Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Papendrecht

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Papendrecht 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePapendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Papendrecht 2023
CiteertitelBeleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Papendrecht 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  3. artikel 3 van de Drank- en Horecawet
  4. artikel 27 van de Drank- en Horecawet
  5. artikel 30a van de Drank- en Horecawet
  6. artikel 31 van de Drank- en Horecawet
  7. artikel 30b van de Wet op de kansspelen
  8. artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  9. artikel 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
  10. Algemene plaatselijke verordening Papendrecht
  11. regionaal inkoop- en aanbestedingsbeleid Drechtsteden 2020
  12. subsidieverordening gemeente Papendrecht 2013
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-04-2023nieuwe regeling

04-04-2023

gmb-2023-165277

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Papendrecht 2023

 

 

Het college en de burgemeester van de gemeente Papendrecht;

 

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 21 maart 2023 Beleidslijn Bibob 2023: Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur door de gemeente Papendrecht 2023;

 

gelet op het bepaalde in:

de Wet bevordering integriteitsbepalingen door het openbaar bestuur,

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Alcoholwet,

artikel 30b van de Wet op de kansspelen,

de artikelen 2.1 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

de Algemene plaatselijke verordening (m.b.t. gemeentelijke vergunningen),

afdeling 6A van de APV, artikel 2.37b

regionaal inkoop- en aanbestedingsbeleid Drechtsteden 2020,

subsidieverordening gemeente Papendrecht 2013

 

 

b e s l u i t :

vast te stellen het navolgende

de Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur door de gemeente Papendrecht (Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Papendrecht 2023).

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel I

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    De definities in paragraaf 1.1 van de Wet Bibob zijn van overeenkomstige toepassing op deze beleidsregel.

  • 2.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum voor de regio Rotterdam.

    • b.

      Landelijk Bureau Bibob (verder LBB): het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet.

    • c.

      Onderzoek Bibob: een onderzoek, uitgevoerd door zowel het bestuursorgaan als het LBB, conform de Wet Bibob.

    • d.

      Wet: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

    • e.

      De gemeente: de gemeente Papendrecht.

  • 3.

    Waar in deze beleidsregel wordt gesproken over ‘de gemeente’, wordt waar mogelijk zowel de publiekrechtelijke rechtspersoon als haar bestuursorganen met een overheidstaak bedoeld.

Artikel 1.2 Risicogebieden

Een aanvraag voor een vergunning wordt onderworpen aan een Bibob-onderzoek, indien het een locatie betreft die gelegen is in een door de burgemeester c.q. het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied.

 

De burgemeester heeft de bevoegdheid om risicogebieden in de gemeente aan te wijzen waarbinnen de Wet Bibob integraal, dus op alle wettelijk toegestane sectoren, wordt toegepast. Het gaat hierbij om gebieden die extra aandacht behoeven voor wat betreft leefbaarheid en veiligheid. Dit kan een territoriaal gebied zijn. Daarnaast gaat het zowel om aanvragers van nieuwe vergunningen als om houders van bestaande vergunningen.

 

Voor aanvragers van een vergunning die betrekking heeft op een risicogebied betekent dit dat deze aanvragers altijd gescreend worden, mits de Wet Bibob deze screening toelaat. Dat betekent dat ook bijvoorbeeld aanvragen voor bouwvergunningen in dat geval standaard gescreend worden. Voor houders van een bestaande vergunning betekent dit dat het enkele feit van deze ligging reeds aanleiding kan zijn om over te gaan tot een Bibob-screening.

 

Artikel 1.3 Risico-categorieën

De burgemeester heeft de bevoegdheid om risico-categorieën in de gemeente aan te wijzen waarbinnen de Wet Bibob integraal, dus op alle wettelijk toegestane sectoren, wordt toegepast. Het gaat hierbij om categorieën die extra aandacht behoeven voor wat betreft criminele beïnvloeding. Deze risico categorieën worden aangewezen op basis van een advies vanuit het RIEC en/of de lokale driehoek. Uitgangspunt kan daarbij zijn het ondermijningsbeeld van de gemeente Papendrecht.

 

Voor aanvragers van een vergunning die betrekking heeft op een risicocategorie betekent dit dat deze aanvragers altijd gescreend worden, mist de wet Bibob deze screening toelaat. Voor houders van een bestaande vergunning betekent dit ook dat het enkele feit dat de onderneming valt binnen de risico categorieën aanleiding kan zijn om over te gaan tot een Bibob-screening.

