Structurele medische beperking
Structurele medische beperking: een fysieke en/of psychische beperking die voortkomt uit een in de persoon gelegen ziekte of medisch gebrek die voldoende ernstig is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen het gebrek en het structureel niet in staat zijn van het verdienen van inkomsten door belanghebbende naast de studie.
Artikel 8. Nieuw medisch advies bij zicht op verbetering
Wanneer het eerste medisch advies daartoe aanleiding geeft, bepaalt het college dat binnen een bepaalde periode een nieuw medisch advies zal worden gevraagd om te beoordelen of belanghebbende nog steeds niet in staat is om naast de studie te werken.
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van belanghebbende afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel.
Aldus vastgesteld op 11 april 2023
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek
de secretaris
P.H. Lensselink
burgemeester
T.H. Haseloop-Amsing
Uit onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie van december 2018 is gebleken dat de individuele studietoeslag niet aan het gestelde doel voldoet en aanpassing behoeft. Aanpassing is nodig om het doel van de regeling te bereiken: jongeren met een structurele medische beperking die niet kunnen bijverdienen naast en tijdens hun studie, een extra (financiële) steun in de rug te geven. Om deze reden is de regeling van studietoeslag gewijzigd.
De nieuwe studietoeslag treedt in werking per 1 april 2022.
Geen bijstand meer maar toeslag
De studietoeslag is geen bijstand meer. Daarom is er geen vermogenstoets. Ook de gegevens over de woon/leef situatie (gezinssamenstelling) zijn niet van invloed op het recht. Er geldt geen leeftijdsgrens. Het recht is gekoppeld aan het recht op studiefinanciering op grond van de WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS.
Ontvangst of recht op studiefinanciering WSF of een tegemoetkoming op grond van de WTOS
In de wettekst van artikel 36b Participatiewet staat dat een aanvraag kan worden gedaan als iemand studiefinanciering of WTOS ontvangt. Dit moet zo worden gelezen: er bestaat recht op studietoeslag als er recht bestaat op studiefinanciering op grond van de WSF 2000 of een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 WTOS. Of er recht bestaat blijkt uit een beschikking van DUO. Voor het moment waarop is voldaan aan de voorwaarden voor studietoeslag is niet de datum van ontvangst van studiefinanciering of WTOS van belang, maar de datum vanaf wanneer het recht bestaat.
Voorbeeld 1: Iemand begint op 1 september 2022 met een opleiding, heeft recht op studiefinanciering met ingang van 1 december 2022 en ontvangt deze voor het eerst op 22 december 2022. Dan bestaat er recht op studietoeslag met ingang van 1 december 2022.
Voorbeeld 2: iemand vraagt geen studiefinanciering aan bij DUO omdat zij niet wil lenen. Dan is er geen recht op studietoeslag omdat er geen studiefinanciering wordt ontvangen.
Voorbeeld 3: iemand ontvangt alleen een beschikking van een studentenreisproduct van Duo. Dit geeft ook recht op studietoeslag. Dit staat in de het Gemeentenieuws 2022-5.
Voorbeeld 4: Soms heeft een student recht op studiefinanciering of tegemoetkoming WTOS, maar komt het niet tot uitbetaling. Met dat recht op 0-bedrag voldoet een student wel aan de voorwaarden.
Structurele medische beperking
Een belanghebbende moet als rechtstreeks gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat zijn naast de studie inkomsten te verdienen. Zie de artikelsgewijze toelichting voor uitleg wat hiermee wordt bedoeld.
Stage is vaak een verplicht onderdeel van de opleiding en ook al is het niet verplicht, het draagt wel bij aan het vergroten van de toekomstige kansen op de arbeidsmarkt. Onverplichte stages of niet formeel door de onderwijsinstelling erkende stages vallen dus ook onder de vrijlating. Vereist is alleen dat de stage wel plaatsvindt in het kader van de studie. Zie Tweede kamer, 2019-2020, 35394, nr. 5, p. 8.
Per 1 april 2022 is de studietoeslag geen vorm van (bijzondere) bijstand meer. Dat betekent dat de Participatiewet het niet verbiedt dat studietoeslag met terugwerkende kracht wordt aangevraagd. De terugwerkende kracht kan niet verder gaan dan 1 april 2022, omdat vanaf die datum de nieuwe regels voor de studietoeslag gelden. Daarnaast geldt een verjaringstermijn van 5 jaar. Dat komt doordat financiële aanspraken bij de overheid op grond van de rechtszekerheid na een termijn van 5 jaren niet meer in rechte afdwingbaar zijn. Dit is vaste rechtspraak. (ECLI:NL:CRVB:2015:3759 en ECLI:NL:CRVB:2021:3137). Dat is alleen anders als bij wet anders is voorzien of de wetgever anders heeft willen regelen. Dat is voor de studietoeslag niet het geval.
Inlichtingenplicht en terugvordering
Op grond van artikel 36b lid 4 Participatiewet geldt een aparte inlichtingenplicht voor de studietoeslag. Artikel 17 Participatiewet is niet van toepassing, omdat de studietoeslag geen bijstand betreft. Als de inlichtingenplicht wordt geschonden en achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag studietoeslag is verstrekt, dan mag het college overgaan tot terugvordering op grond van artikel 58 lid 2 en artikel 36b lid 4 Participatiewet. Dit is een bevoegdheid, geen verplichting.
Het college mag van eigen beleidsregels afwijken als toepassing ervan in een individueel geval door bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit is geregeld in artikel 4:84 Awb. Het college heeft voor de duidelijkheid ervoor gekozen in de beleidsregels een hardheidsclausule op te nemen.