Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlem

Beleidsregel vergunning pilot vrije openingstijden Haarlem 2023-2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel vergunning pilot vrije openingstijden Haarlem 2023-2024
CiteertitelBeleidsregel vergunning pilot vrije openingstijden Haarlem 2023-2024
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. Algemene plaatselijke verordening gemeente Haarlem
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-2023nieuwe regeling

30-03-2023

gmb-2023-156190

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel vergunning pilot vrije openingstijden Haarlem 2023-2024

De burgemeester van de gemeente Haarlem

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede artikel 2:29b van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Haarlem;

 

Besluit vast te stellen: de Beleidsregel vergunning pilot vrije openingstijden Haarlem 2023-2024

 

1. Inleiding

Vrije openingstijden voor de Haarlemse horeca zijn veelvuldig onderwerp van gesprek geweest. Om duidelijkheid te krijgen over de effecten van vrije openingstijden op de openbare orde en het woon- en leefklimaat wordt een pilot met vrije openingstijden uitgevoerd. Op 26 januari 2023 heeft de gemeenteraad van Haarlem besloten om artikel 2:29b in de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem op te nemen. Met de toevoeging van dit artikel kan de pilot met vrije openingstijden van start gaan en kunnen ondernemers uit heel Haarlem een vergunning aanvragen om deel te kunnen nemen aan deze pilot. Aanvragen van ondernemers buiten het centrum/singel gebied voor verruimde openingstijden zullen extra worden getoetst op onder andere ruimtelijke criteria.

 

Deze beleidsregel beschrijft de wijze waarop vergunningen op grond van artikel 2:29b aangevraagd moeten worden en hoe deze aanvragen worden getoetst. Daarnaast bevat deze beleidsregel ook een hoofdstuk over het sanctionerend optreden van de burgemeester bij de constatering van overtredingen.

 

De gemeenteraad heeft het college in artikel 2:29b, tweede lid, de bevoegdheid gegeven om nadere regels op te stellen. Op dit moment is het stellen van nadere regels niet nodig en volstaan deze beleidsregels als uitwerking van de door de gemeenteraad gestelde vergunningplicht. Als er gedurende de pilot toch blijkt dat nadere regels noodzakelijk zijn dan zal hiervoor een apart voorstel worden voor het college worden voorbereid.

 

Deze beleidsregel is aanvullend op de beleidsregels en nadere regels die voor alle openbare inrichtingen gelden. Specifieke regels die voor bepaalde openbare inrichtingen gelden (nachtontheffing en ticketregeling) blijven van kracht indien deze openbare inrichtingen niet deelnemen aan de pilot.

2. Deelname pilot

2.1 Vergunningplicht deelname pilot

De vergunningplicht voor deelname aan de ‘pilot vrije openingstijden openbare inrichtingen’ is opgenomen in artikel 2:29b van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem:

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een openbare inrichting te exploiteren, die in afwijking van artikel 2:29 24 uur per dag geopend is. Op deze vergunning zijn de artikelen 2:28a tm 2:28g van overeenkomstige toepassing;

  • 2.

    Het college kan nadere regels vaststellen voor de exploitatie van openbare inrichtingen als bedoeld in het eerste lid;

  • 3.

    De burgemeester kan gebieden en locaties aanwijzen waar openbare inrichtingen als bedoeld in het eerste lid 24 uur per dag voor het publiek geopend mogen zijn;

  • 4.

    Behalve op grond van artikel 2:28c weigert de burgemeester de vergunning als bedoeld in het eerste lid indien de openbare inrichting een cafetaria, lunchroom, ijssalon, snackbar, grillroom, buurthuis of clubhuis, shishalounge, coffeeshop of een daarmee gelijk te stellen horecabedrijf betreft;

  • 5.

    Behalve op grond van artikel 2:28d kan de burgemeester de vergunning als bedoeld in het eerste lid intrekken indien gehandeld wordt in strijd met de nadere regels als bedoeld in het tweede lid en de voorschriften verbonden de vergunning als bedoeld in het eerste lid;

  • 6.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op de vergunning bedoeld in het eerste lid.

Naast de in artikel 2:29b genoemde weigeringsgronden zijn de algemene weigeringsgronden van artikel 1:8 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem van toepassing:

 

  • 1.

    De vergunning of ontheffing kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

Artikel 1:8, artikelen 2:28a tot en met 2:28g en artikel 2:29b van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem vormen samen het toetsingskader dat in deze beleidsnotitie verder is uitgewerkt.

