Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goes

Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoes
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen
CiteertitelBeleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Goes
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-2023nieuwe regeling

10-09-2008

gmb-2023-141741

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen

Het college van burgemeester en wethouders van Goes ontvangt regelmatig aanvragen voor een gehandicaptenparkeerplaats. Voor toetsing van deze aanvragen kan het college momenteel niet terugvallen op geschreven en uniforme beleidsregels. Voor een transparante besluitvorming is het daarom wenselijk dat beleidsregels worden vastgelegd.

 

Er zijn van rijkswege geen nadere regels gesteld voor het aanwijzen van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Gemeenten hebben hierin een zekere mate van beleidsvrijheid, welke beperkt wordt de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

 

Aanvragen voor individuele gehandicaptenparkeerplaatsen monden uit in een verkeersbesluit. Bij het beoordelen van de aanvraag wordt het belang van de gehandicapte om mobiel te blijven en het algemeen belang, te weten de leefbaarheid en bereikbaarheid van een wijk tegen elkaar afgewogen. Bij de beoordeling worden de volgende punten meegenomen:

  • beschikt de aanvrager over een parkeergelegenheid op eigen terrein of zou dit gerealiseerd kunnen worden;

  • wat zijn de gevolgen voor de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer.

Wettelijk kader

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 160 van de Gemeentewet, artikel 1:3 en 4:81 tot en

met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, het Reglement verkeerstekens en verkeersregels 1990, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Wegenverkeerswet 1994, mede gezien de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders tot het nemen van een verkeersbesluit als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 mogen burgemeester en wethouders beleidsregels inzake de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen vaststellen.

 

Het doel van de beleidsregels is duidelijke criteria vast te leggen voor het toekennen en weigeren van aanvragen om de inrichting van gereserveerde gehandicaptenparkeerplaatsen. Met de vaststelling van beleidsregels wordt voorkomen dat er rechtsongelijkheid ontstaat.

 

Geneeskundig onderzoek

Een geneeskundig onderzoek naar een handicap van de aanvrager is reeds aan de orde bij de beoordeling van de aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart. Nu de aanvrager voor de toekenning van een gehandicaptenparkeerplaats een gehandicaptenparkeerkaart dient te overleggen hoeft de aanvrager niet onnodig een extra onderzoek te laten verrichten.

1. Begripsbepalingen.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

RVV 1990 :

het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

wet :

Wegenverkeerswet 1994;

motorvoertuigen :

alle gemotoriseerde voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder z van het RVV 1990;

gehandicaptenvoertuig :

voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

parkeren :

het laten stilstaan, als bedoeld in artikel 1, onder ac van het RVV 1990

Individuele gehandicaptenparkeerplaats :

parkeerplaats aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV 1990 waar uitsluitend mag worden geparkeerd door:

  • a.

    een gehandicaptenvoertuig;

  • b.

    een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht of

  • c.

    indien de gehandicaptenparkeerplaats is gereserveerd voor een bepaald voertuig, dat voertuig;

bestuurder :

degene die het motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig bestuurt;

college :

college van burgemeester en wethouders.

CROW:

Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond, Wateren Wegenbouw en de Verkeerstechniek

BABW

Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

2 Aanvraag individuele gehandicaptenparkeerplaats

Om het verzoek voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats in behandeling te nemen dient de aanvrager:

  • 1.

    een schriftelijke aanvraag, middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier, in te dienen bij het bestuursorgaan;

  • 2.

    het aanvraagformulier compleet en correct in te vullen en aangevuld met;

  • 3.

    een kopie van de landelijke of Europese gehandicaptenparkeerkaart;

  • 4.

    een kopie van het kentekenbewijs;

  • 5.

    een kopie van het legitimatiebewijs.

3. Verzoek aanvullende gegevens

  • 1.

    Indien het aanvraagformulier niet compleet of correct wordt ingediend, dan wordt de aanvrager verzocht binnen een termijn van 4 weken de aanvraag aan te vullen of te verbeteren;

  • 2.

    Voldoet de aanvrager niet aan het verzoek zoals gesteld in artikel 3.1 dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

4. Kosten

Voor de kosten die voortvloeien uit het in behandeling nemen van de aanvraag worden bij de aanvrager leges in rekening gebracht op grond van de Legesverordening Goes.

