Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpmeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinancieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023
CiteertitelFinancieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-03-202301-01-2023nieuwe regeling

14-03-2023

gmb-2023-128766

Z23000668

Tekst van de regeling

Intitulé

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent de maatschappelijke ondersteuning (Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023)

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023

    • b.

      Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • 2.

    Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2. De hoogte van het Pgb

Artikel 2. Pgb-tarieven arrangementen Wmo – Professional en ZZP’er

  • 1.

    Het Pgb-budget per arrangement wordt berekend volgens artikel 7 uit de Verordening.

    • a.

      Deze berekening ziet er als volgt uit: opgegeven uurloon X opgegeven begeleidingsuren volgens het opgestelde budgetplan.

    • b.

      Het totale pgb-budget bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de desbetreffende situatie goedkoopst adequate in de regio beschikbare maatwerkvoorziening in natura.

  • 2.

    Het Pgb voor kortdurend verblijf wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op basis van de volgende tarieven inclusief vakantietoeslag:

     

    Kortdurend verblijf inclusief individuele

    begeleiding en/of dagbesteding

    € 222,45

    Etmaal

    Kortdurend verblijf exclusief individuele begeleiding en/of dagbesteding

    € 65,00

    Etmaal

  • 3.

    Pgb-budgetten worden gedurende de looptijd niet geïndexeerd.

Artikel 3. Pgb-tarieven arrangementen Wmo – Sociaal netwerk

  • 1.

    Het Pgb voor diensten als bedoeld in artikel 3 wordt per 1 januari 2023 vastgesteld op basis van de volgende tarieven inclusief vakantietoeslag:

     

    Pgb Wmo

    Tarief per 1 januari 2023

    Eenheid

    Huishoudelijke ondersteuning

    15,00

    Per uur

     

    Begeleiding licht, middel, zwaar

    22,67

    Per uur

     

    Kortdurend verblijf, respijtzorg

    54,11

    Per Etmaal

  • 2.

    Pgb- budgetten worden gedurende de looptijd niet geïndexeerd.

Artikel 4. Pgb-tarieven Vervoer van en naar dagbesteding

  • 1.

    Het Pgb voor vervoer als bedoeld in artikel 4 wordt vastgesteld op basis van de volgende tarieven inclusief vakantietoeslag:

     

    Pgb Wmo

    Tarief per 1 januari 2023

    Eenheid

    Vervoer niet rolstoel gebonden (retour)

    8,05

    retour

    Vervoer – rolstoel (retour)

    22,21

    retour

  • 2.

    Het totale Pgb-budget per arrangement bedraagt maximaal 100% van het toepasselijke arrangementstarief bij zorg in natura.

  • 3.

    Pgb-budgetten worden gedurende de looptijd niet geïndexeerd.

Artikel 5. Pgb-tarieven individueel vervoer per taxi of rolstoeltaxi

  • 1.

    Wanneer het medisch noodzakelijk is per individueel vervoer zoals taxi of rolstoeltaxi te reizen, wordt het Pgb toegekend uitgaande van een gemiddelde reis van 20 kilometer per keer en een jaarlijks bereik van 1.500 kilometer per jaar afhankelijk van de werkelijk gereisde kilometers.

    • a.

      Taxi: 1.500 km à € 2,10 aangevuld met 75 x instaptarief ad € 2,80 = totaal € 3.360,00

    • b.

      Rolstoeltaxi: 1.500 km à € 2,67 aangevuld met 75 x instaptarief ad € 5,80 = totaal € 4.440,00

    • c.

      Individueel vervoer uitgevoerd door een niet-professionele chauffeur: 1.500 km x 0,25 totaal € 375,00

Hoofdstuk 3. Financiële tegemoetkomingen

Artikel 6. Vervoersvoorziening

  • 1.

    Het bedrag van een autoaanpassing wordt bepaald op basis van het programma van eisen volgens artikel 9 van de Verordening voor de voorziening en de laagste kostprijs, eventueel aangevuld met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering, voor een vergelijkbare aanpassing in natura.

