Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Zwijndrecht 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Zwijndrecht 2022
CiteertitelMandaatbesluit uitvoering Jeugdwet gemeente Zwijndrecht 2022.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.8 van de Jeugdwet
  2. Verordening jeugdhulp Zwijndrecht
  3. Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid
  4. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 171 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-03-2023nieuwe regeling

07-06-2022

gmb-2023-115622

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit Uitvoering Jeugdwet gemeente Zwijndrecht 2022

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht,

 

gelet op:

 

  • -

    de Jeugdwet, in het bijzonder artikel 2.8;

  • -

    de Verordening jeugdhulp van de gemeente Zwijndrecht;

  • -

    artikel 5, onder IV, van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

  • -

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 171 van de Gemeentewet;

  • -

    de vooraf verkregen instemming van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid met mandaatverlening door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling aan de directeur publieke gezondheid.

 

B e s l u i t :

 

Ter zake van de volgende bevoegdheden en onder de hierna volgende regels mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur publieke gezondheid.

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur

het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband;

  • b.

    college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht;

  • c.

    dagelijks bestuur

het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband;

  • d.

    directeur

de directeur publieke gezondheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

  • e.

    gemandateerde

de directeur publieke gezondheid;

  • f.

    gemeente

de gemeente Zwijndrecht;

  • g.

    samenwerkingsverband

het rechtspersoonlijk bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

  • h.

    uitvoeringsorganisatie

het samenwerkingsverband.

 

Artikel 2 Mandaat en benoemingsbesluit

  • 1.

    Het college verleent mandaat en machtiging aan de directeur om namens het college besluiten te nemen, respectievelijk feitelijke handelingen te verrichten uit hoofde van de bevoegdheden die zijn opgesomd in de als bijlage 1 bij dit besluit gevoegde mandaat- en machtigingslijst.

  • 2.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, behelst niet de bevoegdheid tot beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De directeur is wel gemachtigd tot het verrichten van alle voor het nemen van een beslissing op bezwaar vereiste voorbereidingshandelingen, waaronder het inwinnen van advies bij een door het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband ingestelde bezwaaradviescommissie.

  • 3.

    Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid om namens de gemeente een verweerschrift in te dienen bij de rechtbank en de Centrale Raad van Beroep naar aanleiding van een (hoger) beroep tegen een besluit van de gemeente.

  • 4.

    Het college benoemt de directeur als toezichthouder ten behoeve van de uitvoering van artikel 8.1.3 van de Jeugdwet, alsmede artikel 21 en artikel 22 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Zwijndrecht.

  • 5.

    Het college verleent mandaat en machtiging aan de directeur om personen werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid te benoemen tot toezichthouder ten behoeve van de uitvoering van artikel 8.1.3 van de Jeugdwet, alsmede artikel 21 en artikel 22 van de Verordening Jeugdhulp gemeente Zwijndrecht.

 

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Het is de gemandateerde toegestaan ondermandaat te verlenen aan direct onder hem ressorterende functionarissen binnen het samenwerkingsverband. In het betreffende besluit tot verlening van ondermandaat kan worden bepaald dat ook aan andere functionarissen ondermandaat kan worden verleend, indien dit wenselijk of noodzakelijk is wegens de specifieke kenmerken van de bevoegdheid.

  • 2.

    Waar in dit besluit wordt gesproken van mandaat, mandaatgever en gemandateerde, wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat en ondermandaatgever en ondergemandateerde.

 

Artikel 4 Voorschriften en instructies

  • 1.

    De gemandateerde is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen, benodigd voor de voorbereiding, bekendmaking en uitvoering van een door hem krachtens mandaat genomen besluit.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt ook voor het opstellen van een verweerschrift.

  • 3.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, het bepaalde bij of krachtens de Jeugdwet en de bij of krachtens wettelijke regelingen door het college vastgestelde richtlijnen, beleidsregels van het college, evenals de financiële afspraken die gelden op grond van de regeling voor de uitoefening van de betreffende taak.

  • 4.

    Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend, past de algemene dan wel specifieke instructies, bedoeld in artikel 10:6 Algemene wet bestuursrecht, van het college toe.

  • 5.

    Het college zorgt ervoor dat de gemandateerde over de informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden. De gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie, bedoeld in de eerste volzin.

  • 6.

    Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de gemandateerde over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de uitvoeringsorganisatie voor het college uitvoert.

  • 7.

    De gemandateerde oefent zijn bevoegdheid niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 8.

