Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Halderberge

Treasurystatuut van de gemeente Halderberge

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHalderberge
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut van de gemeente Halderberge
CiteertitelTreasurystatuut gemeente Halderberge
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet financiering decentrale overheden

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-04-2023nieuwe regeling, vervangt eerdere regeling uit 2015

23-03-2023

gmb-2023-151080

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut van de gemeente Halderberge

De raad van de gemeente Halderberge;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 februari 2023;

 

gelet op de Wet financiering decentrale overheden, de Verordening financieel beleid, financieel beheer en inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Halderberge, titel 2 van de Algemene Wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Halderberge;

 

 

BESLUIT:

 

vast te stellen:

 

het Treasurystatuut van de gemeente Halderberge

 

 

 

 

Artikel 1 Begrippen

Awb Algemene wet bestuursrecht

 

Begrotingstotaal De totale lasten exclusief mutaties in de reserves in de begroting

 

Borgstelling Borgtocht is een overeenkomst waarbij de ene partij (de borg) zich jegens een andere partij (de schuldeiser) verbindt tot nakoming van een verbintenis die een derde (de hoofdschuldenaar) jegens de schuldeiser heeft of zal verkrijgen.

 

College Het college van burgemeester en wethouders

 

Derivaten Financiële instrumenten, belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.

 

Kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Het percentage wordt bij ministeriële regeling vastgesteld.

 

Kortlopend Termijn kleiner dan 1 jaar

 

Kredietrisico Het risico dat uitgezette (belegde) middelen niet worden terugontvangen

 

Langlopend Termijn gelijk aan of groter dan 1 jaar

 

Liquiditeitsplanning Een prognose van de inkomende en uitgaande geldstromen

 

Nettingovereenkomst Een overeenkomst op grond waarvan de wederzijdse verplichtingen tussen partijen verrekend worden waardoor wordt bepaald wat de ene partij per saldo aan de andere partij verschuldigd is.

 

Rating Kredietwaardigheidbeoordeling van debiteuren door instituten zoals Moody’s, Standard & Poors (S&P) en Fitch. Een rating is de inschatting van de kans op wanbetaling bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen. Een hogere rating houdt een betere kredietwaardigheid in.

 

Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningvoorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding.

 

Renterisico Het effect op de financiële resultaten van de gemeente voortvloeiende uit renteontwikkelingen.

 

Renterisconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van de totale vaste schuld bij aanvang van het jaar. Het percentage wordt bij ministeriële regeling vastgesteld.

 

Treasury Alle activiteiten die zich richten op het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

 

Vaste schuld Alle aangegane geldleningen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer bij aangaan van de lening plus de ontvangen waarborgsommen.

 

Vastrentende waarden Effecten waarbij gedurende de looptijd een vast bedrag aan rente wordt uitgekeerd en waarbij aan het eind van de looptijd de hoofdsom wordt terugbetaald. Voorbeelden hiervan zijn obligaties en spaarbewijzen

 

Vlottende schuld Alle aangegane geldleningen met een looptijd korter dan één jaar, de schulden die in rekening-courant worden aangehouden en de voor een periode korter dan één jaar ontvangen waarborgsommen.

 

Artikel 2 Doelstellingen treasuryfunctie

De treasuryfunctie van de gemeente dient tot:

1. het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

2. het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en interne liquiditeitsrisico’s;

3. het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

4. het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut;

5. het inrichten en handhaven van een kwalitatief hoogwaardig en veilig betalingssysteem;

6. het realiseren van de informatiestromen ter ondersteuning van de opstelling van het treasurybeleid, de uitvoering van het beleid en de verantwoording daarvan.

 

Artikel 3 Algemene uitgangspunten treasuryfunctie en risicobeheer

Met betrekking tot de treasuryfunctie en het risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

1. De gemeente gaat leningen aan en verstrekt leningen of garanties uitsluitend uit hoofde van de publieke taak.

2. De gemeente Halderberge verstrekt geen leningen of garanties als sprake is van staatssteun. Slechts in het geval van bijzondere omstandigheden kan hiervan worden afgeweken, echter binnen de toegestane mogelijkheden en met inachtneming van de voorwaarden die daar door de Europese Commissie aan worden gesteld. Indien nodig kan het college in dat geval aanvullende voorwaarden stellen.