  • 2.

    Wanneer collectief vervoer geen adequate oplossing biedt, rekening gehouden met persoonskenmerken en behoefte van de cliënt kan een pgb worden toegekend voor het gebruik van een eigen auto of van een auto uit het eigen netwerk. De maximale financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een eigen auto of van een auto uit het eigen netwerk bedraagt € 420,- per kalender jaar berekend op basis van 2000km per jaar x 0,21.

Artikel 7. Sportvoorziening

  • 1.

    Voor een aangepaste sportvoorziening wordt een forfaitaire financiële tegemoetkoming verstrekt van maximaal € 3.251,73. Het gaat hier om een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en verzekering voor de periode van minimaal 3 jaar.

  • 2.

    Als deze voorziening na de periode van 3 jaar nog adequaat is kan in de daaropvolgende jaren een aanvullende bijdrage in de onderhoud- en reparatiekosten worden verstrekt tot een maximum van € 208,96 per jaar.

Artikel 8. Woonvoorziening:

  • 1.

    Voor het bezoekbaar maken van een woning is de tegemoetkoming gebaseerd op de laagste kostprijs van de noodzakelijke aanpassingen die hiervoor zouden worden gehanteerd voor een voorziening wanneer zorg in natura wordt verstrekt. De tegemoetkoming in de kosten is alleen mogelijk voor het aanpassen van de toegang tot de woonruimte, de toegang tot de woonkamer en de toegang en het gebruik van de toiletruimte.

  • 2.

    Het bedrag van de tegemoetkoming voor de verhuiskosten bedraagt bij verhuizing:

    • a.

      Naar een 2 kamer woning: € 1.804,52

    • b.

      Naar een 3 kamer woning: € 2.297,77

    • c.

      Naar een woning met meer dan 3 kamer: € 2.789,93

  • 3.

    Indien men afziet van verhuizing naar een andere, meer geschikte woning en zelf in de kosten wil voorzien van het geschikt maken van de woning wordt een tegemoetkoming toegekend ter hoogte van de verhuiskostenvergoeding, mits na gereedkomen van de voorziening blijkt dat de woning verder adequaat is voor het gebruik door de cliënt.

Hoofdstuk 4. Eigen bijdrage

Artikel 9. Eigen bijdrage voor het collectief vervoer

  • 1.

    Voor het collectief vraagafhankelijk vervoer geldt een ritbijdrage die geïnd wordt door de vervoerder. De ritbijdrage is een gereduceerd tarief en bestaat uit een opstaptarief en een tarief per kilometer. Per 1 januari 2023 is het opstaptarief €1,- en de bijdrage per kilometer €0,15.

  • 2.

    Een inwoner met een Wmo-indicatie voor het collectief vraagafhankelijk vervoer kan tot maximaal 2000 kilometer per kalenderjaar tegen dit gereduceerd tarief reizen.

  • 3.

    Wanneer meer dan 2000 km is gereisd binnen het kalenderjaar geldt een hoog tarief met een opstaptarief van €1,- en de bijdrage per kilometer van €0,50.

  • 4.

    Deze bijdrage wordt per kalenderjaar geïndexeerd op basis van de door de Provincie vastgestelde openbaar vervoertarieven.

Artikel 10. Omvang en duur eigen bijdrage bij maatwerkvoorzieningen, niet zijnde diensten

  • 1.

    Een cliënt kan een bijdrage in de kosten verschuldigd zijn, voor een maatwerkvoorziening of een pgb zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt volgens artikel 8 van de Verordening.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 11. Indexering

  • 1.

    De in artikel 2 en 4 genoemde bedragen worden op dezelfde manier geïndexeerd als de arrangementstarieven in natura waarvan ze zijn afgeleid.

Artikel 12. Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen bepalingen van dit Besluit buiten toepassing laten, indien deze gelet op het doel ervan tot onbillijkheden van overwegende aard kunnen leiden.

  • 2.

    In alle gevallen waarin dit financieel besluit niet voorziet, beslist het college.

Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer 2023