Organisatie | 's-Hertogenbosch |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vergunningen en ontheffingen deeltweewielers |
Citeertitel | Beleidsregels vergunningen en ontheffingen deeltweewielers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Beleidsregels deeltweewielers |
Geen
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-03-2023 | Nieuwe regeling | 14-02-2023 |
Het college van burgemeester en wethouders,
in zijn vergadering van 14 februari 2023
gezien het voorstel met reg.nr. 14636131
de Beleidsregels vergunningen en ontheffingen deeltweewielers
Na de opstart- en groeifase geven we deelmobiliteit een serieuze plek in de mobiliteitstransitie in onze gemeente. Om die reden zetten we een volgende stap, in de vorm van vergunningen voor deelscooters en deelfietsen. Ook bieden we de mogelijkheid om via ontheffingen met nieuwe toekomstige vormen van deelmobiliteit ervaring op te doen. Met dit vergunningenstelsel leggen we onder andere nadruk op een verbeterd gebruiksgemak en het voorkomen van (stallings)overlast. Zo stellen we verplicht dat de aanbieders hun diensten koppelen aan 1 app (mobility as a service) en gaan we meer inzetten op virtuele dropzones, waarmee we de stallingshinder beperken.
Deelmobiliteit zit in een stroomversnelling, ook in 's-Hertogenbosch. Er is nu een aantal aanbieders van (elektrische) deelfietsen, deelscooters en deelauto's actief in onze stad. En verschillende andere aanbieders hebben interesse getoond om hier ook te starten. De verwachting is dat deelmobiliteit de komende jaren verder groeit; zowel in aanbod als in vraag. De uitdaging is om de groei van deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch in goede banen te leiden én te stimuleren.
In het 'Actieplan Duurzame Mobiliteit' is de ambitie gesteld om deelmobiliteit een integraal en volwaardig onderdeel van het totale mobiliteitssysteem van 's-Hertogenbosch te maken. Een goed functionerend systeem van deelmobiliteit biedt namelijk kansen voor zowel de transitie naar duurzame mobiliteit, als voor de woningbouwopgave en de klimaatopgave. Maar er zijn ook bijeffecten, zoals potentiële overlast in de openbare ruimte. Bijvoorbeeld wanneer geparkeerde deelvoertuigen de weg versperren of zorgen voor verkeersonveilige situaties.
Om grip te houden op de doorontwikkelng van deelmobiliteit is de Bossche 'Beleidsaanpak Deelmobiliteit' opgesteld. Het doel van deze aanpak is het benutten van de kansen die deelmobiliteit biedt voor de mobiliteitstransitie en tegelijkertijd het (zoveel mogelijk) voorkomen van overlast. Om dit te realiseren sturen we op de stapsgewijze ontwikkeling van een deelmobiliteitssysteem. Als eerste stap is de afgelopen jaren met een beperkt aantal aanbieders van deelmobiliteit op grotere schaal ervaring opgedaan. De afspraken met deze aanbieders zijn vastgelegd in (tijdelijke) samwerkingsovereenkomsten. Nu is het tijd voor de volgende stap: het beheren, beheersen en samen verder inbedden van deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch.
Een deelvoertuig is een voertuig in de openbare ruimte dat zelfstandig en zonder tussenkomst van een aanbieder toegankelijk is en dat voor een korte tijd en tegen betaling door steeds wisselende gebruikers wordt gebruikt.
Gezien de groei van het aanbod en het aantal aanbieders van deelmobiliteit zetten we in op regulering door het invoeren van een vergunningensysteem. Dat betekent dat aanbieders, via een wijziging van onze Algemene Plaatselijke Verordening (APV), de plicht krijgen om een vergunning aan te vragen voor het aanbieden van deelmobiliteit in de openbare ruimte. Naast een stadsbreed aanbod willen we ook ruimte bieden aan experimenten met innovatieve vormen van deelmobiliteit - zoals deelbakfietsen of deelsteps. Hiervoor werken we met ontheffingen en kijken we per initiatief hoe dit zo optimaal mogelijk ingepast kan worden.