3. Het gebruik van derivaten is toegestaan, maar uitsluitend ter beperking van financiële risico’s. Dit houdt in dat geen open posities worden ingenomen. Alvorens een derivatentransactie wordt afgesloten, wint de ambtelijke organisatie het advies in van een externe adviseur.

4. Het gebruik van derivaten alsmede het uitzetten van de in het volgende artikel bedoelde uitgezonderde middelen is toegestaan indien deze derivaten of uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico.

5. De gemeente Halderberge verstrekt geen hypothecaire leningen of garanties daarop aan het eigen personeel of politieke ambtsdragers van de eigen gemeente.

 

Artikel 4 Uitzetten overtollige middelen

1. Overtollige middelen mogen, met inachtneming van het tweede en derde lid van dit artikel en artikel 2 derde en vierde lid van de Wet financiering decentrale overheden uitsluitend worden aangehouden in ’s Rijks schatkist.

2. Uitgezonderd van de verplichting om in ’s Rijks schatkist te worden aangehouden, zijn:

a. middelen voor zover deze, gerekend over een kwartaal gemiddeld het drempelbedrag niet te boven gaan, zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden;

b. middelen op een G-rekening als bedoeld in artikel 1, onder k, van de Uitvoeringsregeling inleners-, keten- en opdrachtgeversaansprakelijkheid 2004..

3. In afwijking van het eerste lid mogen overtollige liquide middelen in de vorm van leningen uitgezet worden bij andere decentrale overheden, met dien verstande dat de gemeente geen leningen mag verstrekken aan de toezichthoudende provincie, in casu de provincie Noord Brabant.

 

Artikel 5 Verstrekken van geldleningen

1. Geldleningen worden uitsluitend verstrekt ten behoeve van de publieke taak van de gemeente.

2. Het college is bevoegd tot het verstrekken van geldleningen.

3. Een aanvraag voor het verstrekken van een geldlening wordt schriftelijk ingediend bij het college.

4. Het college beslist niet op een aanvraag tot het verstrekken van een geldlening dan nadat het de raad in de gelegenheid heeft gesteld zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

5. Bij de aanvraag worden ten minste de volgende gegevens overlegd:

a. het doel van de geldlening en een onderbouwing in welke mate de geldlening bijdraagt aan de publieke taak van de gemeente Halderberge;

b. een begroting en een dekkingsplan van de activiteiten waarvoor de lening wordt aangevraagd;

c. een bewijs dat het doel niet is te realiseren zonder geldlening van de gemeente;

d. een bewijs dat een bank of andere financiële instelling de lening niet wil verstrekken;

e. aanvullende stukken waaruit onder meer blijkt dat de aanvrager voldoende kredietwaardig is om aan de verplichtingen van de lening te voldoen (zoals bijvoorbeeld de statuten en een actuele liquiditeitsplanning);

f. en als de aanvrager een onderneming is:

i. de jaarstukken van de voorgaande twee jaren;

ii. een opgave van ontvangen subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten van de onderneming.

6. Indien een geldlening wordt verstrekt onder niet-marktconforme voorwaarden is sprake van het verstrekken van een subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid van de Awb waarop naast de overige bepalingen uit dit artikel de volgende bepalingen van kracht zijn:

a. dit treasurystatuut is een zelfstandig wettelijk voorschrift voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid van de Awb;

b. deze regeling is een uitzondering zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Halderberge. De bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Halderberge zijn niet van toepassing;

c. het college beslist op de aanvraag binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend;

d. het college kan de termijn zoals vermeld in het zesde lid onder c eenmalig verlengen met ten hoogste zes weken;

e. binnen zes weken nadat de te financieren zaken zijn gerealiseerd, legt de aanvrager schriftelijk verantwoording af over het gebruik van de verstrekte geldlening;

f. de wijze van vaststelling van de subsidie (de lening) wordt opgenomen in de overeenkomst als bedoeld in het negende lid van dit artikel.

