Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Archeologiebeleid 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingArcheologiebeleid 2015
CiteertitelArcheologiebeleid 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-2023nieuwe regeling

19-05-2015

gmb-2023-116477

Tekst van de regeling

Intitulé

Archeologiebeleid 2015

De raad van de gemeente Maassluis;

 

gelezen het voorstel van burgemeester wethouders d.d. 28 april 2015

 

besluit

 

het archeologiebeleid 2015 vast te stellen.

 

Ten geleide

De voor u liggende oplegnotitie vormt het verantwoordingsdocument voor de geactualiseerde beleidskaart (2014) van de gemeente Maassluis.

 

In december 2012 is de Archeologische Beleidskaart gemeente Maassluis beschikbaar gekomen met een bijbehorende Toelichting op de totstandkoming van de kaart en de koppeling met de ruimtelijke ordening (planregels). De Archeologische Beleidskaart is op 16 april 2013 door de Raad vastgesteld. De achterliggende gegevens waarop de kaart uit 2012 is gebaseerd, hebben een actualiteit die teruggaat tot 2010. De gemeente Maassluis heeft in 2014 het initiatief genomen de beleidskaart te actualiseren. Op basis van nieuw onderzoek kan voor specifieke verwachtingsgebieden het vrijstellingsregiem worden versoepeld. Een andere reden is de toegenomen aandacht voor het archeologische erfgoed onder water en de (water)gerelateerde cultuurhistorie.

 

1 Inleiding

1.1 Algemeen

De gemeente Maassluis voert een actief archeologie- en erfgoedbeleid. Zo beschikt de gemeente sinds 2012 over een archeologische beleidskaart met een set van bijbehorende beleidsregels, die door de Raad op 16 april 2013 zijn vastgesteld. In de afgelopen twee jaar is ervaring opgedaan met het gebruik van de kaart en de toepassing van de gemeentelijke beleidsregels. Daarbij is onder meer gebleken dat beleids- en vrijstellingsregels in enkele archeologische verwachtingszones binnen het gemeentelijke grondgebied te limitatief zijn en op basis van voortschrijdend inzicht verruimd kunnen worden. Om een zo efficiënt mogelijk ruimtelijk beleid te kunnen voeren en te voorkomen dat initiatiefnemers en grondeigenaren nodeloos met extra financiële en administratieve lasten worden geconfronteerd acht de gemeente het noodzakelijk om te bezien op welke onderdelen het beleid en de beleidskaart kan worden geactualiseerd.

Een andere reden voor de actualisatie betreft de toegenomen aandacht voor het archeologische erfgoed onder water en de water gerelateerde cultuurhistorie. Ter voorbereiding van de actualisatie is overleg gevoerd met de heer Van Spronsen en Van der Vliet van de gemeente Maassluis. De werkzaamheden ten behoeve van deze actualisatie zijn nader uitgesplitst in paragraaf 1.2.

1.2 Uitgevoerde werkzaamheden

Om de archeologische beleidskaart te actualiseren zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd:

  • De geologische basiskaart die ten grondslag aan de archeologische beleidskaart uit 2012 is bijgewerkt. Daartoe zijn de laatste geologische gegevens, ontgrondingen en saneringen uit de periode 2012 tot medio 2014 nagelopen en verwerkt in een nieuwe versie van de geologische ondergrond (hoofdstuk 2).

  • Op basis van het in de periode 2010 (2012)-2014 uitgevoerde archeologische (voor)onderzoek, de daarbij genomen selectiebesluiten en eventueel nieuw beschikbaar gekomen relevante waarnemingen is het verwachtingsmodel getoetst en zijn op basis daarvan de verwachtingenkaart en de beleidskaart geactualiseerd (hoofdstuk 3).

  • Een aanvullend historisch onderzoek (archiefbezoek) is verricht om de relatie tussen bovengrondse cultuurhistorie en archeologische verwachting nader te verifiëren. Hierbij is met name geconcentreerd op de historische binnenstad (hoofdstuk 4).

  • Aan de hand van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is de lijst van gemeentelijke monumenten nagelopen om de ligging van deze monumenten te verifiëren (hoofdstuk 4)

  • Tot slot wordt een gemotiveerd voorstel gedaan voor het aanpassen van de beleidskaart en de beleidsregels ten aanzien van de vrijstellingsgrenzen (hoofdstuk 5). Deze zijn vervolgens doorgevoerd in de nieuwe digitale kaartenset (versie 2014).

2 Herziening geologische ondergrond

2.1 Inleiding

Het archeologisch verwachtingsmodel voor de waarden- en verwachtingenkaart van de gemeente Maassluis berust voor een belangrijk deel op een interpretatie van de geologische ondergrond in relatie tot de bewoningsmogelijkheden in het verleden. In de gemeente Maassluis zijn sinds het beschikbaar komen van de Beleidskaart in 2012 in totaal 129 boringen aan het databestand van het DINOloket toegevoegd 1 . In het kader van voorgenomen rioleringswerkzaamheden in de wijken Bomendal, Bloemenbuurt, Vertobuurt, Sluispolder, Binnenstad, Taanschuurpolder, Nieuwe Waterweg en Kapelpolder zijn in 2014 de profielbeschrijvingen van in totaal 34 boringen verwerkt in acht bureauonderzoeken die voor deze werkzaamheden moesten worden opgesteld 2 .

 

De nieuwe gegevens uit genoemde boringen hebben uiteraard ook invloed op het gemeente dekkende beeld van de ondergrond zoals dat ten grondslag ligt aan de Beleidskaart uit 2012. De genoemde boringen, in combinatie met nieuwe gegevens op basis van het uitgevoerd archeologisch (voor)onderzoek in de afgelopen periode, zijn derhalve gebruikt om de geologische kaartlaag van de beleidskaart te actualiseren.

2.2 Verwerkte nieuwe gegevens

De in paragraaf 2.1 genoemde nieuwe boorgegevens in combinatie met de bestudering van recente archeologische rapporten hebben geleid tot een nadere detaillering van de geologische ondergrond (kaartbijlage 1). Hieronder volgt de verantwoording van de wijzigingen.

 

Archeologisch onderzoek

In aanvulling op de nieuw beschikbaar gekomen boorbeschrijvingen uit niet-archeologisch onderzoek, zijn de landschappelijke paragrafen en boorbeschrijvingen uit recent archeologisch (voor)onderzoek bestudeerd op hun bijdrage aan het beeld van de geologie van de gemeente Maassluis.

