Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tynaarlo

Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTynaarlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe
CiteertitelMandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpMandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-03-2023Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe

08-11-2022

gmb-2023-132155

Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe

 

Gelet op:

- De artikelen 160 en 171 Gemeentewet;

- De Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder artikel 10.4, inzake mandaat aan niet ondergeschikten;

- De Gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (hierna RUD Drenthe);

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Onder mandaat wordt ook begrepen volmacht voor het verrichten van privaatrechtelijke handelingen en machtiging voor het verrichten van feitelijke handelingen.

Directeur: de directeur RUD Drenthe.

College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tynaarlo.

De gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe.

Dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

Artikel 2 Mandaat en ondermandaat

1. De directeur heeft mandaat overeenkomstig de in de bijlage bij dit besluit opgenomen mandaatlijst.

2. Het mandaat betreft alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. Daaronder valt ook het sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten voortvloeiend uit de gemandateerde bevoegdheden.

3. De directeur kan voor de in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan medewerkers van de RUD Drenthe.

4. De directeur draagt zorg voor de bekendmaking van verleende ondermandaten en informeert het college en het Dagelijks Bestuur hierover.

Artikel 3 Reikwijdte

1. Onder het in de bijlage bij dit besluit opgenomen begrip “regels die betrekking hebben op het milieu” wordt verstaan: technische milieu- of door milieubelangen ingegeven regels die in de Omgevingswet, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving, het Asbestverwijderingsbesluit, hoofdstuk 22 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (de bruidsschat), voorbeschermingsregels of in een omgevingsplan, al dan niet ter invulling van art. 4.6 van de Omgevingswet, de instructieregels in de provinciale omgevingsverordening of paragraaf 5.1.2 en 5.1.4 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, zijn opgenomen.

2. Onder het begrip milieu wordt in dit mandaatbesluit ook de bescherming van de bodem, het belang van energiebesparing en de bescherming tegen asbest verstaan.

 

Artikel 4 Voorschriften bij gebruik mandaat: algemeen

Uitoefening van mandaat vindt plaats binnen:

a. het wettelijk kader;

b. beleid en regelgeving van de mandaatgever;

c. afspraken in de dienstverleningsovereenkomsten;

d. binnen dit mandaatbesluit gestelde kaders;

e. het vastgestelde jaarprogramma voor uitvoeringstaken zoals bedoeld in artikel 22, eerste lid onder n van de Gemeenschappelijke regeling.

 

Artikel 5 Wijze van ondertekening bij mandaat

1. De bevoegdheid om op grond van artikel 2 beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens het bestuursorgaan.

 

2. Bij een in mandaat genomen besluit vindt ondertekening als volgt plaats:

 

‘Namens het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo’ of ‘Namens de burgemeester van Tynaarlo’

‘naam’

‘functie’

 

3. Een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt namens de gemeente Tynaarlo ondertekend met:

 

‘Namens de burgemeester van Tynaarlo’

‘naam’

‘functie’

 

4. Onder een handtekening in de zin van dit besluit wordt mede verstaan een bevoegdelijk geplaatste digitale kopie van de handtekening van de mandaathouder.

5. Indien een brief – niet zijnde een besluit – niet van een handtekening wordt voorzien, wordt het volgende onderschrift geplaatst: ‘Deze brief is digitaal aangemaakt en daarom niet ondertekend’.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Dit mandaatbesluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Omgevingswet in werking treedt.

2. Het Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe, vastgesteld 22 november 2013 wordt ingetrokken op de dag na de dag van inwerkingtreding Omgevingswet. De regeling blijft van toepassing op gevallen die onder het overgangsrecht vallen.

3. Dit mandaatbesluit kan worden aangehaald als: “Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe”.

 

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo, d.d. 8 november 2022.

Burgemeester Secretaris

Vastgesteld door de burgemeester 8 november 2022.

Instemming verleend door de directeur d.d. 4 juli 2022

Instemming verleend door het Algemeen Bestuur in de vergadering van d.d. 4 juli 2022

Voorzitter Secretaris

Bijlage Mandaatlijst

Mandaatlijst als bedoeld in artikel 2 lid 1 Mandaatbesluit milieutaken directeur RUD Drenthe

Algemeen

 

Bevoegdheden en besluiten

A01

Vertegenwoordiging in rechte bij bezwaar, beroep, hoger beroep en verzoeken om voorlopige voorziening; het voeren van verweer in relatie tot de elders in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden.

