Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Beleidsregels vrijlating giften Participatiewet gemeente Opsterland 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels vrijlating giften Participatiewet gemeente Opsterland 2023
CiteertitelBeleidsregels vrijlating giften Participatiewet gemeente Opsterland 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-2023nieuwe regeling

28-03-2023

gmb-2023-150627

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels vrijlating giften Participatiewet gemeente Opsterland 2023

Naar aanleiding van de zogeheten ‘boodschappentas affaire’ zijn er vragen gesteld in de Tweede Kamer en is een motie van Jasper van Dijk c.s. 25 februari 2021, 24515/nr.580 aangenomen over het vrijlaten van giften voor mensen die gebruikmaken van een bijstandsuitkering. Op 8 november 2021 heeft de gemeenteraad van de gemeente Opsterland in een motie het college verzocht niet af te wachten op de landelijke regels maar vooruitlopend hierop met ingang van 1 januari 2022 beleidsregels vast te stellen waarin de vrijlating van giften is geregeld.

 

Gelet op:

 

artikel 4:81 van de Algemene wet Bestuursrecht

artikel 31, tweede lid, onderdeel m van de Participatiewet;

De in de Tweede Kamer aangenomen motie Jasper van Dijk c.s. van 25 februari 2021 (kamerstuknr. 24515/580);

De aangenomen motie van de gemeenteraad van de gemeente Opsterland van 8 november 2021

 

overwegende dat het wenselijk is om vooruitlopend op de uitwerking van de motie in nadere wetgeving ruimere beleidsregels op te stellen rondom vrijlating van giften in het kader van de Participatiewet;

 

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens met een uitkering krachtens de Participatiewet in aanmerking kunnen komen voor een vrijlating van giften

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de beleidsregels van de Participatiewet gemeente Opsterland;

Besluit vast te stellen de beleidsregels vrijlating giften Participatiewet gemeente Opsterland 2023.

 

Beleidsregels vrijlating giften Participatiewet gemeente Opsterland 2023

 

Hoofdstuk 1 Periodieke en incidentele giften

Artikel 1 - Incidentele giften die vrij besteedbaar zijn

Incidentele giften zijn ontvangsten die een eenmalig karakter hebben en vrij besteedbaar zijn. Deze ontvangsten worden niet als middelen gezien, zolang de giften (in totaal) niet meer bedragen dan € 1.200,- voor alleenstaanden en niet meer dan € 1.700 voor een gezin per kalenderjaar. Bij overschrijding van de genoemde bedragen binnen een kalenderjaar wordt het bedrag boven deze grens als vermogen aangemerkt.

Artikel 2 - Incidentele giften in afwachting bijstandsaanvraag

  • 1.

    Giften die worden ontvangen in afwachting van de bijstandsaanvraag worden als incidentele gift beschouwd en worden vrijgelaten tot maximaal € 1.200 voor alleenstaanden, en tot maximaal € 1.700 voor een gezin. Dit wordt gemeten binnen een kalenderjaar.

  • 2.

    Als in afwachting van een bijstandsaanvraag door derden een lening wordt verstrekt voor levensonderhoud, wordt deze tot de bedragen in het eerste artikellid vrijgelaten, tenzij het gaat om een lening met een daadwerkelijke verplichting tot terugbetaling.

Artikel 3 - Periodieke giften

Er is sprake van periodieke giften als de cliënt binnen een kalenderjaar meerdere bedragen als gift ontvangt, die samen boven de normbedragen zoals genoemd in artikel 1 uitkomen. Meer dan één gift binnen deze periode, die opgeteld boven de normbedragen uitkomen, worden dus gezien als een periodieke gift. Deze periodieke giften worden niet vrijgelaten.

 

Dit komt omdat het dan gaat om structurele bijdragen in de voorziening van het levensonderhoud van een cliënt. Deze bijdragen moeten daarom aangemerkt worden als (structureel) inkomen. Niet noodzakelijk is dat er sprake is van hetzelfde bedrag, dezelfde persoon of dat het bedrag op een vast moment wordt ontvangen.

Hoofdstuk 2 Incidentele giften met een specifieke bestemming

Artikel 4 - Incidentele giften met een specifieke bestemming

Incidentele giften met een specifieke bestemming gemeten binnen een kalenderjaar, worden vrijgelaten tot een bedrag van € 1.200 voor alleenstaanden. Voor een gezin wordt dit vrijgelaten tot een bedrag van € 1.700 per kalenderjaar.

