Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noardeast-Fryslân

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoardeast-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2023
CiteertitelNadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-03-202307-03-2023nieuwe regeling

07-03-2023

gmb-2023-136059

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân,

 

overwegende nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen van Noardeast-Fryslân;

 

gelet op de artikelen 3, 5, 7 lid e, f en g, Artikel 10 lid 1 en Artikel 13 lid 8 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2020;

 

besluit vast te stellen de volgende:

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2023

 

 

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Noardeast-Fryslân 2020.

 

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Voor werkzaamheden aan graven zijn de begraafplaatsen geopend op werkdagen van 8.00 uur tot 16.00 uur.

 

Artikel 3. Samenvoegen van overledenen in een graf

Het verdiept begraven van de stoffelijke resten van een overledene in een graf, om daarmee ruimte te maken voor een nieuwe overledene, is mogelijk indien de wettelijke grafrusttermijn van tenminste vijftien jaar wordt gerespecteerd, de resterende graftermijn nog minimaal tien jaar bedraagt en het verdiept begraven technisch mogelijk is. Op de oude gedeelten van de begraafplaatsen te Kollum en Burdaard is samenvoegen niet toegestaan. Dit zijn de vakken A en B op de begraafplaats in Burdaard en de vakken MI, ND, OD, WD en ZW op de begraafplaats in Kollum.

 

Artikel 4. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven, crematiediensten en het bezorgen van as op werkdagen is van 9.00 uur tot 16.00 uur.

  • 2.

    De tijd van het begraven, crematiediensten en het bezorgen van as buiten gangbare uren is mogelijk op werkdagen vanaf 16.00 uur tot 18.00 uur (alleen gedurende de zomertijd periode) en op zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de genoemde tijden in het eerste en tweede lid van dit artikel afwijken.

 

Artikel 5. Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1.

    Per particulier graf mag maximaal één overledene worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 2.

    Per particulier (kelder)urnengraf en urnenplaats mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 3.

    Per urnennis mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald.

  • 4.

    Per particuliere gedenkplaats mogen meerdere overledenen herdacht worden.

  • 5.

    Op alle begraafplaatsen wordt 1 diep begraven.

 

Artikel 6. Reserveringen

  • 1.

    Het reserveren van een particulier graf kan voor een periode van tien, twintig of dertig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 2.

    Het reserveren van een particulier urnengraf, urnenplaats en particuliere gedenkplaats kan voor een periode van vijf, tien, vijftien of twintig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3.

    Het reserveren van particuliere graven is alleen mogelijk voor bestaande graven waarvan het grafrecht vervallen is. De administratie en beheerder beoordelen of reservering mogelijk is.

 

Artikel 7. Afmetingen van de graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

De maximale afmetingen voor een graf en urnenplaats zijn:

  • a.

    de standaard afmeting van een graf bedraagt 200 x 100 cm (l x b), met uitzondering van graven op het oude gedeelte van de begraafplaatsen in Burum, Kollum en Munnekezijl;

  • b.

    de afmeting van graven op het oude gedeelte van de begraafplaatsen in Burum, Kollum en Munnekezijl bedraagt 200 x 80 cm (l x b);

  • c.

    de afmeting van een kindergraf voor kinderen van 1 tot 12 jaar bedraagt 200 x 80 cm (l x b);

  • d.

    de afmeting van een kindergraf voor kinderen jonger dan 1 jaar bedraagt 100 x 60 cm (l x b);

  • e.

    de afmeting van een (kelder-)urnengraf op Lindenhof en Molenzes bedraagt 30 x 30 x 36 cm (l x b x diepte);

  • f.

    de afmeting van een (kelder)urnengraf in Burdaard bedraagt 40 x 40 x 43 cm (l x b x diepte

  • g.

    de afmeting van een (kelder)-urnengraf in Munnekezijl en op Nijenhof bedraagt 33 x 33 x 35 cm (l x b x diepte)

  • h.

    de afmeting van een urnenplaats en particuliere gedenkplaats bedraagt 60 x 60 cm (l x b);

  • i.

    de afmeting van een nis in een urnenmuur of columbarium varieert en is afhankelijk van het type voorziening. Op begraafplaats Lindenhof zijn de afmetingen van de binnenmaat voor muur 1 t/m 3 (het oude gedeelte) 22 x 34 x 28 cm (h x b x diepte) en voor muur 4 t/m 10 (het nieuwe gedeelte) 28 x 35 x 28 cm (h x b x diepte);

  • j.

    de afmeting van een nis in de urnenzuil op Molenzes in Ternaard bedraagt 80 x 80 x 80 x 39 x 45, 5 cm (l x l x l x h x diepte) (driehoek met zijden van 80 cm en op het diepste punt 39 cm. De hoogte is 45,5 cm).

