Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Beleidsregels voor het benoemen van straatnamen en openbare ruimten in Hengelo

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het benoemen van straatnamen en openbare ruimten in Hengelo
CiteertitelBeleidsregels voor het benoemen van straatnamen en openbare ruimten in Hengelo
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening naamgeving en nummering 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2014nieuwe regeling

22-04-2014

Gemeentenieuws, 29-04-2014

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het benoemen van straatnamen en openbare ruimten in Hengelo

1. Inleiding.

Binnen de gemeente Hengelo is het de taak van de commissie VNOR (Voorbereiding Naamgeving Openbare Ruimte) om straatnamen en overige openbare ruimten te benoemen. Juridisch en procedureel is alles keurig geregeld, met een verordening, een commissie, een procedure en besluiten tot vaststelling van namen en het bijbehorende beloop.

 

De Verordening naamgeving en nummering 2012 (vastgesteld op 22 mei 2012) biedt de afbakening van de naamgeving van openbare ruimte volgens de volgende artikelen:

Art 1.g. openbare ruimte: door het college als zodanig aangewezen en van een naam voorziene buitenruimte die binnen één woonplaats is gelegen.

Art 2.2 Het college kent per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruime en zonodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

 

Deze verordening met bijbehorende begripsbepalingen en de adviezen van de VNG (zoals opgenomen in de publicatie: “Benoemen, nummeren en begrenzen” VNG, 2005) vormen de uitgangspunten voor naamgeving.

Wanneer echter tot naamgeving wordt overgegaan en wanneer niet, is niet systematisch vastgelegd. In deze nota worden de te hanteren algemene beleidsregels nader uitgeschreven. De Commissie VNOR kan deze beleidsregels gebruiken als basis voor haar handelswijze.

 

2. Naamgeving straten.

Voor het benoemen van straatnamen is in de loop der jaren een werkwijze ontwikkeld. Daarbij wordt sterk geleund op de adviezen van de VNG. Voorgesteld wordt de publicatie “Benoemen, nummeren en begrenzen” VNG 2005, vast te stellen als beleidsregels voor de naamgeving. Echter voor het benoemen van overige openbare ruimten en objecten in de openbare ruimte bestaat geen gegroeide werkwijze. Dit wordt als een gemis ervaren. In hoofdstuk 3 worden per onderscheiden object criteria voor naamgeving uitgewerkt. Voorgesteld wordt deze criteria vast te stellen als beleidsregels voor de naamgeving van overige openbare ruimten en gebouwen.

 

3. Naamgeving overige openbare ruimten en gebouwen

Naast straten zijn er meerdere elementen in de openbare ruimte die een naam (kunnen) dragen:

  • -

    pleinen, parkeerterreinen;

  • -

    (fiets-)paden

  • -

    parken;

  • -

    beken / waterlopen;

  • -

    vijvers;

  • -

    gebouwen;

  • -

    tunnels, bruggen, viaducten;

  • -

    overige elementen (zoals kunstobjecten);

Voordat tot naamgeving wordt overgegaan is het zaak om de redenen van naamgeving aan te geven. Herkenbare plaatsbepaling is een belangrijk criterium voor adressering en naamgeving. Daarnaast is een naam van belang voor de identiteit van een gebied of object. Ook is de profilering die met naamgeving bereikt kan worden mogelijk een overweging. De laatste jaren zien we een behoefte om vanuit beheerperspectief ook tot herkenbare aanduiding te komen. Noodzakelijk onderhoud (en het vastleggen in systemen) is daarbij uitgangspunt. Vaak kan men daarbij aansluiten bij bestaande straatnaamgeving; aanduidingen als ‘tegenover’ en ‘nabij’ worden dan gebruikt. Dit systeem schiet echter regelmatig tekort.

3.1 Algemene criteria

Bij de feitelijke naamgeving zal in ieder geval aandacht besteed moeten worden aan enkele algemene aspecten en criteria (deze worden niet expliciet herhaald bij de ruimtelijke elementen):

  • -

    beheer

  • -

    bereikbaarheid

  • -

    breed gedragen maatschappelijke wens

  • -

    afstemming met gebruiker/beheerder

  • -

    invloed van en afstemming met omwonenden

  • -

    advies van stadsarchivaris (verplicht bij gebuik van persoonsnamen en historische benamingen).

