De raad van de gemeente Goes:
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders:
gelet op artikel 16.15a, aanhef en onder b, onder 1°, van de Omgevingswet;
b e s l u i t :
- 1.
Begripsomschrijving ruimtelijk kader
Dat in dit besluit het volgende wordt verstaan onder een ruimtelijk kader:
- a.
een (ontwerp)omgevingsplan;
- b.
een uitwerkings-, wijzigings- of afwijkingsbevoegdheid in het omgevingsplan van rechtswege;
- c.
een stedenbouwkundig plan, masterplan, stedenbouwkundig randvoorwaardendocument of hieraan gelijk te stellen ruimtelijk plan of kader dat is vastgesteld door de raad of waarmee de raad heeft ingestemd.
- 2.
Begripsomschrijving ruimtelijke ontwikkeling
Dat in dit besluit het volgende wordt verstaan onder een ruimtelijke ontwikkeling:
- a.
de nieuwbouw van twintig of meer woningen binnen het bestaand stedelijk gebied of de nieuwbouw van één of meer woningen buiten het bestaand stedelijk gebied;
- b.
de nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf;
- c.
de nieuwbouw of uitbreiding van bedrijven, detailhandel, horeca, kantoren en maatschappelijke, recreatieve of sportvoorzieningen met een bebouwde oppervlakte van meer dan 1000 m²;
- d.
de nieuwbouw van gebouwen hoger dan 15 meter;
- e.
de nieuwbouw van een grootschalige logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;
- f.
de wijziging van het gebruik van gronden met een oppervlakte van meer dan 1 hectare;
- g.
de aanleg, grootschalige wijziging of reconstructie van weg- of waterinfrastructuur;
- h.
de aanleg, grootschalige wijziging of reconstructie van bovengrondse infrastructuur voor nutsvoorzieningen;
- i.
de plaatsing van een antenne-installatie hoger dan 40 meter;
- j.
de plaatsing van een andere bouwwerk, geen gebouw zijnde, zoals een windturbine of reclamemast, hoger dan 20 meter.
- 3.
Gevallen waarvoor de raad is aangewezen als adviseur
Dat de volgende gevallen worden aangewezen als gevallen als bedoeld in artikel 16.15a, aanhef en onder b, onder 1°, van de Omgevingswet waarvoor de raad is aangewezen als adviseur:
- a.
een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een ruimtelijke ontwikkeling waarvoor een ruimtelijk kader ontbreekt om de activiteit aan te toetsen;
- b.
een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een ruimtelijke ontwikkeling die geheel of gedeeltelijk afwijkt van het ruimtelijk kader.
- 4.
Gevallen waarin de verplichting niet geldt
Dat de verplichting om de gemeenteraad vooraf om advies te vragen niet geldt wanneer:
- a.
het college van burgemeester en wethouders het voornemen heeft de gevraagde omgevingsvergunning te weigeren;
- b.
het gaat om een tijdelijke omgevingsvergunning met een instandhoudingstermijn van maximaal 10 jaar.
- 5.
Periodieke evaluatie
Dat dit besluit iedere twee jaar wordt geëvalueerd.
- 6.
Inwerkingtreding
Dat dit besluit in werking treedt op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.