In deze beleidsregels zijn de nadere regels uitgewerkt voor het uitgeven van vergunningen en ontheffingen voor deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch, zoals bepaald in artikel 5:10.1 van de APV 's-Hertogenbosch.
Met het vergunningensysteem voor het aanbieden van deelmobiliteit in de openbare ruimte streven we de volgende doelen na:
Het stimuleren van de vraag naar deelmobiliteit, door goede voorwaarden te stellen aan het aanbod en de exploitatie van deelmobiliteit. Zo neemt de zichtbaarheid, herkenbaarheid en toegankelijkheid voor de gebruikers van deelmobiliteit toe. Waardoor de stap om gebruik te maken van deelmobiliteit steeds kleiner wordt.
Met data en samenwerking inzicht verkrijgen in het gebruik en de ervaringen in de stad. Om deelmobiliteit zo toekomstbestendig te maken zodat iedere Bosschenaar - op termijn - een volwaardige duurzame optie heeft in de dagelijkse verplaatsingskeuzes. Waardoor de bereikbaarheid van onze stad op peil blijft.
Deelmobiliteit is er in verschillende soorten: van deelfietsen, deelscooters tot deelauto's.
Voor de deelauto's zijn er al verschillende juridische instrumenten om afspraken te maken met aanbieders. Eén daarvan is het stellen van voorwaarden aan parkeervergunningen die nodig zijn voor het parkeren van deelauto's in gebieden met betaald parkeren. Daarnaast hebben we vastgelegd waar in de toekomst laadpalen en gereserveerde parkeerplaatsen komen voor het opladen van elektrische deelauto's. Het verkeersbesluit dat nodig is om een deelauto op zo'n vaste standplaats te kunnen plaatsen is een andere manier om invloed te houden. Ook stimuleren en faciliteren we het aanbieden van deelauto's bij ruimtelijke ontwikkelingen via de Nota Parkeernormen. Voor het aanbieden van deelfietsen en deelscooters (hierna deeltweewielers) in 's-Hertogenbosch bestond nog geen juridisch kader. Omdat deeltweewielers overal in de openbare ruimte gestald mogen worden - in tegenstelling tot deelauto's die in een parkeervak moeten staan - is de kans op overlast groter. In het vergunningensysteem richten we ons daarom eerst alleen op deelfietsen en deelscooters. Later worden deelauto's daar mogelijk aan toegevoegd.
Door het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten met individuele aanbieders hebben we de afgelopen jaren kunnen sturen op deelmobiliteit in onze stad. Met het vergunningensysteem is het straks beter mogelijk om heldere voorwaarden en voorschriften te koppelen aan aanbieders van alle soorten deelmobiliteit in de openbare ruimte (met deelauto's als voorlopige uitzondering). Zo houden we nog meer grip op deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch.
Het juridisch kader van het vergunningensysteem bestaat uit twee onderdelen:
Via deze beleidsregels leggen we afspraken met aanbieders van deelmobiliteit laagdrempelig vast. Hierbij schrijven we een aantal toelatingsvoorwaarden voor waar alle aanbieders aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een vergunning. Ook stellen we vergunningvoorschriften op waar aanbieders aan moeten blijven voldoen tijdens de looptijd van de vergunning en waar we als gemeente op handhaven.
Uiteindelijk willen we groeien naar een deelmobiliteitssysteem waarin aanbod en vraag in balans zijn en overlast in de openbare ruimte zoveel mogelijk beperkt is. Daarom wordt in deze beleidsregels het aantal deelvoertuigen gemaximeerd door het instellen van een deelvoertuigplafond. Ook beperken we het aantal aanbieders per type deelvoertuig. Wanneer meer aanbieders een vergunning aanvragen dan het maximum aantal vergunningen, dan bepalen we op basis van loting welke aanbieders een vergunning krijgen. Zo heeft iedere aanbieder, die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, een gelijke kans op een vergunning.
