Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Peilbesluit NNN Oudeland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingPeilbesluit NNN Oudeland
CiteertitelPeilbesluit NNN Oudeland
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp
Externe bijlagen2.a A1L - PB Oudeland - 2 Concept nota van beantwoording

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het vigerende peilbesluit NNN Oudeland (november 2018).

Deze regeling vervangt het vigerende peilbesluit natuurgebied Oudeland-Zuid (juni 2016).

Deze regeling treedt in werking na het gereedkomen van de voor de uitvoering van het peilbesluit benodigde werken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 5.2 van de Waterwet
  2. Omgevingsverordening Zuid-Holland
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-07-2023aanhangig

30-11-2022

wsb-2023-3164

2022.06922

Tekst van de regeling

Intitulé

Peilbesluit NNN Oudeland

Op 30 november heeft de Verenigde Vergadering (VV) van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard de peilbesluiten Kattendijks Blok en Oudeland vastgesteld. Deze peilbesluiten bevatten de nieuwe waterstanden voor de sloten in de NNN-gebieden Kattendijks Blok en Oudeland. De nieuwe waterstanden worden pas ingesteld na de realisatie van de natuurinrichting. Wanneer de nieuwe peilbesluiten ingaan, publiceren wij een instellingsbesluit waarin dit wordt aangekondigd.

 

Terinzagelegging

De peilbesluiten hebben van 12 juli 2022 tot en met 23 augustus 2022 ter inzage gelegen. Gedurende deze zes weken konden belanghebbenden een zienswijze indienen. Tijdens de ter inzage periode is één zienswijze ontvangen. De reactie op de zienswijze is opgenomen in de Nota van beantwoording.

 

Inwerkingtreding

De peilbesluiten treden in werking na het gereedkomen van de voor de uitvoering vanhet peilbesluit benodigde werken. Dit kan gefaseerd plaatsvinden. De (gedeeltelijke)inwerkingtreding zal via een instellingsbesluit in het Waterschapsblad van Schieland en de Krimpenerwaard worden bekendgemaakt.

 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend, kunnen tegen het besluit tot vaststelling van het peilbesluit beroep instellen. Dit geldt ook voor belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet verweten kan worden dat zij geen zienswijze hebben ingebracht of voor belanghebbenden die bezwaren hebben tegen wijzigingen die zijn aangebracht bij het nemen van het besluit ten opzichte van het ontwerpbesluit. U kunt dit binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit doen bij de rechtbank Rotterdam. Het instellen van beroep verandert dit niet. Levert dit voor u een probleem op? Dan kunt u de rechtbank vragen om te beslissen dat het besluit niet meteen in werking treedt. Dat heet het aanvragen van een voorlopige voorziening.

 

U kunt beroep instellen en eventueel een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Hiervoor heeft u ook een DigiD-code of E-herkenning nodig. Op papier gaat dat via Rechtbank Rotterdam, Sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Voor de behandeling hiervan betaalt u griffierecht. Het bedrag vindt u op: https://www.rechtspraak.nl/Naar-de-rechter/Kosten-rechtszaak/Griffierecht/Paginas/Griffierecht-bestuursrecht.aspx

Let op! Een voorlopige voorziening kunt u alleen aanvragen als u ook beroep heeft ingesteld. Daarom moet u een kopie van het beroepschrift meesturen.

 

De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard;

 

 

overwegende dat

  • Dat met de op 28 november 2018 vastgestelde waterpeilen en gebiedsbegrenzing voor NNN gebied Oudeland de natuur- en waterdoelen niet volledig gerealiseerd kunnen worden.

  • Dat het samenvoegen van de peilgebieden Oudeland en Oudeland-Zuid diverse voordelen geeft in watersysteembeheer.

  • gelet op het bepaalde in artikel 5.2 van de Waterwet en artikel 6.39 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland.

     

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 28 juni 2022

 

 

BESLUIT:

  • I

    Het vigerende peilbesluit ‘NNN Oudeland’ (november 2018) in te trekken.

 

  • II

    Het vigerende peilbesluit ‘natuurgebied Oudeland-Zuid (juni 2016) in te trekken.

 

  • III

    De peilen voor dit gebied vast te stellen zoals aangegeven in onderstaande tabel en bijbehorende peilbesluitkaart.