 

Sinds de inventarisatie van de archeologische onderzoeken voor de beleidskaart van 2012 zijn er tussen juli 2010 en juni 2014 in totaal 29 nieuwe archeologische onderzoeksmeldingen in Archis gedaan3 . Daarvan zijn er veertien als bureauonderzoek aangemerkt (48.168, 52.532, 52.818, 53.071, 54.734, 55.457, 56.713, 57.789, 57.790, 57.996, 58.023, 58.436, 59.519 en 59.874). Deze onderzoeken hebben geen aanvullende landschappelijke informatie opgeleverd. Vervolgens zijn er negen booronderzoeken aangemeld (42.287, 43.704, 48.349, 50.456, 52.721, 54.196, 54.635, 54.636 en 54.637), die alle een onderbouwing/bevestiging van het bestaande landschappelijke beeld hebben opgeleverd. Tot slot onderbouwen de vier archeologische begeleidingen (51.259, 58.122, 58.802 en 62.232), het proefsleuvenonderzoek (46.031) en de opgraving (47.923) het bestaande landschappelijke beeld.

 

Vertobuurt

Voor de Vertobuurt hebben de boringen gezorgd voor een aangescherpt inzicht in de ligging van de kreek die zich in de ondergrond van de wijk bevindt. De ligging is op basis van de aanvullende informatie4 nu iets verder in oostelijke/noordoostelijke richting doorgetrokken (zie kaartbijlage 1).

Sluispolder West, Taanschuurpolder, Nieuwe Waterweg en Kapelpolder

In de wijken Sluispolder West, Taanschuurpolder, Nieuwe Waterweg en Kapelpolder is met behulp van de boringen meer inzicht in de aanwezigheid en dikte van een ophogingspakket op de natuurlijke afzettingen ontstaan. Dankzij het feit dat de in DINOloket toegevoegde boorgegevens afkomstig zijn van boringen die geplaatst zijn in bijvoorbeeld de jaren ’80 van de 19e eeuw tot de jaren ’50 van de 20e eeuw, voorafgaand aan de ophogingen, konden voor die boringen zowel de profielopbouw als de opgenomen maaiveldhoogte gebruikt worden om tot dit aangescherpte inzicht te komen. In de gevallen waar deze boringen in nabijheid van de controleboringen – de veldtoets – voor de beleidskaart van 2012 zijn geplaatst, is ook voor die locaties alleen een verdere bevestiging van de aangetroffen bodemopbouw te constateren.

 

Boring B37D1832 (geplaatst in 1950) in de Taanschuurpolder, bijvoorbeeld, is tot een diepte van 1,68 meter beneden maaiveld (-1,76 m NAP) opgebouwd uit een afwisseling van zandige klei en kleiig zand. De maaiveldhoogte was destijds – 0,65 m NAP; nadien heeft er een ophoging plaatsgevonden die het maaiveld op de boorlocatie op een hoogte van 3,90 m boven NAP heeft gebracht (ophoging van ongeveer 4,5 meter). 5

 

Ten noorden van de Industrieweg/Laan 1940-1945 neemt de maaiveldhoogte af. Ten oosten van de Noorddijk/Zuiddijk/Prinses Julianalaan is er nauwelijks sprake van ophoging, met uitzondering van de Sluispolder West. In deze wijk ligt de maaiveldhoogte ongeveer 1 meter hoger dan in de noordelijker gelegen Vertobuurt en in de zuidelijker gelegen Sluispolder Oost. Ook in de boringen die ten behoeve van de veldtoets van de beleidskaart uit 2012 gezet zijn is af te leiden dat ten minste de bovenste meter (tot 2,7 meter) uit materiaal bestaat dat zich niet meer in natuurlijke context bevindt. 6

 

Vogelbuurt en Het Balkon

Van de overige 95 boringen bevinden zich er 36 in de wijken Vogelbuurt en Het Balkon, maar deze zijn met name voor de Vogelbuurt zeer ongelijkmatig verdeeld, waardoor over eventuele aanwezigheid en verloop van kreken nog geen aanvullende uitspraken zijn te doen. Echter, ook hier geldt voor een groot deel van de boringen dat de genoteerde maaiveldhoogte 2,5 of zelfs 3 meter lager is dan de huidige maaiveldhoogte. 7

 

Bomendal, Bloemenbuurt en Binnenstad

De laatste 59 boringen zijn in de overgebleven wijken, met een gezamenlijk oppervlak van ruim 611 hectare, terug te vinden. Door zowel de profielopbouw van de boringen zelf als de informatiedichtheid als geheel (minder dan 1 boring per 10 hectare) zijn er geen wijzigingen in het (geo)landschappelijke beeld ontstaan door deze aanvullende informatie.

3 Archeologische Waarden

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt nagegaan in hoeverre nieuwe terreinen van archeologische waarden bekend zijn geworden en of deze dit van invloed is op het verwachtingsmodel en de waarden- en verwachtingenkaart.

3.2 Terreinen van archeologische waarde

Er zijn door de gemeente Maassluis tussen 2010 en 2014 geen nieuwe terreinen van archeologische waarde vastgesteld. Naar de bestaande archeologische terreinen (met name voormalige AMK-terreinen) heeft geen nader onderzoek plaatsgevonden en deze zijn daarom qua omvang ongewijzigd gebleven. Wel zijn aan de Sportlaan enkele waarnemingen gedaan. Hierbij is aardewerk uit de Volle of Late Middeleeuwen (12e of 13e eeuw) aangetroffen en is vermoedelijk een middeleeuwse terpzool herkend. Deze waarnemingen zijn op zichzelf onvoldoende om de begrenzing van het nabijgelegen terrein van archeologische waarde (terrein van archeologische waarde 16.112 met bewoningssporen uit de 11e en 12e eeuw) te herzien. Hiervoor is nader onderzoek noodzakelijk.

3.3 Archeologisch (voor)onderzoek

Tot nu toe zijn in Archis 50 archeologische onderzoeken geregistreerd die zijn uitgevoerd op het grondgebied van Maassluis (tabel 2; kaartbijlage 2).8 Dit is ruim een verdubbeling ten opzichte van vier jaar geleden toen de archeologische beleidskaart voor het grondgebied is opgesteld.9 De beschrijving van het onderzoek is opgenomen in bijlage 2 (onderzoeksmeldingen tot 2010) en in bijlage 3 (onderzoeksmeldingen 2010-2014).

Tabel 1 Aantal in Archis geregistreerde archeologische onderzoeken in 2010 en 2014 naar onderzoekstype.

