Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Subsidieregeling historische Amsterdamse winkelpuien 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling historische Amsterdamse winkelpuien 2023
CiteertitelSubsidieregeling historische Amsterdamse winkelpuien 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt per 31 december 2026.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-04-2023nieuwe regeling

11-04-2023

gmb-2023-166298

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling historische Amsterdamse winkelpuien 2023

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel gelet op artikel 3, tweede lid van de Amsterdamse subsidieverordening 2013 en artikel 149 van de Gemeentewet, gezien het advies van het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel centrum van 6 maart 2023,

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Subsidieregeling historische Amsterdamse winkelpuien 2023

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    beeldbepalende panden en panden: panden die gewaardeerd zijn als “orde 2” zoals opgenomen bij de welstandsnota De Schoonheid van Amsterdam 2016;

  • b.

    bouwhistorisch onderzoek: onderzoek naar de bouw, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis van gebouwen of complexen van gebouwen in hun ruimtelijke samenhang, aan de hand van de vorm, de constructies, de gebruikte materialen en de afwerking. Het onderzoek brengt, onder andere aan de hand van bouwsporen, in kaart hoe de oorspronkelijke situatie was, welke veranderingen er in de loop der tijd zijn aangebracht, en het beschrijft de bestaande situatie als uitkomst van die eerdere processen;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • d.

    eigenaar:

    • i.

      de economisch-eigenaar;

    • ii.

      de erfpachter;

    • iii.

      de vruchtgebruiker;

  • e.

    gebieden Centrum-West en Centrum-Oost: de twee gebieden die samen het stadsdeel Centrum vormen, zoals bepaald in artikel 1 van de verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 en vastgelegd in de bij die verordening behorende bijlage 1 met respectievelijke kenmerken GA01 en GA02.

  • f.

    historische winkelpui: onderste gedeelte van een gevel die oorspronkelijk ontworpen is ten behoeve van een winkel- of horecafunctie en vanuit architectuur- of cultuurhistorisch oogpunt van waarde is , dit ter beoordeling door Monumenten en Archeologie;

  • g.

    monument: rijksmonument, pand dat is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in art. 3.3 van de Erfgoedwet of gemeentelijk monument, pand dat is opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in art. 1 van de Erfgoedverordening 2015;

  • h.

    monumentale gebouwen, complexen en gebieden:

    • i.

      door de gemeente aangewezen monumenten en/of gebouwen/complexen en/of gebieden;

    • ii.

      terreinen van archeologische betekenis, hoge archeologische waarde en/of beschermde archeologische monumenten;

    • iii.

      gebouwen/complexen of gebieden die als monument geselecteerd zijn in het kader van het Monumenten-Selectie-Project, het Gemeentelijk Monumenten Project, de rijks en gemeentelijke top 100 na-oorlogse bouwkunst, maar nog niet zijn aangewezen;

  • i.

    Monumenten en Archeologie: het organisatieonderdeel Monumenten en Archeologie van de directie Ruimte en Duurzaamheid van de gemeente Amsterdam dat als gemeentelijk kenniscentrum het aanspreekpunt vormt voor belanghebbenden en belangstellenden voor het Amsterdamse erfgoed;

  • j.

    het Nationale Monumentenkader staatssteun: kader zoals kennisgegeven bij de Europese Commissie onder Steunmaatregel SA.40475 (2015/X), Monumentenwet 1988 - Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim), 21.01.2015;

  • k.

    restauratie: herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van onderdelen van een pand of object;

  • l.

    restaurerende instelling: rechtspersonen, die aantoonbaar zonder winstoogmerk uitsluitend de instandhouding van monumenten tot doel hebben en van wie de statuten door het college als zodanig zijn goedgekeurd;

Artikel 2 Toepasselijkheid andere wet- en regelgeving

  • 1.

    Op deze regeling is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 van toepassing.

  • 2.