    Bij het nemen van beschikkingen omtrent toegang tot individuele voorzieningen voor jeugdhulp als bedoeld in artikel 8 en Annex 1 van de Verordening jeugdhulp van de gemeente Zwijndrecht, betrekt de gemandateerde de met het oog daarop uitgebrachte adviezen van jeugdhulpverlener(s) uit het betrokken jeugdteam.

 

Artikel 5 Informatie- en overlegplicht

  • 1.

    De gemandateerde stelt het college in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het college gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

    • a.

      de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de gemeenteraad of de samenleving naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of indien een besluit naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken;

    • b.

      advies nodig is van anderen dan de gemandateerde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt;

    • c.

      de gemandateerde het noodzakelijk acht af te wijken van de door het college vastgestelde kaders en beleid.

       

In dergelijke gevallen, verschaft de gemandateerde de benodigde informatie en voert hij overleg met het college alvorens de gemandateerde bevoegdheden (verder) uit te oefenen.

  • 2.

    Het niet voldoen aan de in lid 1 omschreven terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

  • 3.

    De gemandateerde draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat en onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen krachtens ondermandaat genomen besluiten via de reguliere planning- en controlcyclus, één en ander in overleg met het college. De verslaglegging heeft ook betrekking op de uitputting van het voor uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden beschikbare budget.

  • 4.

    Onverminderd de periodieke verslaglegging, stelt de gemandateerde het college onverwijld op de hoogte van een op enig moment dreigende of voorzienbare overschrijding van het voor uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden beschikbare budget en voert overleg over tijdig te treffen passende maatregelen.

  • 5.

    Gebruik van gemandateerde bevoegdheden is niet toegestaan indien dit leidt tot overschrijding van het voor uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden beschikbare budget.

  • 6.

    Periodiek wordt door de gemandateerde in samenspraak met het college de mandaatverlening en de informatieverstrekking geëvalueerd.

 

Artikel 6 Overeenkomstige toepassing op voorbereiding van feitelijke handelingen en uitvoeringshandelingen

Dit besluit is van overeenkomstige toepassing op het voorbereiden van besluiten en het uitvoeren van feitelijke handelingen (waaronder handelingen die verband houden met voorbereiding en uitvoering van besluiten), waartoe hierbij machtiging wordt verleend.

 

Artikel 7 Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2 luidt de ondertekening:

     

    Burgemeester en wethouders van Zwijndrecht

    namens dezen,

    directeur publieke gezondheid van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid

     

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

 

  • 2.

    Ingeval van uitoefening van ondermandaat worden uitgaande stukken overeenkomstig het hiervoor bepaalde ondertekend, met dien verstande dat de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de gemandateerde medewerker in de plaats van de naam, de functieaanduiding en de handtekening van de eerst gemandateerde, wordt geplaatst.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing bij de ondertekening van verweerschriften.

 

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking, maar niet eerder dan na inwerkingtreding van de 7e wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid.

  • 2.

    Het Mandaatbesluit Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid gemeente Zwijndrecht 2018 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Het Mandaat- en aanwijzingsbesluit toezichthouders Jeugdwet gemeente Zwijndrecht van 19 september 2017 wordt ingetrokken.

  • 4.

    Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit uitvoering Jeugdwet gemeente Zwijndrecht 2022.

 

 

 

Aldus besloten op 7 juni 2022

Burgemeester en wethouders van Zwijndrecht

de secretaris, de burgemeester,

P.W. Croonenberg-Borst, W.H.J.M. van der Loo

Bijlage 1 Mandaat- en machtigingslijst

 

Overzicht van taken zoals bedoeld in de Jeugdwet die worden gemandateerd.

 

 

ONDERDEEL A - BEPALINGEN UIT DE JEUGDWET

 

Hoofdstuk 1Reikwijdte

Het maken van de beoordelingen als bedoeld in artikel 1.2 van de Jeugdwet.

 

Hoofdstuk 2Gemeente

  • a.

    Het uitoefenen van de bevoegdheid van artikel 2.3 om te beoordelen of jeugdhulp nodig is en draagt zorg voor een goed begeleidingstraject.

  • b.

    Uitvoering van de verplichting neergelegd in artikel 2.3, lid 3 van het college om voorzieningen te treffen die de ouders in staat te stellen hun rol als opvoeder te vervullen.

  • c.

    Uitvoering van de plicht in artikel 2.3, lid 6 van het college om zorg te dragen voor uithuisplaatsing.

  • d.

    Artikel 2.4: college heeft de bevoegdheid om – als dat naar zijn oordeel noodzakelijk is – te verzoeken om onderzoek bij de raad voor de kinderbescherming.

  • e.

