Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opmeer

Beleidsuitgangspunten voor de inkoop Jeugdhulp en Wmo Westfriesland 2024 en verder

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsuitgangspunten voor de inkoop Jeugdhulp en Wmo Westfriesland 2024 en verder
CiteertitelBeleidsuitgangspunten voor de inkoop Jeugdhulp en Wmo Westfriesland 2024 en verder
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.6.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. artikel 2.6.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  3. artikel 8.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  4. artikel 2.11 van de Jeugdwet
  5. artikel 2.12 van de Jeugdwet
  6. artikel 12.4 van de Jeugdwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-04-2023nieuwe regeling

16-02-2023

gmb-2023-151628

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsuitgangspunten voor de inkoop Jeugdhulp en Wmo Westfriesland 2024 en verder

De raad van de gemeente Opmeer,

 

gelet op ​artikel 2.6.3, 2.6.4 en 8.7 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 2.11, 2.12 en 12.4 van de Jeugdwet​;

 

overwegende dat ​de huidige contractperiode voor de regionaal ingekochte ondersteuning onder de Jeugdwet en Wmo per 1 januari 2024 afloopt​;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 december;

 

gelet op de behandeling in de oordeelvormende raadsvergadering van 2 februari 2023

 

besluit:

  • 1.

    de beleidsuitgangspunten voor de inkoop Jeugdhulp en Wmo Westfriesland 2024 en verder vast te stellen;

  • 2.

    het college de opdracht te geven om in de regio aandacht ervoor te vragen dat het gebruik van budgetplafonds niet wordt uitgesloten en bij de inkoopstrategie toegepast daar waar dit een meerwaarde heeft, rekening houdend met de evaluatie van AEF over Resultaatgericht Werken.

1. Inleiding

‘Het sociaal domein bedient vele gezichten: van jongeren met een licht verstandelijke beperking tot ouderen met dementie. Van ouders met zorgen over een verslaafde puber tot mantelzorgers die overbelast dreigen te raken. Corona laat zien dat iedereen zomaar in een kwetsbare positie kan komen. Het sociaal domein biedt wat nodig is, vaak even, en soms structureel. Zodat mensen in een kwetsbare positie altijd op ons kunnen rekenen en de samenleving als geheel gezonder wordt dan ze nu is. Met oog voor de menselijke maat en de verschillen die er zijn tussen inwoners, gemeenten en regio’s1.

 

De regio Westfriesland, bestaande uit de gemeente Hoorn, Medemblik, Koggenland, Opmeer, Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland werkt samen bij het inkopen van zorg en ondersteuning in het sociaal domein. Om de regionale jeugdhulp en Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna Wmo) in te kopen en de gesloten overeenkomsten te beheren heeft de regio een inkoop- en contractmanagementteam opgezet, de Netwerkorganisatie ‘Zorg in de regio Westfriesland’. We bundelen zodoende onze kennis en expertise en realiseren efficiency ten behoeve van de inwoners. Daarnaast kunnen we hierdoor gebruik maken van schaalvoordelen bij de inkoop. Ook voor de zorgaanbieders is dit fijn, omdat die veelal regionaal en bovenregionaal georganiseerd zijn.

 

Op onderdelen kunnen de regiogemeenten besluiten dat een lokale aanpak passender is, de zogenaamde ‘couleur locale’. Waar wij verbonden willen zijn is er een gedeelde visie op het sociaal domein.

 

De zeven Westfriese gemeenten verschillen in aard, omvang en populatie. Daarom is het belangrijk om lokale voorzieningen toe te spitsen op de lokale behoeften en goed aan te laten sluiten op regionaal ingekochte ondersteuning. Dit vraagt bewegingsruimte om lokale of subregionale keuzes te maken. Dit draagt bij aan de doelstelling zorg zo dichtbij mogelijk en het debat over normaliseren waarbij sommige problemen bij het leven horen. We streven naar een weerbare bevolking in Westfriesland die zoveel als mogelijk problemen zelf het hoofd kan bieden. Voor het gezamenlijk ingekochte aanbod is het belangrijk dat het zorglandschap overzichtelijk, beheersbaar en betaalbaar is. We willen aanbieders op een andere manier als strategisch partner aan de regio verbinden om het zorglandschap te innoveren en de transformatie te realiseren. Beschikbare data en analyses zijn voorwaardelijk om te kunnen sturen en te ontwikkelen. Hierbij is het versimpelen van de keten en het beperken van administratieve lasten een rode draad.

 

Leeswijzer

In dit kader leiden we kort in wat de aanleiding is, waar het over gaat en welke ontwikkelingen er spelen. Vervolgens komen we op het belangrijkste onderdeel: waar doen we het voor en wat zijn onze beleidsuitgangspunten voor de nieuwe inkoop jeugdhulp en Wmo. Tot slot sluiten we af met een korte schets van het vervolgproces.

