Toelichting
De Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023 treedt per 1 april 2023 inwerking. In artikel 1.11 van de Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023 is de bevoegdheid voor het college opgenomen om nadere regels vast te stellen, waarin de vergoeding voor het gebruik van de haven en van de in het havengebied gelegen kaden, loswallen en andere havenwerken en voor overige diensten wordt geregeld. Met het voorliggende voorstel wordt hier uitvoering aan gegeven.
De tarieven zijn gelijk aan het besluit dat in december 2022 is vastgesteld (RIS314035) onder de oude verordening.
Besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
gelet op:
- -
artikel 1.11 van de Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023;
besluit:
- -
vast te stellen de Regeling vergoeding voor het gebruik van de zeehaven Den Haag 2023:
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- BT: | de eenheid voor de bruto inhoud van een schip in ton volgens de bij het schip behorende en in Nederland geldige meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document; |
- categorie I schepen: | schepen die afmeren aan eigen of gehuurde kaden, schepen die lossen aan de visafslag of schepen die afmeren zonder te laden of te lossen; |
- categorie II schepen: | schepen die afmeren, laden, lossen, of passagiers in- of ontschepen aan de openbare kaden; |
- categorie III schepen: | niet beroepsmatige recreatieve vaart, die afmeert aan de openbare kaden; |
- dag: | een tijdvak van 24 uren, aanvangende op 00.00 uur; |
- dienstverlenende activiteiten: | het slepen van schepen in, naar en van de haven, het slepen ten behoeve van de scheepvaart in de haven, het bunkeren van schepen in de haven en het duiken ten behoeve van de scheepvaart in de haven; |
- gereserveerde ligplaats: | een ligplaats waarvoor met het college van burgemeester en wethouders een huurovereenkomst is afgesloten en die is bestemd voor het tijdelijk gemeerd liggen met een of meer aangewezen schepen die voor de zeevaart worden gebezigd; |
- havengeld: | vergoeding voor het gebruik van de haven; |
- kadegeld: | vergoeding voor het gebruik van de in de haven gelegen gemeentelijke voorzieningen; |
- ligplaats: | een voor het meren van een schip bestemde plaats; |
- opgelegd schip: | elk schip, dat langer dan dertig dagen achtereen niet volgens haar bestemming, te weten voor de vaart ter zee is gebruikt; |
- recreatieve vaart: | elk schip met een maximale lengte van 25 meter, gebruikt voor niet beroepsmatige activiteiten op het water; |
- reis: | het met een schip aandoen van de haven; |
- schip: | elk vaartuig, gebruikt of in staat te worden gebruikt als middel van vervoer te water, inclusief recreatieve vaart met een lengte van meer dan 25 meter; |
- vaste ligplaats: | een ligplaats waarvoor met het college van burgemeester en wethouders een huurovereenkomst is afgesloten en die is bestemd voor het blijvend gemeerd liggen met een aangewezen schip dat niet meer aan de scheepvaart deelneemt. |
Hoofdstuk 2 Vergoedingen
Artikel 2:1 Vergoeding voor gebruik van de haven en de kades
- 1.
Voor het gebruik van de haven wordt havengeld in rekening gebracht.
- 2.
Voor het gebruik van de in de haven gelegen gemeentelijke voorzieningen wordt kadegeld in rekening gebracht.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders past het haven- en kadegeld jaarlijks aan op grond van het door de gemeenteraad jaarlijks vastgestelde percentage voor de trendmatige aanpassing van de tarieven voor lokale heffingen bij de vaststelling van de programmabegroting.
Artikel 2:2 In rekening brengen vergoeding en tijdstip van betaling
- 1.
Het haven- of kadegeld wordt in rekening gebracht aan de reder, de eigenaar, de kapitein, de schipper van het schip of degene die namens hen de zaken ten behoeve van het schip in de haven waarneemt.
- 2.
Het haven- of kadegeld wordt in rekening gebracht bij wege van nota en dient onmiddellijk bij aanbieding van de nota te worden voldaan.
Artikel 2:3 Berekeningsgrondslag vergoeding
- 1.
Het havengeld voor categorie I schepen en categorie II schepen wordt berekend naar de BT van het schip of naar rato van het aantal reizen.
- 2.
Het havengeld voor categorie III schepen wordt berekend naar de strekkende meters lengte van het schip.
- 3.
De vergoeding voor een gereserveerde of een vaste ligplaats wordt berekend naar de strekkende meters lengte van het schip.
Artikel 2:4 Hoogte van het tarief van de vergoeding voor het havengeld
- 1.
De hoogte van het havengeld, exclusief omzetbelasting, voor categorie I en II schepen bedraagt:
tarief | tarief | tarief | tarief |
per reis per BT | na 10 reizen | na 20 reizen | na 30 reizen |
(per kalenderjaar) | (per kalenderjaar) | (per kalenderjaar) | (per kalenderjaar) |
| per reis per BT | per reis per BT | per reis per BT |
| | | |
categorie I schepen: | | | |
€ 0,39 | € 0,31 | € 0,19 | € 0,10 |
| | | |
categorie II schepen: | | | |
€ 1,00 | € 0,74 | € 0,51 | € 0,24 |
| | | |
met een minimum van: | | | |
€ 59,09 | € 44,29 | € 29,54 | € 14,78 |
- 2.