 

Artikel 8. Categorieën

Op begraafplaats Damwâldsterreedsje is een deel van de begraafplaats ingericht als Rooms Katholieke begraafplaats.

 

Artikel 9. Termijnen particuliere graven, urnenvoorzieningen en gedenkplaatsen

  • 1.

    Particuliere graven worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig of dertig jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat.

  • 2.

    Particuliere urnengraven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen worden uitgegeven voor een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats dat toelaat.

  • 3.

    Het in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4.

    Tussentijdse verlenging van grafrechten per jaar is mogelijk indien bij een bijzetting de resterende termijn korter is dan de vereiste grafrusttermijn van 10 jaar. Het tarief bedraagt een tiende deel per te verlengen jaar, uitgaande van het vastgestelde tarief van een verlenging met 10 jaar.

  • 5.

    Tussentijdse verlenging van grafrechten met meer dan 20 jaar is mogelijk met een veelvoud van 10 jaar, waarbij het te heffen tarief dezelfde veelvoud is van het verlengingstarief voor 10 jaar.

  • 6.

    Het gebruik van urnennissen wordt verleend voor een termijn van vijf, tien, vijftien of twintig jaar.

  • 7.

    De gebruiker van een urnennis kan na afloop van de gebruikstermijn verzoeken voor een nieuwe gebruikstermijn. De beheerder beoordeelt of een nieuwe gebruikstermijn in dezelfde nis mogelijk is.

 

Artikel 10. Keldergraven

  • 1.

    De voorwaarden waaraan nieuwe keldergraven moeten voldoen zijn:

  • a.

    de gebruikte materialen zijn duurzaam;

  • b.

    de fundering en constructie zijn stabiel en veilig;

  • c.

    het keldergraf is beheer-technisch en esthetisch aanvaardbaar;

  • d.

    de aanvraag voldoet aan het bestemmingsplan en overige wetten.

  • e.

    Keldergraven mogen de grafafmetingen als genoemd in artikel 7 niet overschrijden

  •  

  • 2.

    De voorwaarden waaraan begraven in (oude) particuliere keldergraven moet voldoen zijn:

  • a.

    het samenvoegen c.q. ruimen van het graf beheer-technisch mogelijk is en er is voldoende ruimte voor hedendaagse kistafmetingen;

  • b.

    het keldergraf is waterdicht en voorzien van adequate ventilatie;

  • c.

    de werkzaamheden zijn veilig uit te voeren.

  •  

  • 3.

    Een vergunning voor een reeds bestaand keldergraf kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

  • a.

    de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

  • b.

    de fundering en constructie onvoldoende stabiel en veilig zijn;

  • c.

    ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • d.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

  • e.

    van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

  • f.

    de houder van de vergunning dit verzoekt;

  • g.

    het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

 

Artikel 11. Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1.

    Na het overlijden van de rechthebbende dient het grafrecht binnen zes maanden te worden overgeschreven op naam van een nieuwe rechthebbende.

  • 2.

    Wanneer nabestaanden ontbreken, kan de rechthebbende bij laatste wil of bij notariële akte bepalen dat de rechten worden overgeschreven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert.

  • 3.

    Rechthebbenden waarvan blijkens de administratie de adresgegevens niet correct zijn, alsmede nabestaanden van deze rechthebbenden, in het geval dat deze rechthebbenden inmiddels zijn overleden, kunnen gedurende een periode van 5 jaren, te rekenen vanaf 7 maart 2023, zich bij het college melden voor aanpassing van hun adresgegevens, of voor het in aanmerking willen komen voor overschrijving van het recht op het graf op hun naam. Bekendheid hieraan zal worden gegeven door het aanbrengen van publicaties bij de begraafplaatsen, op de gemeentelijke website, door het aanbrengen van bordjes bij de betreffende graven en op andere daarvoor geschikte wijzen.

  • 4.

    De nabestaanden, genoemd in het derde lid, dienen voormalige echtgenoten of geregistreerd partners te zijn, of dienen in een familierechtelijke betrekking tot een overleden rechthebbende te hebben gestaan tot en met de vierde graad (bloed- en aanverwantschap). In geval van meerdere nabestaanden die zich melden wordt het grafrecht overgeschreven op degene die zich als eerste bij het college heeft gemeld.