7. Het college kan aanvullende voorwaarden stellen aan het verstrekken van de lening en de verantwoording.

8. De afspraken en voorwaarden voor de geldlening worden nader uitgewerkt in een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 Awb.

9. De aanvraag voor het verstrekken van een geldlening wordt in ieder geval geweigerd als:

a. er sprake is van ongeloorloofde staatssteun;

b. bij de aanvraag niet wordt voldaan aan alle voorwaarden uit dit artikel;

c. de aanvrager niet voldoet aan de door het college gestelde aanvullende voorwaarden;

d. als het verstrekken van de lening in strijd is met een wettelijk voorschrift.

10. Indien uit de verantwoording blijkt dat is niet is voldaan aan;

a. de voorwaarden uit dit artikel;

b. de door het college gestelde voorwaarden, of

c. de afspraken en voorwaarden uit de overeenkomst;

en aanvrager ook daarna binnen een redelijke termijn niet alsnog hieraan kan of wil voldoen, is aanvrager verplicht de lening binnen vier weken terug te betalen. Bij een lening onder niet-marktconforme voorwaarden wordt de subsidie niet vastgesteld.

11. Ongeacht het voorgaande informeert de aanvrager het college onverwijld schriftelijk over:

a. beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor de geldlening is verstrekt;

b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische situatie van aanvrager;

c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de aanvrager de aan de lening verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

d. een wijziging van de statuten.

12. Als een bij of krachtens deze regeling gestelde termijn of voorwaarde voor een aanvrager gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de te dienen belangen, kan het college daarvan afwijken.

13. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt verslag gedaan aan de raad.

14. Indien sprake is van een fonds waaruit leningen worden verstrekt, beslist de gemeenteraad over deelname aan en stortingen in dit fonds.

 

Artikel 6 Uitgangspunten voor het aangaan en verstrekken van geldleningen

Bij het aangaan en verstrekken van geldleningen:

1. moet de hoofdsom worden uitgedrukt in euro’s;

2. en mag de hoofdsom niet onderhevig zijn aan indexatie.

 

Artikel 7 Renterisicobeheer

1. Het renterisico op de korte schuld (netto vlottende schuld) bedraagt maximaal de kasgeldlimiet, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet financiering decentrale overheden.

2. Het renterisico op de lange schuld (vaste schuld) bedraagt maximaal de renterisiconorm, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet financiering decentrale overheden.

 

Artikel 8 Risicobeheer uitzettingen

1. Het risico op uitzettingen conform artikel 2a tweede lid van de Wet financiering decentrale overheden (uitgezonderde middelen) wordt beperkt door slechts middelen uit te zetten bij financiële instellingen die:

a. gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Unie die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus; en

b. voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren kunnen aantonen dat ze ten minste over een A-rating beschikken, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus.

2. Lid 1 is niet van toepassing op uitzettingen tegen waardepapieren waarvoor een solvabiliteitsratio van 0 procent geldt.

3. Het is niet toegestaan om leningen aan te gaan met het enkele doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten.

4. Tijdelijk overtollige gelden van aangetrokken leningen voor projectfinanciering mogen uitsluitend worden uitgezet bij de financiële instelling waar de leningen zijn aangegaan. Hiervoor kan een nettingovereenkomst worden gesloten, zodat bij het niet nakomen van verplichtingen, vorderingen en schulden tegen elkaar kunnen worden weggestreept.

5. Voor alle uitzettingen geldt dat uitsluitend vastrentende waarden mogen worden gebruikt en producten waarbij de hoofdsom is gegarandeerd.

 

Artikel 9 Liquiditeitsrisicobeheer

1. De gemeente beperkt haar interne liquiditeitenrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitsplanning.

2. De liquiditeitsplanning wordt opgenomen in de begroting van de gemeente.

 

Artikel 10 Kasbeheer (korte termijn)

1. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk ondergebracht bij één bank (de huisbankier).

2. Met deze bank worden de afspraken en condities voor het betalingsverkeer vastgelegd in een overeenkomst. De gemeente streeft hierbij naar concentratie van geldstromen binnen één rentecompensatiecircuit.