A02

Besluiten op bezwaarschriften, voor zover in overeenstemming met het advies van de bezwarencommissie, inclusief inzet premediation in relatie tot de elders in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden.

Toelichting

Er is in het verleden enige verwarring geweest over de (on)mogelijkheid om beslissingen op bezwaar te mandateren. De wetsgeschiedenis laat echter zien dat dit mogelijk is, mits de beslissing op bezwaar door iemand anders wordt vastgesteld dan de primaire beslissing.

A03

Aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten, voeren van gesprekken onder leiding van een mediator, aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten als resultaat van deze gesprekken alsmede aanwijzen van functionarissen om namens Burgemeester en Wethouders gesprekken onder leiding van een mediator te voeren in relatie tot de elders in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden.

A04

Besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen waaronder het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten in relatie tot de elders in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden.

A05

Het ondertekenen van overeenkomsten ter uitvoering van besluiten tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) in relatie tot de elders in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden

A06

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen op basis van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet in relatie tot de elders in de mandaatlijst genoemde bevoegdheden.

A07

De bevoegdheid tot het verlenen van autorisatie aan medewerkers in verband met wettelijke informatieverplichting en inschrijving in registers als bedoeld in A8.

A08

De taken op het gebied van wettelijke monitorings- en informatieverplichtingen en inschrijving in registers waaronder in elk geval de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, het Register Externe Veiligheidsrisico’s (REV) als bedoeld in paragraaf 10.8.1 van het Omgevingsbesluit, werkzaamheden met betrekking tot de PRTR-verordening als bedoeld in paragraaf 10.8.6 van het Omgevingsbesluit en werkzaamheden op de e-MJV applicatie en IPPC applicatie inzake PRTR-verslagen, EEP-rapportages en IPPC-gegevens en de monitoring van geluidsproductieplafonds als bedoeld in artikel 11.45 Besluit kwaliteit leefomgeving.

 

 

Toelichting

De hier genoemde werkzaamheden werden voor een groot deel al uitgevoerd door de RUDD op grond van de algemeen geformuleerde mandaten in het eerdere mandaatbesluit zoals bijvoorbeeld “alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen”. In het licht van de Omgevingswet leek het raadzaam om dit soort taken apart te benoemen. Ten opzichte van de eerdere werkzaamheden is de monitoring van de in art. 11.45 genoemde geluidsproductieplafonds toegevoegd (“nieuw milieufiguur”).

 

 

Uitvoering

 

 

Bevoegdheden en besluiten

 

Omgevingswet

U01

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen met betrekking tot enkelvoudige aanvragen om omgevingsplanactiviteiten waarvoor een omgevingsvergunning nodig is bij of krachtens artikel 5.1, lid 1 onder a van de Omgevingswet voor zover het betreft of wordt afgeweken van regels die betrekking hebben op het milieu alsmede toezicht en handhaving daarvan.

 

 

Besluiten met betrekking tot aanvragen om omgevingsplanactiviteiten waarvoor een omgevingsvergunning nodig is als bedoeld in Bijlage 1, onderdeel A van de Omgevingswet vallen niet onder het mandaat.

 

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen en voor zover het betreft enkelvoudige aanvragen die betrekking hebben op de component milieu.

 

 

Het gaat hier om de milieuregels die zijn verhuisd naar het omgevingsplan en een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft waar een omgevingsvergunning voor nodig is.

 

U02

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen met betrekking tot enkelvoudige aanvragen om omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten zoals verplicht gesteld in de bruidsschat, een omgevingsplan of bij of krachtens artikel 5.1 lid 2 onder b van de Omgevingswet, alsmede toezicht en handhaving daarvan.

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen en voor zover het betreft enkelvoudige aanvragen die betrekking hebben op de component milieu.

 

 

Het gaat hier om de milieubelastende activiteiten die op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving een omgevingsvergunning nodig hebben.

 

 

 

Sommige bestaande vergunningplichten zijn opgenomen in de zogenaamde bruidsschat. Nieuw is dat gemeenten in hun omgevingsplan eventueel ook nog regels voor milieubelastende activiteiten opnemen, die niet in het Bal zijn opgenomen, bijvoorbeeld omdat ze een vergunningplicht in de bruidsschat willen continueren.

 

U03

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen inzake het actualiseren van omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.38 lid 1 onder b van de Omgevingswet.