 

Opvallend is dat vooral de bureauonderzoeken en inventariserend veldonderzoeken door middel van boringen zijn toegenomen, alsmede de archeologische begeleidingen. Dit laatste houdt direct verband met de aard van het grondgebied van de gemeente Maassluis. Een groot deel van het gemeentelijk grondgebied is bebouwd. Hierdoor wordt regulier inventariserend veldonderzoek door middel van boringen of proefsleuven bemoeilijkt. Van de veertien bureauonderzoeken die tussen 2010 en 2014 zijn uitgevoerd, is in vijf gevallen geen vervolgonderzoek geadviseerd. In twee gevallen is naar aanleiding van de resultaten van het bureauonderzoek geadviseerd om een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uit te laten voeren en in zes gevallen is geadviseerd om de geplande werkzaamheden archeologisch te laten begeleiden conform het protocol Proefsleuven van de KNA. In één geval is niet bekend welk advies er is gevolgd uit het bureauonderzoek. De tussen 2010 en 2014 uitgevoerde booronderzoeken hebben in vier gevallen geleid tot een advies voor het uitvoeren van een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven en in vijf gevallen tot het advies om het plangebied vrij te geven voor de geplande ontwikkelingen. Het ene proefsleuvenonderzoek dat tussen 2010 en 2014 is uitgevoerd, is uitgemond in een opgraving.

 

Dit onderzoek vond plaats in de Dijkpolder ter hoogte van Weverskade 60 (Archis-onderzoeksmelding 46.031). Daarbij zijn laagjes verkoolde plantenresten aangetroffen uit de Late Bronstijd (1100-800 voor Chr.). Vermoedelijk wijzen deze laagjes erop dat in die periode de vegetatie in het rietveenmoeras door mensen jaarlijks werd afgebrand. 10 Daarmee zouden dit de oudste tot nu aangetroffen sporen van menselijke bewoning of exploitatie zijn binnen het grondgebied van de gemeente Maassluis. Uit de IJzertijd (800-12 voor Chr.) zijn bij het onderzoek fragmenten aardewerk, minuscule verkoolde botresten en visschubben aangetroffen. Uit de Romeinse tijd (12 voor Chr. - 450 na Chr.) is in het plangebied een greppel aangetroffen die een gebied van 25 bij 35 meter omsloot. Ook waren binnen het plangebied verschillende greppels aanwezig uit de periode 800-1200 na Chr. (Middeleeuwen). De tijdens het onderzoek gedane waarnemingen en vondsten zijn geregistreerd onder Archis-waarneming 442.171.

3.4 Archeologische waarnemingen

Afgezien van de waarneming op basis van hert uitgevoerde archeologische onderzoek zoals gemeld in de vorige paragraaf, betreft de enige andere nieuwe archeologische waarneming in Archis sinds 2010 de resultaten van een onderzoek door de Rijksdienst voor het Oudheidkundige Bodemonderzoek (ROB) – de voorganger van de huidige Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) – uit 1954 (Archis-waarneming 437.597). Dit onderzoek vond plaats naar aanleiding van de dijkverzwaringen en dijkherstelwerkzaamheden die plaatsvonden in het Maasmondgebied in reactie op de watersnoodramp van 1953. Het onderzoek had betrekking op de oudere fasen van de Maasdijk in Maassluis. De resultaten van dit oude onderzoek zijn toegevoegd in het kader van de kwaliteitsverbetering van Archis II.

 

Dat wil overigens niet zeggen dat er tussen 2010 en 2014 verder geen archeologische vondsten zijn gedaan. Overige gedane vondsten zijn echter in Archis nog niet opgewerkt tot waarneming. 11 Vondstmateriaal uit de Nieuwe tijd (1500-1950 na Chr.) is aangetroffen aan de Markt 12 en aan de Fenacoliuslaan. 13 Aan de Sportlaan is aardewerk uit de Volle of Late Middeleeuwen (12e of 13e eeuw) aangetroffen. In de Sluispolder-Oost zijn tussen 2010 en 2014 door lokale amateurarcheologen grote hoeveelheden inheems-Romeins aardewerk verzameld bij rioolvervangingswerkzaamheden, met name uit de Midden-Romeinse tijd (70-270 na Chr.). 14 Ook bij archeologische begeleidingen in de Sluispolder-Oost zijn vondsten gedaan. De hoeveelheid en spreiding van de vondsten lijkt erop te duiden dat ter hoogte van de Mesdaglaan/Rembrandtlaan een substantiële Romeinse nederzetting heeft gelegen. Ook is hier vermoedelijk sprake van een nederzetting uit de IJzertijd. Wat de exacte omvang, ligging, datering, fasering of aard van deze nederzettingen zijn, is op dit moment nog niet bekend.

3.5 Conclusie

Concluderend kan worden gesteld dat weliswaar mondjesmaat nieuwe gegevens over archeologische vindplaatsen beschikbaar zijn gekomen, maar dat deze vooralsnog geen aanleiding vormen tot het bepalen van nieuwe terreinen van archeologische waarde. De locaties waar vondsten zijn aangetroffen bevestigen het opgestelde verwachtingsmodel en vormen momenteel geen aanleiding dit model te herzien.

4 Archeologisch relevante cultuurhistorische waarden

4.1 Inleiding

De aanvullende inventarisatie in het kader van de actualisatie is bedoeld om de begrenzing van de verwachting op de archeologische waarden- en verwachtingenkaart, die voornamelijk is gebaseerd op cultuurhistorische waarden, nog eens na te lopen door met name aanvullend archiefonderzoek te doen aan cartografisch materiaal. Vanwege de omvang zijn de afbeeldingen behorende paragraaf 4.3 achterin het rapport opgenomen. De cultuurhistorische inventarisatie is verbeeld op kaartbijlage 3 (gehele grondgebied van de gemeente) en kaartbijlage 4 (de historische kern Maassluis).

4.2 Waardevaste elementen

Bij de inventarisatie van het cultuurhistorische erfgoed is het van belang onderscheid te maken tussen waardevolle en waardevaste objecten. Waardevaste objecten zijn cultuurhistorische waarden met een beschermde (monumentale) status. Waardevolle objecten zijn cultuurhistorische waarden die bijzonder of kansrijk worden geacht en als dusdanig zijn benoemd, maar die (nog) geen beschermde status genieten. 15 Vastgesteld is dat sinds 2010 geen wijzigingen hebben plaatsgevonden in de gemeentelijke monumentenlijst van Maassluis. De verwachting gebaseerd op de cultuurhistorie behoefd in dit licht gezien geen aanpassing.

4.3 Waardevolle elementen

Met behulp van voornamelijk historisch kaartmateriaal is gedetailleerder inzicht verkregen in verschillende waardevolle historisch-geografische elementen en aspecten van het gebouwd erfgoed die een archeologische relevantie kunnen hebben. Deze locaties zullen hierna de revue passeren. In paragraaf 4.4 zal uiteengezet worden welke aanpassingen aan de begrenzingen van de verwachting die mede op de cultuurhistorie is gebaseerd in het kader van de huidige actualisatie zijn doorgevoerd.