 

In dit document wordt gesproken over ‘ondersteuning’. Hiermee bedoelen we ondersteuning in de breedste zin van het woord. Het gaat hierbij om vrij toegankelijk aanbod, of ingekochte hulp, zorg of ondersteuning vanuit de jeugdwet of Wmo.

2. Wat is de aanleiding?

In juli 2022 gaf het bestuurlijk Madivosa de opdracht voor:

 

  • Een evaluatie van het Resultaat Gestuurd Werken (RGW);

  • Het opstellen van regionale beleidsuitgangspunten voor de inkoop 2024 en verder voor Wmo en Jeugd;

  • Het inrichten van het inkoopproces.

Eind 2023 lopen de contracten met de zorgaanbieders voor de Wmo en de Jeugdwet, die eerder regionaal zijn ingekocht, af. Een nieuwe inkoopprocedure is noodzakelijk. Daar horen afwegingen bij over de inhoud en samenstelling van de opdrachten, de inkoop- en bekostigingsvorm en de keuzes tussen lokaal en (sub)regionaal inkopen. Ook de eisen aan de dienstverlening en de nieuwe ingangsdata van de contracten, die tussen 1 januari 2024 en 1 januari 2025 kunnen liggen, zijn belangrijke keuzes. Om hierin te kunnen kiezen en daarmee een inkoopstrategie vorm te geven, zijn beleidsuitgangspunten die worden vastgesteld door de gemeenteraden van de zeven Westfriese gemeenten, noodzakelijk. De beleidsuitgangspunten in voorliggend document hebben we mede gebaseerd op de belangrijkste conclusies uit de tussenevaluatie in 2021 en de evaluatie in 2022 van het Resultaat Gestuurd Werken.

3. Waar gaat het over?

Inhoudelijke scope

De inhoudelijke scope van dit kader gaat over een gedeelte van de onderdelen van de Wmo en de Jeugdwet.

 

Wmo

  • Wmo (waaronder begeleiding, huishoudelijke ondersteuning en dagbesteding)

  • Cliëntondersteuning

  • Sociaal-medische advisering

  • De volgende onderdelen van de Wmo vallen buiten de scope van deze inkoop:

  • Meldpunt Acute Zorg (MAZ)

  • Beschermd wonen

  • Maatschappelijke Opvang

  • Doelgroepenvervoer

  • Inloop GGZ

  • Hulpmiddelen

  • Trapliften

De inkoop van Beschermd Wonen, inloop GGZ en de Maatschappelijke Opvang is een parallel traject en wordt uitgevoerd door de gemeente Hoorn. De beleidsuitgangspunten voor deze trajecten sluiten zoveel mogelijk aan op de beleidsuitgangspunten van de inkoop Jeugd en Wmo. Vanzelfsprekend zorgen we voor een goede aansluiting in de beleidsuitgangspunten voor alle onderdelen.

 

Jeugdzorg

  • Specialistische Jeugdhulp

  • Hoog specialistische jeugdhulp

  • Pleegzorg

  • Ernstige dyslexie

  • Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (Gecertificeerde Instellingen (GI’s))

De beleidsuitgangspunten voor jeugdbescherming en jeugdreclassering zijn parallel aan voorliggende uitgangspunten ontwikkeld. Beiden worden tegelijkertijd aan de gemeenteraden aangeboden, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij Jeugd valt ook een aantal onderdelen buiten de scope van dit inkoopproces, maar waar de beleidsuitgangspunten de basis vormen voor de input van de Westfriese regio in deze bovenregionale inkooptrajecten. Het gaat hierbij om:

 

  • Jeugdzorg Plus

  • Integrale Crisisdienst Jeugd

Algemene ontwikkelingen

We leven in een dynamische tijd met forse inhoudelijke opgaven en financiële uitdagingen. De vraag naar Jeugdzorg en Wmo neemt toe, we hebben te maken met vergrijzing, toenemende armoedeproblematiek en de effecten van COVID-19 (meer psychosociale problematiek). Ook de gebeurtenissen op het wereldtoneel hebben invloed op Westfriesland, zoals de toestroom van vluchtelingen, energievraagstukken of klimaatverandering.

 

Zowel gemeentes als zorgaanbieders kampen steeds meer met personeelstekorten, terwijl de vraag naar ondersteuning niet afneemt. De groeiende vraag en het gebrek aan tijd en middelen, vergt een lange termijnaanpak, waar gestreefd wordt naar een samenhangend geheel van preventieve activiteiten, zorg- en welzijnsaanbod. Om dit te realiseren is in het brede sociaal domein een beweging van verkokering en decentralisatie naar integraliteit en samenwerking in gang gezet. De krappe financiële middelen leggen daarnaast een zwaartepunt bij uitgavenbeheersing. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de kostenformule, maar ook naar effectiviteit (zinnige inzet van ondersteuning) en efficiency (meer ondersteuning voor hetzelfde geld). Dit vraagt om scherpere monitoring door overheidsorganisaties.