Omdat we willen leren van de praktijk, worden de vergunningen in eerste instantie verleend voor een periode van drie jaar - met de optie voor verlenging met één jaar. Ontheffingen worden voor maximaal één jaar vergeven. Daarna bepalen we hoe hiermee verder te gaan. Dat past in onze stapsgewijze aanpak voor deelmobiliteit.
Alle aanbieders van deelmobiliteit stellen we de voorwaarde om tijdens de looptijd van de vergunning ook een signaalfunctie te vervullen, om ons zo, gevraagd en ongevraagd, te voorzien van inzichten over vraag, gebruik, nieuwe ontwikkelingen en innovaties op het gebied van deelmobiliteit.
1.4 Principes voor het aanbieden en stallen van deelvoertuigen
De gemeente 's-Hertogenbosch streeft naar een gelijkmatig en dekkend gebied waarin iedere Bosschenaar binnen acceptabele loopafstand toegang heeft tot deelmobiliteit. Op termijn willen we groeien naar een situatie waarin alle wijken en kernen binnen de gemeente zijn ontsloten door het deelmobiliteitssysteem.
Om grip te houden op deelmobiliteit leggen we, in overleg met aanbieders, vast op welke plekken in 's-Hertogenbosch deelvoertuigen wel en niet mogen worden aangeboden en afgemeld / geparkeerd. Om duidelijkheid te creëren gelden voor alle aanbieders dezelfde afspraken. Hierbij gelden de volgende principes:
Het servicegebied bestaat, bij start van de vergunningperiode, in de basis uit het gebied bestaande uit alle woonwijken van 's-Hertogenbosch, aangevuld met aanliggende bedrijventerreinen. Het streven is om in elk geval alle wijken en ook dorpskernen en bedrijventerreinen in meer landelijk gebied binnen de gemeente op termijn bij het servicegebied te trekken.
Virtuele gebieden waar deelvoertuigen 'overal' aangeboden en gestald mogen worden.
Afgebakende virtuele locaties waar deelvoertuigen kunnen worden gestald en afgemeld.
Fysiek ingerichte locaties waar de overstap van en naar actieve en duurzame vormen van (gedeelde) mobiliteit wordt gefaciliteerd. Deelvoertuigen kunnen hier gestald en afgemeld worden.
Het is aan de gemeente 's-Hertogenbosch om de grenzen van het servicegebied en dropzones te bepalen. Flexibiliteit is daarbij belangrijk. De servicegebieden en dropzones richten we daarom dynamisch in. Aanpassingen zijn in overleg met aanbieders en waar dat wenselijk is ook met andere partijen mogelijk. Bijvoorbeeld wanneer het aanbod en/of vraag naar deelmobiliteit wijzigt. Ook bij structurele overlast kan het servicegebied of een dropzone worden aangepast. Bij het bepalen en aanpassen van servicegebieden verwachten we een actieve, meedenkende rol van aanbieders.
De opbouw van deze beleidsregels is als volgt. In hoofdstuk 2 worden de algemene regels voor het verstrekken van een vergunning voor deelmobiliteit toegelicht. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 een aantal nadere regels uitgewerkt. De regels voor de uitgifte van ontheffingen voor innovatieve vormen van deelmobiliteit worden in hoofdstuk 4 uiteengezet. Tot slot zijn slotbepalingen opgenomen in hoofdstuk 5.
2. Regels voor vergunning deeltweewielers
2.2 Deelvoertuigplafond en maximum aantal vergunningen
Om grip te houden op het gebruik en toegankelijkheid van de openbare ruimte, geldt er per deelvoertuigcategorie een maximum aantal deelvoertuigen dat aangeboden mag worden in 's-Hertogenbosch (deelvoertuigplafond). Per vergunning is ook een maximum aantal deelvoertuigen bepaald. Zo krijgen meerdere aanbieders de kans om deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch te exploiteren.