Code peilgebied

Naam peilgebied

Peil

(m NAP)

Schouwpeil (m NAP)

GPG-1353

Oudeland

-2,24 tot -2,09

-2,24

GPG-1314*

-

-2,34 tot -2,29

-2,34

GPG-1315*

-

-2,34 tot -2,29

-2,34

GPG-1317**

-

-2,26 tot -2,21

-2,26

GPG-1318*

-

-2,34 tot -2,29

-2,34

 

* Dit betreft een peil dat gelijk is aan dat van peilgebied GPG-1184 Kromme Geer en Zijde. Dit peil kan aangepast worden aan bodemdaling (indexatie), zoals opgenomen in dat betreffende peilbesluit. Bij een eerstvolgende herziening van peilbesluit Kromme Geer en Zijde worden GPG-1184, GPG-1314, GPG-1315 en GPG-1318 samengevoegd.

** Dit betreft een peil dat gelijk is aan dat van peilgebied GPG-1204 Stolwijk en

Berkenwoude. Dit peil kan aangepast worden aan bodemdaling (indexatie), zoals opgenomen in dat betreffende peilbesluit. Bij een eerstvolgende herziening van peilbesluit Stolwijk en Berkenwoude worden GPG-1204 en GPG-1317 samengevoegd.

 

Het schouwpeil is het referentieniveau van het water voor het voeren van de schouw, het afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen.

 

De peilen als genoemd in dit besluit en aangegeven op de bijbehorende kaart worden nagestreefd met inachtneming van de volgende bepalingen:

 

  • a.

    Afwijkingen in het oppervlaktewaterpeil kunnen voorkomen door watertransport en weersomstandigheden. Het is daarom niet mogelijk het beschreven peil altijd overal te handhaven. De fluctuaties variëren van plaats tot plaats, door onder meer verhang, opwaaiing, golfslag en weerstand door plantengroei. Rekening dient te worden gehouden met tijdelijke peilfluctuaties rondom het na te streven peil.

  • b.

    Het peilbesluit treedt in werking na het gereedkomen van de voor de uitvoering van het peilbesluit benodigde werken. Dit kan gefaseerd plaatsvinden. De (gedeeltelijke) inwerkingtreding zal via een instellingsbesluit in het Waterschapsblad van Schieland en de Krimpenerwaard worden bekendgemaakt.

  • c.

    Tot de start van instelling van bovengenoemde peilen worden dit gebied de peilen gehandhaafd conform het peilbesluit ‘Kromme Geer en Zijde’ (maart 2021) en het peilbesluit Oudeland-Zuid (2016).

    Deze peilen zijn weergegeven in onderstaande tabel (in m NAP)

     

    Code peilgebied

    Naam peilgebied

    Peil

    overgangsperiode (m NAP) in 2022

    Schouwpeil

    (m NAP) in 2022

    GPG-1353

    Oudeland

    -2,34 tot -2,29

    -2,34

    GPG-1353

    (zuidwestelijk deel)

    (Oudeland-Zuid)

    -2,31 tot -2,08

    -2,31

    GPG-1314*

    -

    -2,34 tot -2,29

    -2,34

    GPG-1315*

    -

    -2,34 tot -2,29

    -2,34

    GPG-1317*

    -

    -2,34 tot -2,29

    -2,34

    GPG-1318*

    -

    -2,34 tot -2,29

    -2,34

    *Deze peilen worden met 2 cm per 5 jaar geïndexeerd (verlaagd vanwege maaivelddaling). De eerste verlaging van 1 cm heeft eind 2021 plaatsgevonden.

  • d.

    Voor toepassing van dit besluit geldt het Normaal Amsterdams Peil (NAP) als referentiepeil.

Rotterdam, 30 november 2022

de verenigde vergadering voornoemd,

secretaris,

voorzitter,

Toelichting partiele herziening peilbesluit NNN-gebied Oudeland

1. Inleiding

 

1.1.Aanleiding

 

Het belang van peilbeheer

Het peilbeheer, oftewel het sturen van de waterstand van het oppervlaktewater, is een belangrijke voorwaarde voor het gebruik van een gebied. Zeker in een waterrijk gebied dat onder de zeespiegel ligt zoals de Krimpenerwaard. Het waterpeil is mede bepalend voor de grondwaterstand, die van belang is voor onder meer de groei van gewassen, natuurwaarden en de toestand van funderingen. Het waterpeil heeft invloed op de ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

 

Bestuurlijke en juridische context: het peilbesluit

In de omgevingsverordening Zuid-Holland is bepaald dat voor alle wateren binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) peilbesluiten moeten worden vastgesteld, die zijn toegesneden op de actuele situatie. Daarbij zijn in eerste instantie de toegekende bestemmingen in het bestemmingsplan leidend. In peilbesluiten worden de waterpeilen en de kenmerken van het peilbeheer vastgesteld op basis van een integrale afweging van alle belangen in relatie tot oppervlaktewater en het grondwater. Deze afweging vindt plaats op basis van de geldende wettelijke verplichtingen, regelgeving en beleidsuitgangspunten van HHSK die zijn vastgesteld in de Beleidsuitwerking Peilbeheer (maart 2018).