    Artikel 2.7, lid 1; college voert overleg over het treffen van individuele voorzieningen, onder meer met scholen of onderwijsinstellingen;

    • lid 3: college verzekert zich dat jeugdhulpaanbieder aan verantwoordelijkheidstoedeling voldoet.

    • lid 4: college maakt afspraken met onder meer huisartsen over zorgverwijzing.

    • lid 5: college stemt verantwoordelijkheden af met zorgverzekeraars.

  • f.

    Artikel 2.11: het college kan de uitvoering van de Jeugdwet door derden laten verrichten.

 

Hoofdstuk 6 Gesloten jeugdhulp bij ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

  • a.

    Artikel 6.1.2, lid 5: beoordelingsbevoegdheid college omtrent noodzaak machtiging uithuisplaatsing

  • b.

    Artikel 6.1.4, lid 3: beoordelingsbevoegdheid college omtrent noodzaak voorwaardelijke machtiging uithuisplaatsing

  • c.

    Artikel 6.1.8: bevoegdheid college tot indiening van een verzoek tot machtiging uithuisplaatsing bij de rechter.

  • d.

    Uitvoering van de verplichting van artikel 6.1.12, zesde lid tot het doen van mededeling van het vervallen van de machtiging.

  • e.

    Uitoefening van de bevoegdheid van artikel 6.2.2 van het college om te verzoeken om een machtiging uithuisplaatsing in een justitiële inrichting ten uitvoer te leggen.

 

Hoofdstuk 7Gegevensverweking, privacy en toestemming

  • a.

    Uitoefening van de bevoegdheden die verband houden met het bepaalde in artikel 7.1.3.1: bevordert gebruik van de verwijsindex;

  • b.

    Uitoefening van de bevoegdheden die verband houden met het bepaalde in artikel 7.1.3.2: het college gaat na of meldingsbevoegden na het ontvangen van een signaal contact met elkaar hebben gehad: controle proces;

  • c.

    Uitoefening van de bevoegdheden die verband houden met het bepaalde in artikel 7.2.6: afwijking gebruik BSN;

  • d.

    Uitoefening van de bevoegdheden die verbandhouden met het bepaalde in artikel 7.4.1, lid 2: verwerking gegevens;

  • e.

    Uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen die voortvloeien uit het bepaalde in artikel 7.4.2: kosteloze verstrekking gegevens aan Ministers.

 

Hoofdstuk 8Persoonsgebonden budget

Uitoefening van de bevoegdheden om op grond van artikel 8.1.1 tot en met 8.1.6: besluiten te nemen omtrent toekenning, weigering, intrekking, of herziening van een voorziening met als leveringsvorm een persoonsgebonden budget en/of een voorziening in natura en het geven van voorlichting over keuze voor een budget in plaats van een voorziening in natura.

 

Hoofdstuk 10Overgangsrecht

Artikel 10.4: bevoegdheid tot het verwerken van persoonsgegevens.

 

ONDERDEEL B - BEPALINGEN UIT DE VERORDENING JEUGDHULP

 

  • a.

    Artikel 9 toegang jeugdhulp via huisarts, medisch specialist of jeugdarts;

  • b.

    Artikel 10 toegang jeugdhulp via het college;

  • c.

    Artikel 11 onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren;

  • d.

    Artikel 12 draagkracht en draaglast;

  • e.

    Artikel 13 identificatie;

  • f.

    Artikel 14 verslag;

  • g.

    Artikel 15 aanvraag individuele voorziening;

  • h.

    Artikel 18 inhoud beschikking;

  • i.

    Artikel 19 (lid 1 en 2) regels voor persoonsgebonden budget;

  • j.

    Artikel 20 opschorting uitbetaling uit het persoonsgebonden budget;

  • k.

    Artikel 21 voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen en persoonsgebonden budget en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Jeugdwet;

  • l.

    Artikel 22 onderzoek naar recht- en doelmatigheid van individuele voorzieningen en persoonsgebonden budget.

 

ONDERDEEL C – VOORBEREIDING VAN BESLISSINGEN OP BEZWAAR

 

De voorbereiding van beslissingen op bezwaar naar aanleiding van bezwaren die zijn gemaakt tegen namens het college van burgemeester en wethouders genomen besluiten op basis van de in deze bijlage genoemde bevoegdheden.

 

ONDERDEEL D – HET INDIENEN VAN EEN VERWEERSCHRIFT

 

Het opstellen en vervolgens indienen van een verweerschrift naar aanleiding van een (hoger) beroep tegen een door het college van burgemeester en wethouders genomen besluit op een bezwaar.