Tabel 1. Maximum aantal voertuigen per deelvoertuigcategorie en per vergunning
Wanneer de vraag naar deelmobiliteit harder groeit dan het aanbod in een bepaalde categorie deelvoertuigen, dan kan het college in overleg met de aanbieder(s), besluiten het deelvoertuigplafond bij "bewezen succes" te verhogen. Een aanbieder kan hiervoor een verzoek doen, onderbouwd met inhoudelijke argumenten en data. Hierbij worden verschillende elementen in overweging genomen, waaronder:
1. De mate waarin aanbieder een bijdrage levert aan het behalen van de doelstellingen van de gemeente 's-Hertogenbosch (zie paragraaf 1.2);
2. De mate waarin aanbieder voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, voorschriften en kwaliteitseisen van deze beleidsregels;
3. Een aantoonbare gebruikersratio waarbij deelvoertuigen gemiddeld minimaal 3 keer per dag gebruikt worden - gemeten over een periode van 2 maanden. Daarbij houden we rekening met het maximaal aantal deelvoertuigen per deelvoertuigcategorie;
4. De mate waarin klachten en meldingen door aanbieder worden opgelost in lijn met de gestelde criteria en gemaakte afspraken;
5. De doorontwikkeling van het originele plan van aanpak;
6. Het streven naar een gelijk speelveld voor alle aanbieders van deeltweewielers.
2.3 Duur, verlenging en beëindiging vergunning
Voor verlenging moet de aanbieder op eigen initiatief en uiterlijk drie maanden voor de vervaldatum van zijn vergunning een aanvraag indienen. Het is ter beoordeling van het college of de verlenging wordt toegekend. Wanneer de aanvraag niet op tijd wordt ingediend, dan zal de lopende vergunning vervallen op de uiterlijke vervaldatum.
Er worden ieder kwartaal evaluatiegesprekken gevoerd om te evalueren of aan de toelatingsvoorwaarden en voorschriften, plan van aanpak en kwaliteitseisen wordt voldaan. Hiervoor wordt een rapportage aangeleverd zoals benoemd in artikel 3.5 van deze beleidsregels. Wanneer hier niet aan voldaan wordt, heeft de aanbieder drie maanden (tot het volgende kwartaal) de tijd om dit wel aantoonbaar te voldoen. Als na deze periode nog niet wordt voldaan volgt een officiële waarschuwing. De aanbieder heeft na deze waarschuwing nogmaals drie maanden de tijd om wel aantoonbaar te voldoen. Als dit niet gebeurt, kan de gemeente de vergunning intrekken.
Om de overall dienstverlening rondom deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch verder te verbeteren wordt, minimaal elke 6 maanden, een gezamenlijk overleg georganiseerd tussen de gemeente en alle aanbieders van deelmobiliteit die een vergunning hebben. Het eerste overleg vindt plaats vóór ingang van de vergunning. Daarbij staat o.a. de uniforme klachtenafhandeling op de agenda. In 2023 vinden de overleggen in een hogere frequentie plaats om een goede start en een verdere gezamenlijke invulling van de beleidsregels te borgen.
3. Nadere vergunning deeltweewielers
In dit hoofdstuk omschrijven we de nadere regels voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanbieden van deeltweewielers. Hierin worden o.a. de toelatingsvoorwaarden, vergunningvoorschriften en kwaliteitseisen van deelvoertuigen beschreven.
Artikel 3.1 Toelatingsvoorwaarden
De aanbieder is een rechtspersoon, ingeschreven bij KvK (of een gelijkwaardig register in een EU-lidstaat of derde land) en heeft geen moeder-dochter, zusteronderneming of is op een of andere wijze verweven met een andere onderneming die voor eenzelfde periode en deelvoertuigcategorie een vergunning heeft (aangevraagd). Hiermee wordt voorkomen dat één onderneming meerdere vergunningen onder een andere naam krijgt en daarmee monopolie ontstaat binnen een deelvoertuigcategorie.
De aanbieder heeft als hoofdactiviteit het aanbieden van (deel)mobiliteit. Dit moet blijken uit de statuten en het feitelijk handelen van de aanbieder. Wanneer dit niet de hoofdactiviteit van de aanbieder is, is het onvoldoende aannemelijk dat de aanbieder in staat is om zich aan de voorwaarden van de vergunning te houden.
