Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

Gemeente Heerlen - Beleidsregels Wet Bibob Heerlen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Heerlen - Beleidsregels Wet Bibob Heerlen
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpBibob

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-2023Nieuwe regeling, oude regeling 2018 vervalt

21-03-2023

gmb-2023-130386

OBM-23000213

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Heerlen - Beleidsregels Wet Bibob Heerlen

Considerans

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat de ernst van de (georganiseerde) criminaliteit vooral is gelegen in het grote financiële gewin en de sociale en economische macht die daaruit voortvloeit;

de (georganiseerde) criminaliteit afhankelijk is, of gebruik wenst te maken, van beslissingen van bestuursorganen (zoals bijvoorbeeld vergunningen, subsidies, aanbestedingen en vastgoedtransacties) om strafbare feiten te plegen en/of wederrechtelijk verkregen voordelen wit te wassen;

zij op geen enkele wijze criminele activiteiten willen faciliteren en de integriteit als overheidsorganen aangetast zien als beslissingen, overheidsopdrachten of vastgoedtransacties worden misbruikt om financieel voordeel uit (reeds gepleegde) criminele activiteiten te halen dan wel te gebruiken om strafbare feiten te plegen;

zij derhalve als onderdeel van de aanpak van (ondermijnende) criminaliteit hun uit de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) voortvloeiende bevoegdheden structureel inzetten;

zij door het vaststellen van deze beleidsregels aangeeft op welke manier zij voornoemde bevoegdheden uitoefenen;

gelet op:

de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit

besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

 

 

Artikel 1: Definities

  • aanvraag: een schriftelijk verzoek tot verkrijging van een beschikking ter zake van een subsidie, alsmede een beschikking ter zake van een vergunning, toekenning, goedkeuring, erkenning, registratie, aanwijzing of ontheffing, waaronder ook wordt verstaan het deelnemen aan de aanbestedingsprocedure van een overheidsopdracht alsmede het wensen aan te gaan van een vastgoedtransactie met de gemeente als privaatrechtelijke partij;

  • betrokkene: als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob;

  • bestuursorgaan: elk zover bevoegd de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders van Heerlen alsmede degenen aan wie zij mandaat hebben verleend tot besluitvorming bij beschikkingen, gunnen van een aanbesteding en/of aangaan van een vastgoedtransactie;

  • onderzoek: het onderzoek dat het bestuursorgaan zelf verricht, alsmede het onderzoek van het Landelijk Bureau Bibob, naar de aanwezigheid van weigerings- en intrekkingsgronden als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob;

  • overheidsopdracht: als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob;

  • RIEC Limburg: Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Limburg;

  • vastgoedtransactie: als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet Bibob;

  • Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

 

Artikel 2: Reikwijdte toepassing Wet Bibob

Alle beschikkingen, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties die onder het bereik van de Wet Bibob vallen, vallen (ook) onder het bereik van deze beleidsregels. Hieronder worden in ieder geval verstaan een:

  • Alcoholwetvergunning;

  • horeca-exploitatievergunning;

  • horeca-exploitatievergunning met de aantekening coffeeshop;

  • ontheffing voor de openstelling van een avondwinkel;

  • aanwezigheidsvergunning speelautomaten;

  • omgevingsvergunning (Wabo);

  • exploitatievergunning voor een seksinrichting;

  • exploitatievergunning voor een escortbedrijf;

  • speelautomatenhalvergunning;

  • evenementenvergunning;

  • subsidieaanvraag (groter dan €500)

  • vastgoed- en/of grondtransactie;

  • overheidsopdracht.

Dit is geen limitatieve opsomming.

 

Artikel 3: Vrijstellingen

De Wet Bibob wordt in beginsel niet toegepast als de aanvraag afkomstig is van:

  • a.

    een overheidsinstantie;

  • b.

    een op grond van de Woningwet toegelaten woningbouwcorporatie.

 

Artikel 4: Starten onderzoek

Er wordt, behoudens het bepaalde in sub g, altijd een onderzoek gestart indien (en/of):

  • a.

    gegevens over een natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in de artikelen 11, 11a en 26 van de Wet Bibob, zijn ontvangen;

  • b.

    er een indicator, als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels, aanwezig is en als zwaarwegend wordt beoordeeld;

  • c.

    er drie of meer indicatoren als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels aanwezig zijn;

  • d.

    de aanvraag betrekking heeft op een risicogebied of -branche als bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregels;

  • e.

    de aanvraag betrekking heeft op een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:48, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerlen 2021 of diens opvolger;

  • f.

    de financiering €10.000 of meer geheel of gedeeltelijk afkomstig is uit crowdfunding of daarmee vergelijkbare initiatieven;

  • g.

    onder bijzondere omstandigheden kan worden afgezien van het, op grond van sub a tot en met f, starten van een onderzoek.