Hoofdstuk 2 Alcohol- en exploitatievergunningen (APV vergunningen)

Artikel 2  

 

Artikel 2.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning

Uitvoering van de Bibob-toets vindt plaats bij elke aanvraag voor een:

  • a.

    alcoholvergunning;

  • b.

    exploitatievergunning voor coffeeshops;

  • c.

    exploitatievergunning voor openbare inrichting;

  • d.

    exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf;

  • e.

    exploitatievergunning voor speelautomatenhallen;

  • f.

    exploitatievergunning op grond van artikel 2:35 of 2:37b van de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • g.

    exploitatievergunning anderszins op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV);

  • h.

    evenementenvergunning. In het geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 2:25 van de APV blijft de toepassing van de Bibob-toets beperkt tot de bij afzonderlijk besluit van de burgemeester aangewezen evenementenvergunningen;

  • i.

    vergunning huisvesting arbeidsmigranten.

Artikel 2.2 Uitzonderingen

  • 1.

    Wanneer een Alcoholvergunning of een horeca-exploitatievergunning wordt aangevraagd door een slijtersbedrijf of een para-commerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, vindt er in principe geen Bibob-onderzoek plaats zolang men niet als commerciële partij opereert;

  • 2.

    Bij het bijschrijven van leidinggevenden op het aanhangsel (art. 30 a Alcoholwet) vindt er geen Bibob-onderzoek plaats.

  • 3.

    Hoofdstuk 3 Wabo bouwactiviteit

  • 4.

    Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning

  • 5.

    Uitvoering van het Bibob-onderzoek vindt plaats bij aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit) als zij vallen onder één van de in bijlage 1 genoemde risicocategorieën en in onderstaande gevallen:

  • 6.

    Bouwsom. Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger zijn dan € 500.000,- (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de vigerende Legesverordening.

  • 7.

    Risicocategorieën. Een Bibob-onderzoek vindt bovendien plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit waarbij de bouwkosten meer bedragen dan € 500.000,- of minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw) én waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën zoals aangegeven in bijlage 1.

  • 8.

    Cumulatie. In het geval dat een aanvrager in het tijdvak van één jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- maar minder dan € 500.000,- (exclusief btw) bedragen, zal op de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden.

  • 9.

    Illegaal gestarte bouwactiviteit. Er vindt een Bibob-onderzoek plaats in geval reeds aanvang is genomen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is verleend én de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,- (exclusief btw).

  • 10.

    Risicogebied. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit wordt onderworpen aan een Bibob-onderzoek, indien de bouwkosten hoger zijn dan € 50.000,- (exclusief btw) én indien het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied.

  • 11.

    Artikel 3.2 Uitzondering

  • 12.

    Bij een aanvraag omgevingsvergunning-bouwactiviteit zal de Wet Bibob in beginsel niet worden toegepast, in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • 13.

    overheidsinstanties;

  • 14.

    semi-overheidsinstanties;

  • 15.

    toegelaten woningcorporaties, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform het Woningbesluit 1932 middels een daartoe verleende vergunning;

  • 16.

    (rechts-) personen die bouwactiviteiten namens of in opdracht van een toegelaten woningcorporatie verrichten én worden gefinancierd uit de eigen middelen van de toegelaten woningcorporatie.

  • 17.

    een door het college bij (specifiek) besluit aangewezen betrokkene is.

Hoofdstuk 3 Wabo bouwactiviteit

Artikel 3  

 

Artikel 3.1 Bibob-onderzoek bij aanvraag voor een vergunning

Uitvoering van het Bibob-onderzoek vindt plaats bij aanvragen voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit) als zij vallen onder één van de in bijlage 1 genoemde risicocategorieën en in onderstaande gevallen:

  • a.

    Bouwsom. Een Bibob-onderzoek vindt plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning bouwactiviteit waarbij de bouwkosten hoger zijn dan € 500.000,- (exclusief btw). De bouwkosten worden door de gemeente berekend op basis van de vigerende Legesverordening.

  • b.

    Risicocategorieën. Een Bibob-onderzoek vindt bovendien plaats in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit waarbij de bouwkosten meer bedragen dan € 500.000,- of minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 500.000,- (exclusief btw) én waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën zoals aangegeven in bijlage 1.

  • c.

    Cumulatie. In het geval dat een aanvrager in het tijdvak van één jaar, gerekend vanaf de eerste aanvraag, vier aanvragen (of meer) indient voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij de bouwkosten meer dan € 50.000,- maar minder dan € 500.000,- (exclusief btw) bedragen, zal op de vierde aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit van dezelfde aanvrager een Bibob-onderzoek plaatsvinden.

  • d.

    Illegaal gestarte bouwactiviteit. Er vindt een Bibob-onderzoek plaats in geval reeds aanvang is genomen met de realisatie van een vergunningplichtig bouwwerk, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is verleend én de bouwkosten meer bedragen dan € 50.000,- (exclusief btw).

  • e.

    Risicogebied. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit wordt onderworpen aan een Bibob-onderzoek, indien de bouwkosten hoger zijn dan € 50.000,- (exclusief btw) én indien het een locatie betreft die gelegen is in een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied.