De aanbieder heeft een vast Nederlands aanspreekpunt (telefonisch en per mail) dat zeven dagen per week op reguliere tijden bereikbaar is voor gebruikers en in staat is om zo snel mogelijk te handelen bij klachten of vragen. Daarnaast is de aanbieder 24/7 via een noodnummer bereikbaar voor overlast en calamiteiten om overlast in de openbare ruimte zoveel mogelijk te beperken.
De aanbieder overlegt een compleet en realistisch plan van aanpak dat tenminste de volgende onderdelen bevat:
i. Een implementatieplan met daarin beschreven wat de aanbieder wil bereiken, hoe de aanbieder dit gaat realiseren, waar en hoe gestart wordt met hoeveel deelvoertuigen (inclusief onderbouwing), wanneer en waar wordt op- of afgeschaald met hoeveel deelvoertuigen, welke marketing/communicatie uitingen/activiteiten om gebruik van deelmobiliteit te vergroten wordt ingezet en hoe de samenwerking wordt afgestemd met andere (deel)mobiliteitsaanbieders.
ii. Een (her)verdelingsplan voor een gebalanceerd gebruik van de openbare ruimte zodat er geen grote (ongewenste) clustering van deelvoertuigen plaatsvindt. Hierin is tenminste opgenomen waar, op welke manier en met welke frequentie deelvoertuigen door de aanbieder worden (her)verdeeld.
iii. Een veiligheidsplan, waarin is opgenomen op welke manier de veiligheid van de gebruiker en andere verkeersdeelnemers te allen tijde wordt gewaarborgd, en hoe de gebruiker wordt aangespoord om op een veilige en verantwoorde manier gebruik te maken van de deelvoertuigen en de openbare ruimte.
iv. Een onderhoudsplan, met daarin hoe vaak de deelvoertuigen worden gecontroleerd op werking en wettelijke conformiteit, en hoe ze worden schoongehouden (o.a. van graffiti, stickers (met uitzondering van stickers gerelateerd aan de deelvoertuigen). Hierin wordt ook aangegeven hoe de accu's worden opgeladen/verwisseld.
v. Een klachtenplan, met daarin de wijze van indiening, termijn van afhandeling, acties, registratie en reactie.
vi. Een dataplan, met daarin welke data wordt geleverd aan de gemeente, hoe de datalevering wordt georganiseerd (zie ook artikel 3.5) en op welke manier de data wordt gebruikt voor het verbeteren van de dienstverlening en het bijdragen aan de ambities van de gemeente 's-Hertogenbosch.
vii. Een innovatieplan, waarin wordt beschreven hoe de dienstverlening van de aanbieders, nu en in de toekomst, proactief, een bijdrage levert aan de doelstellingen van de gemeente. In dit plan wordt in ieder geval omschreven hoe de aanbieder haar gebruikers van deelmobiliteit stimuleert om correct en netjes te parkeren zodat overlast tot een minimum wordt beperkt. Ook wordt hier beschreven op welke wijze de koppeling met MaaS wordt gelegd en op welke termijn.
Waar mogelijk ondersteunen deze plannen de doelen van de gemeente 's-Hertogenbosch, zoals beschreven in paragraaf 1.2.
Algemeen vergunningvoorschrift
Voorkomen van overlast en verrommeling
De aanbieder is te allen tijde verantwoordelijk voor het correct stallen van de deelvoertuigen en neemt de nodige maatregelen om hinderlijk of foutief geparkeerde deelvoertuigen binnen 24 uur correct te stallen of te verwijderen uit de openbare ruimte. Onder correct stallen wordt hier verstaan het stallen binnen het servicegebied en binnen dropzones waar deze van toepassing zijn.
De gemeente mag hinderlijk of foutief geparkeerde deelvoertuigen verwijderen uit de openbare ruimte. Deze kunnen tegen betaling worden opgehaald bij het fietsdepot 's-Hertogenbosch. Wanneer de gemeente hierom vraagt dient de aanbieder per direct medewerking te verlenen, bijvoorbeeld door een voertuig zelf te verwijderen of indien dat op dat moment niet mogelijk is, deze (digitaal) van het slot te halen.