 

Natuurontwikkeling in de Krimpenerwaard

In de Krimpenerwaard ligt sinds de vaststelling van het Nationaal Natuurbeleidsplan in 1990 een grote natuuropgave. Sindsdien is in verschillende gebiedsprocessen gewerkt aan de vormgeving en realisatie van die natuuropgave, destijds onderdeel van de zogenaamde Ecologische Hoofdstructuur en tegenwoordig onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN).

 

Eind 2014 hebben de Provincie Zuid-Holland (PZH), de voormalige gemeenten van de Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard ondertekend. In deze overeenkomst staan concrete afspraken over de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland in de regio met de verschillende partijen.

Een van de gebieden waar deze gebiedsovereenkomst over gaat, is gebied Oudeland. Dit omvat zowel een bestaand natuurgebied (Oudeland-Zuid) als nieuw in te richten gebied.

 

Voor de wijziging van bestemming van het nieuw in te richten gebied heeft de gemeente een bestemmingsplan vastgesteld (gemeente Krimpenerwaard, 2019). Voor het mogelijk maken van de waterstandsverandering heeft het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard zes peilbesluiten vastgesteld (HHSK, 2018).

 

Kleine grenswijzigingen van de NNN-gebieden, een beter inzicht in het watersysteem en beter inzicht in de gewenste waterstanden voor de in te richten natuur hebben ertoe geleid dat het peilbesluit aangepast wordt.

 

Plangebied

Het plangebied voor peilbesluit Oudeland 2022 omvat het NNN gebied Oudeland, dat in het peilbesluit van 2018 is vastgesteld, en het NBO gebied Oudeland Zuid dat in het peilbesluit van 2016 is vastgesteld. In hoofdstuk 4 wordt het samenvoegen van deze peilbesluiten verder toegelicht. In figuur 1 is een overzicht te zien van het plangebied.

 

Figuur 1, overzicht van het plangebied voor dit peilbesluit.

 

2. Gebiedsbeschrijving

 

Gebiedskenmerken, functies en ontwikkelingen van het gebied zijn mede bepalend voor het te voeren peilbeheer en peilafwegingen. We beschrijven in dit hoofdstuk kenmerken die van invloed zijn op de peilafwegingen.

Deze gebiedsbeschrijving gaat specifiek in op het gebied Oudeland. Voor een meer algemene toelichting op de NNN-Krimpenerwaard en de gebiedskenmerken in relatie tot het peilbeheer wordt verwezen naar de ‘Toelichting peilbesluiten NNN Krimpenerwaard (2018).

 

2.1. Ligging en grondgebruik

De Krimpenerwaard ligt tussen de rivieren Lek, Hollandsche IJssel en het veenstroompje de Vlist. Ten noorden van het gebied ligt Gouda, in het westen Krimpen aan den IJssel en aan de zuidoostkant de kern Schoonhoven. Het gebied heeft een oppervlakte van ca. 14.200 ha.

Deelgebied Oudeland ligt ten noorden van het Loetbos en ten westen van de Molenvliet.

 

Huidig grondgebruik

Het huidig grondgebruik anno 2022 in Oudeland is hoofdzakelijk agrarisch grasland. Langs de Oudelandseweg ligt enige bebouwing. Om het zuidwestelijk deel van het plangebied is een gebied al ingericht als natuur. Dit gebied staat bekend als ‘Oudeland-Zuid’ en wordt beheerd door Stichting het Zuid-Hollands Landschap.

 

Grondgebruik op basis van bestemmingsplan

In het bestemmingsplan Veenweiden Krimpenerwaard (onherroepelijk sinds juni 2021) heeft het gebied Oudeland de bestemming natuur. Daarnaast is de dubbelbestemming archeologische waarden (met verschillende gradaties) en de deels de gebiedsaanduiding stiltegebied toegekend. Aan enkele percelen direct grenzend aan de Oudelandseweg is de bestemming ‘agrarisch met waarden’ toegekend.

 

Natuurdoelstellingen

Voor het NNN in de Krimpenerwaard is in de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard (2014) en het Natuurbeheerplan van de Provincie Zuid-Holland (2018) een bepaalde verhouding in natuurtypen bepaald. Deze verhouding is grofweg in te delen in:

 

  • 50% weidevogelnatuur

  • 35% botanische natuur

  • 15% kleinschalige landschapselementen.

