Beleidsregel aanpak hinder door dieren 2023

Inleiding

De gemeente Buren is een gemeente met veel buitengebied, een genaamde plattelandsgemeente. Veel inwoners van de gemeente Buren houden dieren. Dit kunnen honden en katten zijn, maar ook paarden, kippen, hanen, schapen, geiten en andere (huis)dieren.

In onze Algemene plaatselijke verordening (APV) staat een artikel (artikel 2:60) die bepaalt dat de houder van een dier verplicht is te voorkomen dat het dier hinder voor de omgeving veroorzaakt.

Dit is echter wel een artikel dat op vele manieren ingevuld kan worden. De één ervaart nu eenmaal sneller of anders hinder dan een ander. Daarom is het van belang om voor de toepassing van dit artikel beleid vast te stellen.

In dit beleid leggen we vast hoe we omgaan met meldingen van hinder door dieren.

Uitgangspunten

In beginsel is het in Nederland gebruikelijk dat iemand (huis)dieren houdt. De overheid past enige terughoudendheid toe bij het optreden tegen hinder door die (huis)dieren. Bij klachten zullen wij moeten bekijken wat redelijk is in het specifieke geval. Het houden van bijvoorbeeld een haan op een plattelandsperceel zal niet snel reden zijn tot optreden, in de bebouwde omgeving kan dat anders liggen.

Verder gaan wij er niet vanuit dat de oplossing direct bij ons ligt. Het past in ons huidige beleid om niet alles direct voor de inwoner op te lossen. Er mag ook enige actie van de inwoner zelf uitgaan. We stellen daarom voor de aanpak een geleidende schaal op. De eerste actie ligt bij de inwoner en door middel van verschillende stappen bereiken we uiteindelijk de overheid. Daarbij houden we er rekening mee dat het in ons land gebruikelijk is om (huis)dieren te houden, dat enige hinder geduld moet worden en de handhavingscapaciteit beperkt is.

Regels voor de aanpak

• 1.

  Als dieren voor hinder zorgen dan verwachten wij van de inwoners dat zij samen in gesprek gaan om tot een oplossing te komen. Praten is vaak de beste manier om de hinder te stoppen. Levert een gesprek niets op dan kan de hulp van anderen worden ingeroepen, zoals buurtbemiddeling of een mediator. Zij kunnen een bemiddelende rol spelen en zijn emotioneel niet betrokken waardoor gesprekken vaak beter lopen. En heel soms heeft (geluids)overlast een technische oorzaak. Als er sprake is van een huurwoning kan de verhuurder gevraagd worden om maatregelen te nemen. Deze kan bijvoorbeeld muren of vloeren beter isoleren.

• 2.

  Degene die hinder ervaart zorgt zelf voor de bewijslast. Er wordt bijgehouden wanneer, hoelang en in welke vorm de hinder plaatsvindt. Deze bewijslast kan aantonen dat er sprake is van onrechtmatige hinder. Of de hinder onrechtmatig is hangt af van de aard, ernst, duur en de omvang van de hinder en de daardoor veroorzaakte ‘schade’. Het gaat in dit soort situaties meestal om wat nog maatschappelijk acceptabel is en wat niet. Het is raadzaam dat men ook bij andere buren nagaat of zij dezelfde hinder ervaren. Mogelijk kan samen actie worden ondernomen. Men kan hiervoor de rechtsbijstandsverzekeraar, het juridisch loket of een advocaat inschakelen. Denk hierbij aan het versturen van schriftelijke aanmaningen om de hinder te stoppen, ingebrekestellingen, aansprakelijkstellingen voor de schade of het starten van een procedure bij de civiele rechter (burenrecht).

• 3.

  Hebben bovenstaande stappen geen oplossing gebracht dan komen wij in beeld. Wij hanteren het volgende stappenplan:

  • a.

    de gemeentelijke toezichthouder brengt een bezoek aan degene die hinder ervaart en vraagt zoveel mogelijk informatie met betrekking tot de hinder;

  • b.

    de gemeentelijke toezichthouder bezoekt de locatie waar de hinder vandaan komt. De toezichthouder bekijkt de situatie ter plaatse en spreekt zo mogelijk met de eigenaar. Eerdere stappen hebben kennelijk niet geholpen. De klacht wordt meegedeeld en eventuele maatregelen worden besproken. De afspraken worden schriftelijk bevestigd naar alle partijen;

  • c.

    als het nodig is worden er geluidsmetingen uitgevoerd. Aan de hand van de geluidsmetingen wordt gekeken of er sprake is van ongeoorloofde (geluids)hinder;

  • d.

    als uit de metingen blijkt dat daar sprake van is gaan we door naar stap 4.

• 4.

  Wij kijken of er maatregelen moeten worden opgelegd in de vorm van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang.

Voordat de inwoner zich dus tot de gemeente kan wenden om te kijken of wij een oplossing kunnen forceren zal eerst aangetoond moeten worden dat eerdere stappen niet hebben gezorgd voor een oplossing.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren in de vergadering van 12 april 2023.

de gemeentesecretaris, M. van Dalen

de burgemeester, H.M. Ostendorp