 

Daarnaast moeten we rekening houden met landelijke uitspraken, richtlijnen en eisen bijvoorbeeld:

 

  • De norm voor opdrachtgeverschap (voor Jeugd, Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen);

  • De hervormingsagenda Jeugd;

  • Het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming;

  • De afbouw van plaatsingen in de gesloten jeugdzorg naar 0 en de daarbij horende ontwikkeling naar kleinschalige woonvoorzieningen;

  • De 10 leidende principes van het bovenregionale plan ‘een Thuis voor Noordje’;

  • Voorkomen van dakloosheid (speerpunt Rijk naast ‘wonen eerst’);

  • Uitspraken Centrale Raad van Beroep inzake begeleiding en hulp in de huishouding.2

 

Ook wet- en regelgeving verandert regelmatig, zoals de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Wmo die weer terugkomt. Deze ontwikkelingen betekenen dat continu afstemming en aanpassing nodig is. Afstemming lokaal, (sub)regionaal en bovenregionaal en met onze (maatschappelijke) partners en opdrachtnemers over de gevolgen van deze ontwikkelingen voor inwoners en onze (contractuele) afspraken.

 

Regionale ontwikkelingen

Ook regionale ontwikkelingen spelen een rol bij de inkoop. In onze regio merken we dat steeds meer zorgaanbieders zich terugtrekken. Bijvoorbeeld doordat zorgaanbieders grotere afstanden moeten afleggen.

 

Kijken we naar de inwoners in onze regio, dan zien we dat we te maken hebben met relatief meer ontgroening dan in de rest van Noord-Holland. Met vergrijzing heeft de regio natuurlijk ook te maken. Hierdoor wijken wij regionaal af van de landelijke cijfers.

 

Specifiek speelt het toezicht van het ministerie waar we regionaal onder staan, omdat het nog niet lukt om binnen drie maanden passende zorg te in te zetten voor jeugdigen met een kinderbeschermingsmaatregel. Passende zorg beschikbaar hebben is een verantwoordelijkheid van de gemeente en maakt daarmee onderdeel uit van de inkoop Jeugd.

4. Waar doen we het voor?

We doen het voor onze inwoners. We willen dat onze inwoners zo lang mogelijk en zo zelfstandig mogelijk, veilig en beschermd thuis wonen, jong en oud. Inwoners moeten gezond en veilig op kunnen groeien en hun leven lang hun talenten kunnen ontwikkelen. Belangrijk is, dat inwoners naar vermogen kunnen participeren in de samenleving.

 

Als gemeenten, zorgen wij voor ondersteuning voor de inwoners in een kwetsbare positie, die het niet volledig zelf redden. Die ondersteuning start met een goed ingerichte sociale

basisinfrastructuur die mogelijk maakt dat inwoners elkaar kunnen helpen en laagdrempelig deel kunnen nemen aan activiteiten bij hen in de buurt. Waar meer nodig is, bieden we algemene, collectieve voorzieningen dichtbij huis en als het niet anders kan bieden we individuele ondersteuning. Ook in het laatste geval, kijken we altijd weer of we dat na enige tijd kunnen afbouwen of combineren met meer collectieve voorzieningen.

Belangrijk is dat we uitgaan van de eigen kracht van inwoners en van hun netwerk. Gemeenten zijn er om te ondersteunen op de momenten dat dat (even) niet lukt.

 

Hoe doen we dat

Regionale samenwerking helpt ons, om onze taken goed uit te voeren. Bij sommige wettelijke taken is deze samenwerking verplicht, soms is deze noodzakelijk voor kwaliteit en stabiliteit van de zorg, bij andere onderdelen kiezen we hier bewust voor. Onze visie is dat door het bundelen van onze capaciteit en expertise, we onze inwoners beter kunnen ondersteunen. Wat we lokaal kunnen organiseren, doen we lokaal.

In de praktijk betekent dit meestal dat ‘hoe gespecialiseerder het aanbod is, hoe logischer het is om (boven)regionaal samen te werken’. Dit betekent dat ook buiten de regio Westfriesland wordt samengewerkt met diverse omliggende regio’s. De negen regio’s van de Provincie Noord-Holland doen dit via het Bovenregionaal Netwerk (BorN).