3. Alle banktransacties worden door twee personen geautoriseerd.

4. Indien er een tijdelijke liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlopende geldleningen aantrekken.

5. Kortlopende geldleningen mogen worden aangegaan onder de volgende voorwaarden:

a. bij minimaal twee financiële instellingen, waaronder de huisbankier, of overheden waarvoor artikel 4 derde lid van toepassing is, wordt een offerte aangevraagd;

b. bij gelijke aanbiedingen heeft de huisbankier een voorkeurspositie.

6. Bij het aantrekken van korte geldleningen wordt de kasgeldlimiet niet overschreden.

 

Artikel 11 Financiering (lange termijn)

1. Indien de liquiditeitsbehoefte daartoe aanleiding geeft, kan de gemeente langlopende geldleningen aantrekken.

2. Langlopende geldleningen mogen worden aangegaan onder de volgende voorwaarden:

a. bij minimaal twee financiële instellingen, waaronder de huisbankier, of overheden waarvoor artikel 4 derde lid van toepassing is, wordt een offerte aangevraagd;

b. bij gelijke aanbiedingen heeft de huisbankier een voorkeurspositie.

3. Het aantrekken van lange geldleningen zorgt niet voor overschrijding van de renterisiconorm.

 

Artikel 12 Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

1. Financiële instellingen dienen wat betreft hun kredietwaardigheid te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 8 eerste lid.

2. Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) in Nederland en dienen daarvan een vergunning als makelaar te hebben verkregen.

 

Artikel 13 Borgstellingen en garanties

1. Borgstellingen en garanties worden uitsluitend verstrekt ten behoeve van de publieke taak van de gemeente.

2. Het college is bevoegd tot het verstrekken van borg- en garantstellingen.

3. Een aanvraag voor het verstrekken van een borgstelling wordt schriftelijk ingediend bij het college.

4. Het college beslist niet op een aanvraag tot het verstrekken van een borgstelling dan nadat het de raad in de gelegenheid heeft gesteld zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

5. Bij het verzoek worden ten minste de volgende gegevens overlegd:

a. het doel van de geldlening waarvoor de borgstelling wordt aangevraagd en een onderbouwing in welke mate de geldlening bijdraagt aan de publieke taak van de gemeente Halderberge;

b. het voorstel van de financiële instelling die de lening gaat verstrekken;

c. een begroting en een dekkingsplan van de activiteiten waarvoor de lening wordt aangegaan;

d. een bewijs dat het doel niet te realiseren is zonder lening waarvoor de borgstelling wordt aangevraagd;

e. een bewijs dat de lening niet wordt verstrekt zonder borgstelling door de gemeente;

f. aanvullende stukken waaruit onder meer blijkt dat de aanvrager voldoende kredietwaardig is om aan de verplichtingen van de lening te voldoen (zoals bijvoorbeeld de statuten en een actuele liquiditeitsplanning);

g. en als de aanvrager een onderneming is:

i. de jaarrekening van de voorgaande twee jaar;

ii. een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten van de onderneming.

6. Indien er een beroep gedaan kan worden op een waarborgfonds en dat waarborgfonds de voorwaarde heeft dat de gemeente eveneens borg staat voor (een deel van) de lening, dan dient het verzoek voorzien te zijn van het besluit en de financiële toets van het waarborgfonds. Bij de beoordeling van het verzoek zal de gemeente Halderberge gebruik maken van de expertise van het betreffende waarborgfonds. Alleen indien dit noodzakelijk wordt geacht, zal aanvullend onderzoek door de gemeente plaatsvinden.

7. Bij het verstrekken van een borgstelling is sprake van het verstrekken van een subsidie als bedoeld in artikel 4:21, eerste lid van de Awb waarop naast de overige bepalingen uit dit artikel de volgende bepalingen van kracht zijn:

a. dit treasurystatuut is een zelfstandig wettelijk voorschrift voor het verstrekken van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid van de Awb;

b. deze regeling is een uitzondering zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Halderberge. De bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Halderberge zijn niet van toepassing;

c. het college beslist op de aanvraag binnen 12 weken nadat het volledige verzoek is ingediend;

d. het college kan de termijn zoals genoemd in het zesde lid onder c eenmalig verlengen met ten hoogste zes weken;

e. binnen zes weken nadat de te financieren zaken zijn gerealiseerd, legt de aanvrager schriftelijk verantwoording af over het gebruik van de lening waarvoor de borgstelling is verstrekt;

f. de wijze van vaststelling van de subsidie (de borgstelling) wordt opgenomen in de overeenkomst als bedoeld in het negende lid van dit artikel.