2.2. Samenloop deelname pilot en nachtontheffing openbare inrichtingen

Voor een inrichting die beschikt over een nachtontheffing op grond van 2:29a van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem en tevens deelneemt aan de pilot vrije openingstijden geldt dat de exploitatievergunning in de zin van artikel 2:29b en de daarbij behorende regels en voorschriften voorrang hebben op de regels en voorschriften van de nachtontheffing.

3. De aanvraag en geldigheid van de vergunning

3.1 vergunningplicht

  • 1.

    Er geldt een vergunningplicht voor alle aangewezen openbare inrichtingen in de door de burgemeester aangewezen gebieden die mee doen met de pilot vrije openingstijden.

  • 2.

    De vergunning aanvraag kan worden ingediend vanaf 30 maart tot uiterlijk 17 april 2023 (pilot periode per 1 juni 2023) en vanaf 23 september tot uiterlijk 14 oktober 2023 (pilot periode per 1 december 2023) . In andere perioden kan geen aanvraag worden ingediend.

  • 3.

    Voor het aanvragen van de vergunning is een aanvraagformulier met daarin een veiligheidsplan vastgesteld.

  • 4.

    Indien de ondernemer in het bezit is van een vergunning in de zin van artikel 3 van de Alcoholwet dan wel een exploitatievergunning artikel 2:28 APV, dan wordt in de behandeling van de aanvraag voor de vergunning op grond van artikel 2:29b informatie zoals bedoelt in artikel 2:28b tot en met 2:28g niet opnieuw getoetst en derhalve ook niet in de vergunning op grond van artikel 2:29b van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem opgenomen.

3.2. Beslistermijn

Op grond van artikel 1:2 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Haarlem:

  • 1.

    Beslist de burgemeester op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Kan de burgemeester de beslistermijn voor ten hoogste acht weken verlengen.

3.3 Geldigheid

De vergunning is, ongeacht de datum van ingang, geldig tot en met 1 december 2024.

3.4 Intrekking vergunning

De vergunning wordt op grond van artikel 1:6 van de Algemene plaatselijke verordening ingetrokken:

 

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • c.

    indien de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

4. Toetsingskader

4.1 De beoordeling van de aanvraag

De aanvraag wordt beoordeeld op basis van de volgende informatie:

  • a.

    De beantwoording van de vragen in het veiligheidsplan;

  • b.

    Het karakter van de straat en de wijk waarin het bedrijf is gelegen of in zal komen te liggen;

  • c.

    de aard van het bedrijf;

  • d.

    de spanning waaraan het woon- en leefmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door exploitatie van het bedrijf;

  • e.

    de wijze van bedrijfsvoering van de beheerder(s) van het bedrijf in deze of andere inrichtingen;

  • f.

    de wijze van exploitatie van het bedrijf in het verleden, voor zover de exploitant en/of beheerder onveranderd is gebleven.

Meldingen uit het verleden

Meldingen van overlast in of in de directe omgeving van het bedrijf worden als volgt beoordeeld. Er dient te worden nagegaan of de gemelde overlast aan de wijze van exploiteren door de exploitant kan worden toegerekend. In de belangenafweging moet nader gemotiveerd worden in hoeverre het belang van de exploitant bij vergunningverlening opweegt tegen de ervaren overlast als gevolg van het exploiteren van het bedrijf. Er moet daarom inzicht worden gegeven hoe deze belangen tegen elkaar zijn afgewogen en hoe daarbij de aspecten van geluid, vervuiling, verkeers- en parkeerdruk zijn onderzocht en betrokken.

 

Overlast moet worden onderscheiden van “normale” redelijkerwijs te verwachten effecten van de bedrijfsvoering, zoals het op een normale manier komen en gaan van bezoekers.

 

Andere wet- en regelgeving

De aanvraag voor een vergunning in de zin van artikel 2:29b kan in strijd zijn met andere wet- en regelgeving. Dit is bijvoorbeeld het geval als het geldende bestemmingsplan of een verleende omgevingsvergunning voor een specifiek (horeca)perceel sluitingstijden bepaalt. Een vergunning op grond van artikel 2:29b biedt geen ontheffing van het bestemmingsplan of een verleende omgevingsvergunning. Zo ook bij ondergeschikte horeca vanwege de Winkeltijdenwet. Door middel van info op de website zal worden voorkomen dat een dergelijke aanvraag wordt gedaan. Indien alsnog een aanvraag wordt ingediend, zal deze worden geweigerd op grond van artikel 2:28c van de Algemene plaatselijke verordening.

