Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Project Mogelijkheden Buitengebied 2023 gemeente Ede |
Citeertitel | Beleidsregel Projectmogelijkheden Buitengebied 2023 gemeente Ede |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2024 | hoofdstuk 1, art. 14, art. 16. | 07-11-2023 | 425115 | ||
08-04-2023 | 01-01-2024 | nieuwe regeling | 28-03-2023 | 380034 |
Tijdens de Inventarisatie Vitaal Buitengebied (2017-2020) zijn alle erven 1 met een agrarische bestemming bezocht. Daarbij bleek onder andere dat het hoofdgebruik op veel van die erven (56%) niet meer agrarisch is. Voor veel andere erven zijn er indicaties dat het agrarisch gebruik op korte termijn gaat stoppen. De oorzaken voor bedrijfsbeëindiging zijn divers, maar liggen vaak in een gebrek aan investerings- en/of verdienvermogen en bij het ontbreken van een opvolger.
Formeel is er door dit andere gebruik een strijdigheid met het omgevingsplan en moet het omgevingsplan worden aangepast. Vooral door de kosten die daarmee gemoeid zijn blijkt de drempel voor een planwijziging vaak hoog. Bovendien sluiten de huidige mogelijkheden voor functiewisseling soms onvoldoende aan bij de wensen van onze inwoners. Met deze beleidsregel wordt de drempel verlaagd door het inzetten van een éénduidig kader en een vereenvoudigde toets. Tegelijkertijd biedt deze regeling meer mogelijkheden voor een ander gebruik.
In deze beleidsregel wordt onderscheid gemaakt in vijf varianten. Elk van deze varianten heeft betrekking op een functieverandering van de bestemming Agrarisch of Wonen met agrarische nevenactiviteiten naar een reguliere woonbestemming, al dan niet met een kleinschalige nevenfunctie. Deze beleidsregel voorziet in een kader voor de volgende varianten:
Voor elk van de varianten zijn bepaalde voorwaarden en toetsingscriteria van toepassing. Deze zijn in hoofdstuk 2 en 3 opgenomen. Wanneer voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden van één van de varianten wordt op basis van de toetsingscriteria getoetst of medewerking aan deze functieverandering verleend kan worden.
Het doel van deze beleidsregel is:
Deze beleidsregel is van toepassing op alle percelen in het buitengebied van de gemeente Ede met de bestemming ‘Agrarisch’ met een bijbehorend bouwvlak of percelen met de bestemming ‘Wonen’ met een aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – agrarische nevenactiviteit’. Waar in deze beleidsregel wordt gesproken over ‘Agrarisch’ wordt ook bedoeld ‘Wonen’ met ‘specifieke vorm van wonen - agrarische nevenactiviteit’. Als op een perceel met zo’n bestemming geen sprake meer is van agrarische bedrijfsactiviteiten kan via deze regeling de bestemming worden gewijzigd in een woonbestemming.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Sloopmeters die ontstaan bij de sloop van (voormalige) agrarische opstallen, zoals leegstaande bebouwing die niet langer wordt gebruikt. Sloopmeters kunnen onder voorwaarden worden ingezet voor onder andere het toestaan van extra m² bijgebouwen, extra woonrechten of vergroten van het bouwvolume van de woning.
HOOFDSTUK 2: VARIANTEN EN VOORWAARDEN
Artikel 3 Van Agrarisch naar Wonen
Voor de functieverandering van Agrarisch naar Wonen geldt per woning of woongebouw het volgende:
Artikel 4 Van Agrarisch naar Wonen met ‘woongebouw’
Voor de functieverandering van Agrarisch naar Wonen met ‘woongebouw’ geldt het volgende:
Artikel 5 Van Agrarisch naar Wonen met ‘kleinschalig bedrijf’
Voor de functieverandering van Agrarisch naar Wonen met ‘kleinschalig bedrijf’ geldt per woning of woongebouw het volgende:
Artikel 6 Van Agrarisch naar Wonen met ‘klein maatschappelijk’
Voor de functieverandering van Agrarisch naar Wonen met ‘klein maatschappelijk’ geldt per woning of woongebouw het volgende:
Iedere aanvraag moet voldoen aan de voorwaarden van één van de varianten die beschreven staan in hoofdstuk 2. Daarnaast moet een aanvraag, in het kader van een goede ruimtelijke ordening, getoetst worden aan een aantal thema’s en milieuaspecten. Om de toetsing eenvoudig te houden is dit zoveel mogelijk gestandaardiseerd. Per aspect is aangegeven welke toetsingscriteria van toepassing zijn voor de varianten.
Artikel 10 Ecologie 2
Voor alle varianten geldt het volgende:
er moet in het kader van ‘natuurinclusief ontwerpen en bouwen’ een minimaal aantal punten worden behaald conform bijlage 2. Punten kunnen behaald worden op basis van het puntensysteem van de gemeente Ede3 .
Artikel 16 Behandeling aanvraag
Het indienen en beoordelen van de aanvraag gebeurt als volgt:
het indienen van een aanvraag kan via de website van de gemeente Ede www.ede.nl/promo of indien gewenst op schrift naar Gemeente Ede, Postbus 9024, 6710 HK EDE. De gemeente start met een pilot waarbij voor de eerste 100 aanvragen de kosten voor een ecologische quickscan en een verkennend bureauonderzoek door de gemeente betaald worden tot maximaal € 3000,- per aanvraag indien is voldaan aan de voorwaarden van de de-minimisverordening;