Waternatuur komt binnen alle natuurtypen voor in de vorm van sloten, vaarten, plassen en poelen. Bij de lokalisatie van de verschillende natuurtypen is het van belang de beste potenties te benutten, maar ook om een (natte)verbindingszone voor soorten te creëren door het gebied heen. Veel soorten van vochtige en natte graslanden, zowel flora als fauna, zijn slechte verspreiders. Door het creëren van een natuurlint van natte, soortenrijke graslanden en moerasstapstenen, ontstaan er leefgebied en mogelijkheden voor (genetische) uitwisseling voor deze slechte verspreiders.

 

Hoewel de procentuele onderverdeling van de natuurtypen de indruk wekt dat ze strikt gescheiden zijn, is er op landschapsniveau op veel plekken een overlap tussen de typen. Zo profiteren weidevogels van botanische graslanden en komen er in de oude beboste blokboezems vaak ook botanische graslanden voor. De hoofddoelen zijn vertaald naar doelen per perceel en watergang (zogenaamde natuurbeheertypen).

 

De natuurdoelstelling is nader vormgegeven in het Inrichtingsplan Krimpenerwaard, wat ook een bijlage is bij het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard. De natuurdoelen voor Oudeland zijn weergegeven in figuur 2.

 

Ook kent het gebied specifieke waternatuurdoelen. Het watersysteem heeft de status KRW-waterlichaam (‘natuurgebieden zuid’). De ecologische doelstellingen, uitgesplitst in doelen voor waterplanten, macrofauna en vis zijn door de provincie Zuid-Holland vastgelegd. Over de voortgang van realisatie van deze doelen rapporteert de waterbeheerder HHSK naar de Rijksoverheid, en Nederland naar de Europese Commissie.

 

Figuur 2, natuurdoelen NNN-gebied Oudeland.

 

2.2.Peilbeheer

 

Peilbeheer begin 2022

Het grootste deel peilgebied NNN-Oudeland maakt op dit moment deel uit van peilgebied Kromme, Geer en Zijde. Het peilbeheer van dat gebied is afgestemd op de functie grasland in veenweidegebied.

 

In het peilbesluit uit 2018 is opgenomen dat, tot instelling van het peil voor de natuurfunctie, er een overgangssituatie van kracht is. Deze komt er op neer dat tot instelling van de nieuwe peilen, het peil van peilgebied Kromme Geer en Zijde leidend is. Anno 2022 betreft dat een waterpeil van -2,29 m tot -2,34 m NAP.

 

Het deel Oudeland-Zuid is ingericht als natuur, en kent een flexibel waterpeil van -2,08 m tot -2,31 m NAP. In de praktijk bevindt zich het peil veelal boven de -2,20 m NAP, vanwege de wijze van aan- en afvoer.

 

Beoogd peilbeheer op basis van geldend peilbesluit

In het peilbesluit van 2018 is er voor het peilgebied NNN-Oudeland een flexibel waterpeil van -2,09 m tot -2,24 m NAP vastgesteld. Voor het gebied ‘Oudeland-Zuid’ is in het peilbesluit van 2016 een flexibel waterpeil van -2,08 m tot -2,31 m NAP vastgesteld.

 

3. Beoogde situatie

 

3.1.Inleiding

In dit hoofdstuk worden de natuur- en wateropgave voor gebied Oudeland beschreven op basis van de in 2021 binnen het programma Veenweiden opgedane inzichten. Hierbij worden specifiek de veranderingen belicht ten opzichte van de uitgangspunten die ten grondslag lagen aan de in 2018 en 2016 genomen peilbesluiten. Vervolgens wordt op basis van deze uitgangspunten in hoofdstuk 4 een peilvoorstel gedaan.

 

3.2. Watersysteemvereisten

In het NNN-gebied Oudeland worden met name de natuurbeheertypen kruiden- en faunarijk grasland, nat schraalland, moeras en vochtig hooiland gerealiseerd. Deze vallen onder de natuurdoelen botanische natuur en kleinschalige landschapselementen. Om deze natuurdoelen te realiseren moet het gebied aan diverse randvoorwaarden voldoen. In het inrichtingsplan Krimpenerwaard zijn deze beschreven. De randvoorwaarden zijn hieronder verder toegelicht.

 

Drooglegging percelen

De natuur op de percelen is sterk afhankelijk van de grondwaterstand, welke weer mede wordt bepaald door de drooglegging. Per natuurdoel is een bepaalde drooglegging gewenst:

  • Botanische natuur:

    In de visie op het natuurgebied in de Krimpenerwaard (strategiegroep Veenweidepact, 2007) is de relatie tussen gewenste grondwaterstanden en oppervlaktewaterpeilen verder uitgewerkt voor de graslanden. De wenspeilen voor het oppervlaktewaterpeil zijn voor graslanden gezamenlijk een winterpeil tussen 0 en 30 cm min maaiveld en een zomerpeil tussen 15 en 45 cm min maaiveld.

