Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Nota standplaatsen 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota standplaatsen 2023
CiteertitelNota standplaatsen 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-04-2023nieuwe regeling

11-04-2023

gmb-2023-166007

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota standplaatsen 2023

Inleiding

 

Het huidige standplaatsenbeleid is in 2011 vastgesteld. Na ruim tien jaar zijn er redenen om het beleid op een aantal onderdelen te herzien. Zo zijn aantal en plaats van de standplaatslocaties opnieuw getoetst en moeten standplaatsvergunningen worden beoordeeld als zogenaamde ‘schaarse vergunningen’. Dit laatste volgt uit de Europese Dienstenrichtlijn. Een gevolg hiervan is dat bijvoorbeeld ‘automatisch verlengen op verzoek’, zoals nu gebruikelijk is, niet meer zonder meer is toegestaan. Ondernemers moeten gelijke kansen krijgen op een standplaatsvergunning. Dit heeft ook gevolgen voor de geldigheidsduur van de vergunningen.

 

Standplaatsen zijn over het algemeen een welkome aanvulling zijn op het bestaande (permanente) winkelaanbod. De ambulante handel neemt een geheel eigen, zelfstandige plaats in binnen de detailhandel. Het biedt mogelijkheden voor ondernemers om producten aan de man te brengen die om diverse redenen minder geschikt zijn voor het vaste winkelconcept. Regulering is echter noodzakelijk. Standplaatsen kunnen namelijk ook overlast opleveren (verkeersveiligheid, stank, uitzicht e.d.). Per kern zijn een of meerdere locaties aangewezen die geschikt zijn om plaats te bieden aan een mobiel verkooppunt. Standplaatsen zijn daarbij wel in aantal begrensd, maar niet in branches. Dit laatste is namelijk niet toegestaan volgens de Europese Dienstenrichtlijn .

1. Juridisch kader

Het beleid richt zich op standplaatsen zoals deze nu nog zijn benoemd in de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Daarin is de volgende definitie van een standplaats opgenomen (artikel 5:17).

‘Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.’

 

In de loop van 2023 treedt naar alle waarschijnlijkheid de Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL) in werking. Vanaf dat moment vormt de VFL het juridische kader voor standplaatsen.

Verder is de volgende regelgeving van belang:

 

Europese Dienstenrichtlijn

Als voor bepaalde vergunningen het aantal gegadigden groter is dan het aanbod, dan is er volgens de Europese Dienstenrichtlijn sprake van ‘schaarse vergunningen. Strekking van deze regelgeving is dat ondernemers in de dienstverlening gelijke kansen moeten krijgen. Belangstellenden moeten op een eerlijke manier mee kunnen dingen naar een vergunning. Het gevolg hiervan is dat standplaatsvergunningen niet meer voor onbepaalde tijd verleend mogen worden aan een ondernemer.

De praktijk in onze gemeente is dat vaste standplaatsvergunningen een jaar geldig zijn en op verzoek steeds worden verlengd ten behoeve van dezelfde vergunninghouder. Deze manier van vergunningverlening is nu dus niet meer toegestaan en moet worden aangepast. Als er nu een vergunning vrij komt, moeten meerdere kandidaten in de gelegenheid worden gesteld om hiervoor een aanvraag in te dienen.

 

Het gemeentebestuur dient met betrekking tot de verdelingssystematiek beleidsregels vast te stellen. Zo moet worden bepaald hoe, hoe de beschikbaarheid van de vergunning openbaar wordt gemaakt, hoe deze wordt toegekend en welke criteria daarbij worden gehanteerd. Deze uitwerking is opgenomen in bijlage 1.

 

Winkeltijdenwet

De ambulante handel dient zich te houden aan de bepalingen van de Winkeltijdenwet. Dit is met name relevant voor de verkooptijden van de standplaatsen.

 

Wet milieubeheer

In sommige gevallen zijn standplaatsen een inrichting in de zin van deze wet. Dit kan het geval zijn als zij hinder of overlast veroorzaken en langdurig standplaats innemen op dezelfde locatie. Bij o.a. bak- en braadverstrekkers kan deze wetgeving van toepassing zijn.

 

Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan is een belangrijke toetsingsgrond bij een aanvraag om een (permanente) standplaatsvergunning. Indien de bestemmingsplanbepalingen het innemen van een standplaats in de weg staan, is dit een expliciete weigeringsgrond.

 

APV

De gemeentelijke VFL geeft de definitie van een standplaats en omschrijft de (openbare) belangen waarmee rekening moet worden gehouden als op een aanvraag moet worden beslist.

Verder is bepaald dat standplaatsvergunningen enkel worden verleend aan natuurlijke personen, om handel in vergunningen te voorkomen. Dit betekent tevens dat een vergunning niet overdraagbaar is en dat de standplaats persoonlijk moet worden ingenomen. Ook is geregeld dat voor het innemen van een standplaats op privéterrein een vergunning is vereist.

 

Awb

Deze nota geldt als beleidsregel in de zin van artikel 4:81 en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat slechts in bijzondere gevallen van deze richtlijn kan worden afgeweken.