  • 5.

    Gedurende de termijn, genoemd in het derde lid, zal het recht op een particulier graf waarvan de adresgegevens van de rechthebbenden nog niet zijn aangepast, of waarvan de rechthebbende is overleden, en nog geen nabestaande zich heeft gemeld voor overname van het grafrecht, niet vervallen worden verklaard en zal het graf niet worden geruimd.

  • 6.

    Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in de voorgaande leden afwijken.

 

Artikel 12. Melding en vergunning grafbedekking

  • 1.

    De melding tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een grafbedekking op een (urnen-)graf, urnenplaats en gedenkplaats moet schriftelijk worden gedaan bij het college, uiterlijk een maand voor plaatsing. Het verzoek dient te bevatten:

  • a.

    NAW-gegevens van de rechthebbende van het graf, de urnenplaats of de gedenkplaats;

  • b.

    de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de rechthebbende en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van de grafbedekking te zijn;

  • c.

    de naam van de begraafplaats, de ligging (grafveld) en nummer van het graf;

  • d.

    naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

  • e.

    een werktekening, schaal 1:10, waarin aangegeven:

  • een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

  • de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

  • de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

  • de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

  • de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

  • de soort vaste planten indien het een levende grafbedekking betreft.

  • 2.

    Voor gewenste grafbedekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 13 van de nadere regels, en ornamenten voor op het (urnen-)graf, een bovengrondse urnenplaats of een gedenkplaats inbegrepen, is een vergunning vereist.

  • 3.

    De beslissing op de vergunningaanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

 

Artikel 13. Voorwaarden gedenktekens

  • 1.

    Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten en gehard glas, met een minimale dikte van 2 cm.

  • 2.

    De lengte en de breedte van de grafbedekking, de daarop geplaatste ornamenten inbegrepen, mogen die van het (urnen-)graf, bovengrondse urnenplaats en gedenkplaats niet overschrijden.

  • 3.

    Voor het plaatsen van gedenktekens op een enkel graf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld:

  • a.

    voor de begraafplaatsen Kollum, Burum, Burdaard en Munnekezijl: maximaal 200 x 80 x 130 cm (l x b x h);

  • b.

    voor de begraafplaatsen Lindenhof, Damwâldsterreedsje, Reidswâl en Molenzes: maximaal 200 x 80 x 120 cm (l x b x h);

  • c.

    voor de begraafplaats Nijenhof: maximaal 200 x 90 x 130 cm (l x b x h).

  • 4.

    Voor het plaatsen van gedenktekens op een dubbel graf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld:

  • a.

    voor de begraafplaatsen Kollum, Burum , Burdaard nieuwe deel en Munnekezijl maximaal 200 x 160 x 130 cm (l x b x h);

  • b.

    voor de begraafplaatsen Lindenhof, Damwâldsterreedsje, Reidswâl en Molenzes: maximaal 200 x 160 x 120 cm (l x b x h);

  • c.

    voor de begraafplaats Nijenhof: maximaal 200 x 180 x 130 cm (l x b x h);

  • d.

    voor de begraafplaats Burdaard oude deel: maximaal 200 x 140 x 130 cm (l x b x h).

  • 5.

    Voor het plaatsen van gedenktekens op een kindergraf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld:

  • a.

    kindergraven voor kinderen van 1 tot 12 jaar voor de begraafplaatsen Kollum, Nijenhof, Munnekezijl, Burum en Burdaard, maximaal 200 x 80 x 100 centimeter (l x b x h);

  • b.

    kindergraven voor kinderen van 1 tot 12 jaar voor de begraafplaatsen Lindenhof, Damwâldsterreedsje, Reidswâl en Molenzes maximaal 100 x 55 x 70 centimeter (l x b x h);

  • c.

    kindergraven voor kinderen jonger dan 1 jaar, maximaal 60 x 55 x 70 centimeter (l x b x h).

  • 6.

    Voor het plaatsen van gedenktekens op een particuliere gedenkplaats gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld: 60 x 60 x 100 cm (l x b x h),

  • 7.

    Voor het plaatsen van gedenktekens op een urnengraf gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld:

  • a.

    met uitzondering van begraafplaats Burdaard: 50 x 50 x 65 cm (l x b x h);

  • b.

    voor begraafplaats Burdaard: 55 x 55 x 0 cm (l x b x h),

  • 8.