    Voor de realisatie van de botanische doelen is het ook nodig de veraarde en fosfaatrijke bovenlaag te verwijderen. Daarvoor is gepland percelen te gaan afplaggen. De plagdiepte is per perceel bepaald op basis van bodemonderzoek. De beoogde drooglegging wordt dus zowel bepaald door de plagdiepte als het oppervlaktewaterpeil.

  • Kleinschalige landschapselementen

    Binnen het natuurtype kleinschalige landschapselementen komen verschillende natuurbeheertypen voor die kunnen verschillen in hun eisen ten aanzien van de drooglegging. Bestaande landschapselementen als eendenkooien en geriefbosjes vereisen in de meeste gevallen geen peilaanpassing. Nieuwe landschapselementen als moeras of ruigteveld kunnen aanleiding geven tot specifieke wensen voor het peilbeheer vooral voor de beheerbaarheid en het voorkomen van verbossing.

Per natuurbeheertype is aan de hand van de gewenste grondwaterstanden een onder en bovengrens bepaald voor de optimale drooglegging door het seizoen heen. In tabel 1 zijn de meest kritische en meest voorkomende natuurbeheertypen weergegeven met de bijbehorende gewenste onder en bovengrens van drooglegging voor dat type. Voor de waternatuur is de drooglegging ook van belang i.v.m. de afbraak van veen en de daarbij vrijkomende stoffen (stikstof, fosfaat, sulfaat).

 

Tabel 1, gewenste drooglegging van de meest kritische natuurbeheertypen.

 

vochtig hooiland

(N10.02)

kruiden- en faunarijkgrasland

(N12.02)

Nat schraalland (N10.01)

Vochtig weidevogelgrasland (N13.01)

winter

zomer

winter

zomer

Winter

zomer

winter

zomer

0 tot 0,20 m

0,20 tot 0,30 m

0,15 tot 0,30 m

0,30 tot 0,45 m

0 tot 0,15 m

0,15 tot 0,30 m

0,10 tot 0,20 m

0,20 tot 0,40 m

Door aanpassen van het waterpeil kan gebiedsbreed de gewenste drooglegging zo goed mogelijk worden benaderd. Hiervoor is een eigen watersysteembegrenzing nodig per peilgebied.

 

Om de natuurbeheertypen vochtig hooiland en nat schraalland te verkrijgen is het soms nodig om de voedselrijke bovenlaag te verwijderen door te plaggen.

 

Waterkwaliteit

Voor de waternatuurdoelen en in mindere mate ook de landnatuurdoelen is de waterkwaliteit een randvoorwaarde. Om de waterkwaliteit te verbeteren is vermindering van de voedselrijkdom nodig. Dit gebeurt o.a. door het verminderen van de mestgift, het aanpassen van de drooglegging en door te plaggen.

 

Peilfluctuatie

Naast de hoogte van het peil, is de variatie van de peilhoogte door het seizoen heen van belang. Een natuurlijk peilverloop gaat uit van een hoge (grond)waterstand in het voorjaar (februari/maart) en een lage (grond)waterstand aan het einde van de zomer (juli/augustus). Hoge (grond)waterstanden vertragen de grasgroei en zorgen voor de juiste vochttoestand in de percelen voor het realiseren van de natuurdoelen. Ook de ontwikkeling van waardevolle oevervegetatie is gebaat bij een natuurlijke fluctuatie over de seizoenen. Deze peilfluctuatie wordt zoveel als mogelijk gestuurd door neerslag en verdamping, maar moet waar nodig worden bijgestuurd door het in- en uitlaten van water. Voor het vasthouden van schoon regenwater en het beperken van inlaat van water van buiten het gebied is een ruime peilmarge nodig. Als algemene richtlijn geldt een marge van ca. 15 cm.

 

Aanvoer van schoon water

Hoewel de aanvoerbehoefte van water met voorgaande aanpak wordt beperkt, zal aanvoer van water nodig blijven. Voor de waternatuur is daarbij vooral het fosfaatgehalte bepalend.

 

4.Peilafweging

 

4.1.Doelstellingen peilbeheer

De aangewezen functie van NNN-gebied Oudeland is natuur. De primaire doelstellingen van het peilbeheer in Oudeland zijn het versterken van de waternatuur en het ontwikkelen van botanische waarden. Voor de natuur op het land ligt de focus op het ontwikkelen van vochtig hooiland, nat schraalland en kruiden- en faunarijk grasland.