3.2 Uitwerking per ruimtelijk element

Pleinen, parkeerterreinen

Vaak zijn pleinen al benoemd omdat er adressen aan gelegen zijn. Parkeerlocaties van enige omvang krijgen soms een eigen naam, hoewel als regel wordt aangesloten bij de naam van de naastgelegen straat of bijbehorende voorziening.

 

(fiets-)Paden

In de achterliggende periode zijn meerdere fietspaden alsnog benoemd. Dit is gebeurd vanuit beheersoverwegingen. Het gaat daarbij voornamelijk om vrij liggende fietspaden, welke ver afliggen van bestaande straten. Het aanduiden van objecten en het navigeren voor hulpverlening worden hierdoor sterk verbeterd. Naamgeving is in voorkomende gevallen wenselijk, waarbij de functie fietspad niet per se maatgevend hoeft te zijn: ook wandelpaden en bospaden kunnen in principe in aanmerking komen. Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    verkeersruimte welke duidelijk vrij liggend is;

  • -

    doorgaand karakter;

  • -

    naamgeving sluit aan op het thema in de omgeving;

  • -

    bij voorkeur krijgt het object de uitgang ’pad’.

Beken/waterlopen

Een beek is een “smalle, op natuurlijke wijze ontstane stroom tussen twee oevers, die nog overal doorwaadbaar is” (definitie van Dale). Vanuit deze definitie en de geschiedenis van waterbeheer in Nederland is er amper sprake van nieuwe beken. Alle bestaande beken zijn in beheer bij het Waterschap Vechtstromen. Naamgeving ervan is echter geen taak van het Waterschap: zij werken met nummeraanduidingen. Volgens ambtelijke afspraken met het Waterschap zal zij de gemeente benaderen als er nieuwe waterlopen bij komen of waterlopen gewijzigd worden. Het plaatsen van naambordjes geschiedt door het waterschap, na infomeren van de gemeente (dit alles gebeurt door de accountmanager bij het Waterschap). Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    alle beken bij het Waterschap in beheer krijgen een naam;

  • -

    andere waterlopen ontvangen een naam als ze duidelijk vrij liggend zijn;

  • -

    naamgeving wordt bij voorkeur gebaseerd op historische aanduidingen;

  • -

    overleg met het Waterschap is vereist.

Parken

Hengelo kent een aantal gebieden welke als ‘park’ zijn benoemd (o.a. Stadspark Weusthag, als buurtnaam, Prins Bernhard Plantsoen, als straatnaam vastgesteld, Bataafse Kamp). In 2004 is van 8 parkgebieden de naam formeel vastgesteld. Er zijn echter ook gebieden van vergelijkbare omvang zonder naamaanduiding. Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    groengebied dat als geheel is ontworpen of ingericht

  • -

    beeldbepalend voor het omringende gebied

  • -

    van enige omvang (als richtlijn: minimaal 1 ha)

  • -

    naamgeving sluit aan op het thema in de omgeving of wordt bij voorkeur gebaseerd op historische aanduidingen.

Vijvers/waterpartijen

Net als bij parken geldt dat enkele vijvers en waterpartijen een naam dragen (Castorbad, Koningskleigat, Broekvijver). De status van zes namen is bekend (besluit uit 2004). Van enkele andere bekende namen (Houtmaatvijver, Tuindorpbad) is geen brondocument bekend. Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    vijvers als onderdeel van groengebied dragen in principe dezelfde naam als het groengebied (zie Waterpark Genseler);

  • -

    beeldbepalend voor het omringende gebied

  • -

    van enige omvang (als richtlijn: minimaal 1 ha)

  • -

    naamgeving sluit aan op het thema in de omgeving of wordt bij voorkeur gebaseerd op historische aanduidingen.

