Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordwijk

Verordening ‘energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen’

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening ‘energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen’
CiteertitelVerordening energiecrisis noodsteun maatschappelijke instellingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-04-202301-01-2023nieuwe regeling

28-03-2023

gmb-2023-148256

514349

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening ‘energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen’

De raad van de gemeente Noordwijk,

 

gelezen het voorstel van het college van …,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

Verordening ‘energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen’

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Aanvrager: de maatschappelijke instelling die in aanmerking wenst te komen voor noodsteun;

  • b.

    Noodsituatie: de situatie waarbij sprake is van ernstige financiële nood als direct gevolg van de energiecrisis, waarbij het voortbestaan van een maatschappelijke instelling in gevaar komt;

  • c.

    Adviescommissie: de commissie die namens het college beslist op verzoeken om Noodsteun;

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk;

  • e.

    Energiecrisis: de crisis die is ontstaan door een te beperkte beschikbaarheid van energiebronnen en die (financiële) gevolgen heeft voor Verenigingen en Stichtingen zonder winstoogmerk;

  • f.

    Gemeente: de gemeente Noordwijk;

  • g.

    Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk;

  • h.

    Maatschappelijke instellingen: verenigingen of stichtingen, dan wel andere organisaties die door het college als daaraan gelijkwaardig worden aangemerkt, zonder winstoogmerk, die gevestigd zijn in Noordwijk en daar ten behoeve van de inwoners van de gemeente Noordwijk hun activiteiten uitvoeren, dan wel voor de gemeente Noordwijk een bijzondere (toevoegende) waarde hebben;

  • i.

    Energiecrisis-Noodfonds (verder: Noodfonds): het door de gemeenteraad ingestelde fonds, waaruit Noodsteun vanwege de energiecrisis wordt verstrekt;

  • j.

    Noodsteun: de Noodsteun heeft tot doel een financieel vangnet te bieden tijdens de energiecrisis als sprake is van een (financiële) noodsituatie bij een maatschappelijke instelling waardoor het voortbestaan van de maatschappelijke instelling in gevaar komt.

  • k.

    Steunpakket rijksoverheid, provincie en/of derden: het maatregelenpakket dat de rijksoverheid, provincie en/of derden in verband met de energiecrisis heeft/hebben vastgesteld en toepast/toepassen ter ondersteuning van maatschappelijke instellingen;

  • l.

    Vertegenwoordiger(s): de natuurlijke persoon c.q. personen die krachtens de statuten dan wel op een andere basis bevoegd is/zijn om de maatschappelijke instelling rechtsgeldig te vertegenwoordigen;

  • m.

    Verordening: Verordening ‘energiecrisis-noodfonds voor maatschappelijke instellingen zonder winstoogmerk’.

Artikel 2. De toepasselijke kaders

Een verzoek van een maatschappelijke instelling zonder winstoogmerk om Noodsteun wordt beoordeeld met inachtneming van de geldende Europese en nationale wet- en regelgeving en de toepasselijke gemeentelijke regelgeving.

Artikel 3. Budgetplafond

Voor deze regeling is voor beide jaren 2023 en 2024 gezamenlijk een budgetplafond vastgesteld van in totaal € 200.000.

Artikel 4. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere (uitvoerings-) regels op te stellen ter uitvoering van deze Verordening,

HOOFDSTUK 2 DE AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 5. De rechthebbenden

Voor een tegemoetkoming komt in aanmerking: de maatschappelijke instelling zoals vermeld in artikel 1 onder h. Deze verricht haar activiteiten vanaf in ieder geval 1 juli 2022 en valt in één van de volgende categorieën:

 

  • o

    verenigingen met leden, waaronder sport-, muziek- (ook fanfares en harmonieën,), zang- en toneel verenigingen, scouting, kerken;

  • o

    gericht op educatie (niet zijnde regulier onderwijs), waaronder bibliotheken, cultuur- en kunstinstellingen;

  • o

    exploitatie van een gemeentelijke accommodatie waarin activiteiten georganiseerd worden, waaronder dorpshuizen met een bestuur als stichting, cultureel centrum;

Indien de maatschappelijke instelling niet in één van bovenstaande categorieën past, maar wat betreft doel, organisatie, financieringsvorm en samenstelling hiermee vergelijkbaar is, kan het college haar daarmee gelijkstellen.

Artikel 6. Het aanvragen van ondersteuning

  • 1.