 

Voor de waternatuur is het streven het versterken van de ecologische kwaliteit (planten, macrofauna en vis) horend bij de veensloten. Het peilbeheer moet bijdragen aan het behalen van het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) conform de KRW.

 

HHSK streeft ernaar om via het peilbeheer bij te dragen aan het beperken van bodemdaling in het veenweidegebied. Omdat veenafbraak vooral in drogere periodes plaatsvindt, wanneer de grondwaterspiegel uitzakt, is daarvoor vooral het peilbeheer in het zomerhalfjaar van belang.

 

Een andere functie in het peilgebied is infrastructuur. Langs de Oudelandseweg en op een aantal andere locaties liggen woningen. Voor de infrastructuur is het streven dat de kans op wateroverlast niet toeneemt.

 

4.2.Peilgebieden

 

Figuur 3, overzicht van de peilgebieden van peilbesluit Oudeland.

 

Door de verandering van de begrenzing van het peilbesluit zijn er een aantal peilgebieden toegevoegd aan het peilgebied dat in 2018 is vastgesteld. Ook is de begrenzing van het peilgebied Oudeland gewijzigd. In totaal zijn er voor dit peilbesluit vijf peilgebieden:

  • GPG-1353

  • GPG-1314

  • GPG-1315

  • GPG-1317

  • GPG-1318

4.2.1.GPG-1353 - Oudeland

 

Figuur 8, overzicht van GPG-1353.

 

Vigerend waterpeil:-2,24 m / -2,09 m NAP

Beoogd waterpeil:-2,24 m / -2,09 m NAP

 

Het peilgebied Oudeland omvat zowel het bestaande natuurgebied Oudeland-Zuid, als het nieuw te ontwikkelen natuurgebied.

 

Vanwege de aanleg van een kavelpad door het natuurgebied is, vanwege de waterkwaliteit, overzichtelijkheid en robuustheid van het watersysteem, gekozen om de peilgebiedsgrens langs dit kavelpad te laten lopen. Door middel van een ecoduiker wordt het noordelijk deel van het natuurgebied met het zuidelijk deel verbonden.

 

In het peilbesluit van 2018 is de peilgebiedsgrens langs de Oudelandseweg, op de weg getekend. De peilgebiedsgrenzen worden verschoven naar de kopse kanten van de percelen (ongeveer 20 meter naar het zuiden). De wegsloot langs de Oudelandseweg blijft hierdoor op het waterpeil van peilgebied Kromme, Geer en Zijde.

Zoals beschreven in het peilbesluit van 2018, is het, voor de ontwikkeling van de natuurdoelen, gewenst de drooglegging te verkleinen en de peilfluctuatie te vergroten. Een aantal percelen worden afgeplagd om geschikte bodemchemische omstandigheden te verkrijgen. Gemiddeld wordt er 20 centimeter afgeplagd. In dit peilbesluit is een flexibel waterpeil tussen -2,24 m en -2,09 m NAP voorgesteld om tot de gewenste drooglegging te komen voor natuurontwikkeling.

Het bestaande peilgebied Oudeland Zuid (peilbesluit 2016) komt in open verbinding met het nieuw te ontwikkelen NNN-gebied Oudeland. Daarmee wordt het onderdeel van GPG-1353. In het peilbesluit van 2016 was een ondergrens van -2,31 m NAP opgenomen om de mogelijkheid tot het inlaten van water vanuit het naastgelegen peilgebied te hebben. Deze ondergrens is bij de realisatie van het NNN-gebied niet meer relevant. Een waterpeil tussen de -2,24 m en -2,09 m NAP voldoet voor de huidige natuurwaarden. Daarnaast zorgt het samenvoegen van de peilgebieden ervoor dat het systeem minder kwetsbaar wordt voor waterkwaliteitsverstoring.

 

4.2.2. GPG-1314

 

Figuur 4, overzicht van GPG-1314.

 

Vigerend waterpeil:-2,24 m / -2,09 m NAP

Beoogd waterpeil:-2,34 m / -2,29 m NAP

 

Als gevolg van de inpassing van een kavelpad is, in het belang van de waterkwaliteit, besloten om het peil van het gebied tussen het kavelpad en de Oudelandseweg te koppelen aan het agrarisch peilgebied ‘Kromme, Geer en Zijde’. Het gebied krijgt geen natuurpeil maar blijft op agrarisch waterpeil.

 

4.2.3.GPG-1315

 

Figuur 5, overzicht van GPG-1315.