 

Het Schanseiland of Kerkeiland

Reeds in het midden van de dertiende eeuw bestond er een aaneengesloten dijk langs de Maas in Delfland. Maassluis is rond 1340 langs deze dijk ontstaan en de oorsprong van de kern van Maassluis moet gezocht worden rond de Monsterse en Wateringse sluizen (Hoogstraat), dan wel nabij de aanlegplaats van het veer naar Brielle. Aan het begin van Nederlandse Opstand of Tachtig Jarige Oorlog (1568-1648) werd buitendijks een schans aangelegd om de toegang tot het achterland te beschermen (afbeelding 1). Deze schans bestond uit een aarden wal versterkt met rijshout en bomen en was wisselend in handen van Spanjaarden en Geuzen. Het Schanseiland behoorde tot de Kapelpolder en was in het bezit van de Rooms-katholieke kapel aan de Hoogstraat. In 1612 kregen de kerkmeesters toestemming van de Staten van Holland om op het terrein een kerk te bouwen met een kerkhof en om de rest van het terrein op te delen in erven en uit te geven (afbeelding 2). In de jaren daarna werd de schans ontmanteld, om plaats te maken voor – onder andere - de Grote Kerk waarvan de bouw in 1639 werd voltooid. Het Schanseiland werd het Kerkeiland (afbeelding 3). Het eiland wordt omgeven door het water van de Noordgeer en de binnenhaven, ook wel de Kolk genoemd. Twee bruggen ontsluiten het eiland: de Schansbrug of Grote Draai aan de Marnixkade en de Hellinggatbrug of Kleine Draai aan de Haringkade (afbeelding 4). Het is de vraag in hoeverre van de 16e-eeuwse schans, na ontmanteling en bebouwing van het schanseiland in de ondergrond nog archeologisch relevante sporen bewaard zijn gebleven.

Ten zuiden van de Grote Kerk ligt op de kadastrale minuut van 1811-1832 het kerkhof. Aan de overzijde van de Noordgeer ligt de Joodse begraafplaats (‘Joden kerkhof’). Op luchtfoto’s uit 1946 zijn het kerkhof voor de Grote Kerk en de ommuurde Joodse begraafplaats ook te zien (afbeeldingen 5 t/m 7). De Joodse begraafplaats is in 1947 geruimd. De stoffelijke resten zijn herbegraven op de Algemene Begraafplaats. In 1951 is ook het kerkhof voor de Grote Kerk geruimd. Ook hierbij zijn de stoffelijke resten herbegraven op de Algemene Begraafplaats. Op een foto uit 1951 is de Joodse begraafplaats verdwenen en is het braakliggend terrein (afbeelding 8). In 1920 wordt veevoederfabriek en later oliefabriek De Ploeg opgericht. De fabriek ligt op het Kerkeiland en brandt in 1932 volledig af. Op een foto uit 1938 is het nieuwe fabrieksgebouw te zien (afbeelding 9). Waar op de foto uit 1951 nog bebouwing te zien is tussen het (voormalige) kerkhof en het Hellinggat, is dit gebied in 1960 braakliggend terrein (afbeelding 10). Er staat dan nog één historisch pand. Op de luchtfoto uit 1978 is ook dit pand verdwenen (afbeelding 11). Dit gebied is tot op vandaag onbebouwd gebleven. In 1980 brandt de fabriek De Ploeg opnieuw volledig af. Op een luchtfoto uit 1988 is te zien dat de fabriek en de omliggende bebouwing volledig gesloopt zijn en dat de funderingen voor het appartementencomplex De Schans is gelegd (afbeelding 12). In het midden van het terrein zijn vier cirkelvormige funderingen te ontwaren waarop de tanks behorende bij de oliefabriek stonden. De cirkelvormige elementen zijn in de huidige bebouwing behouden.

 

Scheepswerven

Langs de Noordgeer ontstonden verschillende scheepswerven die na het afnemen van de visserij bijna allemaal verdwenen zijn. Op de kaarten van Pieter Florisz. van der Sallem uit de tweede helft van de 17e eeuw ligt ten zuiden van het Kerkeiland het Hellinggat, dat door een dam (de Kerkdam) van de Noordgeer wordt gescheiden (afbeelding 13). Op sommige kaarten wordt dit water ook wel het Hellegat genoemd (afbeeldingen 14 en 15). Dit water ontleent zijn naam aan de scheepshellingen die erlangs gevestigd waren en het water gebruikte voor het aanmeren van te reviseren schepen en het te water laten van gerepareerde of gebouwde schepen. Aan het begin van de 19e eeuw zijn er langs de Noordgeer en het Hellinggat diverse scheepswerven gelegen. Op de kadastrale minuut van 1811-1832 (afbeeldingen 16 t/m 18) staat een scheepswerf aangegeven tussen de Geerkade Westzijde en het Kerkplein. Op deze locatie zijn nu woningen gelegen. Op de dam tussen de Noordgeer en het Hellinggat staat een asschuur (‘Asch-schuur’). In een asschuur werd haardas verzameld dat weer als grondstof werd gebruikt. De dam tussen de Noordgeer en het Hellinggat is in 1920 verdwenen (zie verderop). Naast de asschuur liggen twee scheepswerven. Ook ten zuiden van het Hellinggat ligt een scheepswerf. Vandaag de dag strekt scheepswerf De Haas zich uit over deze drie terreinen (afbeelding 19).

 

Bebouwing in relatie tot kadastrale minuut uit 1811-1832

In 1614 werd Maassluis een zelfstandige ambachtsheerlijkheid. Bij de onafhankelijkheid van Maasland kreeg Maassluis aanvankelijk maar weinig extra ruimte aangezien de grens redelijk strak rond de toenmalige bebouwing werd getrokken. Dat is ook de reden dat er tot aan WOII vrij weinig is veranderd aan de opzet van Maassluis. Het centrum van Maassluis is al in 1712 helemaal volgebouwd (afbeelding 20). Bebouwing is aanwezig op het Kerkeiland, ten zuiden van het Hellinggat, langs de Geerkade Oostzijde, tussen de Noorddijk en het Nieuwe Water tot aan het Wedde, langs de Goudsteen en een deel van de Wagenstraat, langs een deel van de Marelstraat en de Lange Boonestraat, langs de Noordvliet, tussen de Noordvliet en de Zuidvliet tot aan de Brouwerijstraat, langs de Zuidvliet tot aan de Jan Luykenstraat, langs de voormalige Sandelijnstraat, langs de Zuiddijk tot aan de voormalige Tuinstraat en Aelmansdam, tussen de Zuiddijk en de Zuidgeer tot aan molen De Hoop, tussen de Zuidgeer en de Taanstraat, tussen de Haven en het Zandpad en tussen de Haven, Havenstraat en Fenacoliuslaan (voormalige Zandweg). Op de kadastrale minuut uit 1811-1832 is het beeld niet drastisch veranderd (afbeelding 21). Bebouwing is nu ook aanwezig langs de Weverskade.

