Het college van de gemeente Noordwijk,
gelet op de artikelen 147, lid 1 en 149 Gemeentewet en artikel 4 Verordening energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen zonder winstoogmerk,
Overwegende:
- •
dat er, ter ondersteuning van de gevolgen van de energiecrisis, vanuit de rijksoverheid, provincie en/of derden ruime steunpakketten beschikbaar zijn gesteld;
- •
dat desondanks de positie van de betrokkenen in voorkomende gevallen dusdanig is verslechterd, dat daar noodsituaties zijn ontstaan;
- •
dat daardoor in voorkomende gevallen het voortbestaan van maatschappelijke instellingen in gevaar komt;
- •
dat onze gemeente noodsteun wil verstrekken aan deze maatschappelijke instellingen voor zover deze zich (voornamelijk) richten op een belang in of voor Noordwijk;
- •
dat de gemeente niet beschikt over onbeperkte middelen en dat het daarom noodzakelijk is om nadere regels op te stellen over de verdeling van de Noodsteun;
dat het daarom noodzakelijk is om de inzet van de noodsteun neer te leggen in nadere regels;
Besluit vast te stellen de
Nadere regels energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen gemeente Noordwijk.
Artikel 1 – Begripsbepalingen (artikel 1 Verordening)
De in deze nadere regels gehanteerde begrippen komen overeen met de in artikel 1 van de Verordening ‘energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen’ vermelde begrippen.
Artikel 2 – Het aanvragen van de Noodsteun (artikelen 5, 6 en 7 Verordening)
Het bepaalde in de artikelen 5, 6 en 7 van de Verordening wordt als volgt uitgewerkt:
- 1.
De rechtsgeldige vertegenwoordiger(s) van de maatschappelijke instelling, die in aanmerking wil komen voor Noodsteun kan/kunnen een schriftelijke aanvraag indienen bij het college.
- 2.
De bepalingen van afdeling 4.1.1.van de Algemene wet bestuursrecht (de aanvraag) zijn van toepassing op een verzoek om Noodsteun.
- 3.
Aanvragen om Noodsteun worden op volgorde van ontvangst in behandeling genomen.
- 4.
De aanvraag bevat in ieder geval:
- a.
de naam en het adres van de maatschappelijke instelling, de contactgegevens van de vertegenwoordiger(s), de dagtekening en een handtekening;
- b.
een schriftelijk bewijs van rechtsgeldige vertegenwoordiging namens de maatschappelijke instelling of een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
- c.
een schriftelijke onderbouwing van de Noodsituatie, waarin de maatschappelijke instelling verkeert en de gevraagde Noodsteun;
- d.
het overleggen van correspondentie/bewijzen dat er geen beroep gedaan kon worden op het steunpakket van het Rijk, de provincie en/of derden dan wel dat de door de Rijksoverheid, provincie en/of derden toegekende noodsteun niet toereikend is (geweest) om de noodsituatie te verhelpen.
- e.
een beschrijving welke (eigen) inspanning de maatschappelijke instelling -in redelijkheid- heeft verricht om de financiële gevolgen van de energiecrisis op te vangen c.q. te verminderen;
- f.
bewijs dat aanvrager contracthouder is van het energiecontract of huurder van het vastgoed;
- g.
de jaarrekening over 2022 dan wel -indien nog niet gereed- over 2021 en de voorlopige cijfers over 2022 van de maatschappelijke instelling. Indien geen jaarrekening gepubliceerd hoeft te worden, de laatst opgemaakte financiële verantwoording over 2022 dan wel -indien niet aanwezig- over 2021;
- h.
Een duidelijk leesbare kopie van een recent bankafschrift van de IBAN-bankrekening waarop de Noodsteun gestort dient te worden.
Artikel 3 – De vorm van Noodsteun (artikel 8 Verordening)
Artikel 8 lid 1 Verordening wordt als volgt uitgewerkt:
- 1.
De noodsteun wordt in principe om niet verstrekt. Het college kan hier gemotiveerd van afwijken als daar zijns inziens aanleiding toe is (bijvoorbeeld indien de maatschappelijke instelling een fraudeverleden heeft).
- 2.
Noodsteun wordt niet verstrekt, indien uit de beoordeling van de gegevens blijkt dat
- a.
de maatschappelijke instelling die een beroep doet op de Noodsteun voor de energiecrisis al in financiële moeilijkheden verkeerde; of
- b.
de maatschappelijke instelling, ondanks de steun, naar verwachting niet binnen een redelijk termijn zelfstandig (zonder steun) kan blijven voortbestaan.
Artikel 4 – Hoogte van de Noodsteun (artikel 9 Verordening)
De in artikel 9 van de Verordening opgenomen regels met betrekking tot de hoogte van de noodsteun worden als volgt uitgewerkt.
- 1.
Als het gaat om een vast energiecontract wordt, voor het bepalen van de hoogte van de Noodsteun, gekeken naar het verschil in de prijs die aanvrager op de aanvraagdatum betaalt per m3 gas en kWh, excl. BTW, ten opzichte van de prijs die hij betaalde in diezelfde periode een jaar eerder.
- 2.
Als het gaat om een flexibel energiecontract wordt, voor het bepalen van de hoogte van de Noodsteun, gekeken naar de maandafrekeningen over de 12 maanden voorafgaande aan de aanvraagdatum.
- 3.
Aanvrager toont aan dat hij in redelijkheid alle mogelijke inspanningen verricht en heeft verricht om het energieverbruik te verlagen dan wel duurzaamheidsmaatregelen heeft genomen.
Artikel 5 – Verplichtingen van de maatschappelijke instelling (artikel 12 Verordening)
De in artikel 12 van de verordening opgenomen verplichtingen worden als volgt nader uitgewerkt:
De in artikel 12 lid 1 onder a Verordening verplichting tot het voeren van een administratie omvat mede het bewaren en bijhouden van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, zodat deze gegevens – voor zover van belang in verband met de verstrekte Noodsteun - duidelijk en controleerbaar is voor de (accountant van de) gemeente en eventuele derden die in samenspraak met de maatschappelijke instelling worden betrokken bij de procedure.
Artikel 6 – weigering, terugvordering van de vergoeding (artikelen 14 en 15 Verordening)
- 1.
Indien aanvrager niet instemt of handelt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 14 of 15 van de Verordening en/of deze Nadere regels, wordt zij uitgesloten van deelname aan de Noodsteun.
- 2.
Voor zover al Noodsteun is toegekend, geldt dat bij handelen in strijd met het bepaalde in de Verordening en/of deze Nadere regels, de verstrekte Noodsteun wordt teruggevorderd.
- 3.
Het vastgestelde bedrag kan niet achteraf bijgesteld of herzien worden als blijkt dat er een hoger bedrag aan Noodsteun benodigd was.
- 4.
Als voorwaarde aan een te verlenen Noodsteun kan aan aanvrager de verplichting worden opgelegd om gebruik te maken van een, namens en door de gemeente bekostigde, energiecoach.
Artikel 7 – Inwerkingtreding
Deze nadere regels treden in werking op de dag na publicatie.
Artikel 8 – Citeertitel
Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen gemeente Noordwijk.