5. Beleidsuitgangspunten

Op basis van de huidige kaders (wet- en regelgeving, lokale en regionale beleidskaders en de evaluatie RGW), hanteren we de volgende beleidsuitgangspunten als kompas voor het maken van keuzes in de inkoopstrategie Wmo en Jeugd. Deze beleidsuitgangspunten zijn een weergave van wat de regio belangrijk vindt. Wij verwachten dat onze opdrachtnemers deze uitgangspunten overnemen en hier naar handelen in de uitvoering.

 

De inwoner

  • We gaan uit van eigen kracht en eigen regie van de inwoner en zijn netwerk en versterken dat waar mogelijk.

  • We brengen samen met de inwoner de hulpvraag in kaart en bieden waar nodig tijdig ondersteuning die past bij zijn of haar leefomgeving.

  • We organiseren ondersteuning nabij en toegankelijk met als uitgangspunt ‘de juiste ondersteuning op de juiste plek’. We schalen af als het kan en we schalen op als het moet.

  • We communiceren transparant naar de inwoner over welke ondersteuning op welke wijze geboden wordt.

De uitvoering

  • We zorgen samen met onze opdrachtnemers en onze maatschappelijke partners voor een overzichtelijk, dekkend en samenhangend aanbod.

  • We kijken met een brede en (wets-) overstijgende blik, werken integraal samen en bieden ondersteuning aan die rekening houdt met de specifieke omstandigheden van de inwoner en het gezin.

  • We vertrouwen dat de professionals doen wat nodig is voor de inwoner.

  • We blijven met elkaar, gemeenten en opdrachtnemers, leren en innoveren om de samenwerking en ondersteuning te verbeteren om de transformatie te realiseren.

  • Kinderen en gezinnen in aanloop naar of met een jeugdbeschermings- of jeugdreclasseringsmaatregel krijgen voorrang bij de inzet van hulp en ondersteuning in het kader van de Jeugdwet en Wmo.

Financiën

  • We streven naar grip en sturing op het zorglandschap om de zorg beschikbaar te houden voor alle inwoners die het nodig hebben.

  • We organiseren de ondersteuning lokaal waar het kan. We kopen ondersteuning (sub)regionaal of bovenregionaal in als dit moet of wanneer dit beter is.

  • We kijken per zorgvorm welke bekostigingssystematiek passend.

  • Wij handelen vanuit kostenbewustzijn en kiezen consequent voor de meest effectieve en kwalitatieve, passende oplossing.

  • We dragen zorg voor een rechtmatige en doelmatige besteding van middelen.

Partner- en Opdrachtgeverschap

  • We zetten in op strategisch partnerschap om samen aan de maatschappelijke opgaven en transformatie van het sociaal domein te werken.

  • We werken samen met onze partners in het veld om de beleidsuitgangspunten en lokale opgaven te realiseren waarbij we data gedreven werken en sturen op resultaat.

  • We gaan voor evenwichtige en transparante sturing en zetten daarbij in op het versimpelen en beperken van de administratieve lasten.

  • We sturen op de kwaliteit en continuïteit van de ingekochte ondersteuning, delen kennis en leren van goede voorbeelden in de regio en elders.

  • We verstevigen onze regionale samenwerking en het opdrachtgeverschap.

6. Vervolg

Op basis van de beleidsuitgangspunten in dit document stellen we de komende periode een inkoopstrategie op voor de inkoop van Wmo en Jeugd. Hierbij nemen we het adviesrapport van onderzoeksbureau AEF en de aanbevelingen over het resultaatgestuurd werken mee. Zoals in de inleiding aangegeven, komen in deze strategie de keuzes terug over de inhoud en samenstelling van de verschillende opdrachten, de wijze van aanbesteden en bekostigen en de specifieke keuzes in regionale en lokale invulling van de verschillende onderdelen.

 

In de inkoopstrategie komen we met een voorstel voor een participatietraject per opdracht. Gezien de ontwikkelingen en de transformatie die nog in volle gang is, is een participatietraject, breder dan alleen een marktverkenning en marktconsultatie, van groot belang om te zorgen voor de inhoudelijk correcte en uitvoerbare opdrachten. Per opdracht kan de participatiewijze verschillen, waarbij ons uitgangspunt is om dit zo zorgvuldig als mogelijk te doen en alle relevante partners hierbij te betrekken. Dat zijn niet alleen de huidige en mogelijk nieuwe aanbieders, maar ook onze lokale, maatschappelijke partners, onze adviesraden en de collega’s van onze eigen uitvoering. Wij vinden de mening van onze inwoners hierbij belangrijk en gaan waar mogelijk gebruik maken van ervaringsdeskundigen.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 16 februari 2023.

voorzitter

G.J. van den Hengel

griffier

L. Gijben


1

Uit: Propositie: ‘De winst van het Sociaal Domein’ van de VNG

2

ECLI:NL:CRVB:2021:1381