 

Gedempte watergangen

Waar op de kaart van de gebroeders Kruikius (1712) ter hoogte van de Markt tussen de Noordvliet en de Zuidvliet een watergang staat weergegeven (afbeelding 22), is deze op de kadastrale minuut uit 1811-1832 verdwenen (afbeelding 23). Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft de stad Maassluis in 1716 toestemming verleend deze watergang te dempen ten behoeve van de uitbreiding van de Markt, onder voorwaarde dat onder de nieuwe Markt een overkluisde watergang zou worden gerealiseerd om de verbinding tussen de Noordvliet en Zuidvliet te behouden. 16 De nieuwe Markt is in 1721 officieel in gebruik genomen. 17 De Zuidgeer was gelegen tussen de Taanstraat en de Maasdijk (Zuiddijk) en liep door tot aan de traankokerij aan de Boonervliet en later tot aan de spoorbaan. De Zuidgeer maakte oorspronkelijk net als de Noordgeer deel uit van het spuidoksysteem (afbeelding 24). Na het in onbruik raken van dit systeem (zie verderop) werd in 1930 begonnen met het dempen van de Zuidgeer.

 

Runmolen de Arend

Aan het einde van de Noordgeer is tussen 1724 en 1733 een runmolen gebouwd: stellingmolen de Arend. Een runmolen is een molen waar eikenschors werd gemalen. Uit eikenschors werd taan gewonnen, een verfstof die werd gebruikt om visnetten te verduurzamen. De molen is in 1922 volledig afgebrand. Vaak is aangenomen dat de molen aanvankelijk als korenmolen is gebouwd. Op een situatietekening van de te plaatsen molen (afbeelding 25) en bijbehorend ontwerp van de molen (afbeelding 26) uit 1724 in het Oud-archief van Delfland wordt echter gesproken over “een versoeke van de looijers op Maassluijs.” Hierdoor lijkt het aannemelijker dat de molen ook als runmolen is gebouwd. Op een situatietekening uit 1733 wordt gesproken over een “runschuur” (afbeelding 27). Ook op de kadastrale minuut 1811-1832 is de molen als runmolen aangeduid (afbeelding 28). De molen was gelegen aan het uiteinde van de Noordgeer. In dit gebied tussen de Noorddijk en de Elektraweg is nu detailhandel gevestigd. Het is de vraag in hoeverre van de runmolen na de brand en het later bouwrijp maken van het gebied, nog archeologische relevante sporen in de ondergrond bewaard zijn gebleven.

 

Kerkdam

De Kerkdam tussen de Noordgeer en het Hellinggat maakte deel uit van het spuidoksysteem. Een spuidok of spuikom is een kom die in verbinding staat met een haven en die men met hoogtij vol laat lopen om bij laagtij met kracht leeg te laten lopen zodat overtollig slib uit de haven wordt weggespoeld. Aan het begin van de 20e eeuw raakte het spuidoksysteem in onbruik en hadden de scheepswerven behoefte aan een betere toegang tot het Hellinggat. Omdat de schepen groter waren geworden hadden ze moeite om vanuit de haven de Hellinggatbrug te passeren. Om rond het Kerkeiland en via de andere zijde het Hellinggat in te kunnen varen, moest de Kerkdam verdwijnen (afbeeldingen 29 en 30). Op een foto uit 1924 is de dam verdwenen. Op deze foto is ook te zien dat de Kapelpolder op dat moment nog grotendeels onbebouwd is (afbeelding 31). Het is de vraag in hoeverre van de in 1920 weggebaggerde Kerkdam tussen de Noordgeer en het Hellinggat in de ondergrond nog archeologisch relevante sporen bewaard zijn gebleven.

 

Tweede Wereldoorlog

Op 18 maart 1943 werd Maassluis getroffen door een geallieerd bombardement. Doel van het bombardement was de Olieraffinaderij De Witol N.V. aan de Heldringstraat, ter hoogte van de huidige gemeentewerf. De raffinaderij was kort na de capitulatie door de Duitsers geconfisqueerd. In plaats van een precisiebombardement op het doel mondt de actie uit in een bommentapijt dat in enkele minuten een groot gedeelte van de historische binnenstad – het Schanseiland en het oude centrum - van Maassluis verwoeste. Ook de Grote Kerk raakte ernstig beschadigd. Verder werden veel panden vernietigd (zoals de Verenigde Touwfabrieken, panden aan de Noordvliet, Noorddijk, Wagenstraat en Geerkade) door de hevige branden nadien veroorzaakt door de afgeworpen fosfor- en brandbommen. Het eigenlijke doel werd niet of nauwelijks geraakt. Op 22 maart werd Maassluis opnieuw getroffen door een geallieerd bombardement. Wederom was het doelwit de olieraffinaderij aan de Heldringstraat. De meeste bommen vielen echter in de vlietlanden en de landerijen rondom Maassluis. Daardoor bleef de schade van dit bombardement beperkt. Op de plek van het vroegere kerkhof ten zuiden van de Grote Kerk ligt nu een monument ter nagedachtenis van het bombardement op 18 maart 1943. Omdat er geen luchtfoto’s zijn van direct na de bombardementen (de eerste luchtfoto’s van na het bombardement dateren van maart 1944), kan de omvang van de vernielingen niet gemakkelijk ruimtelijk in kaart worden gebracht. Op luchtfoto’s uit 1946 is te zien dat de Grote Kerk in de steigers staat (afbeeldingen 5 en 6) en zijn kale plekken zichtbaar in de historische binnenstad (afbeelding 32).

 

In de Dijkpolder, aan de Nieuwe Kerkstraat werd tijdens het bombardement van maart 1943 de Noorderkerk vernield (afbeelding 33). Nabij de plek van de verloren gegane Noorderkerk werd in 1954 de Immanuelkerk gebouwd.

 

In het licht van deze bombardementen bestaat er voor de historische binnenstad van Maassluis en het omliggende gebied een risico op het aantreffen van niet-gesprongen conventionele explosieven.

4.4 Actualisatie op basis van de cultuurhistorische analyse

Historische kern 1832

Op basis van de nadere cultuurhistorische analyse zijn de volgende aanpassingen van de begrenzing van de historische kern 1832 doorgevoerd. Het exercitieveld, zoals vermeld op de kadastrale minuutplan 1811-1832 en gelegen tussen de huidige Fenacoliuslaan en het Zandpad, was nog geheel vrij van bebouwing op deze kaart, en ook op oudere kaarten zoals die van Kruikius uit 1712 (afbeelding 11) als onbebouwd gekarteerd is, is het terrein uit de begrenzing van de historische kern 1832 gehaald. Op basis van de functie die het vanaf de tweede helft van de 18e eeuw kreeg, blijft het wel deel uitmaken van de categorie ‘historische hoofdterreinen 18e eeuw’ op de cultuurhistorische inventarisatiekaarten (kaartbijlage 3 en kaartbijlage 4).

