Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Verordening op de raadscommissies gemeente Utrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de raadscommissies gemeente Utrecht
CiteertitelVerordening op de raadscommissies gemeente Utrecht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 82 van de Gemeentewet
  2. artikel 83 van de Gemeentewet
  3. artikel 84 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-202301-04-2023Verordening op de raadscommissies gemeente Utrecht aangepast

06-04-2023

gmb-2023-157663

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht;

 

  • gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de gemeenteraad van 9 maart 2023;

  • gelet op de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet;

     

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    adviescommissie: commissie zoals bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet;

  • b.

    bestuurscommissie: commissie zoals bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet;

  • c.

    commissielid: lid van een raadscommissie;

  • d.

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;

  • f.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de raad als bedoeld in het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden gemeenteraad Utrecht;

  • g.

    fractiemedewerker: een door het dagelijks bestuur goedgekeurde medewerker in dienst van een fractie;

  • h.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • i.

    raad: de gemeenteraad van Utrecht;

  • j.

    raadscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet.

 

Hoofdstuk 2 Raadcommissies

Paragraaf 2.1 De benaming en de taak van de raadscommissies

Artikel 2 Taken raadscommissies

  • 1.

    De raadscommissies bereiden besluitvorming door de raad voor, voeren onderling een opiniërend debat en overleggen met het college, respectievelijk de burgemeester.

  • 2.

    Na behandeling van een raadsvoorstel in de raadscommissie wordt het advies voor de verdere behandeling in de raad bepaald – hamerstuk (A punt) of bespreekpunt (B punt) – en wordt tevens het advies voor de bijbehorende tijd voor behandeling in de raad voorgesteld.

 

Artikel 3 Instelling, benaming en portefeuilleonderdelen raadscommissies

Het instellen en wijzigen van (het aantal) raadscommissies, de benaming ervan en de daarin ondergebrachte portefeuille- en/of beleidsonderdelen is een bevoegdheid van de raad. Het overzicht van de raadscommissies en de daarin ondergebrachte portefeuille- en/of beleidsonderdelen is als Bijlage 1 in bij deze verordening gevoegd.

 

Artikel 4 De raadsinformatiebijeenkomst

  • 1.

    Er kunnen raadsinformatiebijeenkomsten worden georganiseerd. De raadsinformatiebijeenkomst is bedoeld als instrument om:

    • a.

      raads- en commissieleden de mogelijkheid te bieden om informatie te verkrijgen die noodzakelijk is om het debat in de raadscommissies te kunnen voeren en een politiek standpunt te kunnen bepalen;

    • b.

      inwoners en organisaties te betrekken bij de besluitvorming van de raad.

  • 2.

    De raadsinformatiebijeenkomsten vinden in de regel plaats op dinsdagavond waarbij drie raadsinformatiebijeenkomsten parallel aan elkaar kunnen plaatsvinden.

 

Paragraaf 2.2 De samenstelling en de werkwijze van de raadscommissies

Artikel 5 Samenstelling raadscommissie

  • 1.

    Alle raadsleden zijn lid van de raadscommissie(s).

  • 2.

    Elke raadscommissie heeft een commissievoorzitter en een plaatsvervangend commissievoorzitter. Beiden zijn door de raad uit zijn midden te benoemen. Ingeval zowel de commissievoorzitter als de plaatsvervangend commissievoorzitter is verhinderd, wordt de vergadering van de raadscommissie voorgezeten door de commissievoorzitter of plaatsvervangend commissievoorzitter van een andere commissie.

  • 3.

    In geval van een gecombineerde vergadering van raadscommissies bepalen de betrokken commissievoorzitters wie als commissievoorzitter zal optreden.

  • 4.

    De commissievoorzitter is onder meer belast met:

    • i.

      het leiden van de vergadering;

    • ii.

      het geven van gelegenheid aan de leden tot het kenbaar maken van hun mening betreffende het aan de orde gestelde onderwerp;

    • iii.

      het handhaven van de orde;

    • iv.

      het bewaken van de vastgestelde spreektijd per fractie;

    • v.

      het formuleren van de door de vergadering geconstateerde behandeluitkomsten;

    • vi.

      hetgeen deze verordening hem/haar verder opdraagt.

 

Artikel 6 Commissieleden, niet zijnde raadsleden

  • 1.

    Ook niet-raadsleden kunnen door de raad worden benoemd als commissielid.

  • 2.

    De artikelen 10 tot en met 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 3.

    Van artikel 15 eerste lid, aanhef en onder d Gemeentewet kan het dagelijks bestuur ontheffing verlenen.

  • 4.

    Elke fractie kan maximaal 4 niet-raadsleden door de raad laten benoemen als commissielid.

  • 5.

    Een commissielid kan tevens fractiemedewerker zijn.