Artikel 5 - Incidentele giften voor noodzakelijke kosten

Giften die bestemd zijn voor incidentele, specifieke, noodzakelijke kosten waarmee de cliënt wordt geconfronteerd, kunnen daarnaast binnen redelijke grenzen worden vrijgelaten. Het gaat dan om kosten waarvoor anders bijzondere bijstand zou zijn verstrekt. Giften voor noodzakelijke kosten worden niet gekort op het maximaal vrij te laten bedrag zoals bedoeld in artikel 1. Voorwaarde is wel dat het ontvangen geld direct gebruikt wordt waarvoor het is bestemd.

Hoofdstuk 3 Ontvangsten in natura

Artikel 6 - Ontvangsten in natura voor het levensonderhoud

Giften in de vorm van boodschappen voor het levensonderhoud hebben geen gevolgen voor de bijstandsuitkering van de cliënt.

Artikel 7 - Voedselbank

Het ontvangen van een voedselpakket van een voedselbank heeft geen gevolgen voor de bijstandsuitkering van de cliënt.

Hoofdstuk 4 – Inwerkingtreding beleidsregels

 

Deze beleidsregels treden in werking op met ingang van de dag na publicatie ervan in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld op 28 maart 2023

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Opsterland,

burgemeester,

Lex Roolvink

secretaris,

Sandra van ‘t Hooge

 

Algemene uitleg

 

Beginpunt

Op 25 februari 2021 is er door de Tweede kamer een voorstel van de Kamerleden Jasper van Dijk e.a. aangenomen met daarin het verzoek om voor mensen in de bijstand een landelijke vrijstelling van giften te doen van € 1.200 per jaar. Op 8 november 2021 heeft de gemeenteraad van de gemeente Opsterland in een motie het college van de gemeente Opsterland verzocht om met ingang van 1 januari 2022 inwoners in de bijstand vrijstelling van giften te geven, tot een bedrag van € 1.200 per jaar. In onze gemeente lopen we vooruit op de mogelijke wetswijziging die hier nog op zal volgen.

 

Ook heeft dit voorstel geleid tot ronde tafel gesprekken en ligt de ‘menselijke maat’ van o.a. de Participatiewet onder de loep. Dit onderzoek loopt nog steeds. Er is een minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen aangesteld.

 

Het college van de gemeente Opsterland is daarom van mening dat het goed is om alvast ruimere beleidsregels op te stellen rondom vrijlating van giften van de Participatiewet. Een vrijstelling van giften toe te staan van maximaal € 1.200 per kalenderjaar voor alleenstaanden en voor samenwonenden maximaal € 1.700 per kalenderjaar. Vanaf nu wordt gesproken over de alleenstaande aan de ene kant en (in plaats van samenwonenden) over het gezin aan de andere kant. Tot het gezin worden (op grond van artikel 4 lid 1 onder c PW) gerekend de gehuwden samen. Op grond van artikel 3 PW ook de niet getrouwd samenwonenden en zij die als partners ingeschreven staan, gehuwden met hun ten laste komende kinderen en de alleenstaande ouder met de tot zijn last komende kinderen.

 

  • -

    In artikel 31 lid 1 PW staat wat een middel is. Met een middel wordt rekening gehouden bij de beoordeling van het recht op uitkering. Heel kort gezegd is een middel een vermogens- of inkomensbestanddeel die de alleenstaande of het gezin heeft of redelijkerwijs kan hebben. Het is belangrijk dat een middel echt wordt ontvangen en gaat over de periode dat de bijstandsuitkering loopt.

  • -

    Het tweede lid onder m van artikel 31 PW geeft aan dat ondermeer een gift geen middel is als de gemeente vindt dat de gift uit oogpunt van de sociale bijstand verstandig is.

  • -

    De gemeente Opsterland geeft in bijgaande beleidsregel aan wat de gemeente uit oogpunt van bijstand een gift redelijk vindt. Is daar geen sprake van, dan moet vastgesteld worden of het inkomen of vermogen is. Bij de beoordeling of een ontvangen bedrag een gift is, is het beslissend of de betaling vrijwillig is. Betalingen die worden gedaan omdat er onderlinge afspraken zijn gemaakt zoals leningen zijn daarom geen gift, maar inkomen. Soms geeft een bijstandsgerechtigde aan dat hij een bedrag heeft geleend van een familielid/vriend/kennis, maar kan hij dit verder niet bewijzen. In deze situatie mag dit bedrag wanneer de `lening’ past in de regelgeving van deze beleidsregel wel als gift worden gezien. Als er geen afspraken zijn vastgelegd over de betaling van de schuld wordt dit niet als een lening gezien omdat terugbetaling niet verplicht is.