 

Daarnaast is de begrenzing ter hoogte van de scheepswerven ten zuiden van het Hellinggat en ten westen van de Noordgeer aangepast: de historische kern 1832 is hier gelijkgetrokken aan de oevers van beide wateren. Op de cultuurhistorische inventarisatiekaarten (kaartbijlage 3 en kaartbijlage 4) maken ze onveranderd deel uit van de eenheid ‘scheepswerf (verdwenen)’.

 

Locaties gemeentelijke monumenten.

Dankzij het beschikbaar komen van bestanden als de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en het Nationaal WegenBestand (NWB) wordt het eenvoudiger om onjuistheden in de lokalisering van gebouwde objecten, zoals de gemeentelijke monumenten, aan de hand van een adressenlijst (het bronbestand) na te lopen en waar mogelijk te corrigeren.

 

Met behulp van de adressenlijst zijn de puntlocaties van de gemeentelijke monumenten geselecteerd. Uit de combinatie van de BAG en het NWB is eenzelfde selectie gemaakt. Daar waar de beide selecties niet overeenkwamen is de oorzaak van de afwijking uitgezocht. In de meeste gevallen bleek de locatie van het gemeentelijk monument op de kaart het te corrigeren element, en werd het aangepast naar de locatie zoals vastgelegd in de BAG. Voor tien van de veertien monumenten hield dit een significante wijziging in; voor drie van de veertien werd de puntlocatie slechts een paar meter verschoven zodat ze ten minste binnen de contouren van het object in de BAG geplaatst werd. In één geval (aan de Willem de Zwijgerstraat) bleken de adresgegevens af te wijken: het gaat hier niet om een van de vele woonhuizen (uit dezelfde periode) in de straat, maar om de baarhuisjes op de algemene begraafplaats (Willem de Zwijgerstraat 36). Voor een overzicht van de aanpassingen zie tabel 2.

Tabel 2 Wijziging locatie gemeentelijke monumenten.

 

Toevoeging Noorderkerk

Zoals in paragraaf 4.3 gemeld stond voor de Tweede Wereldoorlog aan de Nieuwe Kerkstraat de Noorderkerk. De locatie nabij de in 1954 gebouwde Immanuelkerk is toegevoegd (kaartbijlage 4).

 

Runmolen de Arend

De in 1922 afgebrande rundmolen de Arend stond al op de cultuurhistorische inventarisatiekaart. Dat is ongewijzigd gebleven. Omdat de kans klein is dat er van deze molen na de brand en het later bouwrijp maken van het terrein tussen de Noorddijk en de Elektraweg nog archeologisch relevante sporen in de ondergrond bewaard zijn gebleven, is aan deze locatie op de verwachtingenkaart geen hoge verwachting meer toegekend.

5 Actualisatie archeologische beleidskaart

5.1 Inleiding

Voortschrijdend inzicht is vooral van toepassing op het grondgebied langs de Maas in het zuidoosten van de gemeente en het nieuwe beleid in relatie van de archeologie onder water. In paragraaf 5.2 worden de wijzigingen besproken met betrekking tot de archeologische waarden- en verwachtingenkaart. In paragraaf 5.3 wordt benoemd wat dit voor gevolgen heeft voor de maatregelenkaart en de vrijstellingsgrenzen ten aanzien van het oppervlak en de diepte. In tabel 3 zijn de oude en nieuwe vrijstellingsgrenzen opgenomen.

Artikel 5.2 Archeologische waarden- en verwachtingenkaart

Het geactualiseerde beeld van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart is weergegeven op kaart 1. De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd:

 

Gebieden met een hoge en middelhoge archeologische verwachting (2012; categorie 3 en categorie 4)

Op basis van de nieuwe geologische gegevens is op diverse plaatsen de begrenzing tussen beide categorieën licht gewijzigd.

 

Gebied met onbekende archeologische verwachting (2012; categorie 6)

Dit type gebied, gebied met onbekende archeologische verwachting (categorie 6), bevond zich op de waarden-/verwachtingenkaart van 2012 met name in het zuidoostelijk deel van de gemeente ter weerszijde de historische kern van Maassluis. Het gebied is nu enger begrensd ten opzichte van de kern. Dat wil zeggen dat op het gebied langs de Maas een andere verwachtingscategorie van toepassing is verklaard: onbekende tot lage archeologische verwachting (categorie 8).

 

Water gerelateerde archeologische verwachting (2014; nieuwe categorie 9)

Volgens de Monumentenwet en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de gemeente Maassluis verplicht om in een bestemmingsplan rekening te houden met de in de bodem aanwezige en de te verwachten archeologische waarden. Dit geldt ook voor archeologische resten in alle wateren binnen het gemeentelijk grondgebied. Bij het vormgeven van het gemeentelijk archeologiebeleid en het verankeren van dit beleid in bestemmingsplannen, is de waterbodem op de beleidskaart uit 2012 nog ongedifferentieerd gebleven zonder dat er een maatregelcategorie in het kader van de archeologieplicht op rustte. In principe kunnen daardoor dus ongezien sporen uit het maritieme verleden van Maassluis verdwijnen.

 

Binnen de gemeente Maassluis is vooralsnog dan ook in verband met projecten geen maritiem archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd conform de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de Kwaliteitsnorm van de Nederlandse Archeologie (in het vervolg KNA) KNA Waterbodems versie 3.1 Deel II Protocol 4102. Het doel van dergelijk bureauonderzoek is identiek aan een bureauonderzoek op het land. Het gaat om het verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden onder binnen een omschreven gebied. Het resultaat is een standaard rapport met een gespecificeerde archeologische verwachting op basis waarvan een beslissing genomen kan worden ten aanzien van een eventueel vervolgonderzoek op en/of onder water.

 

In het kader van de geactualiseerde waarden- en verwachtingenkaart is de legenda-eenheid water dan ook opgesplitst in: historisch water met onbekende verwachting en recent water zonder verwachting. Binnen deze twee categorieën vallen alle grotere watergangen binnen het grondgebied van Maassluis. Kleinere watergangen zoals sloten hebben dezelfde archeologische verwachting gekregen als het gebied direct daaromheen. De verantwoording hiervoor is dat deze watergangen niet zozeer een specifiek maritieme archeologische verwachting hebben, maar dat de verwachting hier eerder gebaseerd is op de geologische ondergrond en het mogelijk aanwezig zijn van een intact bodemprofiel onder het niveau van de sloot.

 

Water, recent geen verwachting (2014; nieuwe categorie 10)

Het water dat op basis van de cultuurhistorische analyse geen archeologische betekenis heeft is ondergebracht is categorie 10.