    Voorzetplaten en sluitplaten van urnennissen zijn afhankelijk van het type nis.

  • a.

    Op begraafplaats Lindenhof is de buitenmaat van muur 1 t/m 3 37 x 50 x 3 cm (h x b x dikte) en van muur 4 t/m 10 43 x 50 x 3 cm (h x b x dikte). De kleur van de afdekplaten is conform tekeningnummer B-612.12 rood, wit of zwart.

  • b.

    De afmeting van een voorzetplaat op de urnenzuil op Molenzes bedraagt (l x h) 38,9 x 32,8 cm. Deze voorzetplaat wordt door de gemeente verstrekt tegen een vastgesteld tarief.

  • 9.

    De in het derde, vierde, vijfde en zesde lid genoemde gedenktekens moeten vast aan elkaar en/of afzonderlijk bevestigd of gefundeerd worden.

  • 10.

    Sierurnen moeten stevig verankerd worden op een bijpassende grondplaat of sokkel.

  • 11.

    Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen zijn alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte boven het maaiveld en indien voorzien van een bodemplaat.

  • 12.

    Indien een urn blijvend zichtbaar wordt geplaatst op een graf dient deze zodanig te worden bevestigd dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen.

  • 13.

    In specifieke situaties kan het college afwijken van de in het derde, vierde, vijfde en zesde lid genoemde afmetingen. Een vergunningaanvraag daartoe wordt beoordeeld op inpasbaarheid binnen het betreffende begraafvak of themaveld.

  • 14.

    De namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders van gedenktekens mogen alleen aan de achterkant van het gedenkteken worden aangebracht, in de vorm van een klein naamplaatje van maximaal 2 x 4 centimeter.

  • 15.

    Voor de herdenking van overledenen van een asverstrooiing en van geruimde graven kan een door de gemeente beschikbaar gesteld gedenkplaatje worden geplaatst op een algemene herdenkingszuil of wand. Plaatsingsrechten worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaar.

  • 16.

    Gedenkplaatjes mogen alleen voorzien zijn van de naam, de geboortedatum en sterfdatum van de overledene.

  • 17.

    Op en in de nabijheid van verstrooivelden zijn permanente en tijdelijke voorwerpen en gedenktekens niet toegestaan.

 

Artikel 14. Onderhoud door rechthebbende/gebruiker

  • 1.

    Onder onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking, het rechtzetten van verzakkingen van het gedenkteken en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken.

  • 2.

    Voor het schoonmaken van gedenktekens zijn alleen ecologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 3.

    Het afval dat vrij komt bij het onderhoud (groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

 

Artikel 15. Grafbeplanting

  • 1.

    De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 150 cm.

  • 2.

    Verboden zijn sterk woekerende planten, zoals klimop en bamboe en planten met stekels en doornen.

 

Artikel 16. Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen op graven van losse bloemen in steekvazen, eenjarige planten en planten in potten is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking. Glazen vazen en voorwerpen waarin glas verwerkt is zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 2.

    Het is op, achter en in de nabijheid van grafbedekkingen verboden planten en losse voorwerpen te plaatsen.

  • 3.

    De rechthebbende of de gebruiker van het graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud en het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren.

  • 4.

    Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen veertien dagen na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken na een begrafenis ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

 

Artikel 17. Winterharde gewassen.

  • 1.

    De winterharde gewassen die op de particuliere graven worden geplant mogen de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden en een maximale hoogte hebben van 150 centimeter. De rechthebbende of gebruiker van het graf is zelf verantwoordelijk voor het tijdig snoeien.

  • 2.

    De rechthebbende of gebruiker van het graf is zelf verantwoordelijk voor het tijdig verwijderen van planten die in verwaarloosde staat verkeren.

 

Artikel 18. Plaatsen grafbedekking.

De grafbedekking met toebehoren moet volgens aanwijzingen van de beheerder worden opgesteld. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

 

Artikel 19. Crematie en herbegraven na ruiming

Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats is alleen toegestaan door een erkende uitvaartonderneming of gespecialiseerd bedrijf.

 

Artikel 20. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 7 maart 2023.

  • 2.

    De “Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2022” worden met ingang van 7 maart 2023 ingetrokken.

 

Artikel 21. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Noardeast-Fryslân 2023”.

 

 

 

Aldus besloten door het college in zijn vergadering van 7 maart 2023,

De secretaris, De burgemeester,