5. Afstand

Een individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt in beginsel aangelegd binnen een loopafstand van maximaal 100 meter van het woonadres van de aanvrager.

6. Toetsingscriteria

De individuele gehandicaptenparkeerplaats wordt niet verleend indien:

  • a.

    de aanvrager niet beschikt over een geldige, landelijke of Europese gehandicaptenparkeerkaart, zijnde een bestuurderskaart of een passagierskaart;

  • b.

    de aanvrager beschikt over een passagierskaart en over hulpmiddelen waarmee de afstand tussen de parkeerplaats en het woonadres kan worden overbrugd en/of voor korte tijd alleen kan worden gelaten;

  • c.

    voor de aanvrager de mogelijkheid bestaat om zelf in een eigen parkeerplaats te voorzien op eigen terrein (garage, oprit, e.a.);

  • d.

    er geen mogelijkheid aanwezig is om binnen een loopafstand van 100 meter van het woonadres van de aanvrager een individuele gehandicaptenparkeerplaats, conform de geldende richtlijnen van het CROW en met inachtneming van de landelijke normen, te realiseren;

  • e.

    de aanwijzing van de individuele gehandicaptenparkeerplaats ter plekke leidt tot een onveilige verkeerssituatie of een belemmering van de doorstroming van het overige wegverkeer;

  • f.

    de parkeerdruk in de omgeving van de aan te wijzen parkeerplaats niet zodanig is dat het aanwijzen van een parkeerplaats als noodzakelijk moet worden beoordeeld;

  • g.

    de Regiopolitie Zeeland geen positief advies verleend.

7. Aanleg

  • 1.

    De aanleg van individuele gehandicaptenparkeerplaatsen geschiedt conform de geldende richtlijnen van het CROW en met inachtneming van de landelijk geldende normen;

  • 2.

    De aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats geschiedt binnen een termijn van 4 maanden na de dag, nadat het besluit onherroepelijk is;

  • 3.

    Indien het aanleggen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats niet binnen het bepaalde onder lid 2 van de in dit artikel vermelde termijn kan worden gerealiseerd, deelt het bestuursorgaan dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de aanleg wel gerealiseerd kan worden.

8. Verwijdering

  • 1.

    De gehandicaptenparkeerplaats blijft te allen tijde in eigendom van de wegbeheerder;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen gehandicaptenparkeerplaatsen verwijderen wanneer blijkt dat de aanwijzing heeft plaatsgevonden op grond van onjuiste gegevens.

9. Opzegging

  • 1.

    De individuele gehandicaptenparkeerplaats vervalt van rechtswege bij:

    • a.

      verhuizing van de betrokkene;

    • b.

      overlijden van de betrokkene;

    • c.

      het vervallen van de landelijke gehandicaptenparkeerkaart (zijnde een bestuurderskaart of een passagierskaart) van de betrokkene;

    • d.

      bij het niet meer in bezit zijn van een motorvoertuig;

    • e.

      het niet meer in bezit zijn van een geldig rijbewijs, indien betrokkene een bestuurderskaart bezit.

  • 2.

    De betrokkene is verplicht de gemeente in kennis te stellen indien één van de gevallen van het bepaalde onder artikel 10.1 zich voordoet.

10. Wijziging kenteken

Als het kenteken van het motorvoertuig van de gehandicapte, aan wie een individuele gehandicaptenparkeerplaats is toegewezen, verandert dan wordt op zijn of haar verzoek zo spoedig als mogelijk een ander onderbord geplaatst.

11. Verbodsbepaling.

Het is verboden de individuele gehandicaptenparkeerplaats te verhuren, te verkopen of zonder toestemming van het bestuursorgaan te verwijderen of te verplaatsen.

12. Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in op de dag na die van de bekendmaking.

13. Citeertitel.

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels individuele gehandicaptenparkeerplaatsen gemeente Goes.

Goes, 10 september 2008.

Burgemeester en Wethouders van Goes,

de secretaris,

drs. C.G.M. Maas.

de burgemeester,

drs. D.J. van der Zaag.