Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Halderberge

Verordening nadeelcompensatie Halderberge

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHalderberge
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening nadeelcompensatie Halderberge
CiteertitelVerordening nadeelcompensatie Halderberge
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2024nieuwe regeling

24-11-2022

gmb-2023-138282

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening nadeelcompensatie Halderberge

De raad van de gemeente Halderberge;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2022;

 

gelet op de artikelen 108 en 149 van de Gemeentewet;

 

gelet op titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 15.1 van de Omgevingswet;

 

 

BESLUIT:

 

 

1. de Procedureverordening voor advisering en tegemoetkoming in planschade 2008, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 25 september 2008, in te trekken;

2. de Verordening nadeelcompensatie Halderberge vast te stellen.

 

Verordening nadeelcompensatie Halderberge

 

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in schade indient;

b. bestuursorgaan: het bestuursorgaan van de gemeente Halderberge dat bevoegd is te beslissen op de aanvraag om tegemoetkoming in schade;

c. belanghebbende:

I degene die de activiteit verricht en met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.3c, eerste lid, van de Omgevingswet, is gesloten; en

II als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag, zoals geregeld in artikel 13.3d van de Omgevingswet: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht;

d. adviseur: een door het bestuursorgaan aan te wijzen deskundige;

e. adviescommissie: een schadebeoordelingscommissie, bestaande uit meerdere adviseurs.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening heeft betrekking op aanvragen om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, waarvan de aanvrager stelt dat die schade wordt veroorzaakt door een bestuursorgaan van de gemeente.

 

Artikel 3 Heffen recht

1. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding wordt een recht van € 300,- geheven.

2. Het bestuursorgaan wijst de aanvrager op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de rekening van de gemeente, dan wel op de aangegeven plaats dient te zijn gestort. Indien het bedrag niet binnen deze termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het bestuursorgaan de aanvraag niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.

 

Artikel 4 Aanvraag

1. De aanvrager maakt gebruik van een door het bestuursorgaan vastgesteld (elektronisch) formulier.

2. De aanvraag bevat mede:

a. een aanduiding van de schadeveroorzakende gebeurtenis;

b. een opgave van de aard van de geleden of te lijden schade en, voor zover redelijkerwijs mogelijk, het bedrag van de schade en een specificatie daarvan;

c. als het schade betreft wegens winst- of inkomstenderving: jaarrekeningen over het jaar waarin schade is geleden en voor zover van toepassing de drie daaraan voorafgaande jaren en de aanslagen vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;

d. als het schade betreft wegens gederfde huurinkomsten: een afschrift van de huurovereenkomst of gebruiksovereenkomst en een eigendomsakte.

 

Artikel 5 Inschakeling van een adviseur of adviescommissie

1. Advies bij een adviseur of adviescommissie wordt slechts ingewonnen voor zover dat noodzakelijk is om op de aanvraag om schadevergoeding te kunnen beslissen.

2. Een adviseur of adviescommissie kan worden benoemd als:

a. vaste adviseur of adviescommissie, benoemd door burgemeester en wethouders voor een termijn van maximaal vier jaar met de mogelijkheid tot herbenoeming voor maximaal vier jaar, of;

b. tijdelijke adviseur of adviescommissie voor advisering met betrekking tot een of meer aanvragen.

3. Advies als bedoeld in het eerste lid, wordt niet ingewonnen als:

a. de aanvraag kennelijk ongegrond is, omdat zich kennelijk een weigeringsgrond voordoet als bedoeld in artikel 4:126, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

b. de schade kennelijk niet kan worden toegerekend aan een door een bestuursorgaan van de gemeente Halderberge genomen besluit of verrichte handeling;

c. de aanvraag naar het oordeel van het bestuursorgaan voldoende gelijkenis vertoont met andere aanvragen waarvoor eerder advies is uitgebracht;

d. het in de aanvraag genoemde bedrag aan schadevergoeding minder bedraagt dan € 500,-- voor natuurlijke personen en € 1.000,-- voor rechtspersonen;

e. naar het oordeel van het bestuursorgaan in de gemeentelijke organisatie voldoende deskundigheid voor de beoordeling van de aanvraag aanwezig is.