De hoogte van het havengeld voor categorie III schepen bedraagt € 1,25 per strekkende meter per etmaal, exclusief omzetbelasting.
- 3.
Bij de berekening van het havengeld, als bedoeld in het eerste lid, heeft een reis betrekking op maximaal tien dagen. Bij een verblijf langer dan tien dagen, wordt na elke tien dagen weer een reis in rekening gebracht. Dit geldt niet voor schepen die afmeren aan een eigen of gehuurde kade.
- 4.
Het havengeld voor een opgelegd schip, dat niet afmeert aan een eigen of gehuurde kade, wordt na dertig dagen vermeerderd met een toeslag van € 5,79, per strekkende meter ingenomen kade-ruimte, exclusief omzetbelasting.
- 5.
Het havengeld voor een schip dat korter dan 24 uur in de haven verblijft en niet laadt of lost, anders dan het van bemanning wisselen of bunkeren en provianderen, bedraagt € 0,30, exclusief omzetbelasting, per BT van het schip.
Artikel 2:5 Hoogte van het tarief van de vergoeding voor de kadegeld
- 1.
Het kadegeld voor een vaste ligplaats bedraagt € 427,42 per strekkende meter scheepslengte per jaar, exclusief omzetbelasting.
- 2.
Het kadegeld voor een gereserveerde ligplaats bedraagt € 213,69 per strekkende meter scheepslengte per jaar, exclusief omzetbelasting.
- 3.
Het kadegeld voor schepen die een gereserveerde ligplaats huren ten behoeve van het uitvoeren van dienstverlenende activiteiten in de haven bedraagt € 106,84 per strekkende meter scheepslengte per jaar, exclusief omzetbelasting.
Artikel 2:6 Hoogte van het tarief van de vergoeding voor levering water of elektriciteit
- 1.
Op aanvraag wordt door de havendienst aan gemeerde schepen, water of elektriciteit geleverd.
- 2.
Het tarief voor de levering van drinkwater is € 5,07per 1 m³, exclusief omzetbelasting.
- 3.
Het tarief voor de levering van elektriciteit is € 0,35 per KwH, exclusief omzetbelasting.
Artikel 2:7 Toepassing tarieven
- 1.
Bij de berekening van het havengeld wordt voor het aantal BT de bij het schip behorende en in Nederland geldige meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document aangehouden.
- 2.
Bij de berekening van het kadegeld wordt voor de lengte de bij het schip behorende en in Nederland geldige meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document aangehouden.
- 3.
Als een geldige meetbrief of een daarmee gelijk te stellen document ontbreekt, wordt de inhoudsmaat of de lengte van het schip ambtshalve door het college vastgesteld.
Artikel 2:8 Uitzondering op vergoeding voor gebruik van de haven en de kades
- 1.
Er wordt geen haven- of kadegeld in rekening gebracht voor:
a. een schip dat in opdracht of op verzoek van de gemeente wordt gebruikt voor werkzaamheden of diensten ten behoeve van de in artikel 2:1 van deze regeling bedoelde haven, werken en voorzieningen;
b. een oorlogsschip, een reddingsschip of een opleidingsschip van de koopvaardij, visserij, binnenvaart of het loodswezen, mits geen personen of lading tegen betaling worden vervoerd;
c. een schip van de kustwacht, mits als zodanig door het kustwachtcentrum aangemeld en waarbij is aangegeven dat het is betrokken bij het opheffen van acute levens- of milieubedreigende omstandigheden;
d. een sleepboot of een oliebunkerboot mits deze dienstverlenende werkzaamheden binnen de haven uitoefent en binnen de haven over een ligplaats beschikt;
e. een open roeiboot en een kano.
- 2.
Er wordt geen haven- of kadegeld in rekening gebracht voor een schip dat de haven is binnengevaren in verband met:
a. storm, gedurende de eerste 24 uur na binnenkomst;
b. het uitvoeren van reparaties, gedurende de eerste 24 uur na binnenkomst;
c. het debarkeren van zieke en gewonde opvarenden, gedurende de eerste vier uur na binnenkomst.
- 3.
Het bepaalde in het eerste lid, onderdeel d en het tweede lid van dit artikel is niet van toepassing indien en voor zover lading wordt geladen of gelost dan wel andere passagiers dan zieke of gewonde opvarenden worden ingescheept of ontscheept.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 3:1 Overgangsrecht
Deze regeling is van toepassing op het haven- of kadegeld dat vanaf 1 april 2023 bij wege van nota in rekening wordt gebracht.
Artikel 3:2 Intrekking
De regeling voor de vergoeding voor het gebruik van de zeehaven (Tarieven Zeehaven 2009) wordt ingetrokken.
Artikel 3:3 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2023.
Artikel 3:4 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Tarieven Zeehaven 2023.
Den Haag, 28 maart 2023
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Ilma Merx
de burgemeester,
Jan van Zanen