Gebouwen

Benoemen van gebouwen kan gebeuren door de eigenaar, de gebruiker of de beheerder. De gemeente heeft daarin alleen een taak, als het gaat om gemeentelijke, beeldbepalende gebouwen.

Voorbeelden zijn: Stadhuis, Metropool, Twentebad, enkele schoolgebouwen. De status van deze namen is niet bekend. Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    gebouw is eigendom van de gemeente of wordt gesticht met overheidsgeld;

  • -

    gebouw krijgt een blijvend openbare functie;

  • -

    het is beeldbepalend in het omringende gebied;

  • -

    naamgeving sluit aan op het thema in de omgeving of wordt bij voorkeur gebaseerd op historische aanduidingen;

  • -

    overleg met gebruiker is vereist;

Tunnels, bruggen, viaducten

Er is geen eenduidigheid in het benoemen van tunnels, bruggen en viaducten. Deels heeft dit te maken met de eigendom- en beheersituatie (Rijkswaterstaat, Prorail). Formeel is naamgeving door de gemeente mogelijk onder twee noemers:

  • -

    als het bouwwerk gemeentelijk eigendom is;

  • -

    als het bouwwerk deel uitmaakt van de openbare ruimte (en als zodanig door het college is benoemd).

De gemeente Hengelo beschikt over 27 tunnels, 14 viaducten en 3 bruggen; een onbekend deel daarvan draagt een naam of is benoemd. Er zijn geen brondocumenten bekend. Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    alle tunnels, bruggen, viaducten welke deel uitmaken van de openbare weg/ruimte worden voorzien van een naam;

  • -

    als de eigenaar een naam voorstelt wordt deze getoetst aan de criteria;

  • -

    naamgeving sluit aan op het thema in de omgeving of wordt bij voorkeur gebaseerd op historische aanduidingen;

  • -

    overleg met eigenaar / beheerder is vereist;

Wijken en buurten

Naamgeving van wijken en buurten is een taak van de gemeente (voorheen was deze taak belegd bij de afdeling Onderzoek en Statistiek). Het ligt in de lijn van deze nota om de naamgeving van wijken en buurten ook via de commissie VNOR te laten verlopen. De feitelijke indeling en begrenzing kan onderdeel blijven van de ambtelijke taak

 

Overige elementen

Een restcategorie, variërend van kunstobjecten tot bomen, van begraafplaatsen tot natuurgebieden blijft over. De overheid zal terughoudend moeten zijn in het toekennen van namen aan allerlei functionele gebieden en objecten. Vaak zijn namen historisch bepaald (begraafplaatsen, natuurgebieden), soms zijn er procedures voor (kunstobjecten) en soms ontstaan namen in het gebruik. In deze gevallen is een formele naamtoekenning ongewenst. Bij uitzondering kan er toch behoefte bestaan aan een naamaanduiding.

Criteria voor benoemen zijn:

  • -

    eigenaar kent zelf geen namen toe;

  • -

    het onderwerp is beeldbepalend;

  • -

    naamgeving sluit aan op het thema in de omgeving of wordt bij voorkeur gebaseerd op historische aanduidingen;

  • -

    overleg met eigenaar/beheerder is vereist.

4. Besluitvorming en communicatie

Straatnamen worden altijd via een B en W-besluit geformaliseerd. In het verlengde hiervan worden ook alle andere benamingen openbare ruimte formeel vast gesteld via een B en W-besluit. Namen worden alleen vastgesteld als daar een aanleiding voor is. De financiering vindt plaats vanuit het project / de betrokken afdeling.

Vastgestelde namen worden als volgt gebruikt:

  • -

    in officiële stukken en aanduidingen van de gemeente;

  • -

    opname van benamingen in gemeentelijke beheersystemen;

  • -

    vermelding op de stadskaart;

  • -

    zo mogelijk met het plaatsen van een naambord of -aanduiding ter plaatse.

Communicatie over namen wordt op twee manieren gedaan:

  • -

    via de openbare besluitenlijst van B en W en via de gemeenteadvertentie

  • -

    gericht informeren van eigenaren en beheerders