4. Het besluit om de aanvraag af te wijzen zonder inschakeling van een adviseur of adviescommissie wordt genomen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag, onderscheidenlijk binnen acht weken nadat de termijn verstreken is gedurende welke de aanvrager de aanvraag kon aanvullen.

 

Artikel 6 Wrakingsregeling

1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 5, derde lid, benoemt het bestuursorgaan binnen acht weken na het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 5, vierde lid, een adviseur of een adviescommissie.

2. Voorafgaand aan de benoeming van de adviseur of de adviescommissie zendt het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden een mededeling over het voornemen een adviseur of adviescommissie te benoemen.

3. De aanvrager en de belanghebbenden kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het tweede lid schriftelijk en gemotiveerd een verzoek tot wraking van de adviseur of van (leden van) de adviescommissie bij het bestuursorgaan indienen.

4. Het bestuursorgaan beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het vijfde lid bedoelde termijn over een ingediend verzoek tot wraking.

 

Artikel 7 Werkwijze van de adviseur of adviescommissie

1. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie stelt de aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid een toelichting te geven, dan wel een standpunt over de aanvraag kenbaar te maken.

2. Indien dit voor het uitbrengen van het advies nodig is, bezichtigt de adviseur of de adviescommissie de situatie ter plaatse. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop deze plaatsopneming plaatsvindt.

3. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan het bestuursorgaan, aan de aanvrager en aan de belanghebbenden. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn verlengen.

4. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie stelt de aanvrager, het bestuursorgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid binnen vier weken na de toezending van het conceptadvies schriftelijk hierop te reageren.

5. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

6. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen twee weken na het verstrijken van de in het vierde lid bedoelde termijn een advies uit aan het bestuursorgaan.

 

Artikel 8 Beslissing op de aanvraag

1. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken na ontvangst van het advies op de aanvraag en maakt dit besluit binnen deze termijn, onder toezending van het advies, bekend aan de aanvrager en de belanghebbenden.

2. Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

 

Artikel 9 Uitbetaling

Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding wordt de toegewezen schadevergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding.

 

Artikel 10 Voorschot

1. Het bestuursorgaan kan op een daartoe strekkende aanvraag beslissen een voorschot te verlenen op een uit te betalen geldsom.

2. Het voorschort bedraagt ten hoogste 90% van de in het concept advies opgenomen geldsom.

3. De artikelen 4:95 en 4:96 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op het verlenen van een voorschot.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. De Procedureverordening voor advisering en tegemoetkoming in schade 2008, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 25 september 2008, vervalt.

3. Op een verzoek om vergoeding van schade die is veroorzaakt door:

a. een bestemmingsplan dat van kracht wordt, of een afwijkingsvergunning die onherroepelijk wordt, voor inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft de Procedureverordening voor advisering en tegemoetkoming in schade 2008 van toepassing tot 5 jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet (artikel 4.18, eerste lid, onder c, en 4.19, eerste lid, Invoeringswet Omgevingswet);

b. een bestemmingsplan dat als ontwerp ter inzage is gelegd voor inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft de Procedureverordening voor advisering en tegemoetkoming in schade 2008 van toepassing tot 5 jaar na van kracht worden van het bestemmingsplan (artikel 4.19, eerste lid, Invoeringswet Omgevingswet);

c. een afwijkingsvergunning die is aangevraagd voor inwerkingtreding van de Omgevingswet en die onherroepelijk wordt na inwerkingtreding van de Omgevingswet blijft de Procedureverordening voor advisering en tegemoetkoming in schade 2008 van toepassing tot 5 jaar na vaststelling van het besluit (art. 4.18, eerste lid, Invoeringswet Omgevingswet).

4. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening nadeelcompensatie Halderberge.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad

Van de gemeente Halderberge op 24 november 2022,

de griffier, de voorzitter,

de heer drs. A. Koenen de heer drs. B.J.A. Roks