 

Vigerend waterpeil:-2,24 m / -2,09 m NAP

Beoogd waterpeil:-2,34 m / -2,29 m NAP

 

Als gevolg van de inpassing van een kavelpad is, in het belang van de waterkwaliteit, besloten om het peil van het gebied tussen het kavelpad en de Oudelandseweg te koppelen aan het agrarisch peilgebied ‘Kromme, Geer en Zijde’. Het gebied krijgt geen natuurpeil maar blijft op agrarisch waterpeil.

 

4.2.4.GPG-1317

 

Figuur 6, overzicht van GPG-1317.

 

Vigerend waterpeil:-2,34 m / -2,29 m NAP

Beoogd waterpeil:-2,26 m / -2,21 m NAP

 

In de NNN-peilbesluiten van 2018 zijn de waterstaatkundige situaties voor enkele woningen niet uitgewerkt. Vanwege de waterverbinding tussen het zuidelijke en noordelijke deel van het natuurgebied Oudeland, is water aan- en afvoer voor een apart peil voor de woning via de wegsloot ingewikkeld, risicovol en duur. In overleg tussen het Programmabureau Veenweiden en de woningeigenaren is de waterstaatkundige situatie verkend en uitgewerkt. Een koppeling met het peilgebied ‘Stolwijk en Berkenwoude’ zorgt voor een overzichtelijke, simpele waterstaatkundige situatie die onderhoudsarm is. Dit peilgebied volgt dus het agrarisch waterpeil van Stolwijk en Berkenwoude.

 

4.2.5.GPG-1318

 

Figuur 7, overzicht van GPG-1318.

 

Vigerend waterpeil:-2,24 m / -2,09 m NAP

Beoogd waterpeil:-2,34 m / -2,29 m NAP

 

Als gevolg van de inpassing van een kavelpad is, in het belang van de waterkwaliteit, besloten om het peil van het gebied tussen het kavelpad en de Oudelandseweg te koppelen aan het agrarisch peilgebied ‘Kromme, Geer en Zijde’. Het gebied krijgt geen natuurpeil maar blijft op agrarisch waterpeil.

 

4.3.Afwijkende peilen

In dit peilbesluit zijn geen afwijkende peilen aanwezig.

 

4.4.Effecten

De voorgestelde grensaanpassingen leiden tot de volgende effecten:

 

Natuurontwikkeling

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit hebben mogelijk een licht positief effect op de fysisch-chemische waterkwaliteit, door het samenvoegen van Oudeland en Oudeland-Zuid.

 

Fysisch-chemische waterkwaliteit

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit hebben geen effect op de fysisch-chemische waterkwaliteit.

 

Ecologische kwaliteit

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit hebben geen effect op de ecologische kwaliteit.

 

Bodemdaling

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit hebben geen effect op de bodemdaling.

 

Waterhuishouding

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit zorgen voor een overzichtelijkere en robuustere waterhuishouding.

 

Bovengrondse infrastructuur

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit hebben geen effect op de bovengrondse infrastructuur.

 

Kabels en leidingen

De voorgestelde wijzigingen ten opzichte van het vigerend peilbesluit hebben geen effect op kabels en leidingen in de ondergrond.

 

Er zijn geen overige effecten te verwachten van de wijzigingen ten opzichte van het in 2018 en 2016 vastgestelde peilbesluit.

 

4.5.Beheermarge

De waterpeilen zoals omschreven in de voorgaande paragrafen zijn de waterpeilen die worden gehandhaafd binnen dit peilbesluit. Deze waterpeilen gelden onder normale omstandigheden. Fluctuaties als gevolg van aan- en afvoer van water, weersomstandigheden zoals hevige regenval en opwaaiing kunnen voorkomen. Bij het peilbeheer wordt ernaar gestreefd dat het in het peilbesluit vastgelegde waterpeil als gemiddelde van deze fluctuaties wordt bereikt. De grootte van de marges is afhankelijk van de kenmerken van het peilgebied. Belangrijke aspecten hierbij zijn de grootte van het peilgebied, de locatie van een gemaal (met aan- en afslagpeil) en de locatie en kenmerken van stuwen en inlaten. Daarnaast spelen ook de afmetingen en de begroeiing van de (hoofd)watergangen met de daarin aanwezige duikers en bruggen een rol.

 

4.6.Schouwpeil

Het schouwpeil is het referentieniveau voor de controle van de waterdiepte. In de peilgebieden waar een flexibel waterpeil wordt vastgelegd, is het schouwpeil gelijk aan de ondergrens van de bandbreedte.

Het schouwpeil is opgenomen in het peilbesluit.