 

Indien een para-commercieel rechtspersoon een aanvraag voor een vergunning in de zin van artikel 2:29b van de Algemene plaatselijke verordening aanvraagt zal gekeken worden naar de activiteiten van de stichting of vereniging. Dit betekent dat alleen een stichting of vereniging waarvan de activiteiten bijdragen aan het Haarlemse nachtleven in aanmerking komen voor een vergunning. De regels met betrekking tot openingstijden van de horeca bij para-commerciële rechtspersonen uit artikel 2:33 van de Algemene plaatselijke verordening blijven leidend.

4.2 Weigeringsgronden

De exploitatievergunning kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

4.3 Voorlopige toestemming

De burgemeester kan aan ondernemers die gedurende de pilot vrije openingstijden incidenteel langer open willen in afwachting van de afhandeling van een vergunning een voorlopige toestemming geven om deel te nemen aan de pilot.

 

Ondernemers krijgen de mogelijkheid om bij de aanvraag van de vergunning de reden aan te geven voor deelname aan de pilot. Dit kan zijn om structureel langer open te mogen of slechts incidenteel. Om er voor te zorgen dat alle ondernemers gelijktijdig met de pilot kunnen starten kan het zijn dat de burgemeester prioriteit geeft aan het toetsen van aanvragen van ondernemers die structureel langer open willen zijn. Ondernemers die slechts incidenteel langer open willen zijn krijgen voorlopige toestemming totdat zij de vergunning krijgen. Voorwaarde hiervoor is wel dat de ondernemer conform het ingediende veiligheidsplan het horecabedrijf exploiteert.

4.4 Hardheidsclausule

Op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht beslist de burgemeester over maatwerk in gevallen waarin deze beleidsregels niet of onvoldoende voorzien en waarbij toepassing van het beleid tot onevenredigheid leidt.

4.5 Inhoud en voorschriften vergunning

  • 1.

    De burgemeester kan aan de vergunning voorschriften verbinden.

  • 2.

    De burgemeester vermeldt in een vergunning:

    • a.

      de vergunninghouder;

    • b.

      tot welke bedrijfsuitoefening de vergunning strekt;

    • c.

      de voorschriften en/of beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden.

De bij de vergunningaanvraag ingediende stukken, in het bijzonder het veiligheidsplan, maken deel uit van de vergunning.

 

Algemene regels

Voor de exploitatie van een openbare inrichting gelden op grond van artikel 2:28, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening nadere regels. Deze zijn opgenomen in de “Nadere regels voor exploitatie van openbare inrichtingen” die per 15 april 2019 in werking zijn getreden. In deze nadere regels staan algemene regels die voor ieder horecabedrijf in Haarlem gelden. Deze regels zijn ook geldig tijdens de duur van de pilot vrije openingstijden. Het betreft de volgende algemene regels:

 

  • 1.

    De exploitant zorgt ervoor dat in de inrichting en in de onmiddellijke omgeving van de inrichting de openbare orde niet wordt verstoord en het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast door de exploitatie van de inrichting of door bezoekers van de inrichting.

  • 2.

    Het is niet toegestaan activiteiten te ontplooien die samenscholingen voor de inrichting zouden kunnen stimuleren.

  • 3.

    Glaswerk en drank mogen door bezoekers van de inrichting niet mee naar buiten worden genomen.

  • 4.

    De exploitant zorgt ervoor dat verstoringen van de (openbare) orde van meer dan geringe betekenis worden gemeld bij de politie. Indien er sprake is van gebruik van geweld dient de politie altijd in kennis te worden gesteld.

  • 5.

    Personen die in de uitoefening van het horecabedrijf beveiligingswerkzaamheden verrichten (horecaportiers) dienen te voldoen aan de eisen gesteld bij of krachtens de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus.

  • 6.

    De houder van deze vergunning meldt voor de aanvang van de feitelijke beveiligingswerkzaamheden de volledige personalia van deze portier aan de Afdeling Korpscheftaken van de Politie eenheid Noord Holland.

  • 7.

    De exploitant zorgt er voor dat bezoekers van de toiletten in de inrichting gebruik kunnen maken.

  • 8.

    De exploitant zorgt ervoor dat de toiletten goed aangegeven staan en in zindelijke staat verkeren.

  • 9.

    De exploitant zorgt ervoor dat aan personen die zich in staat van dronkenschap bevinden geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt.

  • 10.

    De voorschriften gesteld in de melding of vergunning brandveilig gebruik dienen stipt opgevolgd te worden.

  • 11.

    Alle ter zake, nader, door politie, brandweer of gemeentelijk toezichthouder te geven aanwijzingen dienen onverwijld te worden opgevolgd.

Aanvullende voorschriften

Op basis van de beoordeling van de aanvraag voor de vergunning kunnen er ter bescherming van de openbare orde en het woon- en leefklimaat aanvullende voorschriften in de vergunning worden opgenomen.