    Subsidies op grond van deze regeling worden verstrekt met toepassing van het Nationale Monumentenkader staatssteun.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het ondersteunen van eigenaren bij de instandhouding van Amsterdamse monumenten en beeldbepalende panden middels het bijdragen in de kosten van instandhouding van historische winkelpuien in gebieden Centrum-West en Centrum-Oost.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan eenmalige subsidie verlenen voor onderzoek naar en herstel van historische winkelpuien in de gebieden Centrum-West en Centrum-Oost.

  • 2.

    Onder onderzoek wordt in ieder geval verstaan het naar de oorspronkelijke opzet en afwerking van de historische winkelpui. Dit onderzoek kan onder andere bestaan uit archiefonderzoek, kleurhistorisch (stratigrafisch) onderzoek en bouwhistorisch onderzoek. Dit onderzoek vormt de basis voor het plan van aanpak voor herstel van de historische pui.

  • 3.

    Onder herstel wordt in ieder geval verstaan herstel van (onderdelen van) waardevolle historische winkelpuien. Het gaat om o.a. decoratieve gevelelementen, stoepen, lijstwerk, historische etalages, glas in lood, betimmeringen, gevelstenen en historische gevelreclames. Uitgangspunt is een restauratieve aanpak, waarbij de aanwezige historische elementen behouden en hersteld worden. Het terugbrengen van verloren gegane onderdelen van puien kan ook onderdeel hiervan zijn, voor zover dit gebaseerd is op onderzoek.

  • 4.

    Onder herstel van historische winkelpuien wordt in ieder geval niet verstaan het geheel of grotendeels vernieuwen van een pui.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voorzover ze noodzakelijk zijn om de onderdelen van het pand op sobere en doelmatige wijze te onderzoeken, herstellen of te conserveren komen de gemaakte kosten voor het uitvoeren van de in artikel 4 omschreven subsidiabele activiteiten in aanmerking voor subsidie.

  • 2.

    Onder de gemaakte kosten voor het uitvoeren van de subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt voorzover deze gemaakt worden om de onderdelen van het pand op sobere en doelmatige wijze te onderzoeken en herstellen en ze gemaakt worden om de in artikel 4 omschreven subsidiabele activiteiten uit te voeren ook verstaan:

    • a.

      de kosten voor onderzoek voor het herstel, voor onderdelen die de monumentale waarde van de pui mede bepalen;

    • b.

      de kosten van onderzoeker, architect en constructeur;

    • c.

      de kosten van toezicht en de kostenbewaking;

    • d.

      het deel van de legeskosten dat betrekking heeft op de in artikel 4 genoemde activiteiten;

    • e.

      de BTW over de subsidiabele kosten, voor zover deze niet bij die niet middels de Rijksbelastingen kunnen worden teruggevorderd.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De subsidie voor het behoud en herstel van historische winkelpuien in de gebieden Centrum-West en Centrum-Oost bedraagt ten hoogste 80% van de op grond van artikel 5 voor subsidie in aanmerking komende kosten en is in geen geval hoger dan €20.000,- per winkelpui.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond

Artikel 7 Subsidieplafond

Gedurende het tijdvak tussen de inwerkingtreding van de Subsidieregeling historische Winkelpuien 2023 en 31 december 2024 bedraagt het subsidieplafond voor verlening van subsidie voor het behoud en herstel van historische winkelpuien in de gebieden Centrum-West en Centrum-Oost €83.000,-.

Hoofdstuk 3 Subsidieaanvraag

Artikel 8 de aanvrager

Subsidie voor herstel van historische winkelpuien kan uitsluitend worden aangevraagd door eigenaren en huurders met toestemming van de eigenaar van monumenten, beeldbepalende panden (orde 2) en panden met historische winkelpuien die door het college als waardevol worden aangemerkt.