2. Doelstellingen

De ambulante handel zorgt voor werkgelegenheid, trekt bezoekers en draagt bij aan de versterking van de lokale economie. Verkoopkramen zorgen ook voor levendigheid en reuring in het straatbeeld. De waarde van standplaatsen wordt onderkend en vraagt om een actieve en positieve benadering. Dit geldt niet enkel voor de kernen, maar ook voor de recreatieontwikkeling aan de Westerschelde.

Standplaatsen kunnen een positieve bijdrage leveren aan het bestaande voorzieningenniveau, maar kunnen het vaste winkelbestand ook aantasten. Als een toename van standplaatsen tot gevolg heeft dat er winkelpanden komen leeg te staan is dat – ook uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening - uiteraard een verkeerde ontwikkeling. De ambulante handel moet een aanvulling zijn op het winkelbestand, geen bedreiging.

 

Bij de beoordeling van standplaatsaanvragen is de APV het uitgangspunt, maar zal ook rekening moeten worden gehouden met de relevante bepalingen van de Europese Dienstenrichtlijn: er moet inzichtelijk gemaakt worden hoe ondernemers kunnen meedingen naar een vrije standplaats. Automatische verlenging zoals tot nu toe gebruikelijk was, wordt met het nieuwe beleid niet meer toegestaan.

 

De herziening van het standplaatsenbeleid beleid is tevens een goed moment om de standplaatslocaties per kern opnieuw te toetsen. Uitgangspunt hierbij is dat een standplaats geen overlast mag veroorzaken en dat ook uit verkeersveiligheidsoogpunt geen bezwaren bestaan. Voor de binnenstad van Hulst geldt bovendien dat een standplaats moet passen binnen het historische kader van de omgeving. Verder mag het aantal standplaatsen niet leiden tot een verkapte marktvorming

 

Samengevat zijn de doelstellingen van de nota:

  • 1.

    Een waardevolle en verantwoorde toevoeging aan het voorzieningenniveau.

  • 2.

    Actualisering van het beleid aan de huidige wet- en regelgeving.

3. Standplaatsen

Dit beleid heeft betrekking op standplaatsen zoals bedoeld in artikel 5:17 van de APV. Het begrip standplaats is hier als volgt gedefinieerd: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een `mobiel kraam, een tafel of een wagen.

 

Uitdrukkelijk is deze beleidslijn niet van toepassing op:

  • -

    standplaatsen die worden ingenomen bij festiviteiten en evenementen. Dergelijke verzoeken worden beoordeeld in het kader van de hiervoor benodigde evenementenvergunning;

  • -

    standplaatsen op de reguliere warenmarkten;

  • -

    ‘vaste’, permanente frituurkramen;

  • -

    kermissen;

  • -

    verkooppunten ‘bij de boer’ (agrarische en streekproducten rechtstreeks aan de consument bij het eigen bedrijf vanuit een kast of mobiele voorziening op het erf).

  • -

    Voorwaarde hierbij is bovendien dat de verkoopplek zich geheel op eigen terrein bevindt en er slechts producten worden verkocht die op de betreffende boerderij worden geteeld/gemaakt.

Er wordt een onderscheid gemaakt in de volgende categorieën standplaatsen:

 

*Vaste standplaats

Dit is een standplaats die tenminste een vaste dag per week op een vaste locatie wordt ingenomen gedurende meer dan 6 maanden per jaar met een vaste frequentie. De aanvraag voor een vaste standplaats kan worden gedaan voor een periode van maximaal vijf jaren. Automatische verlenging zoals tot nu toe gebruikelijk was, is nu verleden tijd.

Dit is een gevolg van de werking van de Europese Dienstenrichtlijn. Een termijn van vijf jaar wordt algemeen acceptabel geacht in verband met de terugverdientijd van de ondernemer voor de investeringen die hij in zijn standplaats heeft gedaan.

 

*Seizoenstandplaats

Onder deze categorie vallen standplaatsen die worden ingenomen voor een bepaalde tijd op een vaste plaats, met een minimum van een maand en een maximum van zes maanden gedurende een of meerdere dagen per week (o.a. seizoensgebonden handel zoals oliebollenkraam, verkoop kerstbomen, ijs, e.d.).

 

*Dagstandplaats

Van een dagstandplaats is sprake bij een beoogd gebruik van ten hoogste tien dagen door dezelfde vergunninghouder per kalenderjaar. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om zowel commerciële (autoruitreparaties e.d.) als ideële standplaatsen (fondswerving, politieke doeleinden, goede doelen). Het maximum van tien dagen is bedoeld om te voorkomen dat handelaren die niet in aanmerking komen voor een permanente of seizoenstandplaats, dit door een herhaalde aanvraag voor een incidentele plek alsnog weten te bereiken.

 

Persoonlijke vergunning

Een standplaatsvergunning is een persoonsgebonden vergunning en is daarom niet

overdraagbaar/verhandelbaar en kan niet worden doorgegeven. Het persoonlijke karakter van de vergunning betekent ook dat de standplaats persoonlijk door de vergunninghouder moet worden ingenomen.. De vergunninghouder kan op de vergunning één vervanger opnemen die in voorkomende gevallen zijn zaken waarneemt. In geval van bijvoorbeeld ziekte is de continuïteit van de standplaats hiermee gewaarborgd. De verplichting tot het persoonlijk innemen geldt niet voor dagstandplaatsen.

