Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening commissie personeelszorg raadsfunctionarissen gemeente Utrecht (Verordening CPR gemeente Utrecht) |
Citeertitel | Verordening CPR gemeente Utrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Verodening CPR |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-2023 | 01-04-2023 | Verordening CPR gemeente Utrecht | 06-04-2023 |
Artikel 5 Ondersteuning van de CPR
De griffier, of een door de griffier aan te wijzen functionaris, staat de CPR terzijde. Het hoofd HRM van de ambtelijke organisatie, danwel een door het hoofd aan te wijzen ter zake kundige functionaris verzorgt de benodigde ondersteuning en inhoudelijke advisering op HRM-gebied voor de CPR.
De griffier draagt zorg voor het opstellen van een besluitenlijst van elke vergadering. De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering van de CPR definitief vastgesteld.
De CPR vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht.
De CPR brengt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, jaarlijks aan het dagelijks bestuur mondeling verslag uit van haar werkzaamheden en bevindingen.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan beslist de CPR op voorstel van de voorzitter.
De Verordening CPR gemeente Utrecht, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2022 (Gemeenteblad 2022, nr. 577196), wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 april 2023
De griffier,
Merel van Hall
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
Informatieve toelichting bij Verordening commissie personeelszorg raadsfunctionarissen gemeente Utrecht
De gemeente is de werkgever van de ambtenaren die werkzaam zijn bij deze rechtspersoon. Raad en college vullen dit werkgeverschap nader in. De raad is daarbij de formele werkgever van de griffier en de werknemers van de griffie. Het college voor de eigen werknemers. Gelet op de publieke taken, de grootte en de samenstelling van de raad heeft de raad voor de feitelijke invulling van het werkgeverschap een commissie ingesteld Deze verordening regelt de taken van de commissie personeelszorg raadsfunctionarissen (CPR). Het mandaat van de raad aan de (voorzitter van de) CPR regelt het nemen van personele besluiten. Het personeel van de griffie volgt sinds de invoering van het dualisme op 7 maart 2002 feitelijk de Rechtspositieregeling gemeente Utrecht. Door de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren vallen de medewerkers van de griffie en de griffier onder de werking van het arbeidsovereenkomstenrecht en de Cao Gemeenten.
Artikel 2 Taken en bevoegdheden CPR
Lid 1 Werkgeverschap CPR voor Griffier
In lid 1 wordt verwoord dat de CPR alle bij het werkgeverschap horende taken en bevoegdheden vervult ten aanzien van de griffier.
Lid 2 Arbeidsvoorwaarden griffier
In lid 2 is opgenomen dat de CPR van het Handboek Utrechts Personeel (HUP-030) kan afwijken als de toepassing van de daarin opgenomen arbeidsvoorwaardelijke regelingen zou leiden tot ongewenste of onredelijke situaties. Omdat de HUP-030 onderdeel uitmaakt van de arbeidsovereenkomst van de griffier kan dat niet zomaar. Hier voor gelden regels uit het arbeidsovereenkomstenrecht. Uitgangspunt is daarbij wilsovereenstemming tussen griffier en CPR. Formeel bestaat de mogelijkheid om aanpassingen te doen in de HUP-030 specifiek voor personeel van raadsorganen, waaronder de griffier. Van deze mogelijkheid zal zeer terughoudend gebruik worden gemaakt om mobiliteit van personeel binnen de gemeente als geheel niet te belemmeren. Gelijkheid op het gebied van arbeidsvoorwaarden is daarbij uitgangspunt. Ook mogen afwijkingen niet in strijd zijn met de Cao Gemeenten.
Om de werkgeversrol van de raad te borgen in het proces van de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden wordt de CPR geïnformeerd over voorgenomen aanpassingen van de HUP-030 en in de gelegenheid gesteld om voorstellen in te brengen. De CPR wordt geïnformeerd en geadviseerd over eventuele noodzakelijke afwijkingen. Over de toepassing van noodzakelijke afwijkingen en kosten daarvan zal de CPR zich verantwoorden aan het dagelijks bestuur en raad.
Lid 3 CPR, de rekenkamer en het Ombudsloket
De formele bevoegdheden van de raad ten aanzien van de voorzitter en leden van de rekenkamer zijn beperkt. De Gemeentewet regelt kort samengevat het benoemen en ontslaan van de voorzitter en leden en het vaststellen van vergoedingen. Ook de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het Ombudsloket worden door de raad benoemd. De CPR onderhoudt namens de raad het contact met zowel de rekenkamer als het Ombudsloket. De CPR heeft daarvoor ten minste een keer per jaar een gesprek met de voorzitter respectievelijk de voorzitter en de leden van de rekenkamer over het functioneren van de rekenkamer en de uitvoering van haar taken en de wijze waarop de controlerende rol van de raad ondersteund wordt. Voorts vervult de CPR een rol bij de selectieprocedure voor de voorzitter en de leden van de rekenkamer. Dit is verankerd in de Verordening rekenkamer gemeente Utrecht. Dit alles doet de CPR ook ten aanzien van het Ombudsloket.
Lid 4 Overige bevoegdheden en taken CPR
Naast het nemen van personele besluiten, buigt deze commissie zich bijvoorbeeld ook over het te voeren HRM-beleid, integriteitsbeleid (o.a. gedragscode, ambtseed, vertrouwenspersoon) en bereidt zij de voorstellen aan de raad voor die voortvloeien uit het werkgeverschap. Andere voorbeelden die horen tot de werkgeverstaak zijn het voeren van overleg met de griffier over de voortgang van de werkzaamheden van de griffie, het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken met de griffier en het doen van voorstellen over de inrichting van de griffie. Daarnaast voert de CPR namens de raad de klankbordgesprekken met de burgemeester.
Uit artikel 83 van de Gemeentewet vloeit voort dat de burgemeester (en de wethouders) geen lid kunnen zijn van de CPR. Dit is volledig in de lijn met het feit dat de raad het bevoegde gezag is van de griffie. De burgemeester is hiervan geen lid. Overigens is de burgemeester wel lid van het college en stuurt dus rechtstreeks de secretaris aan, maar niet de griffier. De griffier is niet aan hem ondergeschikt. De burgemeester is echter wel technisch voorzitter van de raad en zal in die hoedanigheid vaak een beroep doen op de griffier.
Artikel 5 Ondersteuning van de CPR
De ondersteuning waarover in dit artikel wordt gesproken kan worden geregeld door middel van het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten van de griffier met het college, de secretaris of een organisatieonderdeel.
Artikel 8 Beslotenheid van vergaderingen
Omdat er in vergaderingen van de CPR personele aangelegenheden aan bod komen en hetgeen hier wordt besproken niet bedoeld is om aan derden kenbaar te maken, ligt het voor de hand dat hierover in beslotenheid wordt vergaderd.
De raad heeft sinds de dualisering van het gemeentebestuur een eigen secretaris gekregen, de griffier. Daarnaast heeft de raad ook vaak een griffie ingericht om hem, zijn organen en de griffier te ondersteunen.
Daardoor heeft de raad er formeel een taak bij gekregen, de invulling van het werkgeverschap. Het is van belang dat de raad inzicht krijgt en houdt wat hieronder moet worden verstaan en hoe hier door de CPR invulling aan wordt gegeven. De verantwoording door de CPR van haar werkzaamheden en bevindingen kan hieraan bijdragen en geschiedt jaarlijks en mondeling aan een afvaardiging van de raad, te weten het dagelijks bestuur.