Besluit van de raad van de gemeente Nuenen c.a. houdende bepalingen over de rechtspositie van raads- en commissieleden (Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Nuenen c.a. 2023)

Artikel 1.1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

• b.

  griffier: griffier als bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

• c.

  raadslid: lid van de raad van de gemeente Nuenen c.a.;

• d.

  Rechtspositiebesluit: Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

• e.

  Rechtspositieregeling: Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 2.1 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden is gelijk aan het bedrag voor inwonersklasse 1 – 4 (tot en met 40.000 inwoners), zoals bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit.

Artikel 2.2 Toelage voor lidmaatschap onderzoekscommissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet, wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente per maand een toelage toegekend, waarbij de hoogte van de toelage wordt bepaald in de verordening, zoals bedoeld in artikel 155a, achtste lid, van de Gemeentewet.

Artikel 2.3 Informatie- en communicatievoorzieningen

• 1.

  Een raadslid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit.

• 2.

  Als een raadslid stopt:

  • a.

    levert hij de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente, of

  • b.

    neemt hij de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen over en maakt de voorzieningen tot zijn eigendom, mits deze door of namens de gemeente zijn geschoond en het raadslid de gemeente de resterende waarde daarvan in het economische verkeer heeft vergoed.

Artikel 2.4 Nadere regels inzake niet-partijpolitiek georiënteerde scholing

• 1.

  Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie, zoals bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

• 2.

  De aanvraag, zoals bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

• 3.

  De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken. Indien er onvoldoende budget beschikbaar is, raadpleegt de griffier eerst het fractievoorzittersoverleg alvorens een beslissing te nemen.

Artikel 3.1 Informatie- en communicatievoorzieningen

• 1.

  Een commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit.

• 2.

  Als een commissielid stopt:

  • a.

    levert hij de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente, of

  • b.

    neemt hij de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen over en maakt de voorzieningen tot zijn eigendom, mits deze door of namens de gemeente zijn geschoond en het commissielid de gemeente de resterende waarde daarvan in het economische verkeer heeft vergoed.

Artikel 3.2 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing

• 1.

  Een commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie, zoals bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

• 2.

  De aanvraag, zoals bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

• 3.

  De griffier beslist op de aanvraag op basis van de overgelegde stukken. Indien er onvoldoende budget beschikbaar is, raadpleegt de griffier eerst het fractievoorzittersoverleg alvorens een beslissing te nemen.

Artikel 3.3 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit of de Rechtspositieregeling anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, zoals bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit, twee keer per jaar plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 4.1 Declaratie en betaling van onkosten

• 1.

  Tenzij het Rechtspositiebesluit of de Rechtspositieregeling anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, na afstemming met de griffier, of

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen.

• 2.

  Een aanvraag om een vergoeding van onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van het declaratieformulier als bedoeld in bijlage 1 bij deze verordening en één of meer bewijsstukken.

• 3.

  Het declaratieformulier en de bewijsstukken als bedoeld in het tweede lid worden zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door een raads- of commissielid ingediend bij de griffier.

• 4.

  Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan een raads- of commissielid binnen een maand na het indienen van de complete aanvraag plaatsvindt.

Artikel 4.2 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

• 1.

  Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit.

• 2.

  Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 4.3 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oude verordening

• 1.

  Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Nuenen c.a. 2023.

• 2.

  Deze verordening treedt op 1 april 2023 in werking.

• 3.

  De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Nuenen c.a. wordt ingetrokken.