 

Standplaatsen op particuliere grond

Het vergunningstelsel van artikel 5:18 APV is ook van toepassing op standplaatsen die op particuliere grond worden ingenomen (voor zover geen boerderijverkooppunten, zie hiervoor). Daarin is bepaald dat het rechthebbenden op een perceel niet is toegestaan toe te laten dat daarop zonder vergunning van het college een standplaats wordt ingenomen. Bij een dergelijke aanvraag zal een verklaring van de grondeigenaar moeten worden overgelegd waaruit blijkt dat hij met het verzoek instemt.

De hierna te noemen criteria zijn eveneens van toepassing op particuliere percelen. In deze gevallen kan uiteraard geen precariorecht worden geheven, maar zullen wel leges in rekening worden gebracht.

4. Algemene uitgangspunten

We onderkennen de waarde van standplaatsen voor inwoners, toeristen en winkelend publiek. Vaak zijn standplaatsen een aanvulling op het bestaande reguliere aanbod en versterken ze de winkelfunctie van een gebied. De ambulante handel zorgt ook voor sfeer, dynamiek en levendigheid. In de kleinere kernen vormen standplaatsen zelfs vaak een van de weinige plaatselijke voorzieningen voor de consument.

In de meest wenselijke situatie zou het zo moeten zijn dat de ambulante handel vergunning krijgt als een assortiment wordt geboden wat in de desbetreffende kern wordt gemist en dat een standplaats wordt geweigerd als de branche al voldoende is vertegenwoordigd. Het op deze manier reguleren van de concurrentieverhoudingen of voeren van een vestigingsbeleid is echter niet toegestaan. Volgens de Europese Dienstenrichtlijn is het zodanig ingrijpen in het voorzieningenaanbod namelijk een verboden belemmering van het vrije verkeer van diensten.

Er is wel een uitzondering: als door het innemen van een standplaats het voorzieningenniveau voor de consument in gevaar komt, mag een standplaatsvergunning om die reden geweigerd worden. Uiteraard zal zo’n beslissing grondig moeten worden onderbouwd.

Waar mogelijk zal er wel naar worden gestreefd dat de standplaatsen een aanvulling vormen op het aanbod van de reguliere winkels. In de ideale situatie versterken standplaatsen de gevestigde detailhandel.

 

Er is voldoende aanleiding om regels voor standplaatsen vast te leggen. Zo kunnen deze ambulante verkooppunten hinder, overlast en verkeersonveilige situaties veroorzaken. Mogelijk is er een risico voor de openbare orde, zijn ze ongewenst binnen de ruimtelijke structuur of zijn ze ontsierend voor het uiterlijke aanzien van de omgeving. Om deze belangen te beschermen is het dan ook legitiem, en zelfs noodzakelijk, om de grenzen en voorwaarden bij standplaatsen aan te geven. Een maximumstelsel is daarbij een goed sturingsinstrument. Afhankelijk van de plaatselijke situatie, verschilt het aantal toelaatbare standplaatsen in de kernen. Bij overschrijding van het toegestane maximum zal de desbetreffende vergunning worden geweigerd. Na afloop van de geldigheidsduur kan de betreffende aanvrager dan weer meedingen naar de vrijgekomen plek.

 

Beoordelingscriteria

Bij het toewijzen van standplaatsen en het bepalen van geschikte locaties zal met het volgende rekening worden gehouden:

 

Verkeersveiligheid

Geen standplaatsen aan drukke wegen die bestemd zijn voor doorgaand gemotoriseerd verkeer. In de nabijheid van de standplaats moet er voldoende parkeergelegenheid zijn. Voor de kern Hulst geldt dat geen standplaats mag worden ingenomen op de parkeervakken.

Ze moeten een veilige bereikbaarheid hebben voor het publiek en mogen op locaties met een hoge verkeersintensiteit niet op trottoirs worden ingericht.

 

Openbare veiligheid

Dit belang richt zich op de algemene bescherming van personen en goederen. In relatie tot standplaatsen moet gedacht worden aan voornamelijk brandveiligheid en sociale veiligheid. Met dit laatste wordt gedoeld op een zoveel mogelijk open, vrije en controleerbare ruimte. Standplaatsen moeten zodanig worden gesitueerd dat aan deze uitgangspunten zo weinig mogelijk afbreuk wordt gedaan. Ter voorkoming van overlast mogen standplaatsen zich bij voorkeur niet voor woningen, winkels of andere publieksgevoelige ruimten te bevinden.

 

Bestemmingsplan

Het bewaken en verzekeren van een goede ruimtelijke structuur en ordening is een gemeentelijke taak die in het oog moet worden gehouden bij de beoordeling van standplaatsen. Hierbij hoort een toets aan het bestemmingsplan, in het bijzonder bij de permanente standplaatsen. Op grond van de huidige bestemmingsplanbepalingen zijn standplaatsen in principe toegestaan op gronden met de bestemmingen ‘centrumdoeleinden’, ‘woon- en detailhandel’ en ‘verkeer’.