Artikel 9 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

  • a.

    tekeningen en foto’s van het te herstellen of te onderzoeken object;

  • b.

    een gespecificeerde omschrijving van het herstel of onderzoek;

  • c.

    een gespecificeerde offerte of begroting van het herstelwerk of onderzoek;

  • d.

    een bewijs dat de bankrekening waarop de subsidie betaald moet worden op naam van de aanvrager staat, zoals een bankpas of bankrekeningafschrift;

  • e.

    indien de aanvraag namens een organisatie zoals een woningcorporatie of restaurerende instelling wordt ingediend een bankafschrift, jaarrekening en balans van voorgaand jaar van de aanvrager;

  • f.

    indien de aanvraag door een huurder gedaan wordt een schriftelijke bevestiging van de toestemming van de eigenaar om subsidie aan te vragen; en

  • g.

    indien de subsidie namens een aanvrager door een derde wordt ingediend, een door de aanvrager ondertekende machtiging.

Artikel 10 Beslistermijn

Het college beslist binnen 12 weken na ontvangst van een volledige subsidieaanvraag over de verlening van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Weigering van subsidie

Artikel 11 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het college een subsidie te verlenen als:

    • a.

      de subsidie wordt aangevraagd voor werkzaamheden aan onderdelen van een pand waarvoor in een periode van 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag reeds een subsidie voor hetzelfde onderdeel van het object van overheidswege werd verleend;

    • b.

      het werk waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, reeds is uitgevoerd of indien een begin is gemaakt met de werkzaamheden zonder schriftelijke toestemming van het college; en

    • c.

      het resultaat van de subsidiabele activiteit is niet in overeenstemming met vigerende welstandsbeleid.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

    • a.

      gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de aanvrager niet kostenefficiënt, sober of doelmatig werkt;

    • b.

      door middel van andere subsidies in voldoende dekking van de kosten kan worden voorzien;

    • c.

      met de werkzaamheden het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend; en

    • d.

      de kosten van de werkzaamheden niet geacht kunnen worden in een redelijke verhouding te staan tot het te verkrijgen resultaat.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de activiteiten dienen te worden uitgevoerd binnen de termijn die daarvoor is opgenomen in de verlening, tenzij het college uitstel heeft verleend op grond van een passend onderbouwd uitstelverzoek dat is ingediend vóór het verstrijken van de uitvoeringstermijn;

  • b.

    er wordt niet afgeweken van activiteiten waarvoor subsidie is verleend (de goedgekeurde aanvraag of het goedgekeurde plan), behalve voor zover toestemming van het college is verkregen voor wijziging;

  • c.

    de aanvrager dient in het bezit te zijn van de vereiste vergunningen voor uitvoering van de subsidiabele activiteiten, alvorens deze uit te gaan voeren;

  • d.

    na verlenen van de subsidie, deelt de eigenaar de resultaten van het eventueel onderzoek waarvoor subsidie is verleend, met Monumenten en Archeologie;

  • e.

    de eigenaar draagt zorg voor de goede staat van onderhoud van het gesubsidieerde onderdeel of kunstwerk.

Hoofdstuk 6 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 13 Verantwoording

  • 1.

    In aanvulling op artikel 14, tweede lid, onderdeel b van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een financieel verslag of jaarrekening waarin de aan activiteit verbonden uitgaven inzichtelijk worden gemaakt en in ieder geval een kostenopstelling bevat waarin de verrichte werkzaamheden, zoveel als redelijkerwijs mogelijk, zijn gerangschikt op dezelfde manier als in de bij de verlening meegestuurde offerte of begroting en inzicht wordt verschaft in de eventuele meer- en minderwerkkosten;

  • 2.

    In aanvulling op artikel 14, tweede lid van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling de volgende documenten of bescheiden:

    • a.

      kopieën van de facturen voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten inclusief betalingsbewijzen; en

    • b.

      tenminste één foto waarin het aangezicht van het herstelde object vanuit de openbare ruimte waarin goed zichtbaar is.

    • c.

      indien een omgevingsvergunning vereist was voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten: het volgnummer en de verleningsdatum van die omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding en verval

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2026.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling historische Amsterdamse winkelpuien 2023.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 april 2023.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

Deze subsidieregeling voorziet in een subsidie voor het onderzoeken en onderhouden van historische winkelpuien. Deze historische winkelpuien dienen in het stadsdeel centrum te liggen.