8. Het college kan aanvullende voorwaarden stellen aan het verstrekken van de borgstelling en de verantwoording.

9. De afspraken en voorwaarden voor de borgstelling worden nader uitgewerkt in een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 Awb.

10. Aanvragen voor borgstellingen worden in ieder geval afgewezen als:

a. de borgstelling zonder tussenkomst van de gemeente geheel via een waarborgfonds kan lopen;

b. louter sprake is van rentabiliteitsafwegingen (goedkoper lenen en risico afschuiven op gemeente);

c. de aanvrager over voldoende alternatieven beschikt om in de financiering te kunnen voorzien, bijvoorbeeld het eigen vermogen;

d. de omvang van de lening dusdanig hoog is dat de hieraan verbonden risico’s in alle redelijkheid voor de gemeente niet meer verantwoord zijn;

e. er sprake is van ongeloorloofde staatssteun;

f. bij de aanvraag niet wordt voldaan aan de voorwaarden uit dit artikel;

g. de aanvrager niet voldoet aan de door het college gestelde aanvullende voorwaarden.

11. Ongeacht het voorgaande informeert aanvrager het college onverwijld schriftelijk over:

a. beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor de geldlening is aangegaan;

b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische situatie van aanvrager;

c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de aanvrager de aan de lening verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

d. wijziging van de statuten.

12. Indien de gemeente als borg wordt aangesproken voor de betaling van rente en aflossing van de geborgde lening, blijft deze betaling als schuld op de geldnemer rusten, vermeerderd met de op het moment van aanspraak geldende rente.

13. Als een bij of krachtens deze regeling gestelde termijn of voorwaarde voor een aanvrager gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de te dienen belangen, kan het college daarvan afwijken.

14. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt verslag gedaan aan de raad.

 

Artikel 14 Achtervangovereenkomsten

1. Het college is bevoegd tot het aangaan van achtervangovereenkomsten.

2. De gemeenteraad wordt vooraf geïnformeerd bij ieder verzoek voor het aangaan van een achtervangovereenkomst zodat wensen en bedenkingen kenbaar kunnen worden gemaakt. Pas daarna beslist het college van burgemeester en wethouders over het verzoek.

3. Het college kan nadere voorwaarden stellen bij een verzoek om een achtervangpositie in te nemen.

 

Artikel 15 Administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

1. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

2. Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

a. iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vier-ogen-principe);

b. de uitvoering en de controle geschieden door afzonderlijke functionarissen;

c. de uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

3. Op grond van een intern controleplan zorgt het college voor controle op de uitvoering van de treasuryactiviteiten.

 

Artikel 16 Verantwoordelijkheden treasuryfunctie

De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd. Het overzicht is beperkt tot het niveau van de raad en het college en de specifieke taken van de treasurer.

 

 

Functie

Verantwoordelijkheden

Gemeenteraad

  • 1.

    vaststellen van het treasurybeleid

  • 2.

    houden van toezicht op het treasurybeleid

  • 3.

    evalueren en eventueel bijstellen van het treasurybeleid via de paragraaf Financiering in de programmabegroting en het jaarverslag

  • 4.

    kenbaar maken van wensen en bedenkingen indien het college daarom verzoekt

Auditcommissie

  • 1.

    adviseert de gemeenteraad over het vast te stellen treasurybeleid

Burgemeester

  • 1.

    als wettelijke vertegenwoordiger van de gemeente ondertekenen van formele stukken

College van B&W

  • 1.

    uitvoeren van het treasurybeleid

  • 2.

    inrichten van de treasury-organisatie, waaronder het aanstellen van de treasurer van de gemeente

  • 3.

    rapporteren aan de gemeenteraad over de planning (programmabegroting) en de uitvoering (jaarverslag) van het treasurybeleid

  • 4.

    verstrekken van geldleningen

  • 5.