 

Openbare orde

Dit ruime begrip is moeilijk in één definitie samen te vatten is. Onder ‘openbare orde’ wordt veelal verstaan ‘een ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse’. Dit betekent in dit kader dat standplaatsen de openbare orde kunnen verstoren door o.a. geluids- of geuroverlast, ongewenste bezoekersstromen, onveilige situaties, zwerfafval, parkeer-problemen en door andere factoren die de normale ordening negatief kunnen beïnvloeden.

Er worden geen terrassen bij standplaatsen toegelaten omdat dit niet past in het tijdelijke, mobiele karakter van de standplaats. Wel is één statafels bij de verkoop van etenswaren toegestaan.

 

Volksgezondheid

Geluid, stank, samenstelling of aard van producten bij standplaatsen kunnen de openbare gezondheid bedreigen. De bescherming van de volksgezondheid is een gemeentelijk belang.

 

Bescherming van natuur en milieu

Overlast door stof, afval, geluid, uitlaatgassen of andere soorten van overlast die van invloed zijn op landschap, natuur en milieu moeten eveneens bij het beoordelen van een aanvraag om een standplaatsvergunning worden meegewogen. In principe worden geen permanente standplaatsen toegestaan in het landelijke buitengebied. Voor de dijkrecreatie langs de Westerschelde worden wel mogelijkheden geboden.

 

Uiterlijk aanzien

Het uiterlijk en de omvang van een standplaats moeten passen binnen het straatbeeld. Met name in de monumentale binnenstad van Hulst zal bij permanente of tijdelijke standplaatsen uitdrukkelijk op dit aspect worden getoetst, waarbij zonodig eveneens een oordeel van de Welstandscommissie kan worden gevraagd.

 

Lokaal verzorgingsniveau

Hoewel de gemeente geen vestigingsbeleid mag voeren en zich niet mag bemoeien met concurrentieverhoudingen, bestaat in dit verband wel de bevoegdheid een standplaatsvergunning te weigeren. Als het innemen van een standplaats namelijk tot gevolg heeft dat in kernen waar nog maar één of enkele winkels gevestigd zijn, deze permanente voorzieningen zouden verdwijnen kan een vergunning worden geweigerd. Dit besluit moet dan overigens wel gebaseerd zijn op een degelijk onderzoek.

 

Geen standplaats tijdens warenmarkten

Het college onderkent het belang van een vaste warenmarkt voor haar inwoners en wil deze zoveel mogelijk in stand houden. Op dagen waar in de desbetreffende kern de weekmarkt wordt gehouden, in beginsel geen standplaatsen toegestaan. Dit betekent concreet dat het in de binnenstad van Hulst op maandag en donderdag niet is toegestaan een permanente standplaats in te nemen. Om diezelfde reden wordt er geen standplaats toegekend op dinsdag in Vogelwaarde, woensdag in Kloosterzande, vrijdag in Heikant en zaterdag in Sint Jansteen.

 

Bij verzoeken om een dagstandplaats kan vanwege het kortdurende karakter van de verkoopactiviteiten van de bovengenoemde criteria worden afgeweken.

5. Maximumstelsel

We hanteren een maximumstelsel om een aantal redenen. In de eerste plaats willen we wildgroei van standplaatsen voorkomen. Het maximum aantal standplaatsen is gerelateerd aan de belangen die in de VFL zijn genoemd (overlast, (verkeers-)veiligheid, bestemmingsplan, e.d.). Bij een krimpende winkelmarkt is het bovendien ongewenst om een ruime groei van het aantal standplaatsen toe te staan. Ook kan op deze manier verkapte marktvorming worden tegengegaan.

Rekening houdend met deze belangen is in elke kern na onderzoek een locatie aangewezen. Deze specifieke aanwijzing heeft tot gevolg dat wanneer een aanvraag het maximumaantal overschrijdt of betrekking heeft op een niet-aangewezen locatie, dit verzoek geweigerd wordt.

 

De hierna te noemen locaties betreffen plaatsen die zowel voor vaste als seizoensstandplaatsen bestemd zijn.

Een uitzondering geldt voor de kern Hulst, waar behalve de vier vaste standplaatsen twee extra mogelijkheden beschikbaar zijn voor een seizoensstandplaats. Vanwege het toeristisch karakter van de kern is het toevoegen van twee seizoensplaatsen een acceptabele uitbreiding, waarmee bovendien het levendige karakter kan worden versterkt. Gedacht kan hierbij worden aan seizoensgebonden producten zoals ijsverkoop, kerstbomen, oliebollen, etc.

Omdat de aard van de producten van invloed kan zijn op de locatie, zal ten tijde van de aanvraag worden beoordeeld welke plaats voor een seizoensstandplaats in aanmerking komt.