Locatie aanbieden en parkeren van deelvoertuigen
Om het gebruik van deelvoertuigen te stimuleren en een evenwichtig gebruik van de openbare ruimte te garanderen, kan het college een ruimtelijke spreiding en frequentie bepalen van het (her)verdelen van de deelvoertuigen per categorie, zowel bij de start als gedurende de vergunningperiode. Zo'n besluit wordt altijd in overleg met de aanbieders genomen. De grondslag hiervoor zijn de doelstellingen als bepaald in paragraaf 1.2.
Aanbod en gebruik van deelvoertuigen
Wanneer de aanbieder het aanbieden van deelvoertuigen wil onderbreken waardoor de gebruiker geen of slechts gedeeltelijk beschikking zal hebben tot deelvoertuigen van deze aanbieder, dient deze onderbreking minimaal één (1) maand van tevoren te bespreken met de gemeente. Het college kan op basis daarvan de verstrekte vergunning intrekken.
De openbare ruimte is schaars en daarom is het wenselijk dat deze ruimte efficiënt gebruikt wordt. Dit geldt ook voor deelmobiliteit. Het doel is daarom te komen tot een optimale gebruiksratio van de deelvoertuigen. Per deelvoertuigcategorie moet minimaal het volgende gemiddelde aantal ritten per dag worden gehaald (als gemiddelde over alle voertuigen over een periode van 6 maanden):
Tabel 2. Minimaal gemiddeld aantal ritten per voertuigcategorie per dag
Voor deelscooters worden ritten korter dan 1 kilometer niet meegenomen bij het bepalen van de gebruiksratio.
Voor klachten en meldingen die via de gemeente binnenkomen en worden doorgezet naar de aanbieder, ontvangt de gemeente binnen één (1) werkdag een terugkoppeling van de aanbieder met toelichting hoe de klacht is / wordt afgehandeld. De termijn van afhandeling gaat in op het moment dat de klacht of melding door de gemeente is doorgestuurd aan de aanbieder.
Aanbieder handelt 90 % van alle klachten en meldingen (zowel van gebruikers als van derden) binnen 3 dagen af en 100 % van alle klachten en meldingen binnen 20 dagen. Klachten en meldingen over overlast moeten binnen 24 uur tot acties hebben geleid die zichtbaar zijn voor de indiener van de klacht. Ook klachten en meldingen die via de gemeente binnenkomen bij de aanbieder worden hierin meegenomen.
3.4 Eisen ten aanzien van MaaS
Mobility-as-a-Service gaat om het plannen, boeken en betalen van al het mogelijke vervoer via één digitaal platform met realtime informatie. Vooral ook combinaties van alle soorten vervoer. Zodat reizen van-deur-tot-deur op maat en volgens de wensen van de reiziger mogelijk is. Zonder deelmobiliteit is het mobiliteitsaanbod van een MaaS-platform niet ocmpleet. Het is dus van belang dat het aanbod van deelmobiliteit in 's-Hertogenbosch ook wordt ontsloten via MaaS-platforms. Om de landelijke opschaling van MaaS te versnellen stelt 's-Hertogenbosch de voorwaarde aan aanbieders om op een gestandaardiseerde manier aan te sluiten bij een landelijk MaaS-platform:
De integratie van de aansluitingen op MaaS-platforms is tenminste KIM Niveau 2 1 . Dit omvat alle interactie met de gebruiker: het zoeken en boeken van een deelvoertuig, het starten en beëindigen van de huur én het betalen voor het gebruik.
De aanbieder werkt, binnen 18 maanden na ingang van de vergunning, toe naar een integratie op KIM Niveau 3 of hoger. Op dit niveau voorziet MaaS niet alleen in losse verplaatsingen, maar faciliteert de dienst de complete dagelijkse mobiliteitsbehoefte van personen door uiteenlopende vervoermiddelen via bundels en/of abonnementen aan te bieden.