 

5.3 Archeologische maatregelenkaart en beleidscategorieën

De oppervlakten voor de verschillende categorieën zijn overgenomen van de waarden- en verwachtingenkaart. Vervolgens zijn daar vrijstellingscategorieën aan gekoppeld (tabel 3). De wijzigingen in de vrijstellingscategorieën worden hieronder verantwoord.

 

Gebied met een onbekende archeologisch verwachting (2014; categorie 6)

Hoewel zeker ten gevolge van ophoging relatief diep gelegen archeologisch relevante niveaus aanwezig zijn, zijn ook delen in het gebied met een hoger gelegen niveau aangetroffen. De generieke dieptemaat moet dan ook worden bijgesteld naar 100 cm. Daarbij kan worden aangetekend dat bij concrete initiatieven gemakkelijk op basis van beschikbare boorgegevens kan worden nagegaan wat de feitelijke toegestane diepte kan zijn.

 

Gebied met een onbekende tot lage geo-archeologische verwachting (2014; categorie 8)

Door ophoging in het kader van dijk- en woningbouw bevindt het archeologische vlak zich (zeer) diep in de ondergrond. Op basis van geologische informatie kan de dieptemaat worden gewijzigd van 100 naar 300 cm.

 

Water gerelateerde archeologische verwachting (2014; nieuwe categorie 9)

Omdat nog geen ervaring is opgebouwd met betrekking tot onderzoek aan onderwaterbodems binnen de gemeente Maassluis, wordt vooralsnog aangesloten bij het vrijstellingsoppervlak conform de Monumentenwet van 100 m2. Gezien de onbekendheid met deze categorie wordt nog geen diepte vrijstelling gehanteerd.

Tabel 3 Maatregelcategorieën gemeente Maassluis (2014).

 

Literatuur

GEEL, B. VAN/S.J.P. BOHNCKE/H. DEE, 1980/1981: A palaeoecological study of an upper late glacial and holocene sequence from “de borchert”, The Netherlands, Review of Palaeobotany and Palynology 31, 367-392.

HOEK, W. Z., 2001: Vegetation response to the ~14.7 and ~11.5 ka cal. BP climate transitions: is vegetation lagging climate?, Global and Planetary Change 30 (1-2), 103-115.

HOEK, W. Z., 2008: The Last Glacial-Interglacial transition, Episodes 31(2), 226-229.

LOUWE, E./C.A. VISSER/K. KLERKS, 2014: Vervanging van het riool aan de Fenacoliuslaan te Maassluis, gemeente Maassluis: Een archeologische begeleiding conform protocol proefsleuven, Amersfoort (Vestigia-rapport V1186).

LOUWE KOOIJMANS, L.P./P.W. VAN DEN BROEKE/H. FOKKENS/A. VAN GIJN, 2005: Nederland in de prehistorie, Amsterdam.

RASMUSSEN, S.O./K.K. ANDERSEN/A.M. SVENSSON/J.P. STEFFENSEN/B.M. VINTHER/H.B. CLAUSEN/M.-L. SIGGAARD-ANDERSEN/S.J. JOHNSEN/L.B. LARSEN/D. DAHL-JENSEN/M. BIGLER/R. RÖTHLISBERGER/H. FISCHER/K. GOTO-AZUMA/M.E. HANSSON/U. RUTH, 2006: A new Greenland ice core chronology for the last glacial termination, Journal of Geophysical Research 111, D06102.

VISSER, C.A./E. LOUWE/W.A.M. HESSING, 2014: Herininrichting Markt Maassluis, gemeente Maassluis: Een archeologische begeleiding conform protocol proefsleuven, Amersfoort (Vestigia-rapport V1155).

VISSER, C.A./R. SCHRIJVERS/W.A.M. HESSING, 2014: Sluispolder-Oost, gemeente Maassluis: Ruimtelijk advies op basis van archeologisch bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1154).

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014A: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Bomendal, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1211)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014B: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Bloemenbuurt, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1212)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014C: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Vertobuurt, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1213)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014D: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Sluispolder West, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1214)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014E: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Binnenstad, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1215)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014F: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Taanschuurpolder, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1216)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014G: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Nieuwe Waterweg, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1217)

WEERHEIJM, W.J./R. SCHRIJVERS/C.A. VISSER, 2014H: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van riool- en wegvernieuwingswerkzaamheden Kapelpolder, gemeente Maassluis, Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek, Amersfoort (Vestigia-rapport V1218)

WESTERHOFF, W.E./T.E. WONG/E.F.J. DE MULDER, 2003: Opbouw van de ondergrond – Opbouw van het Neogeen en Kwartair, in: E.F.J. de Mulder/M.C. Geluk/I.L. Ritsema/W.E. Westerhoff/T.E. Wong (red.), De ondergrond van Nederland, Houten.

 

Digitale bronnen

  • -

    ACTUEEL HOOGTEBESTAND NEDERLAND: http://www.ahn.nl

  • -

    ARCHEOLOGISCH INFORMATIESYSTEEM (ARCHIS): http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html

  • -

    HISTORISCHE VERENIGING MAASSLUIS: http://hvm.collectiebank.nl

  • -

    NATIONAAL ARCHIEF: http://www.gahetna.nl

  • -

    OUD-ARCHIEF VAN DELFLAND: http://www.archieven.nl

  • -

    RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL ERFGOED: http://www.cultureelerfgoed.nl

  • -

    STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER: http://www.sikb.nl

  • -

    WAT WAS WAAR: http://watwaswaar.nl

 

Afbeeldingen 1-33

Afbeelding 1 Maassluis (‘Maeslander sluysen’) op de kaart van Jan Potter uit 1590, het noorden is rechtsonder (Oud-archief van Delfland).

Afbeelding 2 Kaart uit 1621 van Floris Jacobsz. van der Sallem en Pieter Jansz. Verhouck waarop de erven op de schans van Maassluis staan weergegeven; aan de kaart is in 1624 en in 1662 informatie toegevoegd; het noorden is onder (Oud-archief Delfland).

Afbeelding 3 Maassluis (‘Maeslandt Sluys’) op de kaart van Floris Jacobsz. van der Sallem uit 1633, het noorden is rechtsonder (Nationaal Archief).

Afbeelding 4 De kern van Maassluis (‘Maeslant Sluijs’) op de kaart van de haven van Maassluis van Pieter Florisz. van der Sallem uit 1653, het noorden is linksonder (Oud-archief van Delfland).