 

Deze regeling betreft een tijdelijke voortzetting van één onderdeel van de Bijzondere subsidieverordening Erfgoed 2018. Binnen de Bijzondere subsidieverordening Erfgoed 2018 zijn lopen geen subsidieplafonds beschikbaar voor verlening en deze verordening staat op de rol om door de Raad ingetrokken te worden.

 

Het stadsdeel centrum had echter nog een klein budget beschikbaar om historische winkelpuien te renoveren en onderhouden en het is de bedoeling om met deze tijdelijk regeling deze middelen op te gebruiken.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

De belangrijkste begrippen uit de regeling zijn in dit artikel gedefinieerd.

 

Artikel 2 Toepasselijkheid andere wet- en regelgeving

Het eerste lid van dit artikel benadrukt dat de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 (ASA2013) van toepassing is. Er wordt niet afgeweken op de ASA2013 er wordt wel binnen de door ASA2013 zelf gestelde kaders aangevuld of afgeweken.

 

Het tweede lid van dit artikel gaat in op de grondslag waarom de subsidie op grond van deze regeling aangemerkt wordt als toelaatbare staatsteun. Het risico op verboden staatssteun wordt voorkomen door subsidie op grond van deze regeling te verstrekken met toepassing van het nationale Monumentenkader. Het Monumentenkader biedt een juridisch kader, waarmee decentrale overheden steun aan monumenten staatssteunproof kunnen maken. Steunmaatregelen op basis van deze regeling hoeven niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie; het Monumentenkader is door het ministerie van OCW kennisgegeven bij de Europese Commissie onder de Algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Het betreft kennisgevingsnummer SA.40475. In de subsidieverleningsbeschikkingen wordt een clausule opgenomen om het nakomen van het nationale Monumentenkader te garanderen. De gemeente dient jaarlijks te rapporteren over de subsidies die zijn verstrekt op grond van deze regeling.

 

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het Amsterdamse erfgoed is van groot belang voor de stad en is steeds meer een vanzelfsprekend en geïntegreerd onderdeel van de stedelijke dynamiek. Als inspiratiebron voor ruimtelijke ontwikkelingen levert erfgoed een belangrijke bijdrage aan de economie, het vestigingsklimaat en is het een factor bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. De gemeente wil daarom de eigenaren van monumenten financieel ondersteunen bij behoud en herstel van historische winkelpuien in stadsdeel Centrum.

 

Aangezien het bij monumenten altijd om maatwerk gaat houdt het college bij het beoordelen van de aanvraag in ieder geval rekening met :

 

  • 1.

    de monumentale waarde van het pand of object;

  • 2.

    de bouwtechnische staat van het pand of object;

  • 3.

    het huidige en toekomstige gebruik van het pand.

Deze criteria hebben te maken met de huidige monumentale waarden en in hoeverre deze met een te verlenen subsidie kunnen worden gewaarborgd en voor de toekomst worden veiliggesteld.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

In dit artikel stelt het college een subsidie beschikbaar voor onderzoek en herstel van historische winkelpuien.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Dit artikel beschrijft voor welke met de subsidiabele activiteiten gemoeide kosten er subsidie is.

 

Kosten die zijn gemaakt ten behoeven van de realisatie van het project zijn subsidiabel. Deze kosten dienen in direct verband te staan met het project. In dit artikel is beschreven om welke kosten het gaat.

 

Kosten die worden gemaakt voordat de subsidie is verleend, dan wel na de einddatum van het project, zijn niet subsidiabel. Hiermee dient de aanvrager rekening te houden bij het bepalen van de projectperiode. Ook zijn structurele kosten en exploitatiekosten niet subsidiabel. Dit betekent dat kosten die binnen de reguliere bedrijfsvoering worden gemaakt niet als subsidiabele kosten kunnen worden meegenomen.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Dit artikel beschrijft welk deel van de subsidiabele kosten maximaal gesubsidieerd wordt. Ook wordt er een maximumbedrag per winkelpui bepaald. Omdat slechts een deel van de kosten voor de subsidiabele activiteiten wordt gesubsidieerd is een eigen bijdrage van de aanvrager altijd vereist.