  • 6.

    Een fractie bestaat, naast raadsleden, uit niet meer dan zes fractiemedewerkers en/of commissieleden tezamen.

  • 7.

    Bij benoeming van nieuwe commissieleden, niet zijnde raadsleden, stelt de raad een commissie geloofsbrieven in bestaande uit drie raadsleden.

  • 8.

    Deze commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuwe commissieleden, niet zijnde raadsleden, en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming van die nieuwe commissieleden.

 

Artikel 7 Einde lidmaatschap

  • 1.

    De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een commissielid eindigt op het moment dat niet meer wordt voldaan aan de in artikel 6, tweede lid gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgesteld.

  • 4.

    Als een fractie niet langer is vertegenwoordigd in de raad vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

  • 5.

    Een commissielid en commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de raad.

  • 6.

    Het ontslag van een commissielid gaat in op de door het commissielid aangegeven datum, welke datum uiterlijk een maand na de schriftelijke mededeling gelegen kan zijn. Wanneer er geen datum is aangegeven eindigt het commissielidmaatschap op de datum van ontvangst van het ontslag.

  • 7.

    Het ontslag van een commissievoorzitter gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.

 

Artikel 8 Fractiemedewerkers

  • 1.

    Een fractie kan fractiemedewerkers aannemen.

  • 2.

    De fractie meldt een fractiemedewerker aan bij de griffier. De aanmelding wordt ter goedkeuring aan het dagelijks bestuur voorgelegd. Onderdeel van de aanmelding is het overleggen van een Verklaring Omtrent het Gedrag.

  • 3.

    Op fractiemedewerkers rust de verplichting tot geheimhouding, indien en voor zover deze verplichting ook voor raadsleden geldt. Een fractiemedewerker ondertekent hiertoe een geheimhoudingsverklaring.

  • 4.

    De fractie meldt een fractiemedewerker af bij het dagelijks bestuur wanneer deze uitdienst treedt.

 

Artikel 9 Inlichtingen, vragen en advisering

  • 1.

    Elke raadscommissie en elk lid van een raadscommissie is bevoegd om – buiten de vergadering om - feitelijke informatie en technische vragen te stellen aan de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    De door commissieleden gevraagde adviezen of inlichtingen, bedoeld in het eerste lid worden desverlangd schriftelijk gegeven.

  • 3.

    Elke raadscommissie is bevoegd deskundigen buiten het gemeentepersoneel te raadplegen en aan haar beraadslagingen over een bepaalde zaak met adviserende stem te doen deelnemen. Indien hiermee kosten zijn gemoeid wordt eerst overlegd met de griffier.

 

Artikel 10 Dag en tijdstip van de vergaderingen

  • 1.

    De raadscommissie(s) vergaderen volgens het door het dagelijks bestuur vastgestelde vergaderschema.

  • 2.

    Ontvangt de commissievoorzitter een verzoek van tenminste drie leden van verschillende fracties om een extra vergadering te beleggen, dan heeft die vergadering zo spoedig mogelijk plaats.

 

Artikel 11 Agenda

  • 1.

    De raadscommissie stelt per agendering het behandeladvies met bijbehorende behandeltijd en prioritering vast.

  • 2.

    De commissievoorzitter en plaatsvervangend commissievoorzitter van de raadscommissie stellen op basis van voorstellen uit de raadscommissie de voorlopige agenda voor de raadscommissie op.

  • 3.

    Voor de vergadering wordt door of namens de commissievoorzitter een elektronische oproep en voorlopige agenda verzonden. Het inhoudelijke deel van de voorlopige agenda en bijbehorende stukken worden veertien dagen voor aanvang van de vergadering op het raadsinformatiesysteem geplaatst. Het procedurele deel met bijbehorende stukken worden zeven dagen voor aanvang van de vergadering aan de voorlopige agenda in het raadsinformatiesysteem toegevoegd. Het raadsinformatiesysteem is voor eenieder toegankelijk.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid wordt informatie van de raadscommissie of aan de raadscommissie verstrekte informatie waaromtrent op grond van hoofdstuk VA van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd in het deel van het raadsinformatiesysteem geplaatst dat alleen toegankelijk is voor raads- en commissieleden en fractiemedewerkers.

  • 5.

    De aanwezigheid bij de vergadering van de op de agendaonderwerpen betrekking hebbende portefeuillehouders binnen het college, of een ander lid van het college, is vereist.

  • 6.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast.

 

Artikel 12 Quorum, ordevoorstellen en besluitvorming

  • 1.