In geval van aanvragen om een dagstandplaats kan vanwege het kortdurende karakter en daarmee de geringe impact op de openbare ruimte, afgeweken worden van de hierna te noemen locaties. Bij verzoeken om dagstandplaatsen door ideële of maatschappelijke organisaties kan in het algemeen maatschappelijk belang bovendien voorts worden afgeweken van de in deze nota opgenomen beleidsuitgangspunten.

De standplaatsen die worden ingenomen op particuliere terreinen tellen mee in het maximumstelsel en worden aan dezelfde criteria getoetst als de standplaatsen die worden ingenomen in het openbaar gebied.

 

Hieronder zijn de locaties en aantallen voor de vaste en seizoenstandplaatsen opgesomd:

 

Clinge

Deze kern bevat een aantal locaties waar het innemen van een standplaats mogelijk is. Gelet op de omvang van de kern en de criteria zoals die hiervoor zijn geformuleerd, wordt het parkeerterrein nabij de kerk aan de ’s Gravenstraat het meest geschikt geacht. Deze plaats is in het verleden eveneens voor dergelijke doeleinden gebruikt.

 

Graauw

De enige in aanmerking komende locatie voor de ambulante handel is het A. Bruggemanplein aan de Dorpsstraat. Hier is ruimte voor maximaal één standplaats.

 

Heikant

Het plein bij gemeenschapscentrum ’t Heike aan de Julianastraat is geschikt voor het bieden van één standplaats. Op vrijdag kunnen geen standplaatsen worden uitgegeven in verband met de warenmarkt.

 

Hengstdijk

In deze kern zijn weinig locaties die voldoen aan de relevante criteria voor een standplaats. De enige in aanmerking komende locatie is het parkeerterrein nabij ‘De Schuur’ aan de Kievitstraat, met de aantekening dat deze plek vrij decentraal is gelegen en mede daarom waarschijnlijk minder in trek zal zijn. Niettemin wordt hier de mogelijkheid geboden voor één standplaats.

 

Hulst

De kern Hulst vervult de centrumfunctie van de gemeente en is vanouds in trek als toeristische plek en winkelstad. Het historische karakter van de binnenstad noopt tot enige terughoudendheid bij het verlenen van vaste en seizoenstandplaatsen. Kramen of verkoopwagens kunnen afbreuk doen aan het uiterlijk aanzien van het historisch straatbeeld. Als hiervoor aanleiding bestaat kan een aanvraag aan de Welstandscommissie worden voorgelegd.

Positief aan standplaatsen is dat ze de levendigheid in het winkelgebied vergroten en een toevoeging vormen voor het gevestigde winkelaanbod. Hierdoor wordt de centrumfunctie nog versterkt.

Op basis van de algemene uitgangspunten en de bovenstaande overwegingen worden voor de binnenstad twee vaste standplaatsen voorzien, namelijk één ter plaatse van de Grote Markt en één bij ‘De Nieuwe Bierkaai’. Daarnaast is er voor het gebied binnen de stadswallen ruimte voor één seizoensstandplaats ten behoeve van de verkoop van seizoensgebonden producten. De locatie is afhankelijk van de te verkopen goederen en zal op basis van ‘maatwerk’ per aanvraag nader worden bepaald.

Buiten de stadswallen is er in de kern Hulst plaats voor maximaal twee vaste standplaatsen. Er wordt één standplaats voorzien voor de locatie Havenfort en één voor het terrein bij De Statie (parkeerterrein Action). Naast de twee vaste plekken is er ruimte voor één seizoensplaats.

Vaste of seizoensplaatsen mogen niet worden ingericht op de parkeerhavens zelf. De verkeersintensiteit en de parkeerdruk op deze locatie is namelijk erg hoog. Het onttrekken van parkeerruimte ten behoeve van standplaatsen is om deze reden niet toegestaan.

Dit brengt het totaal op vier vaste en twee seizoenstandplaatsen voor de kern Hulst.

Bij een verzoek om een dagstandplaats geldt het maximum van tien dagen per jaar per aanvrager. Omdat het hier gaat om een kortdurende inname van de openbare ruimte, worden hiervoor geen vaste locaties bepaald.

 

Kapellebrug

Het parkeerterrein aan de Gentsevaart, ter hoogte van de Belgische grens, is de aangewezen openbare locatie voor het innemen van ten hoogste één standplaats. Deze plek is weliswaar gelegen aan een drukke verkeersweg, maar de bereikbaarheid van het parkeerterrein biedt voldoende mogelijkheden om de verkeersveiligheid te waarborgen.

 

Kloosterzande

Van oudsher wordt het Marijkeplein gebruikt voor verkoopactiviteiten door de ambulante handel. Op deze locatie bevindt zich voldoende parkeerruimte. Op woensdagochtend vindt hier een officiële warenmarkt plaats. Om verkapte marktvorming tegen te gaan wordt hier op andere dagen één standplaats toegelaten.

 

Lamswaarde

De openbare parkeerstrook aan de Jac. de Waalstraat is een geschikte locatie voor maximaal één standplaats.

 

Nieuw-Namen

Gelet op de ligging en beschikbare ruimte op het zgn. ’Antoniusplein’ aan de Reinaertstraat-Hombachstraat, kan op deze plaats één standplaats worden ingenomen.