 

4.7. Maatregelen

Voor het realiseren van de peilgebieden en bijbehorende waterpeilen moeten op een aantal locaties kunstwerken worden gerealiseerd. Deze maatregelen zijn opgenomen in het Watergebiedsplan Krimpenerwaard van HHSK.

 

Begrippenlijst

 

Afwijkend peil

Zie Peilafwijking.

 

Bandbreedte

Het verschil tussen een boven- en ondergrens, bijvoorbeeld bij een flexibel waterpeil.

 

Beheermarge

De beheermarge is de tijdelijke afwijking van het waterpeil in een peilgebied die optreedt als gevolg van natuurlijke verschijnselen en ingrepen die nodig zijn om het streefpeil te handhaven. Voorbeelden hiervan zijn: tijdelijk verhang door aan en uitzetten van het gemaal, verhoging van het waterpeil tijdens wateraanvoer of door opwaaiing of afwaaiing.

 

Bodemdaling

Zie maaivelddaling.

 

Drooglegging

Het hoogteverschil tussen de waterspiegel/het waterpeil in een waterloop en het naastgelegen grondoppervlak/maaiveld.

 

Flexibel peil

Een peilregime waarin een waterstand tussen een vastgestelde onder- en bovengrens wordt nagestreefd. Dit kan op verschillende manieren ingevuld worden.

 

Hoogwatervoorziening

Vergunde peilafwijking waar een hoger waterpeil wordt gevoerd dan in het vastgestelde peilgebied. Ook “opmaling” genoemd.

 

Indexatie

Zie “peilindexatie”.

 

Maaivelddaling

De mate waarin de bovenkant van de bodem daalt in een bepaalde tijd. Diverse processen kunnen de daling veroorzaken.

 

Onderbemaling

Vergunde peilafwijking waar een lager waterpeil wordt gevoerd dan in het vastgestelde peilgebied.

 

Ontwateringsdiepte

Het verschil tussen het maaiveld (bovenzijde grond) en de grondwaterstand op dat punt.

 

Opmaling

Vergunde peilafwijking waar een hoger waterpeil wordt gevoerd dan in het vastgestelde peilgebied. Ook “hoogwatervoorziening” genoemd.

 

Peil

Hoogte van het oppervlaktewater ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil). Ook “waterpeil” genoemd.

 

Peilafweging

Afweging op welke hoogte het waterpeil ingesteld moet worden.

 

Peilafwijking

Een afgebakend gedeelte van een peilgebied waarvoor een watervergunning van toepassing is voor een van het peilbesluit afwijkend waterpeil. Dit kan een opmaling of hoogwatervoorziening zijn bij een hoger peil. Of een onderbemaling bij een lager peil.

 

Peilbeheer

Inspanningsverplichting voor het beheren van het waterpeil van het oppervlaktewater in een bepaald gebied, gericht op het handhaven van het vastgestelde peilregime of waterhoogte binnen de vastgestelde bandbreedte.

 

Peilbesluit

Besluit van een waterschap over de hoogte van het waterpeil.

 

Peilbesluitgebied

Het gebied waar een besluit van een waterschap over de hoogte van het waterpeil in oppervlaktewater van kracht is.

 

Peilgebied

Een peilgebied is een waterstaatkundige eenheid waarbinnen hetzelfde waterpeil of peilregime wordt beheerd.

 

Peilfixatie

Het gelijk houden van het waterpeil ten opzichte van NAP, ook als er sprake is van maaivelddaling.

 

Peilindexatie

Geleidelijke aanpassing van het waterpeil aan een verandering, zoals de maaivelddaling.

 

Peilscheiding

Een peilscheiding is een dam, stuw, overstort- of doorlaatconstructie of natuurlijke hoogteligging die twee peilgebieden van elkaar scheidt.

 

Schouwpeil

In het peilbesluit vastgesteld waterpeil dat het referentieniveau is voor het voeren van de schouw, het afhandelen van vergunningen en het uitvoeren van onderhoud aan watergangen. Bij een flexibel waterpeil wordt in principe de ondergrens aangehouden als schouwpeil.

 

Veenoxidatie

De afbraak van venig materiaal in de bodem als er zuurstof bij het veen kan komen.

 

Vigerend peilbesluit

Het op het moment van schrijven (van deze toelichting) officieel van toepassing zijnde peilbesluit.

 

Waterpeil

Vastgelegde hoogte van het oppervlaktewater ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil). Ook “peil” genoemd.

 

Waterstand

Hoogte van het oppervlaktewater op een bepaald moment ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil.

Bijlage 1 Peilbesluitkaart Oudeland