 

Artikel 5: Toetsing reeds verleende beschikkingen of overheidsopdrachten

Een (her)toets aan de hand van de Wet Bibob wordt uitgevoerd met betrekking tot reeds verleende beschikkingen of overheidsopdrachten indien:

  • a.

    gegevens over een natuurlijke of rechtsperspoon, als bedoeld in de artikelen 11, 11a en 26 Wet Bibob, zijn ontvangen;

  • b.

    een indicator, als bedoeld in artikel 6 van deze beleidsregels, kenbaar wordt en als zwaarwegend wordt beoordeeld ten aanzien van de beschikking of overheidsopdracht.

 

Artikel 6: Indicatoren

  • 1.

    Voor de indicatoren die leiden tot een onderzoek wordt aansluiting gezocht bij de meest actuele indicatorenlijst per branche zoals opgesteld door het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Dienst Justis en gepubliceerd op https://www.justis.nl/producten/bibob/documenten-bibob of een opvolgende website.

  • 2.

    Er wordt in ieder geval een onderzoek ingesteld indien:

    • a.

      van een van de betrokkenen in de vijf voorafgaande jaren een beschikking is geweigerd en/of ingetrokken op grond van de Wet Bibob;

    • b.

      een van de betrokkenen in de voorafgaande twee jaren twee of meer aanvragen heeft ingediend maar die weer zelfstandig heeft ingetrokken gedurende de behandeling daarvan zonder daarvoor een verklaarbare reden te hebben opgegeven;

    • c.

      ten behoeve van de gevraagde beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie een of meer leningen in contanten tezamen groter dan €5.000 is/zijn aangegaan;

    • d.

      ten behoeve van de gevraagde beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie een of meer leningen tezamen groter dan €10.000 is/zijn aangegaan met een partij anders dan een financiële instelling zoals opgenomen in het openbaar register van De Nederlandsche Bank.

  • 3.

    de datum als bedoeld in sub a en b van het tweede lid vangt aan vanaf de datum van ontvangst van aanvraag.

 

Artikel 7: Aanwijzing risicogebieden, branches of type beschikking

  • 1.

    Indien een bovengemiddelde aanwezigheid van criminogene (f)actoren wordt geconstateerd kan het daartoe bevoegd bestuursorgaan aanwijzen:

    • a.

      een geografisch afgebakend gebied als een risicogebied en/of;

    • b.

      een bedrijfsbranche als een risicobranche en/of;

    • c.

      een specifiek type beschikking.

  • 2.

    De in artikel 1 bedoelde aanwijzingen gelden voor de duur van maximaal twee jaren en worden slechts na evaluatie opnieuw aangewezen.

 

Artikel 8: Strafbaar feit plegen ter verkrijging van de beschikking

Indien gedurende het onderzoek het ernstige vermoeden ontstaat dat ter verkrijging of behoud van een beschikking, overheidsopdracht en/of vastgoedtransactie een strafbaar feit is of wordt gepleegd, doet het bestuursorgaan altijd aangifte van dit strafbaar feit.

 

Artikel 9: Geen besluitvorming zonder afronding onderzoek

  • 1.

    een beschikking als bedoeld artikel 1, eerste lid van de Wet Bibob wordt, behoudens bijzondere omstandigheden, niet eerder verleend dan na afronding van het onderzoek.

  • 2.

    indien het onderzoek nog niet is afgerond wordt een vastgoedtransactie of overheidsopdracht niet aangegaan zonder dat in de overeenkomst een ontbindende voorwaarde is opgenomen die ingeroepen kan worden als er enige mate van gevaar wordt geconcludeerd.

 

Artikel 10: Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na die waarop ze zijn bekendgemaakt.

 

Artikel 11: Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels Wet Bibob Heerlen’.

 

Artikel 12: Intrekken oude beleidsregels

De ‘Beleidsregel voor toepassing van de wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Heerlen 2018’, zoals vastgesteld op 27 februari 2018 en in werking getreden op 15 maart 2018, wordt hierbij ingetrokken.

