| Organisatie | Halderberge |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Subsidieregeling Peutertoeslag en toeslag noodzakelijke kinderopvang 2023 |
| Citeertitel | Subsidieregeling Peutertoeslag en toeslag noodzakelijke kinderopvang 2023 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2023 | nieuwe regeling, vervangt eerdere subsidieregeling 2022 | 20-12-2022 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Halderberge, zoals vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 19 maart 2020;
b. Houders: houders van kindcentra als bedoeld in de Wet kinderopvang;
c. Peuter: die woonachtig is in de gemeente Halderberge, die geen VVE – peuter is en geen recht heeft op kinderopvangtoeslag
d. KOT: KinderOpvangToeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;
e. VVE-peuter: een peuter (2 tot 4 jaar) die woonachtig is in de gemeente Halderberge en waarvoor door het consultatiebureau in de gemeente Halderberge een voorschoolse educatie - indicatie is afgegeven
f. SMI-regeling: regeling Sociaal Medische Indicatie. Deze regeling komt ouders die tijdelijk niet kunnen werken om sociale of medische redenen, tegemoet in de kosten van kinderopvang.
g. SMI-kind: een kind in de leeftijd van 0 tot 4 jaar die woonachtig is in de gemeente Halderberge en waarvoor kinderopvang noodzakelijk is voor de ontwikkeling.
• Doelstelling van de regeling is het stimuleren van de ontwikkeling van peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, woonachtig in de gemeente Halderberge, die geen VVE-peuter zijn en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
• Doelstelling van de regeling is het bieden van kinderopvang aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, woonachtig in de gemeente Halderberge, waarvan ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en waarvoor kinderopvang noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind.
Artikel 3 Activiteiten die voor peutertoeslag in aanmerking komen
Er kan een toeslag worden verstrekt op de volgende grondslagen.
a. De toeslag is bedoeld voor peuters woonachtig in de gemeente Halderberge, die geen VVE – peuter zijn en geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en niet in aanmerking komen voor SMI vanwege een te hoog inkomen.
b. Een toeslag van € 2.924,80 (8 uur per week x 40 weken x € 9,50 - € 115,20 (8*40*0,34) ) per peuter in de gemeente Halderberge welke deelnemen aan de activiteiten binnen de peuteropvang.
c. De aanbieder van de peuteropvang levert de cijfers door middel van een factuur aan op 15 januari, 1 april en 1 oktober.
Artikel 4 Voorwaarden voor ouders om in aanmerking te komen voor toeslag noodzakelijke kinderopvang
1. De SMI-regeling, die wordt uitgevoerd door het Werkplein Hart van West-Brabant, is de voorliggende voorziening. Ouders moeten eerst een aanvraag SMI indienen en hierop moet door het Werkplein een positieve beschikking worden afgegeven.
2. Ouders komen niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag, omdat een van de ouders niet kan werken door lichamelijke, geestelijke of psychische beperkingen.
3. Kinderopvang is noodzakelijk voor de ontwikkeling van het kind.
4. Er zijn binnen het sociale netwerk van ouders geen mogelijkheden voor opvang van het kind.
Artikel 5 Activiteiten die niet voor toeslag in aanmerking komen
Geen toeslag wordt verstrekt voor andere activiteiten dan de onder artikel 3 en 4 vermelde activiteiten.
Er wordt alleen een toeslag verstrekt aan de houders van die in Halderberge peuteropvang aanbieden, die geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang en voldoen aan de wettelijke (of andere regelingen) gestelde eisen.
De toeslag zal uitsluitend worden verstrekt aan rechtspersonen.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de toeslag in ieder geval geweigerd indien:
a. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
b. de aanvrager failliet is of in surseance van betaling verkeert, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;
c. in het beoogde doel of de voorgenomen activiteit op andere wijze in belangrijke mate is voorzien;
d. een doublure ontstaat met activiteiten van een door de gemeente gesubsidieerde rechtspersoon;
e. de subsidieverstrekking niet past binnen door de gemeenteraad of college vastgesteld beleid;
f. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;
g. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij eigen middelen, hetzij middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;
h. de activiteiten een godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke boodschap hebben.
1. Een aanvraag voor peutertoeslag of toeslag noodzakelijke kinderopvang wordt door de voorschoolse voorziening op de peildata 15 januari, 1 april en 1 oktober ingediend middels het sturen van factuur.
2. Vanwege het gelijk definitief vaststellen van de toeslag is er na afloop van het subsidiejaar geen vaststelling noodzakelijk.
3. Bij subsidies van € 100.000 of hoger vindt minimaal drie keer per jaar op ambtelijk niveau overleg plaats over de voortgang van de uit te voeren activiteiten en mogelijke knelpunten hierbij. Dit overleg wordt ook benut voor het signaleren van trends en ontwikkelingen.
4. Bij subsidies van € 100.000 of hoger vindt minimaal twee keer per jaar bestuurlijk overleg plaats over de subsidieaanvraag en voortgang van de uit te voeren activiteiten. Ook wordt het overleg benut voor het signaleren van trends en ontwikkelingen.
5. Bij subsidies van € 50.000 tot € 100.000 vindt minimaal twee keer per jaar op ambtelijk niveau overleg plaats over de voortgang van de uit te voeren activiteiten en mogelijke knelpunten hierbij. Dit overleg wordt ook benut voor het signaleren van trends en ontwikkelingen.
6. Bij subsidies van € 50.000 tot € 100.000 vindt minimaal twee keer per jaar bestuurlijk overleg plaats over de subsidieaanvraag en voortgang van de uit te voeren activiteiten. Ook wordt het overleg benut voor het signaleren van trends en ontwikkelingen.
7. Bij subsidies tot € 50.000 vindt minimaal een keer per jaar op ambtelijk niveau overleg plaats over de voortgang van de uit te voeren activiteiten en mogelijke knelpunten hierbij. Dit overleg wordt ook benut voor het signaleren van trends en ontwikkelingen.
8. Bij subsidies tot € 50.000 vindt minimaal een keer per jaar bestuurlijk overleg plaats over de subsidieaanvraag en voortgang van de uit te voeren activiteiten. Ook wordt het overleg benut voor het signaleren van trends en ontwikkelingen.
Artikel 9 Kosten die voor subsidie aanmerking komen
1. Een toeslag per doelgroeppeuter op jaarbasis van € 2.924,80.
2. Een toeslag per SMI-kind op basis van het aantal afgenomen uren kinderopvang.
Artikel 10 Verdeling van het subsidieplafond
1. Voor de toeslagen op basis van deze subsidieregeling stelt de raad een budget vast.
2. Toeslagen worden alleen toegekend voor zover het beschikbare gestelde budget in de begroting toereikend is.
3. Er kan een maximale bijdrage van € 2.924,80 per doelgroeppeuter verstrekt worden.
4. De bijdrage voor een SMI-kind is afhankelijk van het aantal afgenomen uren kinderopvang.