 

Ossenisse

In dit dorp is op de hoek van de Kipstraat en de Lageweg een locatie aanwezig welke geschikt is voor het inrichten van één standplaats.

 

Sint Jansteen

Op zaterdagochtend vindt op het plein voor de kerk aan de Hoofdstraat een warenmarkt plaats zodat voor die dag geen standplaatsvergunningen kunnen worden verleend. Dit is een locatie die ook voldoet aan de criteria voor één standplaats op overige weekdagen.

 

Terhole

Op de parkeerstrook aan de Notendijk is er in deze kern ruimte voor één standplaats. Evenals bij de standplaatslocaties in andere dorpen zal voor een eventuele stroomvoorziening een regeling moeten worden getroffen met particulieren.

 

Vogelwaarde

Op dinsdagmiddag vindt er een (kleine) markt plaats op het plein bij het dorpscentrum aan de Populierenstraat. Dit plein blijkt uitstekend geschikt voor dergelijke verkoopactiviteiten. Ook hier geldt dat er maximaal één standplaats wordt toegestaan.

 

De Westerscheldekust

De Scheldedijk bij Perkpolder is in de zomermaanden een druk bezochte plaats door recreanten. De gemeente wil ook de Scheldedorpen met toeristische potentie verder ontwikkelen. Daarbij horen ook standplaatsvoorzieningen, vooral gericht op het zomerseizoen. Deze mogelijkheden worden voorzien voor Walsoorden, Paal, Emmadorp en Perkpolder. Voor deze locaties is elk één seizoenstandplaats beschikbaar.

 

Locaties

Maximum aantal standplaatsen

Clinge, parkeerterrein kerk, ’s Gravenstraat

1

Graauw, A. Bruggemanplein

1

Heikant, plein nabij ’t Heike, Julianastraat

1

Hengstdijk, parkeerstrook nabij de Schuur, Kievitstraat

1

Hulst, binnenstad, Grote Markt en Bierkaai

2

Hulst buitenstad, Havenfort/Statie terrein

2

Hulst, variabele locaties seizoensplaats

(één binnenstad, één buitenstad)

2

Kapellebrug parkeerterrein Gentsevaart

1

Kloosterzande, Marijkeplein

1

Lamswaarde, parkeerstrook Jac. De Waalstraat

1

Nieuw Namen, plein Hombachstraat/Reinaertstraat

1

Ossenisse, locatie hoek Lageweg-Kipstraat

1

St. Jansteen, plein Hoofdstraat

1

Terhole, parkeerstrook Notendijk

1

Vogelwaarde, plein dorpscentrum Populierenstraat

1

Walsoorden, vml. steiger Zeedijk (seizoen)

1

Perkpolder, Westerscheldedijk (seizoen)

1

Emmadorp, parkeerterrein Emmaweg (seizoen)

1

Paal, haventerrein (seizoen|)

1

 

Buitengebied

In het buitengebied staat het landelijk karakter centraal. Standplaatsen in het buitengebied worden als ontsierend en verstorend beschouwd, en bovendien kunnen zij ongewenste verkeersontwikkelingen tot gevolg hebben. Uitgangspunt is geen standplaatsen buiten de bebouwde kom. Met uitzondering van dagstandplaatsen (bijvoorbeeld koek- en zopiekramen bij schaatsplassen) worden geen standplaatsen in het buitengebied toegestaan.

6. Verkooptijden

Standplaatshouders dienen zich wat de verkooptijden betreft te houden aan de bepalingen van de Winkeltijdenwet en de daarop gebaseerde gemeentelijke Winkeltijdenverordening. Dit laatste betekent dat ook op zondag verkoop mag plaatsvinden. Verkooptijden volgens de wettelijke bepalingen zijn op maandag tot en met zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur en op zondag tussen 08.00 en 20.00 uur.

7. Afmetingen

In verband met de (verkeers-)veiligheid, de beschikbare ruimte en de gewenste uitstraling in de openbare ruimte is de afmeting van een vaste standplaats op het Havenfort en De Statie gelimiteerd op 5 x 2 meter.

8. Voorzieningen ten behoeve van standplaatsen

Afhankelijk van de soort handel die vanaf de standplaats wordt gedreven, kunnen nutsvoorzieningen noodzakelijk zijn. Alle kosten van aanleg van deze voorzieningen komen voor rekening van de vergunninghouder. Indien een nieuwe vergunninghouder niet bereid is om de voorzieningen over te nemen, dient de vergunninghouder de standplaats in principe geheel ontruimd en schoon op te leveren. Oplevering dient in dezelfde staat te geschieden als waarin zij is uitgegeven, tenzij er sprake is van door het gemeentebestuur toegestane verbeteringen of het college instemt met het handhaven van de gerealiseerde voorzieningen.

9. Afhandeling van aanvragen

De eerder aangelegde wachtlijst komt te vervallen in verband met de nieuwe verdeelsystematiek van de vergunningen (loten na beschikbaar komen).