 

 

 

Aldus besloten door de burgemeester van Heerlen op 21 maart 2023,

de burgemeester van Heerlen,

drs. R. Wever

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen op 21 maart 2023,

de burgemeester,

drs. R. Wever

de wnd. secretaris,

drs. D. Huurdeman

ALGEMENE TOELICHTING

 

De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijke instrument dat bestuursorganen, zover zij bevoegd zijn, toepassen om te voorkomen dat zij onbedoeld criminele activiteiten faciliteren. Hiermee wordt eveneens de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd.

 

Criminelen zijn vaak afhankelijk van vergunningen of ontheffingen van de (lokale) overheden om bedrijfsactiviteiten te ontplooien waarmee strafbare feiten gepleegd kunnen worden of reeds verkregen zwart geld wit te wassen. Het bestuur van gemeente Heerlen wenst op geen enkele wijze criminelen te faciliteren. Daarom maakt zij dan ook al vanaf de invoering van de Wet Bibob gebruik van de wettelijke mogelijkheden, mede als onderdeel van een daadkrachtige aanpak van ondermijnende criminaliteit.

 

Bij de invoering van de Wet Bibob in 2003 is de toepassing vooral geconcentreerd geweest op de klassieke branches zoals de horeca, coffeeshops en seksinrichtingen. Criminelen reageerden daarop door hun activiteiten te verleggen naar andere branches of activiteiten die niet onder de wet vielen. De wetgever heeft daarop gereageerd door in de loop der jaren de toepassing van de wet te verbreden en te verdiepen.

 

Ook de gemeente Heerlen heeft zich voorheen vooral geconcentreerd op de klassieke toepassing van de Wet Bibob op met name horeca-, seks- en coffeeshopvergunningen en in mindere mate bouwvergunningen (omgevingsvergunningen). In de praktijk waren het vooral horecavergunningen die standaard getoetst werden. Gedurende de beleidsevaluatie werd vastgesteld dat deze standaardtoets, dus ook zonder concrete indicaties, onvoldoende in lijn ligt met toepassing die de wetgever voor ogen had bij de invoering van de wet en de daaropvolgende wijzigingen. Ook was er teveel focus op een beperkt aantal branches terwijl bekend is dat criminelen hun activiteiten snel aanpassen naar bijvoorbeeld andere branches. Het geringe aantal, op grond van Wet Bibob, geweigerde of ingetrokken beschikkingen was hiervoor tekenend geworden.

 

In onderhavig vernieuwd beleid zijn de uitgangspunten van veel en standaard toetsen losgelaten. Het nieuwe uitgangspunt is dat er gezocht wordt naar de mogelijke aanwezigheid van indicatoren die kunnen wijzen op het ge- en/of misbruik van de gevraagde beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie. Deze screening wordt veel breder toegepast en omvat nadrukkelijk alle vergunningen, subsidies, ontheffingen, aanbestedingen en vastgoedtransacties waarbij gemeente Heerlen publiek- en/of privaatrechtelijk betrokken is. De kans dat personen met criminele intenties buiten de deur gehouden worden wordt aanzienlijk vergroot.

 

Ter bevordering van de rechtszekerheid en eenheid is in het beleid vastgelegd wanneer en hoe de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders, elk zover bevoegd, zijn bevoegdheid toepast.

 

 

Deze beleidsregels maken eveneens deel uit van het totaalpakket in bestuursrechtelijke instrumenten binnen de aanpak van (ondermijnende) criminaliteit in de gemeente Heerlen.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 2: Reikwijdte toepassing Wet Bibob

De bevoegdheden worden in Heerlen binnen alle mogelijkheden die de wet geeft toegepast. De opsomming is indicatief maar nadrukkelijk niet limitatief om voorbereid te zijn op eventueel toekomstige andere type beschikkingen en flexibel te reageren als criminelen bijvoorbeeld een andere branche gebruiken voor hun criminele activiteiten.

 

Artikel 4: Starten van een onderzoek

In dit artikel wordt aangegeven wat minimaal aanleiding geeft om een onderzoek te starten. Naast een aantal concrete aanleidingen zoals een tip van het Openbaar Ministerie zijn er ook meer algemene indicatoren. Deze indicatoren zijn in artikel 6 zoveel als mogelijk verder uitgewerkt.