Aanbieder zorgt er voor dat de deelvoertuigen digitaal zijn te vinden, te boeken en te betalen via een app in iOS en Android (en eventueel andere gangbare besturingssystemen) in het Nederlands en Engels. Ook storingen en klachten moeten via de app gemeld kunnen worden. Locaties en beschikbare (niet in gebruik zijnde of gereserveerde geparkeerde) deelvoertuigen worden realtime en nauwkeurig weergegeven.
Om snel en gericht bij te kunnen sturen op aanbod en (achterblijvende) vraag en inzicht te verkrijgen in het verplaatsingsgedrag, levert de aanbieder de benodigde data geanonimiseerd per kwartaal (of eerder op verzoek) digitaal aan via de CDS-M werkwijze aan de gemeente of een door de gemeente aangewezen derde partij (zoals het CROW).
Om te kunnen monitoren op handhaving en beheer van de vloot en om inzicht te krijgen in de druk op de openbare ruimte levert de aanbieder, mits de aanbieder over deze data beschikt, in goed overleg data aan de gemeente 's-Hertogenbosch. De volgende data wordt geanonimiseerd per kwartaal (of eerder op verzoek), zonder extra kosten, digitaal aangeleverd:
- Gemiddelde duur gebruik per rit
- Locatie herkomst en bestemming van de ritten
- Gebruiksratio: aantal beschikbare deelvoertuigen / in gebruik zijnde deelvoertuigen per servicegebied
- Aantal defecte deelvoertuigen
3.6 Samenwerking omliggende gemeenten
Om de kracht van deelmobiliteit volledig te benutten is een verdere regionale opschaling van deelmobiliteit in Brabant op termijn nodig. Dat vraagt om te groeien richting een samenhangend en sluitend netwerk waarbij het aanbod van deelvoertuigen in verschillende steden en dorpen wordt gecombineerd tot een samenhangende vloot. Dit geeft maximale keuzevrijeheid en flexibiliteit voor de reiziger. De rol van MaaS-apps is hierin van belang.
Op de korte termijn focussen we ons op het in goede banen leiden van deelmobiliteit in onze eigen gemeente. Maar daarnaast willen we verder kijken. Deelmobiliteit houdt namelijk niet op bij de gemeentegrens. Het gebruik van deelmobiliteit in omliggende gemeenten beïnvloedt ook het gebruik ervan in 's-Hertogenbosch. Daarom willen we als gemeente het gesprek aan kunnen gaan met aanbieders van deelmobiliteit die in 's-Hertogenbosch actief zijn én met omliggende gemeenten. Zodat deelvoertuigen van aanbieders in omliggende gemeenten ook in 's-Hertogenbosch (op één of meerdere locaties) gestald kunnen worden - en andersom. Met als doel om het totaalaanbod van deelvoertuigen in de verschillende gemeenten op elkaar af te stemmen en het regionale aanbod van deelmobiliteit te vergroten en te verbeteren.
We stellen de voorwaarde aan de vergunde aanbieders om actief bij te dragen aan de gesprekken die we voeren met de regio en provincie. Ook stellen we de voorwaarde dat de geselecteerde aanbieders participeren in regionale en Brabantbrede trajecten om deelmobiliteit verder door te ontwikkelen.
De nadere regels worden per ontheffing door het college, in overleg om met de aanbieder die de ontheffing ontvangt, vastgesteld. Hierbij hanteren we de volgende algemene uitgangspunten:
Initiatieven kunnen worden ingediend bij de gemeente, met daarin beschreven:
- De specifieke kenmerken van de deelvoertuigen;
- Het servicegebied van de deelvoertuigen;
- De looptijd van het experiment;
- De wijze van monitoring, dataverzameling en datadeling;
- Eventuele andere omstandigheden die voor het experiment van belang zijn.
Ontheffingen deelmobiliteit worden verleend voor experimenten in gebieden waar:
- Het college de impact van nieuwe deelmobiliteitsconcepten in de openbare ruimte wil onderzoeken;
- Een vermindering van vervoersmogelijkheden optreedt (al dan niet tijdelijk);
- Een specifieke gebruikersgroep behoefte heeft aan een vorm van deelmobiliteit die daar niet of beperkt aanwezig is.