5. Handhavingsarrangement

Voor een goed verloop van de pilot is het van belang dat er (bestuurlijk) opgetreden kan worden op het moment dat een horeca-ondernemer afwijkt van de regels van de pilot en de verleende vergunning. Uitgangspunt bij het optreden is dat iedere situatie op individueel beoordeeld wordt. De ernst van de overtreding zal een grote rol spelen bij het bepalen van de sanctie.

5.1 Sancties

Waarschuwing

 

Het eerste instrument waarvan gebruik wordt gemaakt in het handhavingsarrangement is de waarschuwing. Indien wordt geconstateerd dat een ondernemer zich niet houdt aan de voorschriften van de vergunning op grond van artikel 2:29b van de Algemene plaatselijke verordening zal de burgemeester een waarschuwing sturen. Een waarschuwing is geen besluit zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht omdat het niet gericht is op een rechtsgevolg. Doel van de waarschuwing is dat een besluit gericht op rechtsgevolg voorkomen kan worden. Tegen een waarschuwing is geen bezwaar en beroep mogelijk.

 

Mogelijk is de geconstateerde overtreding dermate ernstig dat bijsturing voor een goede deelname aan de pilot nodig is. Aanvullend op de waarschuwing kan de burgemeester één of meerdere voorschriften aan de vergunning verbinden.

 

Tijdelijke uitsluiting/vervroegde sluiting

 

Indien er gedurende de duur van de pilot, ondanks de waarschuwing, een nieuwe overtreding wordt geconstateerd dan wordt het recidiverende horecabedrijf voor de duur van zeven dagen uitgesloten van de pilot vrije openingstijden. Het horecabedrijf moet zich dan houden aan de reguliere openingstijden uit de Algemene plaatselijke verordening.

 

Intrekking vergunning en uitsluiting deelname van de pilot

 

Indien er gedurende de duur van de pilot, ondanks een waarschuwing en/of tijdelijke uitsluiting , een nieuwe overtreding wordt geconstateerd dan wordt de vergunning het recidiverende horecabedrijf ingetrokken. Het horecabedrijf wordt uitgesloten van verdere deelname aan de pilot vrije openingstijden. Het horecabedrijf valt dan terug op de reguliere openingstijden op grond van de Algemene plaatselijke verordening en de hiervoor geldende regels.

5.2 Samenloop

Voor de systematiek van dit handhavingsarrangement wordt de onderneming als een geheel beschouwd. Dit betekent dat indien de ondernemer eenzelfde of een ander voorschrift overtreedt van een aan hem verleende ontheffing of vergunning in relatie tot de uitoefening van zijn horecabedrijf of indien de ondernemer handelt op enigerlei wijze die naar het oordeel van de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid niet geduld kan worden, er ook opgetreden kan worden op basis van andere wet- en regelgeving. Het kan zijn dat de ondernemer nog een aanvullende sanctie krijgt op basis van andere handhavings- of sanctiearrangementen.

5.3 Cumulatie van overtredingen

Indien in een korte periode meerdere overtredingen elkaar hebben opgevolgd, waartegen nog niet sanctionerend is opgetreden, dan wordt meteen de zwaarste sanctie opgelegd overeenkomstig het aantal geconstateerde overtredingen conform het stappenplan van het horecasanctiebeleid. Dit betekent dat indien in een periode drie overtredingen zijn geconstateerd, de eerste twee stappen uit het stappenplan van het horecasanctiebeleid worden overgeslagen en de derde stap wordt gehanteerd bij de bepaling van de sanctiemaat. In dat geval wordt niet iedere overtreding afzonderlijk gesanctioneerd omdat afzonderlijke sancties niet doeltreffend zijn gebleken in verband met het voordoen van nieuwe overtredingen. Het afdoen van meerdere overtredingen met één sanctie staat ook in redelijke verhouding met het doel dat met een sanctie wordt beoogd.

5.4 Zienswijzeprocedure

Op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht moet een horeca-ondernemer, die geconfronteerd wordt met een sanctiebesluit, in de gelegenheid worden gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken, voordat een sanctie aan de horeca-ondernemer wordt opgelegd. In een zienswijzegesprek wordt een horeca-ondernemer gehoord over de feiten, de overtreding(en) en zijn belang als ondernemer. Tijdens dit zienswijzegesprek kan naast de overtreding die reden is voor de sanctie ook de overtreding die aanleiding heeft gegeven tot de waarschuwing ter discussie worden gesteld.

6. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel vergunning pilot vrije openingstijden Haarlem 2023-2024

7. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Vastgesteld te Haarlem op 30 maart 2023

De burgemeester van Haarlem,

drs. J. Wienen