    het verstrekken van garanties en borgstellingen

  • 6.

    aangaan van achtervangovereenkomsten

Portefeuillehouder financiën

  • 1.

    politieke verantwoordelijkheid van het treasurybeleid

  • 2.

    accorderen van aangegane geldleningen

  • 3.

    accorderen van uitzettingen van uitgezonderde overtollige geldmiddelen

Treasurer

  • 1.

    opstellen van het treasurybeleid van de gemeente

  • 2.

    ervoor zorgen dat voldaan wordt aan de vigerende wet- en regelgeving op het gebied van treasury

  • 3.

    opstellen liquiditeitsplanning

  • 4.

    opstellen voorstellen voor het aantrekken en uitzetten van liquide middelen

  • 5.

    toezicht houden op de liquide middelen van de gemeente

  • 6.

    adviseren bij de inrichting van een efficiënte en betrouwbare betalingsorganisatie

  • 7.

    onderhouden van relaties met financiële instellingen

  • 8.

    adviseren bij het verstrekken van geldleningen en garanties

  • 9.

    verzorgen van de rapportages over het treasurybeleid en de uitvoering ervan

 

 

Artikel 17 Bevoegdheden treasuryfunctie

1. Het college machtigt de portefeuillehouder financiën tot het aangaan van kortlopende en langlopende geldleningen alsmede het uitzetten van tijdelijke overtollige liquide middelen.

2. Het college stelt in een apart besluit de treasurer van de gemeente Halderberge aan.

3. De bevoegdheden met betrekking tot de treasuryfunctie zijn opgenomen in de volgende tabel.

 

 

Onderwerpen

Uitvoering

Advies

Autorisatie

Rol gemeenteraad

Vaststellen treasurystatuut

Treasurer

College stelt voorstel op

Stelt voorstel B&W vast

Het aantrekken van langlopende geldleningen

Treasurer

Portefeuille-houder financiën

n.v.t.

Het aantrekken van kortlopende geldleningen

Treasurer

Portefeuille-houder financiën

n.v.t.

Het uitzetten van uitgezonderde overtollige geldmiddelen

Treasurer

Portefeuille-houder financiën

n.v.t.

Het aan-/verkopen van aandelen uit hoofde van de publieke taak

Beleidsmede-werkers

Treasurer

College stelt voorstel op

Stelt voorstel B&W vast

Ondertekenen van alle formele stukken

Treasurer

Burgemeester

n.v.t.

Verstrekken van geldleningen

Beleidsmede-werkers

Treasurer

College van B&W

Wordt vooraf geïnformeerd, college neemt besluit

Verstrekken van garanties en borgstellingen

Beleidsmede-werkers

Treasurer

College van B&W

Wordt vooraf geïnformeerd, college neemt besluit

Aangaan en beëindigen van achtervangovereenkomsten

Treasurer

College stelt voorstel op

Wordt vooraf geïnformeerd, college neemt besluit

 

N.B. Dit overzicht is beperkt tot het niveau van de raad en het college van B&W. Gezien de bijzondere taak van de treasurer op het gebied van treasury is ook deze functie in het overzicht opgenomen. De uitvoerende bevoegdheden zijn reeds opgenomen in het mandaatbesluit van de gemeente Halderberge.

 

Artikel 18 Informatievoorziening

1. Het college van burgemeester en wethouders doet in de paragraaf Financiering van de begroting voorstellen voor het treasurybeleid voor het komende begrotingsjaar.

2. Het college van burgemeester en wethouders legt in de paragraaf Financiering van de jaarrekening verantwoording af over het uitgevoerde treasurybeleid.

 

Artikel 19 Intrekken vorige versie treasurystatuut

Het Treasurystatuut gemeente Halderberge, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 2 juli 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 20 genoemde datum, met dien verstande dat dit van toepassing blijft op de beslissingen en handelingen die hebben plaatsgevonden voor die datum.

 

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Dit treasurystatuut treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

2. Dit treasurystatuut wordt aangehaald als: Treasurystatuut gemeente Halderberge.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

van de gemeente Halderberge op 23 maart 2023,

de griffier, de voorzitter,

drs. A. Koenen drs. B.J.A. Roks