    De aanvrager maakt gebruik van het door het college vastgestelde formulier. Dit formulier wordt door aanvrager:

    • -

      volledig ingevuld,

    • -

      ondertekend, en

    • -

      begeleid van alle benodigde gegevens,

Artikel 7. Indieningsvereisten

Uit de aanvraag moet blijken dat:

 

  • a.

    sprake is van een verhoogde voorschotnota op de energie die zorgt voor een financieel tekort en daarmee een risico voor het voortbestaan van de organisatie of voor de activiteiten waar de organisatie is opgericht;

  • b.

    sprake is van een verhoogde energienota of rekening voor gas bij het vullen van de gastank, die een financieel tekort oplevert een daarmee een risico voor het voortbestaan van de organisatie of voor de activiteiten waar de organisatie is opgericht;

  • c.

    geen gebruik gemaakt kan worden van

    • -

      eigen inkomsten of eigen vermogen,

    • -

      voorliggende voorzieningen,

    • -

      andere mogelijkheden en andere (landelijke of overige) regelingen die bestaan om organisaties tegemoet te komen.

  • De gemeentelijke regeling is een vangnetregeling. Dat geldt niet alleen voor bestaande regelingen op het moment van indienen van de aanvraag, maar ook eventuele toekomstige regelingen. Hier moet men zelf tijdig een aanvraag voor indienen.

  • d.

    een financieel probleem ontstaan is of ontstaat dat direct toe te schrijven is aan de energiecrisis.

HOOFDSTUK 3 VERLENING EN VASTSTELLING

Artikel 8. De vorm van Noodsteun

  • 1.

    De Noodsteun wordt, in geld, om niet verstrekt.

  • 2.

    De Noodsteun wordt per kalenderjaar aangevraagd en verstrekt.

  • 3.

    De Noodsteun wordt verleend op aanvraag, in te dienen in de periode die start op 1 januari 2023 tot uiterlijk 31 december 2024 en zolang het budgetplafond niet is bereikt.

  • 4.

    Per locatie/adres kan maximaal één aanvraag per kalenderjaar worden ingediend.

Artikel 9. De hoogte van de Noodsteun

  • 1.

    De hoogte van de Noodsteun wordt afgestemd op de omstandigheden van de aanvrager, diens daadwerkelijke energiegebruik, en is maximaal het bedrag, ter beoordeling van het college, dat nodig is om die Noodsituatie bij de maatschappelijke instelling geheel of gedeeltelijk te verlichten.

  • 2.

    De maximale vergoeding bedraagt bij individuele aanvragen € 9.000 per kalenderjaar.

  • 3.

    Bij de hoogte van de Noodsteun wordt rekening gehouden met de eigen verantwoordelijkheid van de maatschappelijke instelling. Deze dient aan te tonen welke (eigen) inspanning er in redelijkheid is verricht om de financiële gevolgen van de energiecrisis op te vangen c.q. te verminderen.

Artikel 10. Het besluit op de aanvraag

  • 1.

    In het besluit wordt aangegeven het doel waarvoor de Noodsteun wordt verleend, welke vorm de Noodsteun heeft, de hoogte van het bedrag c.q. de (periodieke) bedragen en de (aanvullende) voorwaarden waaronder de Noodsteun wordt verleend.

  • 2.

    Het besluit op het verzoek wordt genomen binnen acht weken na het indienen daarvan.

  • 3.

    De beslistermijn vangt aan op het moment dat de aanvraag om Noodsteun volledig is ingediend.

  • 4.

    Indien het college van mening is dat bij het afhandelen van de aanvraag deskundig advies nodig is kan de in lid 2 genoemde termijn eenmalig worden verlengd met 5 weken.

Artikel 11. De uitbetaling van de Noodsteun

Bij honorering van de aanvraag vindt de uitbetaling ineens dan wel in gedeeltes plaats, uiterlijk binnen twee weken na besluitvorming op het verzoek. Indien daartoe aanleiding is kan de verleende noodsteun aan derden worden uitbetaald.

HOOFDSTUK 4 VERPLICHTINGEN VAN DE ONTVANGER VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 12. Verplichtingen van de maatschappelijke instelling

  • 1.

    De maatschappelijke instelling dient:

    • a.

      een zodanig controleerbare administratie te voeren, dat de voor de vaststelling van de Noodsteun van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan en desgevraagd aan de gemeente inzage wordt verleend in deze administratie;

    • b.

      direct doch uiterlijk binnen veertien dagen schriftelijk melding te maken aan het college van gewijzigde omstandigheden, die van belang zijn voor het recht op of de hoogte van de toe te kennen dan wel de uitbetaalde Noodsteun;

    • c.

      ten behoeve van de uitvoering en het toezicht op verzoek van het college inlichtingen te verstrekken, desgevraagd schriftelijk en binnen de door het college aangegeven termijn;

    • d.

      uiterlijk op 1 juni na afloop van het kalenderjaar waar de tegemoetkoming voor is verstrekt, dient de aanvrager verantwoording af te leggen over de besteding van de Noodsteun door middel van het daarvoor vastgestelde formulier.