Artikel 3.2 Uitzondering

Bij een aanvraag omgevingsvergunning-bouwactiviteit zal de Wet Bibob in beginsel niet worden toegepast, in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    overheidsinstanties;

  • b.

    semi-overheidsinstanties;

  • c.

    toegelaten woningcorporaties, waarmee wordt bedoeld dat de woningcorporatie is toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform het Woningbesluit 1932 middels een daartoe verleende vergunning;

  • d.

    (rechts-) personen die bouwactiviteiten namens of in opdracht van een toegelaten woningcorporatie verrichten én worden gefinancierd uit de eigen middelen van de toegelaten woningcorporatie.

Hoofdstuk 4 Wabo milieuactiviteit

Artikel 4  

 

Artikel 4.1 Bibob-onderzoek bij een aanvraag voor een vergunning

Uitvoering van de Bibob-onderzoek vindt plaats bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu en een omgevingsvergunning beperkte milieutoets waarbij sprake is van een of meerdere risicocategorieën genoemd in bijlage 1.

Artikel 4.2 Uitzondering

Bij een aangevraagde of een reeds verleende omgevingsvergunning milieu of beperkte milieutoets zal de Wet Bibob in beginsel niet worden toegepast, in het geval dat de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    overheidsinstanties;

  • b.

    semi-overheidsinstanties.

Hoofdstuk 5 Bibob-onderzoek bij reeds verleende vergunningen

Artikel 5  

 

Artikel 5.1 Bibob-onderzoek bij verleende vergunningen

De Wet Bibob kan worden toegepast bij alle verleende vergunningen Alcoholwet, alle exploitatievergunningen en alle vergunningen Wabo Milieu- en Wabo bouwactiviteit indien:

 

er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

 

er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in art. 11 van de Wet Bibob;

 

er vanuit het LBB desgevraagd informatie als bedoeld in artikel 11a van de Wet Bibob is verstrekt;

 

er door de Officier van Justitie gebruik wordt gemaakt van zijn tipfunctie bedoeld in art. 26 van de Wet Bibob.

Hoofdstuk 6 Toepassingsbereik bij subsidies

Artikel 6  

 

Artikel 6.1 Bibob-onderzoek bij subsidies

De gemeente Papendrecht kan een onderzoek verrichten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening, indien de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/ of risicogebieden.

Hoofdstuk 7 Vastgoed transacties

Artikel 7  

 

Artikel 7.1 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties

  • 1.

    De gemeente, in de hoedanigheid van rechtspersoon met een overheidstaak, kan, met inachtneming van hetgeen in deze regeling daarover is bepaald, een Bibob-toets uitvoeren met betrekking tot alle vastgoedtransacties.

  • 2.

    De gemeente voert, met inachtneming van deze regeling, bij iedere (voorgenomen) vastgoedtransactie een Bibob-toets uit, indien er aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat sprake is van een mindere mate van gevaar of een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, op grond van:

    • a.

      informatie die bij de gemeente bekend is;

    • b.

      informatie verkregen van het Bureau, zoals een tip als bedoeld in artikel 11 van de wet;

    • c.

      informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

    • d.

      informatie verkregen op grond van artikel 26 van de wet;

    • e.

      informatie uit open bronnen;

    • f.

      overige signalen.

  • 3.

    De gemeente voert in ieder geval een Bibob-toets uit wanneer de vastgoedtransactie:

    • a.

      betrekking heeft op een onroerende zaak of grond gelegen in een prioritair gebied dat krachtens artikel 2:98 van de APV bij een Aanwijzingsbesluit als zodanig is aangewezen, of anderszins door het college als zodanig is aangewezen, met uitzondering van de vastgoedtransactie die betrekking heeft op de heruitgifte, vervreemding of wijziging van een erfpachtrecht en de uitzonderingen zoals genoemd onder d en e;

    • b.

      betrekking heeft op het aangaan van nieuwe huurcontracten met betrekking tot een huurafhankelijk recht van opstal ten aanzien van kiosken;

    • c.

      betrekking heeft op het verlengen van bestaande huurcontracten met betrekking tot een huurafhankelijk recht van opstal ten aanzien van kiosken;

    • d.

      betrekking heeft op (een voornemen tot) de uitgifte in eigendom of verhuur van vastgoed of gronden door de gemeente, met uitzondering van snippergroen en de omzetting van erfpachtgrond naar vol eigendom. Ten aanzien van verhuur van vastgoed of gronden geldt bovendien de uitzondering dat geen Bibob-toets zal worden uitgevoerd wanneer de huurder van overheidswege gesubsidieerd wordt;

    • e.

      betrekking heeft op de vestiging van het recht van erfpacht, met uitzondering van snippergroen en de heruitgifte van het recht van erfpacht;

    • f.

      betrekking heeft op het sluiten van ligplaatsovereenkomsten;

    • g.

      betrekking heeft op de verkoop van aandelen die de gemeente houdt in een rechtspersoon, die vastgoed of gronden in bezit heeft of dat naar verwachting zal krijgen;

    • h.

      grote financiële gevolgen heeft voor de gemeente.