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen en voor zover het betreft enkelvoudige aanvragen die betrekking hebben op de component milieu.

 

 

Het gaat hier om het actualiseren van de omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten die op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving een omgevingsvergunning nodig hebben.

 

U04

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen met betrekking tot het intrekken en/of wijzigen van (de voorschriften van) omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in de artikelen 4.5 lid 1, 5.39, 5.40, 5.41 en 18.10 van de Omgevingswet.

 

 

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen en voor zover het betreft enkelvoudige aanvragen die betrekking hebben op de component milieu.

 

 

Het gaat hier om het intrekken en/of het wijzigen van omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten die op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving een omgevingsvergunning nodig hebben.

 

U05

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen met betrekking tot het ambtshalve verlenen van revisievergunningen voor milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.43 van de Omgevingswet.

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen en voor zover het betreft enkelvoudige aanvragen die betrekking hebben op de component milieu.

 

 

Het gaat hier om het ambtshalve reviseren / consolideren van omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten die op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving een omgevingsvergunning nodig hebben.

 

U06

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving, met betrekking tot maatwerkvoorschriften aangaande regels met betrekking tot het milieu als bedoeld in artikel 4.5, lid 1 van de Omgevingswet.

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen

 

 

Het gaat hier om maatwerk, zoals dat vroeger mogelijk was ten opzichte van de algemene regels in het Activiteitenbesluit. Maar nu is er veel meer maatwerk mogelijk, niet alleen ten opzichte van het Besluit activiteiten leefomgeving, maar ook ten opzichte van de bruidsschat en mogelijk ook ten opzichte van het omgevingsplan (als dat in het omgevingsplan is geregeld). Ook kan maatwerk verschillend van aard zijn: afwijken van een norm, het opleggen van een middelvoorschrift, maar zelfs de verplichting om onderzoek te doen.

 

 

 

U07

Besluiten inzake het treffen van gelijkwaardige maatregelen aangaande regels met betrekking tot het milieu als bedoeld in artikel 4.7, lid 1 van de Omgevingswet, alsmede toezicht en handhaving daarvan.

Toelichting:

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen

 

 

Het gaat hier om een gelijkwaardigheidsbesluit zoals dat vroeger mogelijk was ten opzichte van de algemene regels in het Activiteitenbesluit (vgl. art. 8.40a Wm).

 

U08

Besluiten omtrent m.e.r.- beoordelingsplicht zoals bedoeld in art. 16.43 lid 2 van de Omgevingswet en de uitvoering van de milieueffectrapportages en voorbereiden van besluiten inzake milieueffectrapportages voor m.e.r.-plichtige projecten als bedoeld in paragraaf 16.4.2 van de Omgevingswet, voor zover betrekking hebbend op omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten.

Toelichting

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen.

 

 

Hoewel strikt genomen deze bevoegdheid al gemandateerd is met de mandaten over het toepassen van algemene wetten en de algemene bevoegdheid om omgevingsvergunningen af te geven is er, om misverstanden te voorkomen, voor gekozen om deze bevoegdheid expliciet te mandateren.

 

U09

Besluiten inzake afdeling 19.1 van de Omgevingswet over ongewone voorvallen, alsmede toezicht en handhaving daarvan.

Toelichting

Het gaat hier om één van de opvolgers op grond van de Omgevingswet van de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen.

 

 

Het betreft de regels die moeten worden toegepast als er sprake is van een ongewoon voorval (denk aan: storing, brand, etc…).

 

U10

Besluiten inzake afdeling 19.2a van de Omgevingswet over toevalsvondsten van verontreiniging op of in de bodem, alsmede toezicht en handhaving daarvan.

Toelichting

Het betreft één van de opvolgers in de Omgevingswet van de bepaling: “Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen,

alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet

 

bodembescherming en bij of krachtens uitvoeringsregelingen

 

(b.v. het Besluit bodemkwaliteit) en Besluit financiële bepalingen Bodemsanering voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen.

 

U11

Besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen in het kader van de Omgevingswet, het Asbestverwijderingsbesluit en Besluit bouwwerken leefomgeving en bij of krachtens uitvoeringsregelingen alsmede toezicht en handhaving.