 

Artikel 7 Subsidieplafond

Dit artikel bepaald het subsidieplafond voor de activiteiten in deze regeling. Het college kan gedurende het tijdvak van het subsidieplafond niet meer subsidie verlenen dan beschikbaar is gesteld voor dat tijdvak. Aanvragen die worden ontvangen na het bereiken van het plafond worden geweigerd. Als er voor een tijdvak geen plafond beschikbaar is gesteld, dan kan moet het plafond geacht op nihil te zijn gesteld. Aanvragen die buiten een gesteld tijdvak worden ontvangen, worden ook geweigerd.

 

Artikel 8 Aanvrager

In dit artikel wordt gefineerd welke partijen een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling kunnen doen. De eigenaren van panden met een historische winkelpui kunnen subsidie aanvragen voor instandhouding van de pui indien deze door Monumenten en Archeologie als historisch is bestempeld. Hiervoor zal op basis van een bezoek ter plaatse een maatwerkbeoordeling worden opgesteld.

 

Artikel 9 In te dienen gegevens

In dit artikel is aangegeven welke stukken de aanvrager moet indienen bij een subsidieaanvraag op grond van deze regeling. Het College kan aanvullende stukken opvragen indien dit nodig is voor een juiste afhandeling van de aanvraag. Na ontvangst van de aanvraag zal beoordeeld worden of deze compleet is. Indien dit niet het geval is, dan krijgt de aanvrager de mogelijkheid om de aanvraag aan te vullen.

 

Artikel 10 Beslistermijn

Op een subsidieaanvraag wordt binnen 12 weken beslist. Indien het college niet binnen 12 weken beslist over de aanvraag, stellen zij de aanvrager schriftelijk hiervan in kennis en melden de termijn waarbinnen een beslissing tegemoet kan worden gezien.

 

Artikel 11 Weigeringsgronden

In het eerste lid van dit artikel staat op welke grond het college een subsidieaanvraag moet weigeren In het tweede lid van dit artikel staat op welke grond het college een subsidieaanvraag kan weigeren.

 

Artikel 12 Aanvullende verplichtingen

In dit artikel worden in aanvullende verplichtingen genoemd die aan de subsidie zijn verbonden.

 

Het project moet uitgevoerd worden volgens de plannen die bij de subsidieaanvraag zijn voorgelegd. Bij de verantwoording van de subsidie die in artikel 14 is omschreven, wordt dit gecontroleerd. Teven wordt er een tijdpad afgesproken waarbinnen het project gereed moet zijn. Daarom is het van belang om redelijk snel na de subsidieverlening met de werkzaamheden te starten. Dit kunnen ook voorbereidende werkzaamheden zijn. Indien de subsidieverlener langer wacht met de uitvoering van het project, dan bestaat de mogelijkheid om de subsidieverlening in te trekken en het uitgekeerde voorschot terug te vorderen.

 

Omwille van kennisontwikkeling is in dit artikel opgenomen dat onderzoeksgegevens en rapportages die verband houden met de subsidieaanvraag, moeten worden gedeeld met Monumenten en Archeologie. Benadrukt wordt dat privacygevoelige gegevens niet openbaar worden gemaakt.

 

Na het verkrijgen van subsidie is een eigenaar verplicht om het pand of object waarvoor subsidie verleend is, te onderhouden zodat de werkzaamheden niet voor niets zijn geweest.

 

Artikel 13 Verantwoording

De gemeente wil controleren of de werkzaamheden uit de subsidieaanvraag volgens afspraak zijn uitgevoerd. In dit artikel wordt opgesomd welke gegeven hiervoor moeten worden aangeleverd. Deze gegevens gezamenlijk betreffen een financieel verslag zoals het Nationale Monumentenkader staatssteun dat vereist.

 

Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dienen alle gemaakte subsidiabele kosten door de projectdeelnemers te zijn uitbetaald. Indien er nog openstaande facturen zijn, dan kunnen deze niet worden opgevoerd als subsidiabele kosten.

 

Indien nodig brengt Monumenten en Archeologie een bezoek ter plaatste.