  • 4.

    Bij de start van onderhandelingen, stelt de gemeente de wederpartij ervan in kennis, dat een Bibob-toets deel kan uitmaken van de procedure. Indien de Bibob-toets is gestart en niet is afgerond voor het sluiten van de overeenkomst, dan wordt hieromtrent een opschortende of ontbindende voorwaarde opgenomen in de overeenkomst.

  • 5.

    De Bibob-toets kan worden uitgevoerd in geval de vastgoedtransactie de aankoop of huur van onroerende goederen of gronden door de gemeente betreft.

Artikel 7.2 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten

  • 1.

    De gemeente Papendrecht kan de Wet Bibob toepassen bij overheidsopdrachten, indien, doch niet uitsluitend, de overheidsopdracht betrekking heeft op een activiteit die valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën en/of plaatsvindt binnen een door het college bij afzonderlijk besluit aangewezen risicogebied.

  • 2.

    De gemeente Papendrecht neemt een weloverwogen besluit met inachtneming van;

    • a.

      de algemene beginselen van behoorlijk bestuur

    • b.

      de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht

  • 3.

    In aanbestedingsdocumenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen rekening moeten houden dat de gemeente Papendrecht, alvorens tot gunning over te gaan, een onderzoek kan verrichten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de Wet bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (Wet Bibob).

Hoofdstuk 8 Niet genoemde aanvragen/vergunningen

Artikel 8  

Op alle andere aanvragen ingeval hier naar eigen inzicht (gemotiveerd), of op advies van de politie, reden toe wordt gezien.

Hoofdstuk 9 Algemene uitzonderingen

Artikel 9  

In dit beleidsstuk staan een aantal gevallen genoemd waar in beginsel geen Bibob onderzoek wordt verricht. Maar, in die genoemde gevallen wordt toch een Bibob onderzoek verricht indien:

  • a.

    er sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het samenwerkingsverband RIEC;

  • b.

    er door het LBB een zogenaamde tip wordt gegeven als bedoeld in art. 11 van de wet Bibob;

  • c.

    er vanuit het LBB desgevraagd informatie als bedoeld in artikel 11a van de Wet Bibob is verstrekt;

  • d.

    er door de Officier van Justitie of een bestuursorgaan gebruik wordt gemaakt van de tipfunctie bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob;

  • e.

    er door een ander bestuursorgaan informatie wordt gedeeld op basis van artikel 28, lid 2 sub m en artikel 29 van de Wet Bibob.

Hoofdstuk 10 Tipfunctie en informatiedeling

Artikel 10.  

  • 1.

    Op grond van artikel 26 van de Wet Bibob kan de officier van justitie of een bestuursorgaan een tip geven aan een bestuursorgaan. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders zullen in geval van een tip ex artikel 26 Wet Bibob een bibob-onderzoek starten.

  • 2.

    Op grond van artikel 28 kan een bestuursorgaan informatie uit een eigen bibob-onderzoek delen met een ander bestuursorgaan. Indien een ander bestuursorgaan informatie deelt met de gemeente Papendrecht zal de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders een eigen bibob-onderzoek starten.

  • 3.

    De gemeente Papendrecht zal actief informatie delen met andere bestuursorganen op grond van artikel 28 van de wet Bibob indien daartoe aanleiding bestaat.

 

Artikel II

1. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

 

Artikel III

Dit besluit kan worden aangehaald als " Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob gemeente Papendrecht 2023".

 

Artikel IV intrekken oude beleidslijn

De beleidslijn Wet Bibob vastgesteld in 2021, wordt ingetrokken.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 4 april 2023.

de secretaris, de burgemeester,

J.M. Ansems, M.J.M. van Driel

Bijlage 1  

 

  • behorend bij het Bibob-beleid van de gemeente Papendrecht.

  • horeca- en seksinrichtingen

  • smart-, head- en growshops

  • wellnessbranche (massage- en beautysalons, nagel- en zonnebank- studio’s e.d.)

  • autobranche (autohandel, garages, lease- en verhuurbedrijven en autodemontage)

  • opkopers en handelaren in gebruikte of ongeregelde goederen

  • sloopbedrijven

  • im- en exportbedrijven

  • motorclubs

  • kamerverhuur

  • bouwkundige splitsingen van woningen

  • de transportsector

  • de vuurwerkhandel

  • op- en overslagbedrijven

  • afvalbedrijven

  • inrichtingen voor gebruik en/of opslag van wapens en munitie