    Een vergadering van een raadscommissie wordt niet geopend als niet, behalve de commissievoorzitter, tenminste drie commissieleden uit drie verschillende fracties, welke fracties tezamen minimaal 50% van het totale aantal zetels in de raad vertegenwoordigen, aanwezig zijn. Wanneer ten gevolge van de toepassing van deze bepaling een vergadering geen doorgang heeft gevonden, wordt zo spoedig mogelijk een nieuwe vergadering gehouden, ongeacht het aantal dan aanwezige commissieleden. In deze vergadering worden uitsluitend onderwerpen behandeld die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

  • 2.

    De voorzitter en commissieleden kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht. De raadscommissie beslist hier terstond over.

  • 3.

    Voor het tot stand komen van een besluit is bij stemming de meerderheid vereist van de commissieleden die aan de stemming hebben deelgenomen. Indien de stemmen staken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

 

Artikel 13 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een raadsvoorstel geschiedt in beginsel in ten hoogte twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist. Over een ander agendapunt, bijvoorbeeld een raadsbrief, wordt in beginsel in één termijn beraadslaagd, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een commissielid mag in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde raadsvoorstel of onderwerp.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde raadsvoorstel of onderwerp het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

 

Artikel 14 Spreektijd

  • 1.

    Er is een spreektijdregeling voor vergaderingen van raadscommissies. De spreektijdregeling is als Bijlage 2 bij deze verordening gevoegd.

  • 2.

    Zodra de spreektijd is verstreken, nodigt de commissievoorzitter de spreker uit zijn rede te beëindigen. Deze is gehouden aan de uitnodiging gevolg te geven.

  • 3.

    Voldoet de spreker niet aan de in het tweede lid bedoelde uitnodiging, dan ontneemt de commissievoorzitter hem het woord.

 

Paragraaf 2.3 Regelen betrekking hebbend op de raadscommissies

Artikel 15 Verslagen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur besluit over de wijze waarop verslag gedaan wordt van commissievergaderingen.

  • 2.

    Een conceptverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de commissieleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de commissievergadering waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    Een conceptverslag van een commissievergadering wordt in de daaropvolgende commissievergadering met eventuele op- of aanmerkingen vanuit de raadscommissie door de raadscommissie vastgesteld.

  • 4.

    Voor zover de aard en inhoud zich daartegen niet verzet, worden verslagen zo spoedig mogelijk na de commissievergadering voor een ieder toegankelijk gemaakt door publicatie op de website van de gemeente.

Paragraaf 2.4 Besloten vergaderingen

 

Artikel 15a Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

 

Artikel 15b Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar in het deel van het raadsinformatiesysteem geplaatst dat alleen toegankelijk is voor raads- en commissieleden en fractiemedewerkers.

  • 2.

    Deze conceptverslagen worden zo spoedig mogelijk in een commissievergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering kan de raadscommissie een besluit nemen over het (gedeeltelijk) opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde verslag en de tijdens de besloten vergadering behandelde informatie.

 

Paragraaf 5.2 Toehoorders en pers

 

Artikel 16 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    Een persoon, niet zijnde lid van de raadscommissie, die het woord wenst te voeren ter toelichting van zijn standpunt ten behoeve van een aan de orde zijnde agendapunt in een commissievergadering, kan dat enkel doen in een mogelijk met het betreffende onderwerp samenhangende raadsinformatiebijeenkomst welke plaatsvindt voorafgaand aan de commissievergadering.

 

Artikel 17 Geluid en beeldregistratie

  • 1.

    Er worden geluids- en beeldregistraties van de openbare commissievergadering gemaakt die worden getoond, uitgezonden en bewaard op internet. Aanwezigen kunnen in beeld komen.

  • 2.

    Derden die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluids- en/of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

 

Hoofdstuk 3 Bestuurscommissies en adviescommissies

Artikel 18 Bestuurs- en adviescommissies

  • 1.

    Wanneer de raad een bestuurscommissie of een adviescommissie instelt, worden de leden ervan door de raad benoemd.

  • 2.

    Het doel, de taken en verantwoordelijkheden, de samenstelling en werkwijze van een bestuurscommissie respectievelijk een adviescommissie worden, indien nodig geacht, door de raad vastgelegd in een afzonderlijke bij de betreffende commissie behorende regeling.

 

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 19 Uitleg verordening

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, wordt de wijze van werken van een raadscommissie en de orde van commissievergaderingen ingericht overeenkomstige het, voor overeenstemmende gevallen, bepaalde in de Gemeentewet en in het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden gemeenteraad Utrecht. Bij twijfel omtrent de toepassing van deze verordening beslist de raadscommissie op voorstel van de commissievoorzitter.

 

Artikel 20 Intrekking

De Verordening op de raadscommissie gemeente Utrecht, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2022 (Gemeenteblad 2022, nr. 577202) wordt ingetrokken.

 

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 april 2023.

 

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies gemeente Utrecht.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 april 2023.

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

De griffier,

Merel van Hall