Organisatie | Neder-Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels leerlingenvervoer Neder-Betuwe 2023 |
Citeertitel | Beleidsregels leerlingenvervoer Neder-Betuwe 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Neder-Betuwe 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2023 | nieuwe regeling | 14-03-2023 | Z/22/089916 |
De gemeente heeft vanuit de artikelen 4 lid 4 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de Wet op de expertisecentra (WEC) de zorgplicht een vergoeding voor ‘passend vervoer’ aan te bieden. Met de verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Neder-Betuwe 2022 en deze beleidsregels wordt uitvoering gegeven aan deze zorgplicht.
Uitgangspunten van de regeling zijn
Als een kind, eventueel onder begeleiding, kan fietsen, wordt een fietsvergoeding verstrekt. Wanneer een kind, eventueel onder begeleiding, met het openbaar vervoer kan reizen worden deze kosten vergoed.
Als het vervoer per fiets of het openbaar vervoer niet tot de mogelijkheden behoort wordt het aangepast vervoer (taxibusje) toegekend. De ouders verzorgen ook hierbij eventueel benodigde begeleiding van het kind. Daarnaast is het mogelijk een vergoeding voor het gebruik van de eigen auto (indien ouders hiertoe de mogelijkheid hebben) aan te bieden, indien dit goedkoper is.
Wat passend vervoer precies inhoudt beschrijft de wetgeving, jurisprudentie dan wel de verordening bekostiging leerlingenvervoer van de gemeente Neder-Betuwe niet. Dit zorgt ervoor dat op individueel niveau een beoordeling plaats moet vinden. Op welke vergoeding een leerling recht heeft wordt bepaald door de mogelijkheden van de leerling en de infrastructurele mogelijkheden (bijvoorbeeld openbaar vervoer verbindingen, fietsinfrastructuur en openbare wegen) op het traject woning-school en vice versa.
De aanvraag wordt namens het college in behandeling genomen door de medewerker leerlingenvervoer van de Sociale Pijler. Voor de beoordeling van de aanvraag leerlingenvervoer is het noodzakelijk dat ouders bij de aanvraag (vervoers)adviezen van deskundigen verstrekken, waarin gemotiveerd wordt aangegeven of een kind wel/niet zelfstandig met de fiets of openbaar vervoer kan reizen, al dan niet met begeleiding. Als aangegeven wordt dat een kind niet zelfstandig op de fiets of met het openbaar vervoer kan reizen, moet helder worden welke specifieke belemmering hieraan ten grondslag ligt. Indien noodzakelijk kan een onafhankelijk adviesbureau ingeschakeld worden.
Ouders van kinderen die nieuw in het leerlingenvervoer komen, worden eerst uitgenodigd voor een gesprek of ze worden telefonisch benaderd. Hierin wordt uitgelegd wat leerlingenvervoer is en wordt bekeken of de leerling met het openbaar vervoer of met de fiets kan reizen, eventueel met behulp van het leertraject zelfstandig reizen (dit kan bijvoorbeeld met een reisbuddy).
Bij de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs vindt eveneens een gesprek plaats over het zelfstandig kunnen reizen per fiets of openbaar vervoer.
Bij de gesprekken met de ouders kunnen de leerling en zo nodig een deskundige aansluiten.
Artikel 4 Dichtstbijzijnde toegankelijke school
In andere voorkomende situaties wordt als volgt gehandeld:
Artikel 5 Vaststellen van de reistijd
Het vaststellen van de reistijd met het openbaar vervoer vindt plaats op basis van de door de Reisinformatiegroep B.V. beschikbaar gestelde informatie, www.9292ov.nl. Daarbij wordt uitgegaan van de adressen van de woning en de school.
Een kind van gescheiden ouders kan op twee adressen wonen. Bijvoorbeeld bij co- ouderschap, als het kind evenveel bij de ene als de andere ouder verblijft. Bij een aanvraag bekostiging leerlingenvervoer zal dit worden goedgekeurd als er sprake is van regelmaat en structuur in het verblijf op beide adressen.
Artikel 9 Begeleiding in het vervoer
De verordening leerlingenvervoer geeft criteria om voor een vergoeding van het aangepast vervoer in aanmerking te komen. Een van de criteria is, dat aangepast vervoer wordt verstrekt, indien de ouders genoegzaam aantonen dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is. De bewijslast hiervoor ligt bij de ouders.
Van ernstige benadeling van het gezin kan sprake zijn, indien:
Het feit dat beide ouders werken is geen reden om aanspraak te maken op aangepast vervoer. Wel bestaat aanspraak op aangepast vervoer als de tijdsduur van de begeleiding in het openbaar vervoer of op de fiets langer is dan 4 uur per dag (d.w.z. maximaal een uur per enkele reis).
Naast de criteria, die hierboven vermeld staan om in aanmerking te kunnen komen voor het aangepaste vervoer, kan per situatie bekeken worden, wat in redelijkheid van de ouders kan worden verwacht.
Er is onderscheid te maken in een structurele of een tijdelijke handicap. Leerlingen die vanwege een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap in het geheel niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken, komen in aanmerking voor een vervoersvoorziening. Voor deze leerlingen geldt geen kilometergrens, drempelbedrag of inkomensafhankelijke bijdrage.
Wanneer een leerling vanwege herstel of revalidatie langer dan drie maanden afhankelijk is van een medisch hulpmiddel (bijv. een rolstoel), kan er een beroep worden gedaan op het leerlingenvervoer. Hiervoor moet een medische verklaring overlegd worden. De gemeente kan een vervoersvoorziening toekennen voor de duur van het herstel en/of de revalidatie.
Leerlingen die met aangepast vervoer naar school gaan, kunnen gedrag vertonen wat onacceptabel is, omdat het daarmee een gevaar voor zichzelf en / of anderen veroorzaakt, bedreigend of onhygiënisch is. Wanneer zo’n situatie zich voordoet kan onderzocht worden of hier een medische oorzaak aan ten grondslag ligt. Afhankelijk van het medische advies kan de toegekende vervoersvoorziening zo nodig worden aangepast.
De gemeente wil de verantwoordelijkheid in het vervoer van leerlingen bij de ouders laten. In situaties, waarbij een leerling ontoelaatbaar gedrag vertoont in het aangepaste vervoer, worden ouders schriftelijk op de hoogte gebracht en kan hen de gelegenheid geboden worden hun kind te (laten) begeleiden. Hiertoe stelt de gemeente een zitplaats beschikbaar. Wanneer het gedrag niet verbetert, kan de gemeente besluiten het aangepaste vervoer voor deze leerling te herzien, op te schorten of in te trekken.
Artikel 14 Betalen en verantwoorden vervoerskosten
Bij het toekennen van een kilometervergoeding voor de fiets of eigen vervoer per auto wordt telkens per maand de vergoeding bij voorschot uitbetaald. In uitzonderlijke gevallen kan er door de gemeente gekozen worden voor het toesturen van een declaratieformulier en wordt de vergoeding achteraf uitbetaald.
Het drempelbedrag wordt berekend op basis van een heel schooljaar (200 schooldagen = 10 maanden = 40 weken). Als slechts een gedeelte van het schooljaar gebruik gemaakt wordt van leerlingenvervoer, wordt het drempelbedrag berekend naar rato van het aantal maanden. Hierbij wordt een periode van minder dan een halve maand afgerond naar beneden en meer dan een halve maand afgerond naar boven.