Toelichting

Het betreft één van de opvolgers in de Omgevingswet van de bepaling:

“Alie besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen in het kader van de Woningwet, Asbestverwijderingsbesluit en Bouwbesluit en bij of krachtens uitvoeringsregelingen”. Het betreft asbest en zorgplicht, asbestverwijdering en asbestsloop en voor zover deze betrekking hebben op de bevoegdheden van het college.

 

U12

Ontheffingen voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 10.63 lid 1 van de Wet milieubeheer alsmede toezicht en handhaving daarvan.

Toelichting

Het gaat hier om één van de opvolgers de bepaling: alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en bij of krachtens uitvoeringsregelingen voor zover opgedragen aan genoemde bestuursorganen. Deze bepaling is (in iets gewijzigde vorm) in de Wet milieubeheer blijven staan.

U13

Het toepassen van de bevoegdheid als bedoeld in art. 16.16 lid 4 van de Omgevingswet

Toelichting

Het gaat hier om het recht om te bepalen dat instemming (bedoeld als opvolger van de verklaring van geen bedenkingen) niet is vereist (zie voor een verdere uitleg van dit instrument de categorie hieronder).

 

 

U14

Het al dan niet instemmen met een voorgenomen besluit als bedoeld in art. 4.20 lid 2 onder a Omgevingsbesluit voor zover het regels betreft die betrekking hebben op het milieu en in art. 4.20 lid 2 onder b Omgevingsbesluit.

Toelichting

Dit instrument houdt in dat bij het uitbrengen van het advies wordt gevraagd om de voorgenomen beslissing terug te zien voordat deze definitief wordt gemaakt. Hierbij kan worden bezien of het advies goed in het voorgenomen besluit is overgenomen. Als dat niet zo is verleent de adviseur geen instemming en moet de vergunning geweigerd worden.

U15

Het opleggen van financiële zekerheid (artikel 13.5 Omgevingswet)

Toelichting

Voor bepaalde categorieën milieubelastende activiteiten kan, of moet er via de omgevingsvergunning worden geregeld dat er financiële zekerheid moet worden gesteld (bijvoorbeeld voor het opruimen van achtergebleven afvalstoffen in het geval van een faillissement). Hoewel strikt genomen deze bevoegdheid al gemandateerd is met de algemene bevoegdheid om omgevingsvergunningen af te geven is er, om misverstanden te voorkomen, voor gekozen om deze bevoegdheid expliciet te mandateren. Let wel: het betreft hier alleen het via de vergunning opleggen van de verplichting. De feitelijke en meer financieel getinte handelingen die hieruit voortvloeien (denk aan vestigen hypotheekrecht) en het daadwerkelijk inwinnen van de financiële zekerheid, is niet gemandateerd.

 

 

U16

Het opleggen van gedoogplichten als bedoeld in art. 10.13a / 10.13b en 10.21a Omgevingswet.

Toelichting

Artikel 10.13a / 10.13b en 10.21a geven de mogelijkheid om gedoogplichten op te leggen om onderzoek te kunnen uitvoeren op andermans grond naar de mate van verontreiniging van de bodem.

 

 

U17

Het uitoefenen van toezicht en handhaving op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet en het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 9 en 10 van de Wet milieubeheer voor zover het betreft regels die betrekking hebben op het milieu.

Toelichting

Het uitoefenen van toezicht en handhaving op de naleving van algemene milieu gerelateerde regels o.g.v. de Omgevingswet (als opvolger van onder meer de Wet milieubeheer) spreekt voor zich. Enkele afval gerelateerde regels blijven echter achter in de Wet milieubeheer, zodat het mandaat zich ook daarop zal moeten richten.

U18

Het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 18.6 Omgevingswet voor zover het betreft de elders in dit besluit gemandateerde toezicht- en handhavingstaken.

 

Overgangsrecht

O1

Alle besluiten, voorbereidings- en uitvoeringshandelingen, alsmede toezicht en handhaving zoals die eerder waren gemandateerd in het ingetrokken mandaatbesluit d.d. 22 november 2013 voor zover het mandaat in het licht van het in de Omgevingswet opgenomen overgangsrecht noodzakelijk blijft.

Toelichting

Ook als de Omgevingswet in werking treedt blijft het oude recht in bepaalde gevallen gelden (bijvoorbeeld bij lopende vergunningaanvragen, maar ook bij de sanering van bodemverontreinigingen). Om ook dergelijke gevallen in mandaat af te kunnen doen, blijft zekerheidshalve de oude mandaatregeling van toepassing.