 

Artikel 5: Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen

Niet enkel bij het behandelen van nieuwe aanvragen kan een onderzoek worden toegepast. Een onderzoek kan eveneens worden opgestart ten aanzien van een reeds verleende beschikking of gegunde aanbesteding indien een tip van het Landelijk Bureau Bibob (LBB) of het Openbaar Ministerie wordt ontvangen. Ook kan eigen onderzoek leiden tot een toetsing. Het is geen vereiste dat onderhavige beschikking of aanbesteding reeds in de primaire fase onderzocht werd.

 

Artikel 6: Indicatoren

Het is praktisch niet mogelijk om alle indicatoren per soort aanvraag tot in detail en limitatief te benoemen. Dit zou ten koste gaan van de effectiviteit en flexibiliteit om voortvarend in te kunnen spelen op de snel en veelvuldig wisselende criminele methoden. Bij iedere aanvraag, aanbesteding of vastgoedtransactie zijn specifieke indicatoren wisselend in meer of mindere mate van belang. Om toch zoveel mogelijk inzicht te geven welke indicatoren in het algemeen gehanteerd worden is aangesloten bij de indicatorenlijsten die het LBB (onderdeel van Justis, de screeningsautoriteit van het ministerie van Justitie en Veiligheid) hanteert. Het LBB heeft lijsten opgesteld ter beoordeling van de milieubranche, openbare inrichtingen, subsidies en vastgoedtransacties.

 

Zijn eerdere aanvragen vroegtijdig en zonder logische en verifieerbare reden door betrokkene ingetrokken of door de gemeente geweigerd zijn, dan is dit blijkens de uitvoeringspraktijk veelal een belangrijke indicator dat een Bibob-onderzoek wenselijk is. Geconstateerd is dat betrokkenen met criminele intenties ‘leren’ per aanvraag en deze op details aanpassen om indicatoren weg te nemen of te verdoezelen in het streven zonder toepassing van de Wet Bibob de aanvraag behandeld te krijgen.

 

In het huidige maatschappelijke verkeer worden betalingen veelal, en nog steeds in toenemende mate, giraal afgehandeld. Contante betalingen nemen jaar na jaar af en contante leningen zijn zeer ongebruikelijk geworden in onze maatschappij. Bonafide leningen worden vrijwel zonder uitzondering per bankafschrijving beschikbaar gesteld. Een contante lening, of totaal aan leningen, van meer dan € 5.000 wordt dan ook als een sterke indicator gezien dat de gelden mogelijk uit criminele activiteiten afkomstig zijn.

 

Aan financiële instellingen die in het openbaar register van De Nederlandsche Bank zijn opgenomen worden strenge eisen gesteld. Daarom kan in beginsel worden aangenomen dat zij reeds toetsen met wie ze zaken doen en alert zijn op criminele geldstromen (volgens de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme). In het maatschappelijk verkeer doen bonafide rechtspersonen en natuurlijke personen veelal alleen zaken met erkende financiële instellingen. Ook ter bescherming van zichzelf als gebruiker. Een lening, of totaal aan leningen, boven de € 10.000 bij een niet erkende financiële instelling wordt derhalve gezien als een indicatie dat de gelden mogelijk een criminele herkomst hebben.

 

Artikel 7: Aanwijzing risicogebieden, branches en/of type beschikking

Het kan voorkomen dat een bepaalde branche extra gevoelig blijkt voor criminele invloeden en er een verhoogde kans is dat vergunningen, ontheffingen, subsidies, aanbestedingen of vastgoedtransacties misbruikt worden voor criminele activiteiten. Dit kan ook gelden voor specifieke gebieden, bijvoorbeeld een bedrijfsterrein of een winkelstraat, waar een clustering van criminele activiteiten wordt geconstateerd. Naast eigen gemeentelijk onderzoek zijn signalen van het RIEC Limburg zwaarwegend in het besluit een gebied of branche aan te wijzen waarbij altijd een Bibob-onderzoek gestart moet worden.

 

De aanwijzing geldt voor maximaal twee jaren. Hiermee wordt beoogd dat er gedwongen een moment is dat kritisch wordt gekeken of de aanwijzing nog van toepassing moet zijn. Een bibob-toets is ingrijpend op de privacy van betrokkenen en moet enkel toegepast worden als er voldoende aanleiding bestaat en zonder willekeur. Derhalve is het van belang dat regelmatig wordt bezien of een aanwijzing nog noodzakelijk en proportioneel is.