Op dit moment worden de beschikbare standplaatsen nog niet allemaal ingenomen. Aanvragen zullen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Indien er voor een locatie een standplaats vrijkomt, zal hiervan kennis worden gegeven in de reguliere gemeentelijke communicatiemiddelen. Indien er meer dan een belangstellende is voor de vrijgekomen standplaats, zal door middel van een loting zoals beschreven in bijlage 3, de vergunning worden toegekend.

10. Persoonsgebonden vergunning

Een kenmerk van een standplaats is dat de standplaats persoonlijk wordt ingenomen. De vergunning staat op naam van een persoon, de vergunninghouder. Deze persoon mag zijn vergunning niet aan een ander overdragen. De vergunninghouder staat zelf in de kraam. Hij mag zich wel laten bijstaan door één of meer personen. De standplaatsvergunning heeft op grond van artikel 1.5 van de APV een persoonsgebonden karakter. Het is namelijk met het oog op de eerlijke verdeling van de standplaatsen niet de bedoeling dat een vergunning als handelswaar kan worden gebruikt. De vergunning wordt daarom verleend aan een natuurlijk persoon. De vergunninghouder is verplicht de standplaats persoonlijk in te nemen. Het college kan hiervan afwijken in geval van bijvoorbeeld langdurige ziekte of andere bijzondere omstandigheden.

Ook bij aanvragen om een vergunning door een ideële, niet-commerciële organisatie of instelling kan worden afgeweken van de eis tot het persoonlijk innemen van de standplaats.

11. Intrekken vergunning

In artikel 3:9 van de APV is bepaald dat een vergunning kan worden ingetrokken als hiervan geen gebruik wordt gemaakt. Ten aanzien van standplaatsvergunningen wordt dit als volgt gepreciseerd: intrekking vindt plaats als er in de volgende tijdvakken geen gebruik van wordt gemaakt:

 

Bij vaste standplaatsen:

een maand

Bij seizoensstandplaatsen:

drie weken.

 

Omdat de standplaatsen (in beginsel) zijn aan te merken als ‘schaars’, en er vaak meerdere gegadigden zijn, is een langdurig verzuim niet gewenst. Ingeval van bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het college, kan worden afgeweken van de intrekkingstermijnen.

De overige algemene intrekkingsgronden uit de VFL zijn eveneens van toepassing.

12. Financiële vergoeding

Bij het verlenen van een standplaatsvergunning zal conform de gemeentelijke Legesverordening een bedrag aan leges in rekening worden gebracht.

Voor het in gebruik nemen van openbare gemeentegrond dient op grond van de Verordening op de heffing en invorderingvan precariobelasting een bedrag per m² in rekening te worden gebracht.

13. Overgangsrecht

Op de voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels ingediende aanvragen waarop nog niet is beslist zijn deze beleidsregels van toepassing. De ten tijde van de inwerkingtreding van dit beleid geldende vergunningen behouden hun geldigheid gedurende de termijn waarvoor ze zijn afgegeven.

14. Handhaving

Bij het innemen van een standplaats zonder vergunning of het handelen in strijd met de voorschriften, dienen passende maatregelen te worden getroffen. Dit kan variëren van een waarschuwing tot uiteindelijk het intrekken van de vergunning. Er zal gehandeld worden volgens het handhavingsplan (bijlage 2).

15. Procedure vaststelling

De conceptnota heeft met toepassing van de openbare voorbereidingsprocedure ingevolge afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken ter inzage gelegen. Van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen is geen gebruik gemaakt.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Hulst op 11 april 2023

de secretaris,

de burgemeester,

Bijlage 2  

 

Standaardvoorschriften bij een standplaatsvergunning

 

Algemeen

 

  • 1.

    De vergunning is geldig vijf jaar na afgifte.

  • 2.

    De vergunninghouder moet de vergunning op verzoek van politie of gemeentelijke toezichthouders laten zien.

  • 3.

    De standplaats mag geen problemen vormen voor de doorstroming van het verkeer. De doorgang voor het (voet-) verkeer moet minimaal 1.50 meter zijn.

  • 4.

    Tijdens het innemen van een standplaats mag geen muziek worden gemaakt.

  • 5.

    De vergunninghouder is verplicht meteen de aanwijzingen op te volgen die door de politie, brandweer of gemeentelijke toezichthouders worden gegeven.

  • 6.

    De standplaats moet op teken van het college van burgemeester en wethouders meteen ontruimd of verplaatst worden als bijzondere omstandigheden daar aanleiding voor geven.

  • 7.

    De gemeente is niet aansprakelijk door het gebruik van deze vergunning.

  • 8.

    De vergunninghouder moet beschikken over een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering als gebruiker van de standplaats.

  • 9.

    De standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk te worden ingenomen.

  • 10.

    Op de standplaats mag geen terrasmeubilair en dergelijke worden geplaatst.

  • 11.

    De standplaats moet er ordelijk en netjes uit zien en moet elke dag na gebruik leeg en schoon opgeleverd worden.

  • 12.

    Op de standplaats is een afvalbak aanwezig.

  • 13.

    De standplaats moet dagelijks schoon en vrij worden opgeleverd. Voor het vrijmaken geldt een uitzondering voor de oliebollenkraam.