Artikelsgewijze uitleg

 

Artikel 1. Incidentele giften

 

Lid 1

Incidentele giften zijn giften die een enkele keer zijn ontvangen en niet samen hoger zijn dan € 1.200,- voor alleenstaanden en niet meer dan € 1.700 voor het gezin. De periode waarbinnen gemeten wordt is een kalenderjaar. Bij overschrijding van de genoemde bedragen binnen een kalenderjaar wordt het bedrag dat boven deze grens is ontvangen als vermogen aangemerkt. Het maakt niet uit of de giften besteed worden aan algemene of bijzondere kosten van het bestaan.

 

Artikel 2. Incidentele giften in afwachting bijstandsaanvraag

 

Lid 2

De aanvrager moet wel uitleggen dat hij geen ander inkomen heeft ontvangen en het bedrag bedoeld is voor levensonderhoud. Een bankoverschrijving met de vermelding 'lening voor levensonderhoud' is daarvoor voldoende. Als er een lening met een contract (bewijs van schuldbekentenis, onderhands bewijs), met een echte verplichting tot terugbetaling is er sprake van een schuld. In dat geval is het geen gift die vrijgelaten kan worden. Zie verder onder de Algemene uitleg.

 

Artikel 3. Periodieke giften

  • -

    Periodieke giften zijn regelmatig gekregen giften die niet vrijgelaten kunnen worden. Het gaat dan namelijk om regelmatig ontvangen bedragen die samen boven de gestelde grens uitkomen, gemeten binnen een kalenderjaar. (zie artikel 1 lid 1)

Deze ontvangen giften dragen bij in de voorziening van levensonderhoud van een belanghebbende. Meer dan één gift gemeten binnen een kalenderjaar, die bij elkaar opgeteld boven de normbedragen uitkomen, worden dus gezien als een periodieke gift.

 

Deze periodieke giften worden niet vrijgelaten. Deze giften moeten daarom worden meegeteld als regelmatig ontvangen inkomen.

 

Het is niet noodzakelijk dat de bedragen gelijk zijn, door een persoon wordt gegeven of op een vast moment ontvangen wordt.

 

Artikel 5. Incidentele giften voor noodzakelijke kosten

Het gaat hierbij om giften voor kosten waarvoor anders bijzondere bijstand zou worden toegekend. Het moet dus gaan om een bijzondere situatie waarvoor deze kosten dringend nodig zijn.

 

Artikel 6. Ontvangsten in natura voor levensonderhoud

Ontvangsten in natura voor levensonderhoud zijn giften die de cliënt niet zelf kan uitkiezen. Een voorbeeld van een ontvangst in natura die de cliënt niet zelf kan uitkiezen zijn boodschappen. Dat is geen middel zoals bedoeld in artikel 31 lid 1 PW. De boodschappen worden namelijk echt ontvangen. De ontvanger krijg geen geld maar boodschappen. Ook kan de ontvanger de boodschappen niet verkopen. Boodschappen zijn dan ook geen gift.

 

Als cliënt giften in natura ontvangt die niet vrij kunnen worden besteed, moet worden beoordeeld of deze leiden tot een meer dan iets hoger te besteden inkomen dan bij een ander met een bijstandsuitkering. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als structureel de boodschappen, huur of de zorgverzekering wordt betaald door iemand anders. De maandelijkse bijstand wordt dan hierop aangepast volgens artikel 18 lid 1 PW. Het moet gaan om een flinke besparing (ECLI:NL:CRVB:2021:1918). Het eenmaal ontvangen van een tas met boodschappen is niet structureel en zal niet leiden tot een afstemming van de uitkering.

 

Kostbare roerende en onroerende zaken kunnen wel te gelde worden gemaakt en met de opbrengst daarvan kan worden voorzien in de kosten van levensonderhoud. Denk daarbij aan een auto. Iemand kan dan zelf bepalen of hij de auto houdt of hem te gelde maakt. Daarom kunnen ontvangsten van kostbare en roerende zaken, waar cliënt zelf over kan beslissen, gezien worden als vermogensbestanddeel. Een gift in de vorm van een kostbare roerende of onroerende zaak wordt dus gezien als vermogen, behalve als er bijzondere situaties zijn op grond waarvan wordt geoordeeld dat de gift uit oogpunt van bijstand verstandig is en dus wordt vrijgelaten.

 

Giften in de vorm van gewone gebruiksgoederen die nodig zijn (denk bijvoorbeeld aan een wasmachine) worden vrijgelaten. Zo'n gebruiksgoed kan wel worden verkocht, maar moet daarna weer worden vervangen. De verkoopopbrengst van deze gebruiksgoederen is dan ook niet beschikbaar om in andere noodzakelijke bestaanskosten te voorzien.

 

Artikel 7. Voedselbank

Bij de hulp door de voedselbanken gaat het om noodhulp. Betrokkenen worden door de voedselbanken van te voren, maar ook daarna regelmatig, financieel beoordeeld. Daarnaast gaat het vanaf het begin om tijdelijke hulp.