Afbeelding 5 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1946 vanuit het westen, rechts scheepswerf De Haas, links de ommuurde Joodse begraafplaats en achter de Grote Kerk in de steigers (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 6 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1946 vanuit het noorden, met de Grote Kerk in de steigers en daarnaast het kerkhof, rechts scheepswerf De Haas, rechtsonder de ommuurde Joodse begraafplaats en op de voorgrond de olieraffinaderij (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 7 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1946 vanuit het zuidoosten, met linksachter scheepswerf De Haas, op de achtergrond de ommuurde Joodse begraafplaats aan de overzijde van de Noordgeer, rechts het kerkhof en rechtsvoor fabriek ‘De Ploeg’ (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 8 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1951 vanuit het noordwesten, met op de voorgrond de olieraffinaderij’ (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 9 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1938 vanuit het zuiden, links scheepswerf De Haas aan het Hellinggat (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 10 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1960 vanuit het zuidwesten, met rechts oliefabriek ‘De Ploeg’ (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 11 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1978 vanuit het zuiden (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 12 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1988 vanuit het zuidwesten met rechts het terrein van de gesloopte oliefabriek De Ploeg (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 13 Kaart van de dam (‘A’) tussen de Noordgeer (‘Noort Spoeij’) en het Hellinggat (‘Hellinck Gadt’) van Pieter Florsz. van der Sallem uit 1656, het noorden is linksonder (Oud-archief van Delfland).

Afbeelding 14 Maassluis (‘Maeslandtsluis’) op de kaart van Pieter Florisz. van der Sallem uit 1661, het noorden is rechtsonder (Nationaal Archief).

Afbeelding 15 Het Kerkeiland (‘de Schans’) op de kaart van Nicolaas en Jacobus Kruikius uit 1712, het noorden is rechtsboven (Nationaal Archief).

Afbeelding 16 Bebouwing op het Kerkeiland (‘de Schans’) op de kaart kadastrale minuut 1811-1832, het noorden is boven (Nationaal Archief).

Afbeelding 17 Scheepswerf ten zuiden van het Hellinggat op de kaart kadastrale minuut 1811-1832, het noorden is boven (Nationaal Archief).

Afbeelding 18 Asschuur (‘Asch Schuur’) op de dam tussen de Noordgeer en het Hellinggat en scheepswerven en Joodse begraafplaats (‘Joden Kerkhof’) of de oostoever van de Noordgeer op de kaart kadastrale minuut 1811-1832, het noorden is boven (Nationaal Archief).

Afbeelding 19 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 2008 vanuit het westen met op de voorgrond scheepswerf De Haas (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 20 De kern van Maassluis op de kaart van Nicolaas en Jacobus Kruikius uit 1712, het noorden is rechtsboven (Nationaal Archief).

Afbeelding 21 De kern van Maassluis op de kadastrale minuut 1811-1832, het noorden is boven (Nationaal Archief).

Afbeelding 22 Water langs de Markt tussen de Noordvliet en de Zuidvliet op de kaart van Nicolaas en Jacobus Kruikius uit 1712, het noorden is rechtsboven (Nationaal Archief).

Afbeelding 23 De Markt tussen de Noordvliet en de Zuidvliet op de kadastrale minuut 1811-1832, het noorden is boven (Nationaal Archief).

Afbeelding 24 De Zuidgeer (‘Het Spoeij’) en de erven uitgegeven langs de Roggekade op een kaart van Pieter Floirisz. van der Sallem uit 1649, het noorden linksboven (Oud-archief van Delfland)

Afbeelding 25 Overzichtstekening uit 1724 van de te plaatsen runmolen (cirkel) en schorsschuur rechts nabij de Noordgeer (‘Geer ofte Spuij water’) linkss, het noorden is rechts (Oud-archief van Delfland).

Afbeelding 26 Ontwerp uit 1724 van de plaatsen runmolen nabij de Noordgeer (Oud-archief van Delfland).

Afbeelding 27 Situatietekening uit 1733 van de runmolen (‘Runschuur’) nabij de Noordgeer (‘Noort Speuij waater’) en rechtsonder de bijbehorende woning (‘woonhuis van de Meule’), het noorden rechts (Oud-archief van Delfland).

Afbeelding 28 Runmolen op de kadastrale minuut 1811-1832 van Maasland (Nationaal Archief).

Afbeelding 29 Dam tussen de Noordgeer en het Hellinggat vóór 1920, de schepen op de achtergrond liggen in het Hellinggat (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 30 Dam tussen de Noordgeer en het Hellinggat in 1920, de schepen op de achtergrond liggen in het Hellinggat, links ligt een emmerbaggermolen klaar om de dam weg te baggeren (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 31 Luchtfoto van het Kerkeiland uit 1924 vanuit het zuidoosten (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 32 Luchtfoto uit 1946 vanuit het zuiden met op de voorgrond de Noordvliet Noordzijde, daarachter de Wagenstraat/Goudsteen en de Marelstraat en Lange Boonestraat; de kale plekken zijn het gevolg van het bombardement in maart 1943 (Historische Vereniging Maassluis).

Afbeelding 33 Luchtfoto uit 1930 vanuit het zuidwesten met centraal de Noorderkerk en links daarvan de in 1929 in de as gelegde gebouwen van de Verenigde Touwfabrieken, op de voorgrond de panden langs de Noorddijk (Historische Vereniging Maassluis).

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis van 19 mei 2015

de griffier,

mr. R. van der Hoek

de voorzitter,

drs. J.A. Karssen

Bijlage 1 Geologische en archeologische perioden

 

Bijlage 2 Waarden en verwachtingenkaart

Bijlage 3 Maatregelenkaart


1

www.dinoloket.nl, geraadpleegd d.d. 15-10-2014.

2

Weerheijm/Schrijvers/Visser 2014a t/m h

3

Archis2 (RCE), d.d. 25-06-2014

4

Met name boringen B37B0774 en B37B0775

5

Weerheijm/Schrijvers/Visser 2014f, 15-16.

6

Boringen 21, 22, 23, 24; Visser et al. 2012, 47

7

Afgeleid van het AHN2 50cm-grid. Zie ook www.ahn.nl 

8

Actualiteit: 25 juni 2014.

9

Toenmalige actualiteit 12 juli 2010.

10

Van Benthem/Van Dinter (red.) 2014, 7-8.

11

Actualiteit Archis-bestanden: juni 2014

12

Visser/Louwe/Hessing 2014.

13

Louwe/Visser/Klerks 2014.

14

Visser/Schrijvers/Hessing 2014, 18-19.

15

Dit onderscheid sluit aan bij het ‘Ambitie- en beleidsspoor’ zoals geformuleerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

16

‘Akte van vergunning van hoogheemraden van Delfland aan schout, zetters en schepenen tot het dempen van het langs het Zandpad gelegen water ter uitbreiding van de marktplaats’ (1716) in het Oud Archief der gemeente Maassluis in het Stadsarchief van Vlaardingen (inventarisnummer 0920).

17

‘Keur houdende aanwijzing van de marktplaats’ (1721) in het Oud Archief der gemeente Maassluis in het Stadsarchief van Vlaardingen (inventarisnummer 0922).