  • 14.

    Indien de locatie van een standplaats is betrokken bij een evenement en daarin kan niet worden ingepast, dan kan van de standplaats geen gebruik worden gemaakt.

  • 15.

    Als tijdens een periode van meer dan een maand geen gebruik wordt gemaakt van de vaste, of drie weken in geval van een seizoensstandplaats, kan het college van burgemeester en wethouders de standplaatsvergunning intrekken.

Voorwaarden in verband met brandveiligheid

 

  • 1.

    Voor onverwachte noodsituaties moet een doorgaande route met een breedte van 3,5 meter en een hoogte van 4,2 meter worden vrijgehouden voor hulpverlenende diensten. Hekwerken die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. In deze route mogen geen losse goederen, zoals vlaggen, kledingrekken en dergelijke worden geplaatst.

  • 2.

    Brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen moeten zijn vrijgehouden en altijd bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen.

  • 3.

    De bakkraam/-wagen moet zo zijn opgesteld dat deze op geen enkele wijze gevaar of hinder kan opleveren voor de omgeving.

  • 4.

    Verwarmingsbronnen en elektrische en gasinstallaties moeten aan alle wettelijke eisen voldoen.

  • 5.

    Frituren is alleen toegestaan in ruimten die daarvoor zijn ingericht.

  • 6.

    Frituren in bakkramen/-wagens voor geheel ‘blinde’ gevels is toegestaan.

  • 7.

    Frituren voor gevels met ramen en deuren is alleen toegestaan als de onderlinge afstand minimaal 5 meter is.

Blusmiddelen

Op verkooppunten waar voeding- en genotmiddelen worden gebakken of gekookt, moeten

blusmiddelen aanwezig zijn zoals hieronder aangegeven:

  • Nabij de toegang, een draagbaar blustoestel met een inhoud van minstens 6 kg bluspoeder, 5 kg koolzuursneeuw of een gelijkwaardig ander blusmiddel;

  • Goed passende deksels voor het snel afdekken van de pannen bij brand;

  • Een blusdeken van minimaal 120 x 90 cm.

Een draagbaar blustoestel moet:

  • -

    Voor iedereen duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht;

  • -

    Direct gebruik gereed zijn;

  • -

    In goede staat van onderhoud zijn;

  • -

    Zijn voorzien van een geldig Rijkskeurmerk met rangnummer;

  • -

    Minimaal één keer per twee jaar overeenkomstig de norm NEN 2559:2001 zijn onderhouden en zijn voorzien van een label of sticker waarop de laatste controledatum is vermeld.

Bijlage 3  

 

Handhaving

 

Overtreding

1e 

2e 

3e e.v.

Innemen standplaats

zonder vergunning

Beëindigen standplaats

Politie/BOA maakt p.v. op. Gemeente

bepaalt of bestuursdwang of dwangsom zal worden toegepast

Politie/BOA maakt p.v. op Gemeente voert aangekondigde bestuursrechtelijke actie uit.

Handelen in strijd met de voorschriften

schriftelijke waarschuwing

Intrekking vergunning voor de periode van een maand.

Intrekking vergunning voor de periode van vier maanden. Op elke volgende overtreding volgt intrekking van de vergunning voor de duur van een half jaar.

 

Bijlage 4  

 

Procedure vrijkomende standplaatsen

 

  • 1.

    Als een vaste standplaats beschikbaar komt, wordt dit bekend gemaakt in het elektronische Gemeenteblad, in het Zeeuws Vlaams Advertentieblad en door een bericht aan de Vereniging voor ambulante handel.

  • 2.

    In de bekendmaking wordt vermeld:

    • a.

      de locatie;

    • b.

      de beschikbare dagdelen;

    • c.

      de termijn waarbinnen een aanvraag kan worden ingediend.

  • 3.

    Als een incomplete aanvraag wordt ingediend wordt aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    Er wordt getoetst of de aanvraag past binnen het standplaatsenbeleid.

  • 5.

    Als er meerdere aanvragen worden ontvangen voor dezelfde locatie en hetzelfde dagdeel, zal er worden geloot.

  • 6.

    Het loten vindt plaats door de naam van de aanvragers elk op een apart briefje te schrijven, deze op gelijke wijze op te vouwen en in een bak te doen.

  • 7.

    Het trekken van het winnende lot vindt plaats in het bijzijn van tenminste twee medewerkers van de gemeente Hulst.

  • 8.

    De aanvrager van het wie het lot wordt getrokken komt als eerste in aanmerking voor een vergunning. Als er twee aanvragers zijn is de overblijvende aanvrager de reserve. Als er meer dan twee aanvragers zijn wordt van de overige aanvragers opnieuw een lot getrokken. Degene wiens lot dan wordt getrokken is reserve.

  • 9.

    Een reserve komt in aanmerking voor een vergunning als degene aan wie de standplaats in eerste instantie is toegewezen, zijn aanvraag intrekt.

  • 10.

    De vergunning wordt verleend aan de winnende aanvrager. De overige aanvragen worden geweigerd.