Artikel 13. Bijzondere verplichtingen

  • 1.

    De toekenning geldt als compensatie voor de tariefverhoging van de energiekosten. De organisatie mag na toekenning van de vergoeding geen tariefverhoging doorvoeren voor haar gebruikers die verband heeft met de energiecrisis. Is er naast gebruik voor maatschappelijke doeleinden ook sprake van commerciële activiteiten dan zal hiervoor een deel worden afgetrokken op de toekenning.

  • 2.

    Deze verhoging mag ook niet worden doorberekend aan andere gebruikers/huurders met een maatschappelijke doelstelling als bedoeld onder 1.

HOOFDSTUK 5 WEIGERING EN TERUGVORDERING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 14. Het afwijzen van een aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag wordt afgewezen indien:

    • a.

      blijkt dat de Noodsituatie veroorzaakt is door verwijtbaar gedrag van de maatschappelijke instelling dan wel door de directie die c.q. het bestuur dat leiding geeft aan de maatschappelijke instelling;

    • b.

      blijkt dat de Noodsituatie is veroorzaakt door andere oorzaken dan de in artikel 2 genoemde redenen;

    • c.

      niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 4 (De doelgroep);

    • d.

      geen gebruik is gemaakt van de voorliggende voorzieningen, genoemd in artikel 5;

    • e.

      het verzoek buiten de indieningsperiode vermeld in artikel 7, lid 3 is ingediend;

    • f.

      het verzoek niet is ingediend door een rechtsgeldige vertegenwoordiger.

  • 2.

    Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen c.q. buiten behandeling gesteld indien:

    • a.

      de voor het verlenen van de noodsteun noodzakelijke gegevens niet, niet tijdig en/of niet compleet worden ingediend bij de gemeente.

Artikel 15. Terugvordering van de Noodsteun

  • 1.

    Het college kan besluiten tot geheel of gedeeltelijke terugvordering van de verleende Noodsteun in geval:

    • a.

      de maatschappelijke instelling in het kader van (het verzoek om) de Noodsteun onrechtmatig c.q. in strijd met wet- of regelgeving heeft gehandeld;

    • b.

      de Noodsteun ten onrechte/onverschuldigd of voor een te hoog bedrag is verstrekt;

    • c.

      de maatschappelijke instelling onjuiste en/of onvolledige informatie heeft verstrekt dan wel informatie heeft achtergehouden;

    • d.

      de maatschappelijke instelling niet voldoet aan de verplichtingen vermeld in artikel 10.

  • 2.

    De maatschappelijke instelling kan bij een terugvordering geen beroep doen op verrekening, korting of compensatie jegens de gemeente.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college kan van een of meerdere bepalingen van de Verordening afwijken, indien het strikt toepassen van de regels hiervan leidt tot gevolgen van onbillijke aard. Daarbij is wel het vastgestelde budgetplafond leidend; dit mag nimmer overschreden worden.

Artikel 17. Verantwoording aan de gemeenteraad

Het college rapporteert aan de Gemeenteraad over de uitvoering van deze Verordening.

Artikel 18. Slotbepaling

  • 1.

    De ingangsdatum van deze Verordening is 1 januari 2023. De Verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘de Verordening energiecrisis noodsteun maatschappelijke instellingen’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Noordwijk, … 2023

Griffier

Voorzitter

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING ‘ENERGIECRISIS-NOODFONDS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INSTELLINGEN’

Artikel 5 onder a Indieningsvereisten

Het nadeel naar aanleiding van de verhoogde voorschotnota moet worden afgezet tegen de normale financieringsstromen (inkomsten en uitgaven). Hieruit moet duidelijk blijken dat als gevolg van de energiecrisis de normale financiële huishouding verstoord wordt en op welke wijze. Het oude en nieuwe contract met de energieleverancier, de oude en nieuwe voorschotnota en eindafrekening (zodra die er is) moeten worden bijgevoegd. Of in het geval van een gastank de factuur van vorige periode en de huidige factuur.

 

Artikel 9 lid 1 Het besluit op de aanvraag

Onder aanvullende voorwaarden wordt ook verstaan verplichte ondersteuning door een energiecoach. Deze helpt gratis met tips en (gebruiks)adviezen om, bijvoorbeeld met energiebesparende maatregelen zoals LED-lampen en radiatorfolie. stap voor stap meer grip te krijgen op de energierekening.