Na evaluatie kan het college bekijken of een nieuwe deelvoertuigcategorie zorgt voor een gezonde aanvulling op het bestaande aanbod van deelmobiliteit en vervolgens bepalen of de lijst met deelvoertuigcategorieën waarvoor een vergunning wordt uitgegeven wordt uitgebreid met de nieuwe deelvoertuigcategorie.
Het college is bevoegd om op elk moment een vergunning in te trekken wanneer in strijd wordt gehandeld met de overeengekomen toelatingsvoorwaarden, vergunningvoorschriften, óf het ter gebruik aanbieden van de deelvoertuigen:
i. Gevaar oplevert voor de veiligheid van de gebruikers of de verkeersveiligheid;
ii. Een nadelige invloed heeft op het milieu;
iii. Onevenredig beslag legt op de openbare ruimte;
iv. Zorgt voor structurele overlast door foutparkeren;
v. Indien de aanbieder (al dan niet door eigen schuld) voor een periode van 2 weken in gebreke blijft in het aanbeiden van meer dan 50 % van de voertuigen.
Indien de aanbieder zijn activiteiten beëindigt, brengt hij de gemeente 's-Hertogenbosch hier onmiddellijk van op de hoogte. De vergunning wordt geacht te zijn vervallen vanaf het tijdstip waarop de stopzetting van de activiteiten gecommuniceerd is aan de inwoners van 's-Hertogenbosch. In geval van faillissement is de curator verplicht de beëindiging bij de gemeente aan te geven en de stad daarover te informeren.
In geval van nieuwe landelijke wettelijke bepalingen of regelgeving conformeert de gemeente zich aan deze regels en gaan deze ook gelden voor de vergunde aanbieders. Indien deze landelijke regels afwijken van lokale regels zullen we deze implementeren in deze beleidsregels, waarbij de vergunde aanbieders wel de mogelijkheid krijgen om hieraan te gaan voldoen.
Bijlage 1. Algemene Plaatselijke Verordening
Toe te voegen definities aan artikel 5:1 van de APV:
Deelvoertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 die op een openbare plaats ter beschikking worden gesteld om, al dan niet tegen betaling of anderszins met commerciële doeleinden, herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruikt te worden op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke en rechtspersonen en/of een of meerdere aanbieder(s).
Artikel 5:10.1 Aanbieden van deelvoertuigen
Het college kan een vergunning of ontheffing weigeren of intrekken indien:
a. Een door het college vastgesteld deelvoertuigenplafond door het verlenen van de vergunning of ontheffing zou worden overschreden; of
b. Het ter gebruik aanbieden van de deelvoertuigen:
i. Gevaar oplevert voor de veiligheid van de gebruikers of de verkeersveiligheid;
ii. Een nadelige invloed heeft op het milieu;
iii. Onevenredig beslag legt op de openbare ruimte;
iv. Zorgt voor structurele overlast door foutparkeren;
v. Indien de aanbieder (al dan niet door eigen schuld) voor een periode van 2 weken in gebreke blijft in het aanbieden van meer dan 50 % van de voertuigen; of
c. In strijd wordt gehandeld met de overeengekomen toelatingsvoorwaarden en vergunningvoorschriften.
Het college kan stallingsplaatsen, wegen of weggedeelten, of gebieden aanwijzen waar:
a. het verboden is om voertuigen of categorieën van deelvoertuigen als bedoeld in het eerste lid te plaatsen; en/of
b. het verboden is om voertuigen of categorieën van deelvoertuigen als bedoeld in het eerste lid ter gebruik aan te bieden; en/of
c. het verplicht is om categorieën van deelvoertuigen (her) te verdelen.
KIM Niveau 2: integratie van zoeken, boeken en betalen. Op dit niveau faciliteert MaaS het vinden, boeken en betalen van losse verplaatsingen. De toegevoegde waarde van dit niveau voor de gebruiker is dat het zoeken, boeken en betalen wordt gecombineerd in één loket (bijvoorbeeld via een app met een vooraf geregistreerde creditcard).